Gemengd Nieuws.
Ofücieële Publicatiën.
BUITENLAND.
Plaatselijke berichten.
Provinciale berichten.
Ingezonden.
Naar uit Engeland wordt bericht heb
ben de groote mogendheden, op voorstel
van Engeland den 2-4en dezer, wederom
te Athene een gemeenschappelijke nota
doen overhandigen waarin verklaard wordt
dat een aanval ter zee van Grieksche
zijde op Turkije niet zal worden geduld.
Tot heden is van Griekenland geen ant
woord op deze nota ontvangen. In aan
merking genomen de verschillende volks-
demonstratiën en de taal der Grieksche
bladen, van welke kleur zij ook zijn, is
evenwel geen gunstig antwoord te ver
wachten. Volgens loopende geruchten is
de Grieksche vloot na verzegelde orders
ontvangen te hebben in zee gestoken.
De Porte neemt maatregelen tot ver
sterking der Turksche vloot en is voor
nemens de vaart door de Dardanellen te
sluiten, daar zij eenc overrompeling door
de Grieksche vloot ducht- Alle mogend
heden die het Berlijnsche tractaat onder
teekenden, Frankrijk uitgezonderd, hebben
zich verbonden eenige schepen te leveren
tot het vormen eener vloot, bestemd, om
elke operatie van Grieksche zijde tegen
Turkije te beletten.
Koning Milan van Servië schijnt zijne
oorlogzuchtige plannen, uit vrees voor de
mogelijke gevolgen, te hebben laten
varen. Hij heeft den minister-president
Garachine en eenige zijner arnbtgenoolen
naar Nisch gezonden, ten einde het slui
ten van den vrede met Bulgarije te be
spoedigen.
Door de Christen-bevolking van Creta
worden wederom pogingen aangewend
tot inlijving bij Griekenland.
Bismarck is in den Pruisische land
dag eenigszins schadeloos gesteld voor
de in den Rijksdag aangenomen motie
betreffende het uitzetten van vreemde
lingen. De nationaal-liberalen in overeen
stemming met de beide conservatieve
fractiën hebben namelijk een voorstel
ingediend, waarbij de vergadering hare
ingenomenheid betuigt met de plannen
der regeering, ter versterking van het
Duitsche element in de Poolsche pro
vinciën.
De prins van Montenegro is te Parijs
aangekomen en heeft terstond zijne op
wachting gemaakt bij president Grévy
zoo ook de Spaansche gezant Albareda.
Op de door dezen laatste tot hem ge
richte toespraak antwoordde de president,
dat de Koningin-regentes van Spanje, bij
de bevestiging van haar bewind, op zijn
oprechten steun kan rekenen.
De Spaansche regeering laat naar
aanleiding van geruchten betreffende
ongeregeldheden in 't Noorden van't land
de provinciën aan de Pyrenëen ten
strengste bewaken.
Maandagavond had in »Amicitia" de
aangekondigde voorstelling plaats van »de
Sabijnsche Maagdenroof." De geheele kri
tiek over dezen tooneelavond lost zich op
in 't enkele woord tevredenheid. Trou
wens iedereen had hier reden toe. De
wakkere ondernemer, de heer W.
Botholï, om de stampvolle zaal; het pu
bliek kon geen beter spel der verschil
lende artisten wenschen, en dat door deze
laatsten de herhaalde bijvalsbetuigingen
ten zeerste op prijs werden gesteld, ge
tuigde het korte maar gepaste woord van
dank door den heer Bamberg aan het
slot der voorstelling tot de toeschouwers
en toehoorders gericht.
Het was werkelijk een genotvollen
avond, en wij kunnen dan ook niet na
laten den wensch uit te spreken, dat de
heer Bothof!', nu deze eerste poging
met zoo schitterend succes werd be
kroond, (te meer opvallende, daar nog
kort geleden het bestuur van «Amicitia"
met een dergelijke poging totaal fiaslto
maakte) ons spoedig weder in de gele
genheid moge stellen, het onverbeter
lijke spel van Bainberg te bewonderen.
liet voornemen bestaat om op het
graf van professor Dr. P. Hal ting alhier
een eenvoudig gedenkteeken op te rich
ten. Eer.e commissie daartoe heeft zich
reeds gevormd.
