NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND. VERSLAG „FLEMTÉ" N. 103. Donderdag 24 December 1885. Veertiende Jaargang. abonnementsprijs VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. advertentiên: Iets over let oadlieitonditt eenootscliap Fiehité. S~' AMEBSFOORTSCHE COURANT. VOOR Per 3 meandon f 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden «tukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdags en Vrijdags. Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort. Van 16 regels 0.40iedere regel meer B Cent. Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Den 19en dezer heeft dit genootschap zijn gewone jaarvergadering ten Raad- huize alhier gehouden. Behalve de Voorzitter en de Penningmeester, die beide de belangen der Vereeniging en van het daaraan verbonden stedelijk Museum steeds met niet genoeg te waardeeren ijver en belangstelling blijven behartigen, waren slechts twee leden tegenwoordig. Na opening der Vergadering en voorlezing en vaststelling der notulen van de vorige werd door den Voorzitter het verslag van de werkzaamheden der Vereeniging gedurende het afgeloopen jaar, van de schenkingen en aankoopen voor het Museum, enz., welk verslag reeds gedurende 8 dagen voor belangstellende leden op het stedelijk Archief ter inzage had gelegen voorgelezen, en na eenige kleine wijzigingen en opmerkingen met algemeene stemmen goedgekeurd en vastgesteld. Dit belangrijk verslag, waarvan ieder lid bovendien een sierlijken overdruk ont vangt, volgt hieronder in zijn geheel. De Penningmeester deed daarop rekening en verantwoording. Zijne rekening werd nagezien en accoord bevonden, zij sluit met een klein batig saldo, ongeveer gelijk aan dat van het vorige jaar. Vervolgens werden nog verschillende zaken besproken, zoo van huishoudelijken aard, als wel het verleden van de stad en de belangen van het Museum betreffende. Men was evenwel algemeen van ooideel geene nieuwe zaken, die nog al buiten gewone uitgaven en dus ook extra bijdragen van belangstellenden zouden vor deren, op touw te zetten, alvorens de restauratie van de Koppelpoort een voldon gen feit zoude geworden zijn, om niet te veel op eens van de belangstelling der ingezetenen te vergen. Evenwel blijft vooral het verkrijgen van eene grootere tn meer geschikte localiteit voor het stedelijk Museum eene eerste en dringende behoefte, daar wegens gebrek aan plaatsruimte een groot gedeelte van het reeds aanwezige niet algemeen ter bezichtiging kan worden gesteld, en ook vele andere merkwaar dige zaken niet dusdanig kunnen tentoongesteld worden, dat zij behoorlijk tot hun regt komen. Het genootschap verloor in het afgeloopen jaar door verschillende omstandighe den 3 leden, waaronder Prof. Harting, wiens afsterven ook hier zeer betreurd werd, en won 5 nieuwe leden, die evenwel geen van allen in de stad zelve woonachtig zijn. De belangstelling in het verleden der stad alzoo elders grooter dan in de stad zelve! Dat is beschamend, zal men zeggen, voor Amersfoorts gegoede ingezetenen, voor wie de geringe contributie van het lidmaatschap zeer zeker geen bezwaar kan wezen. Wie zal dit tegenspreken? Ook de geringe opkomst der leden ter vergadering is een bewijs van gebrek aan belangstelling. En dat gebrek moest niet bestaan. Wanneer men de eer heeft in eene stad te wonen, waarvan het verleden zoo belangrijk is, als de onze, dan moet het besef ook levendig zijn, dat dit verleden, al ligt het nu ook reeds vér achter den rug, toch zijne eischen nog heeft, dat het wenschelijk is daarmede nog rekening te houden, omdat de tegen woordige toestand niets anders is, dan het uitvloeisel, de geleidelijke ontwikkeling van dat verleden, omdat daaruit onwraakbare stemmen tot leering en waarschu wing tot ons komen, waarvoor men niet ongestraft het oor sluiten kan. omdat het verleden tot ons spreekt van het leven en werken, het lijden en strijden,'de roem en de grootheid van het voorgeslacht. Met