nieuwe
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT EN GELDERLAND.
N. 92.
Woensdag 18 November 1885.
Veertiende Jaargang
Maggie Wilson.
VOOR
abonnementsprijs I
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Uitgever A.M. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentiën:
BINNENLAND.
F euilleton.
AMEBSFOOBTSOIE COURANT.
Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdags en Vrijdags.
Van 16 regels 0.40iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
De hear A. A. Vorsterman Van
Oijen heeft van den Hertog van Nassau
de gouden medaille ontvangen voor kun
sten en wetenschappen.
De twee personen, die gelijk wij
mededeelden, Vrijdag der vorige week
in hechtenis waren genomen als verdacht
van moordaanslag op het buiten Crailoo,
zijn spoedig weder op vrije voeten ge
steld.
Naar de Gooi- en Eemlander, is het
waarschijnlijk, dat de daders zich eerst
des morgens vroeg na het plegen van
den aanslag, uit het bosch van Crailoo
verwijderd hebben. Door verschillende
lieden zijn op dit tijdstip in en bij Laren
twee personen gezien, die zeer haastig
liepen in de richting van Eemnes. Men
meent dat dit de daders moeten geweest
zijn. Het toeval heeft gewild, dat er nog
al veel tijd verloopen is, eer de politie
in kennis van het feit is gesteld, en
daardoor hebben de boosdoeners waar
schijnlijk op het oogenblik dat het on
derzoek aanving, gelegenheid gehad een
heel eind weg te komen.
Zaterdagavond is in de Bloemer-
straat te Nijmegen een huis van 3 ver
diepingen en 18 meter hoogte, dat nog
in aanbouw was, wegens den zwakken
"douw ingestort, waardoor het daarnaast
gelegen perceel, dat vóór eenige maan
den geleden nieuw werd opgetrokken en
juist ook niet op vele krachten kon bo
gen, mede gedeeltelijk in elkander is
gevallen. Persoonlijke ongelukken vielen
daarbij niet voor, hetgeen als een wonder
mag beschouwd worden. De overheden
waren weldra ter plaatse aanwezig; in
het belang der veiligheid lieten zij de
straat voor het openbaar verkeer afslui
ten en andere maatregelen van voorzorg
nemen tegen de gedeelten dezer gebou
wen, welke nog staande waren geble
ven, maar door hunne oveizakking een
dreigend aanzien hadden.
Uit Wolvega wordt d. d. 15 Nov.
gemeld: Zekere schoenmaker De V., in
het naburige Oldeberkoop wonende, is
reeds gedurende vier dagen zoek. Daar
hij Dinsdagavond in eene herberg met
twee mannen twist heeft gekregen en
DOOR
MINORA.
49)
»'t Is kwart over één uurIk heb
nog geen koffie gedronken en weet dus
niet of André thuis is., maar deze
overspanning, deze opgewondenheid.
ïToe, mama I gaat u vast vooruit
naar beneden; ik ga even zien waar
André is I" En voor de douairière het
verhinderen kon, had Eugénie dn kamer
verlaten zoo haastig zij slechts gaan
kon, en had aan André's deur aange
klopt.
Geen antwoord.
De deur scheen op slot. Eindelijk op
herhaald roepen werd zij geopend en
ontwaarde Eugénie het ontstelde gelaat
van haar broeder.
ïWaarom stoort ge mij in mijn bezig
heden, Eugenie?" klonk de verstoorde
vraag. tWat voert u hierheen, ik kan u
nu niet helpen."
»Een oogenblik maar, Andréde
zaak is te gewichtig om uitstel te
allen om tien uur zijn vertrokken, ver
moedt men dat er tegen hem geweld is
gepleegd en doet de justitie ijverig on
derzoek.
De groote internationale wedstrijd
op schaatsen, vanwege het Ned. Schaat-
senrijdersbond, zal dit jaar nabij Haren
gehouden worden, waar zich voor derge-
lijken grooten wedstrijd een prachtig
terrein bevindt.
Er bestaat eindelijk uitzicht dat
de Geldersche Vallei zal worden verlost
van het overtollige water, dat jaarlijks
zoo groote schade aanricht, vooral in de
ongeveer 9000 hectaren die beoosten
den Slaperdijk zijn gelegen.