De soiree ten voordeele der maat
schappij tot opvoeding van weezen, j. I.
Vrijdagavond in Amicitia gegeven, heeft
algemeen voldaan. Een talrijk publiek
volgde met belangstelling de verschillende
nummers van 't programma; vooral het
heerlijke spel van den violoncellist Bos
nians vond luiden bijval. De zuivere op
brengst, tot heden nog niet bekend, ho
pen wij in een volgend nummer te kun
nen mededeelen.
I.ijst van brieven geadresseerd aan
onbekenden, verzonden van het postkan
toor te Amersfoort over de 2de helft der
maand Dec. '85.
1. Anna,
2. J. Mui,
3. II. Bunnekamp,
4. Jonkhr. v. d. Bosch,
5. Wed. v. Ilaalst,
6. H. W. Koevwijn,
7. J. de IJtefde,
8. Wed. De Jong,
9. Willem Zwart,
Amsterdam.
Arnhem.
Haag.
Ilarlingen.
Nijkerk.
Utrecht.
Van het Hulpk. Leusden.
10. G. v. d. Berg, Amsterdam.
Van het Hulpk. Maarsbergen.
11. A. v. d. Helder, Amersfoort.
320ste STAATS-LOTERIJ.
VIJFDE KLASSE, Tweede week.
Trekking van 26 Jan.
(950 loten.)
Ten Kantore van den Collecteur te
Amersfoort zijn aan de navolgende num
mers te beurt gevallen
Prijs van f 400.
No. 12859.
Prijs van f200.
No. 8861.
Prijs van flOO.
No. 7883.
Prijzen van f70.
7762, 8706, 8748, 8919, 8948, 8957,
8984, 10020, 10042, 12803, 12894,
15997 en 20323.
Te zamen 16 prijzen.
Zonder prijs zijn uitgetrokken
7710, 7718, 7725, 7752, 7789, 7795,
7865, 7875, 7878, 7917, 7944, 8213,
8267, 8276, 8284, 8293, 8763, 8790,
8846, 8849, 8905, 8949, 8972, 8993,
8995, 9901, 9922, 9972, 10028, 10029,
10076, 12801, 12809, 12839, 12849,
12867, 12868, 12873, 12876, 12885,
12898, 15928, 15941, 15950, 15968,
15998, 17876, 17901, 17910, 17913,
17915, 17923, 17963, 17973, 17974,
20307, 20347, 20381 en 20387.
De volgende trekkingen geschieden:
27, 28 en 29 Jan.. 2—5 en 9-13 Febr.
Gedeelten van loten zijn nog verkiijg-
baar.
IJtrcelit. De Geniesoldaat O. alhier
in Garnizoen, werd den 25 dezer naar
Arnhem getransporteerd, ten einde aldaar
voor den krijgsraad terechttestaan als
verdacht van manslag, gepleegd op den
Vesting Artillerist B. in den nacht van
den 26 December II. in de Hoofdwacht
alhier plotseling overleden.
Door de Politie alhier, is de hand
gelegd op eene dienstbode, die verdacht
wordt zich aan oplichting en valschheid
in geschriften te hebben schuldig ge
maakt, waardoor vooral de winkelier
U. alhier, voor een vrij beduidend bedrag
werd benadeeld. Zij maakte reeds een
maal kennis met de Justitie en werd thans
weder naar de cel overgebracht.
In eene vergadering, den 22en dezer
door het Ulrechtsche Studentencorps
alhier gehouden, is besloten, de lijsten
tot deelneming aan de in Juni a. s. te
houden Maskerade nog een vijftal dagen
ter teekening te laten liggen aangezien
het aantal deelnemers tot heden nog niet
groot is.
Baarn. Donderdag j. 1. werd de spreek
beurt alhier in het departement Baarn
der Maatschappij tot Nut v. 't Algemeen
vervuld door den heer Böhringer van Am
sterdam. Spreker schetste in levendige
kleuien de bouwvallen van Pompeji en
omstreken onlangs door hem bezocht.
Na de pauze werd een novelle voorge
dragen getiteld «De schaduwzijde van het
buitenleven". Zoowel vóór als na de pauze
oogste de heer Buhringer veel bijval.