de restauratie van de Koppelpoort, die zooals wij vertrouwen nu wel in het aanstaande jaar tot stand zal komen, zal een gewichtige stap op den goeden weg gedaan zijn. Dit zeldzaam overblijfsel van Middeleeuwsche bouwkunst, dit eenig type van afsluiting te water en te land uit de versterkingskunst van den grijzen voortijd, eenmaal gerestaureerd zijnde, zal menigen vreemdeling uit be langstelling naar Amersfoort lokken, en onze burgerij kan er dan tegenover die vreemdelingen trotsch op zijn, dat zij door hare milde bijdragen, zoowel een aanzienlijk gedeelte der onkosten vrijwillig heeft bijeengebracht, als wel dat zij, door de in dit opzicht betoonde energie, de Volksvertegenwoordiging als het ware zedelijk gedwongen heeft, om het door den Minister op zijn budget uitgetrokken subsidie met groote meerderheid toe te staan. Moge nu ook spoedig een nieuw Museum verrijzen, ruim en flink volgens de behoefte, in één woord, een stad als Amersfoort waardig. Het zoude de belang- slelling in onze merkwaardige veste alom in den lande nog meer opwekken, en dat alles komt haar en de burgerij ongetwijfeld ten goede. Maar hiervoor is in de eerste plaats, wij herhalen het, meerdere belangstelling bij de ingezetenen zeiven hoofdvereischte, en die belangstelling kan men aanvankelijk niet beter toonen, dan door toe te treden tot de Vereeniging Fiehité. Bovendien geeft dit lidmaatschap gedurende het geheele jaar vrije toegang tot het Museum voor het geheele gezin. Wat is er aangenamer op een regenachtigen dag, wanneer Amersfoorts prachtige omstreken nu juist niet naar buiten lokken, dan om met de zijnen en zijne toevallige gasten of logé's het Museum te gaan bezichtigen? Waarlijk als het in den zomer of het najaar een beetje regenen wil en daaraan hebben wij in de laatste jaren geen gebrek gehad dan haalt men de contributie voor het lidmaatschap er dubbel en dwars uit. Bovendien vergete men niet, dat ieder lid het recht heeft, en daartoe ook uitge- noodigd wordt, om de oudheidkundige onderzoekingen des zomers bij te wonen, en dat wel geheel kosteloos voor rekening van de Vereeniging, onverschillig waar zij plaats hebben, al ware het ook in het zuiden van Limburg. Buiten en behalve de innige satisfactie van ook in dit opzicht een waardig ingezeten van Amersfoort te mogen worden genoemd, zoovele voordeelen voor de luttele contributie van f5'sjaars! Zoude men niet meenen dat de Penning meester van Fiehité de kunst verstaat om aan het geld der 19de eeuw de waarde van vroegere eeuwen terug te geven? Ware dit maar zóó, dan zoude men in onze goede stad nog heel wat zien gebeuren, dat, als het er eenmaal was, iedereen goed zoude keuren, met belangstelling gadeslaan, met ingenomenheid begroeten, op grooten prijs stellen, enz., doch dat er nu eenmaal niet komt zonder geld en zonder krachtigen steun van hen, die daartoe in staat zijn. O Amersfoortsche Maagd I wek op uw stadgenooten, Om 't offeren op 't altaar van wetenschap en kunst, Opdat men zij in staat uw tempel te vergrooten, Waardoor de Veste stjjge in ieders eer en gunst I van de werkzaamheden der "V"ereeniging gedurende liet jaar 1SS5. Gedurende den loop van het jaar hebben de volgende HeerenF. M. Baron van Lijnden, te Haarlem, J. B. de Beaufort, Burgemeester van Wou denberg, A. C. Baron Snouckaert van Schauburg, te 's Gravenhage, Mr. H. J. H. Baron van Boetzelaer van Oosterbout, Burgemeester van Leusden en Stoutenhurg, en J. S. F. van Hoogstraten, 2e Luitenant van het 3de Regiment Huzaren te Leiden, zich aangemeld voor het lidmaatschap onzer Vereeniging. Daartegenover nam de WelEd.Gestr. heer N. J. Wilson, ten gevolge van vertrek uit de gemeente, schriftelijk zijn ontslag. Ook de WelEd. Heer A. A. Hamers diende schriftelijk zijn ontslag in. Bovendien betreuren wij het verlies van Dr. P. Harting, die door den dood aan onze Vereeniging werd ontnomen. Ten gevolge der drukkende tijdsomstandigheden zijn enkele besluiten