Die toestand dagteekent van 1652,
toen door het leggen van dien dijk de
afwatering van de Schoonderbeeksche
grift werd afgedamd en niet meer bij
Scherpenzeel in de Luntersche beek kon
geschieden. Wel werd in 1717 aan die
landen toegestaan een kleine heul of
opening voor afvoer te maken aan den
Rooden Haan te Veenendaal, maar tevens
werd bedongen dat, zoodra het water
te Woudenberg zekere hoogte bereikt
heeft, de genoemde heul moet worden
gesloten. Dit geschiedt maar al te vaak
en daarom is de vorige week in de
Statenvergadering van Utrecht door den
heer H. G. Van der Poel aangetoond,
dat voor afdoende hulp der landerijen
beoosten den dijk het peil van Wouden
berg moet worden gewijzigd.
Bij de gedane voordracht tot verbete
ring der afwatering bleef dit peil behou
den. Daarom hebben de collegiën der
oostelijke landen hunne medewerking
onthouden en hunnerzijds voorgesteld de
liniegracht van de Bruinenburg bij Wou
denberg tot de Eem op te graven, waar
door zij aldaar een eigen waterlozing
zoude erlangen, terwijl dan Woudenberg
het recht zoude krijgen om de Lunter
sche beek ook in de linie af te sluiten
zoodoende zoude in eens het voornaamste
bezwaar opgeheven worden.
De opgraving van de genoemde linie
gracht tot beneden Amersfoort, welke
gracht in 1629 is gegraven, is noodig
omdat aan die gracht toch weinig de
hand gehouden, en er sedert 1792 niets
aan werd gedaan.
De Prov. Staten van Utrecht hebben
nu, evenals die van Gelderland, f2000
toegestaan voor een onderzoek door ge
committeerden in te stellen. Het is te
hopen, dat dit onderzoek weldra leiden
zal tot een afdoende wegneming van het
waterbezwaar, en aldus duizenden bun
ders, die nu slechts wat hooi opleveren
of heideveld en moeras zijn, in vrucht
baren grond zullen worden herschapen.
Hand. BI.
Uit zekere bron meldt men aan
het Dagbl., dat de Nordd. Lloyd nog
niet definitief heeft besloten, hoe 't met
den gesubsidieerden Duitschen maildienst
naar Australië en Azië gaan zal. Of
schoon door den Duitschen Bondsraad
Vlissingen als aanleghaven gekozen is,
schijnen er nu toch nog weer onderhan
delingen gaande te zijn en wel met de
Belgische regeering. In Zuid-Duitschland
en Rijnland is men nl. niet voor Vlis
singen gestemd en te Bremen daarente
gen is een gedeelte der belanghebbenden
tegen het aandoen van eenige Neder-
landsche of Belgische haven.
Eene afdeeling van de beruchte
dievenbende schijnt thans ook in den
omtrek van Leiden haar geluk te be
proeven. Op het buitenverblijf van lui
tenant Metelerkamp althans heeft men
getracht in te breken, doch de sluiting
schijnt al te zeker geweest te zijn. Al
leen in de oranjerie en in den tuin had
den de dieven vrij spel. Wat het woon
huis betreft, moesten zij hunne pogingen
om in te breken opgeven.
Niet alleen uit 't oogpunt van be
zuiniging, maar ook om 't lot der ambte
naren te verbeteren, wordt er bij de
Regeering op aangedrongen om de pos-
terij met de telegraphie te vereenigen.
Sedert Zaterdag voormiddag zit de
heldin van het Rotterdamsch-Haagsche
treurspel goed en wel achter slot in de
gewone gevangenis te Arnhem. Hoe
komt Jeanne in het Geldersche verzeild?
Op hooger last, ter elfder ure verstrekt.
Zaterdagochtend is de jeugdige mina-
res naar de plaats van bestemming ge
bracht. Waarschijnlijk om der veroor
deelde het uitgeleide van een menigte
nieuwsgierigen en kijklustigen te bespa
ren, is haar vertrek streng geheim ge
houden.
Toch kan ik daaromtrent de volgende
bijzonderheden melden:
Hoewel de trein eerst 8 uur 20 min.
Tan het Rhijnstation moest afrijden, had
de gevangen dame reeds omstreeks kwart
vóór achten met een huurrijtuig het sta
tion bereikt. Zij droeg donkere kleeding
en voor het nog steeds bleeke gelaat,
een zijden omhulsel. De vrouw, die in
het huis van bewaring te 's-Hage bij
Jeanne als bewaakster of bewaarster
dienst deed, alsmede een brigadier van
de rijksveldwacht (in burgerkleèren), wa
ren met de overbrenging van de ver
oordeelde belast. Er werden drie plaats
kaartjes tweede klasse naar Arnhem ge
nomen. Het drietal werd een afzonder
lijke afdeeling van een 2e klasse wagen
aangewezen, zoodat 't het rijk alleen had
gedurende de reis. Met vluggen tred en
in een oogwenk wipte Jeanne als 't ware
in het spoorwegrijtuig. Toevallig of wel
ambtshalve bevond zich de procureur-
generaal te 's-Hage, wiens gevangene
Jeanne is, aan den trein.