Jammer dat de zaal ('t is misschien te
wijten aan het slechte weder) niet beter
bezet was.
Vrijdagavond werden de bewoners
dezer plaats bijna te middernacht gewekt
door het gelui der brandklok. Het bleek
dat er een begin van brand was ont
staan in de School met den Bijbel. De
oorzaak is onbekend, waarschijnlijk was
de brand ontstaan, doordat er een vonk
was gevallen in een luchtkoker, die tevens
dienst doet als bergplaats van turf.
Door spoedig aanrukken van de Baarn-
sche brandweer, mocht het gelukken
dezen brand in den aanvang te stuiten.
Bij het eindigen van den brand bleek
het, dat de discipline van de Baarnsche
brandweer, nog wel wat te wenschen
overliet. Ze mochten hier nog wel een
lesje te Amsterdam gaan nemen.
De Baarnsche zangvereeniging zal
een uitvoering geven op 4 Febr. a. s., de
Rederijkerskamer «Bernard ter Haar" op
9 Feb. a. s.
Zondagmiddag barstte er aan het
instituut «De Oorsprong" alhier een
brand uit, die zich in den aanvang drei
gend liet aanzien. Door eenige buren ge
holpen mocht het gelukken den brand
te stuiten.
De Inspecteur van 't lager onder
wijs in de 2e sectie, de heer A. Moens,
bezocht Dinsdag de meeste inrichtingen
van Onderwijs in deze gemeente.
Naar men verneemt zal in deze
gemeente een nieuwe inrichting voor on
derwijs worden geopend, een instituut
met Christelijke grondslag. Een villa moet
voor deze gelegenheid reeds aangekocht
zijn.
Hoogland, 26 Jan. Heden had alhier
de aangekondigde aanbesteding van het
gemeentehuis plaats. In het geheel wer
den ingeleverd de volgende ach
ten van de Heeren
Van Soest, te Amersfoort f
Heiligers, id.
Boks, id.
De Bruin, alhier
Van de Kooy, Amersfoort
Klarenbeek, id.
De Vos, alhier
Dieters, Amersfoort
Over 8 dagen heeft de toewijzin
t biljet-
3885,—
3387,—
3246,-
3076,—
3060,90
2970,—
2778,-
2390,—
plaats.
Nijkerk. j.l. Zondag werd de gods
dienstoefening alhier op minder aange
name wijze verstoord.
Een boerenzoon, die orn zijn herhaald
zonderling gedrag reeds meermalen de
verdenking op zich had geladen, dat
één van de vijf bij hem op den loop
was, maakte zich bij het collecteeren
meester van hel kerkezakje, brak den
stok doormidden en slingerde de stukken
den diaken in 't aangezicht. Het is voor
onze gemeente te hopen, dat vóór zijne
baldadigheden tot gewelddadigheden over
slaan hij in verzekerde bewaring geno
men worde en ter plaatse gebracht
waar dergelijke lui te huis behooren.
IConswonde. Donderdagavond a. s.
zal alhier de eerste bijeenkomst plaats
hebben van het onlangs opgerichte zang
koor. De Vereeniging telt aanvankelijk
reeds een 20-tal leden, terwijl de heer
Roelofsen, Hoofd der School, geheel be
langeloos het hem aangeboden Directeur
schap aanvaard heeft. Wij wenschen der
Vereeniging alle succes.
Ter eere van den tegenwoordigen
president van Noord-Amerika, den hcer
Cleveland, zal vermoedelijk nog eens een
gedenkteeken worden opgericht, dewijl
hij de smet van het land heeft gewischt,
door de Mormonen daarop geworpen.
Dat de veelwijveiij echter in een chris
tenland, in Duitschland namelijk, niet
slechts is vergund geweest, maar zelfs
door de hooge overheid is uitgelokt,
heeft velen te recht verbaasd, toen het
door historische bewijzen werd aange
toond.