in de Vergadering van het vorig jaar genomen omtrent het opgraven van cle Amersfoortsche kei, het plaatsen van een gedenksteen in den gevel van het woonhuis van Oldenbarneveld, enz. niet tot uitvoering ge komen. Aan den Heer W. Kam werd de vervaardiging van een bouw kunstige teekening van het XVIIde-eeuwsche huis, het laatst bewoond door wijlen R. B. Schaap, Wijk F. 48, opgedragen, aan welke opdracht tot aller genoegen voldaan werd. Nog altijd wachten wij een aibeelding op kleine schaal van het schothek, aanwezig in het middengebouw van de Koppelpoort. Door drukke bezigheden werd de ITeer P. van den Hooff verhinderd zulks naar eisch te vervaardigen. Aan de Vereeniging werd toegezonden het Verslag van het Gemeente museum te Leiden, over het jaar 1884. Alsmede een exemplaar van de Alkmaarsche Courant5 Aug. .1884, waarin een beschrijving voorkomt van oudheden, te Alkmaar in de langestraat gevonden, welke voorwerpen veel overeenkomst lfebben met soortgelijken uit den Frankischen tijd te Wijk opgegraven, en waarvan er eenige in ons Museum aanwezig zijn. Door den Voorzitter van den Kerkeraad der Israëlitische gemeente, den Heer Ph. Meyers alhier, werd in een beleefd schrijven van den 27sten Januari medegedeeld, dat de Kerkeraad dier gemeente den gevelsteen de drie Ringen (afkomstig van de vroegere zeepziederij van Boelhouwer, naast of achter het tegenwoordige Postkantoor, in het steegje, tegenover de Synagoge) aan onze Vereeniging ten geschenke werd aangeboden. Den 8sten Feb. werd aan den Kerkeraad de dank der Vereeniging betuigd, met beleefd verzoek, om bij voorkomende gelegenheden voorwerpen tot den Israëlitischen eeredienst behoorende, die niet meer in gebruik zijn: voor hangsel, koperen vaatwerk, enz., ten geschenke of in bruikleen te mogen ontvangen. Aan den IIoogWelGeb. Heer A. C. Baron Snouckaert van Schauburg, werd den 8sten Febr. schriftelijk dank betuigd voor de zóó hoogst belang rijke voorwerpen, aan onze Vereeniging ten geschenke gegeven. Den 13den Junij werd aan liet Dagelijksch Bestuur onzer Ge meente het verzoek gedaan, om de bekende schilderij »het laatste oordeel" door Jacob van Campen, thans in de bodenkamer geplaatst, door gedeeltelijke overdekking met gevlochten ijzerdraad tegen mogelijke beschadiging te beveiligen. Den 24sten Junij werd door het Dag. Bestuur geantwoord, dat aan het verzoek gevolg zou worden ge geven, gelijk zulks dan ook kort daarna heeft plaats gehad. Het Bestuur ontving van het Dagel. Bestuur, den 6den Aug., een Missive met vier Bij lagen, bevattende afschrift van de Correspondentie gevoerd door het Dag. Best. met den Minister van B. Z. in zake de Koppelpoort, met verzoek aan het Bestuur zijn meening daaromtrent te willen kenbaar maken, waarop den 20sten Aug. het antwoord verzonden is. Den 9den Oct. werd door het Dagel. Bestuur inlichting verzocht omtrent het gebruik der sub sidie van 100 guld., door den Raad der Gemeente, in de zitting van 8 Feb. 1882, aan onze Vereeniging toegekend. Denzelfden dag werd het antwoord aan het Dag. Bestuur gezonden. In een tweede schrijven op een mondelinge vraag naar meer bijzondere inlichting, werd een uittreksel uit het Verslag van het geldelijk beheer van het vorig jaar, en voor zoo verre zulks gegeven kon worden, ook van dit jaar afgestaan. Schrif telijke dank werd den Heer II. O. van Thol, kunstschilder te 's Graven hage, voor zijn schilderij in olievenv «Gezicht op de Koppelpoort", Eem- zijde, betuigd. Bijzondere zorg werd dit jaar besteed aan de verzameling Platen, op onze Gemeente betrekking hebbende. Daartoe werden twee onder scheiden Porte-feuilles vervaardigd. In een dier Porte-feuilles wor den bewaard platen van den plattegrond van Eemland, van den platte grond van de stad, stadsgezichten, openbare gebouwen, bijzondere gebou wen en historieplaten. De andere is voornamelijk bestemd voor portretten

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1885 | | pagina 1