Gewoonlijk, en dit brengt de natuur
lijke loop van een strafgeding mede, is
de procureur-generaal de schrik van den
beschuldigden, maar hier bleek het tegen
deel, want weldra was de hooge rech
terlijke ambtenaar, belast met de ten
uitvoerlegging van de straf, staande aan
het portier met Jeanne in gesprek tot
kort voor het afluiden van den trein.
Hoewel de veroordeelde ook gaarne
tot het ondergaan van hare straf in de
gevangenis te 's Hage gebleven ware en
bij het verlaten van die inrichting naar
Arnhem, tot schreiens toe bewogen was,
maakte zij op de weinigen, die voor de
afreis nog een oogje op haar wierpen,
door hare opgeruimdheid den indruk
alsof zij 't heel aardig vond, dit uitstapje
tot afwisseling te kunnen maken.
Vlieg. BI.
In het begin dezer week is bepaald,
dat de vergadering van afgevaardigden
ter conslitueering van het Zuiderzee-Co-
mité, op Maandag 4 Januari 1886,
's namiddags te één uur, zal worden ge
houden in het lokaal Frascati, te Amster
dam.
De verkoop van het sociaal-demo
cratisch blad Ni Dieu ni Maitre, dat uit
België in de omliggende landen wordt
ingevoerd tot opruing van het volk, is
verboden door de regeering der Fransche
republiek, na langdurige beraadslaging
in den ministerraad. Door den minister
van binnenlandsche zaken is aan de
prefecten de last gezonden »de circulatie
en verkoop" van dit blad te beletten.
Mocht het in ons land met Recht voor
Allen en dergelijke schendbladen even
eens gaan.
Uit Groningen wordt gemeld:
Zijn onze inlichtingen juist, dan bestaat
er te Groningen dezen winter bij vrie
zend weder vooruitzicht op het houden
eener internationale hardrijderij op schaat
sen. De grachten om de stad zijn, evenals
te Leeuwarden, wel zeer geschikt voor
eene gewone hardrijderij, doch geenszins
ruim genoeg voor een baan van 1600
meter. Door den Groninger IJsclub moet
het Zuidlaardermeer, uitstekend voor dit
doel, op onderscheidene plaatsen gepeild
zijn, en naar men verneemt hebben
eenige landbezitters te Noordlaren aan
geboden hunne velden onder water te
laten loopen, wanneer het niet genoeg
zaam vriest om den wedstrijd op het
meer te houden.
Op den 15 dezer kwam te Pernis
binnen de sloep Admiraal van Kinsber-
gen, stuurman L. Van Pelt, met de be
langrijke vangst van 7000 schelvisschen.
Te 's-Gravenhage is een Delftsche
vrouw gearresteerd, tegen wier hande
lingen reeds herhaalde malen door de
politie was gewaarschuwd. Zij had reeds
eenmaal een goudsmid te Delft voor on
geveer honderd veertig gulden benadeeld
en wist in de vorige week met allerlei
mooie praatjes bij een goudsmid in het
Oosteinde en bij een particulier aan het
Rietveld te Delft, zich te doen afgeven
negen gouden vestkettingen, een halsket
ting met granaten slot, gouden oorbellen,
een zilveren remontoir-horloge en nog
twee gouden vestkettingen. Een begrafe
nisplechtigheid in de familie en de gou
den bruiloft harer ouders, waren de
beide voorwendselen om een bestelling
te doen. Met den buit naar Den Haag
vertrokken, met het voornemen zich naar
Antwerpen te begeven, werd zij in de
residentie, op aanwijzing der Delftsche
politie gearresteerd.
Uit de Rijksgestichten voor bede
laars zijn in de vorige week vier man-
dulden."
»Dan hadt gij beter gedaan mij bij u
te roepen," vervolgde hij, eenige papieren
haastig wegruimende, toen Eugénie voor
hem stond,
»Of mocht ik u niet storen in uw con
ferentie met dien Werner...."
ïHoe, gij wist dat hij hier was
gij hebt ons dus beluisterd 1" vervolgde
zij heftiger. ïAndré, dat was niet mooi
van u 1"
nik kan mijn ooren toch niet verbie
den te hooren, als hij zoo luid en heftig
spreektevenmin als ik in mijn hart
den haat kan verstikken."