In een der eerste nummers van Scho-
rer's Familienblatl is het bewijs meege
deeld, dat op 14 Februari 1650, op den
Frankischen Kreisdag, te Neurenberg op
gemelden datum gehouden, het besluit
is uitgevaardigd, waarbij «aan ieder man
voortaan geoorloofd zal zijn twee vrou
wen te huwen, onder voorwaarde, dat
hij met zijn beide echtgenooten in vrede
en in overeenstemming zal leven en alle
twist en tweedracht, tusschen. zijn beide
vrouwen zal weron,'"
Tevens werd bij die wet voorgeschre
ven, dat de bevolking van den kansel
gestadig moest worden vermaand, de
voorgeschreven plichten in achtte nemen.
De aanleiding tot het nemen van dit
zonderlinge besluit moet worden gezocht
in den jammerlijken toestand, waarin
een groot gedeelte van Duitschland en
vooral ook genoemde streken zich bevon
den r.a het eindigen van den 30-jarigen
oorlog. Mijlen ver kon men destijds rei
zen door provinciën, vroeger sterk be
volkt, zonder een menschelijken bewoner
te ontmoeten. Dorpen zonder tal en zelfs
steden had men uitgemoord en platge
brande woonplaatsen toonden hier en
daar van enkelen nog de plek aan, waar
zij hadden gestaan.
Tot heden is het nog niet gelukt, vol
gens genoemd tijdschrift, het jaar te
ontdekken, waarin die zonderlinge wet
werd ingetrokken.
De Venetiaansche doctor Musalti, een
der meest practische Italiaansche hy
giënisten, is reeds herhaaldelijk te velde
getrokken tegen de nadeelen van het
dragen van korsetten, maar zooals te
denken is, te vergeefs.
Hij deelt thans aangaande den oor
sprong van dit kleedingstuk (carcere duro)
rnede, dat dit door een slachter werd
uitgevonden in do 13de eeuw, als straf
werktuig tegen zijne weerspannige eega!
Na alle andere midddelen te vergeefs
beproefd te hebben om hare losbandig
heid en praalzucht te breidelen, bedacht
deze barbaarsche man het middel om de
borstkas zijner vrouw saam te drukken
door 2 veerkrachtige houten spalken die
de ademhaling belemmerden en haar tot
rust en kalmte moesten dwingen.
Dit middel hielp aanvankelijk zijn
voorbeeld werd door andere liefhebbende
mannen gevolgd en de grondslagen van
het korset waren gelegd.
Langzamerhand onderging het straf
werktuig echter eenige verandering en
daarmede verdween ook langzamerhand
de angst der schoone sekse.
Nationale Militie.
De BURGEMEESTER en WETHOU
DERS van AMERSFOORT,
Gezien de aanschrijving van den heer
Commissaris des Koningsin de piovincie
Utrecht van den 18. Januari 1886, No.
1 N. M. en S. (Provinciaalblad No. 11);
Gelet op de artt. 27 en 28 der wet
van den 19. Augustus 1861 (Staatsblad
No. 72), benevens artt. 20 en 21 van
het koninklijk besluit d. d. 8 Mei 1862
(Staatsblad No. 46);
Doen te weten, dat de loting der in
het vorig jaar voor de militie ingeschre
venen, behoorende tot de lichting van
1886, in het gebouw AMICITIA, aan
het Plantsoen, tusschen de Ulrechtsche-
en Slijkpoorten alhier gelegen, zal ge
schieden op Donderdag deu 11.
Februari 1880, aantevangen des voo
middags HALFTIEN.
En voorts, dat op Woensdag den
17. en Zaterdag den 20. Februari
aanstaande, telkens van 's voormiddags
10 tot '1 uur des namiddags, door ol
van wege de lotelingen (gesteund door
twee getuigen) bij den Burgemeester ten
raadhuize aanvraag kan geschieden voor
de getuigschriften, vermeld in de 2. en
3. zinsneden van art. 53 der wet, ter
bekoming van vrijstelling wegens broe-
derdienst of op grond van te zijn eenige
wettige zoon (zonder een of meer halve
broeders te hebben); luidende voormeld
art. 53 in zijn geheel als volgt:
«Om vrijstelling wegens eigen militai-
«ren dienst of dien van broeders te ver-
«krijgen, moet men overleggen een pas
spoort of ander bewijs van ontslag, of
seen uittreksel uit het stamboek, of een
«bewijs van werkelijken dienst."