Had hij berouw over zijn woorden of
wat was het, dat hem zoo verlegen
maakte
Misschien was 't alleen Eugénie's ont
steld gelaat, dat hem berouw over de
gesproken woorden deed gevoelen, waarin
hij zijn oordeel meende te lezen.
Haar hand in de zijne nemende, ver
volgde hij met zachter stem dan Eugénie
ooit van hem vernomen had
sWeet gij wat het zegt van liefheb
ben te kunnen haten o, weet gij
welke kracht deze laatste macht in een
hart kan uitoefenen, waarin een verachte,
versmade, verworpen liefde gewoond
heeft Haar kracht is niet te be
dwingen, daar zy alle betere ingevingen
des harten onderdrukt. Zie, Eugénie 1 te
vergeefs heb ik dikwijls nagedacht, welke
andere band er toch tusschen ons be
staat dan het klankelooze woord broeder
en zuster. Ik noem deze gemeenschap
van twee menschen klankloos, maar hier
is het meer dan dat, bier is onze be
trekking tot elkander een wanklank. O,
schud uw hoofd maar niet zoo straks,
wanneer gij alles weet, zult gij met mij
instemmen en den band verachten,
die ons bindt. Maggie heeft u alles ver
haald, niet waar? alles, wat in vroegere
dagen gebeurd is ook dat bitter
oogenblik in ons beider verleden zal zij
u niet bespaard hebben toen ik haar
om liefde smeekte en zij mij met ver
achting haar smaad en hoon tot ant
woord gaf. Toen zwoer ik haatdat
meisje, dat mij zoo van zich afstiet en
mij een ellendeling noemde, omdat ik
het waagde haar lief te hebben dat
meisje vond van dat oogenblik af aan in
mij haar bittersten vijand. Ik beken
Eugénie 1 dat mijn wensch naar haar
bezit slechts uit egoïsme ontstond haar
rijkdom trok mij aan, niet haar persoon.
Maar na deze smadelijke afwijzing ge
voelde ik toch, dat er een vlam in mijn
ziel was aangewakkerd, die ik niet wist
dat bestond de liefde. Toen kreeg ik
haar eerst lief en met het onbereik
bare dezer liefde ontwaakte ook mijn
haat.
»Ik had een onbestemd verlangen haar
doodelijk te kwetsen en pijn te doeB
dat is mij gelukt, maar na verloop
van eenige jaren eerst."
Een helsche lach vloog over zijn ge
laat.
»Haat vraagt evenmin als liefde naar
tijd of afstand begrijpt gij wat ik
meen of moet ik u het werk mijner wraak
toonen
»Orn godswil André wat bezielt
u 1" riep het meisje ontsteld uitzij be
greep alles.
»Wat mij bezielt?,..
»De god der wrake rijkt mij den palm
der overwinning. Nu gij eenmaal hier
zijt en mijn biecht hebt aangehoord, nu
spaar ik u ook niets, maar zal nog om
uw absolutie smeeken. Ziehier het moord-
staal, waarmede ik haar geluk heb ver
moord ziehier het gif, waarmede ik
haar levensbeker tot een lijdensbeker
heb vergald I" sprak hij met glinsterende
oogen, twee pakken brieven voor haar
op de tafel werpende waarvan het eene
veel dunner was dan het andere.
Met een gil zonk Eugénie krachteloos
achterover en bedekte het doodsbleek
gelaat met beide handen. Maggie's en
Maurits schrift had zjj uit de twee pak
ken onmiddelijk herkend, en als versla
gen door zooveel smart, verloor zij haar
bewustzijn en hoorde niets meer, wat
om haar heen geschiedde.
Toen zij een half uur daarna weder
tot zichzelve kwam zag zij haar mama
voor zich staan André was verdwenen.
>U hier mama?" klonk het verwijtend
van haar lippen.
»Waar is André?"
Dien zag ik nietDoor een harden
slag der voordeur werd ik aan hem
herinnerd, die u zoolang bezighield."
Eugénie hoorde nog lette op deze
woorden, maar doorzocht met den
ijver en de zenuwachtigheid eener
waanzinnige de door elkander liggen
de couranten en bladen op de tafel.
Eindelijk hield zij het dunste der
twee pakken in handen, waaraan een
los velletje gehecht was, waarop eenige
bijna onleesbare woorden geschreven
stonden.
ïUw verachting sprak duidelijk uit
het gelaat, hoewel gij die niet in woor
den lucht gaaft. Bespaar mij dat laatste.
Aan u vertrouw ik Maggie's brieven toe,
de andere zullen aan Werners adres ver
zonden worden.
vlk ga heen. Waarheen? Misschien...
waar het berouw mjj voert 1 Ik zie