«Ter bekoming van vrijstelling wegens
«broederdienst moet men bovendien over
leggen een getuigschrift van den Bur-
«gemeester, waaruit het getal zonen,
«tot het gezin behoorende, blijkt."
«Vrijstelling als eenige wettige zoon
«wordt verleend op overlegging van een
«getuigschrift van den Burgemeester,
«waaruit blijkt dat men eenige wettige
«zoon is."
En art. 21 van aangehaald koninklijk
besluit
«Het bewijsstuk, vermeld in de eerste
«zinsnede van art. 53 der wet, wordt ten
«minste tien dagen vóór den dag (den
«tweeden Maandag in Maart), waarop de
«eerste zitting van den Militieraad wordt
«geopend, ingeleverd bij den Burgemees-
«ter der gemeente, in welke de loleling,
«die vrijstelling verlangt Jwegens eigen
«militairen dienst of dien van eenen
«broeder of broeders, voor de militie is
«ingeschreven."
Amersfoort, den 26 Januari 1886,
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
T. A. J. VAN ASCH VAN WIJCK.
De Secretaris,
W. L. SCIIELTUS.
Aan de Heeren
G. V. II, S., Y., en E. A. W.
Met genoegen Z3g ik het antwoord van
G. V. H. S. in het nummer dezer Cou
rant van Woensdag j. 1., omdat ik daar
uit bemerkte, dat mijn taktiek gedeelte
lijk doel had getroffen. Het was wel oor
spronkelijk mijne bedoeling niet geweest
om in een der Amersfoortsche Couranten
over het ontwerp van de inkomstenbe
lasting in discussie te treden, maar toen
ik Uw eerste stukje las, deed het mij
onaangenaam aan, daarin alleen gespro
ken te zien van speciale bezwaren, zon
der eenige nadere aanduiding, terwijl men
volgens mijne opvatting in een zoo be
langrijke aangelegenheid met geen half
heden kan volstaan. Mijn taktiek nu
was alleen om een nadere opsomming
der speciale bezwaren uit te lokken en
toch ben ik slechts gedeeltelijk voldaan,
daar te oordeelen naar Uw slot «Voor
heden geen verdere details" door U nog
het een of andere wordt achterwege ge
houden, daar ik toch niet wil en mag
veronderstellen, dat dit slot slechts als
illustratie dienst moet doen.
Mijn taktiek heeft behalve ten opzichte
van G. V. H. S. nog in een ander op
zicht doel getrolTen, want het zij dan
ook zonder meeting komt er eenig leven
ten opzichte van het aanhangige ontwerp,
want behalve G. V. H. S., schijnen Y en
E. A. W. lust in discussie te gevoelen
en ondanks dat ik in alle drie tegenstan
ders moet veronderstellen, doet mij dit
genoegen, te meer daar de Redactie der
Nieuwe Amersfoortsche Courant mij een
onverwachten steun verstrekt, door het
aardige hoofdartikel in haar laatste num
mer, (waarin o. a. de zinsnede:)
Zoolang evenwel hel Rijk der perso-
neele belasting, zoo uitermate geschikt
voor gemeentelijke heffing lot zich trekt,
zijn de gemeenten wel verplicht naar
andere middelen om te zien, en is het
alleszins begrijpelijk, dat de inkomsten
belasting wordt te baat genomen als
sluitpost voor het plaatselijk budget,)
waardoor 2 van de 3 alhier verschij
nende bladen zich voor het beginsel eener
inkomstenbelasting hebben verklaard,
terwijl men kan veronderstellen, dat het
3e zijne roeping als vertegenwoordiger
van de «koningin der aarde" ontrouw,
zich als gewoonlijk van eene bespreking
zal onthouden.
Minder aangenaam vond ik de wijze
van schrijven van mijn alphabetische
buurman Y, die wel met belangstelling
mijn schiijven heeft gelezen, maar zijn
stukje besluit met eene genieperigheid,
die in een eerlijk debat niet te pas komt.
Door mij' als voorstander van eene
plaatselijke inkomstenbelasting zijn in mijn
schrijven de bezwaren opgenoemd mij
door de tegenstanders der belasting
daartegeij opgesomd, laat daarom Y,
klaarblijkelijk een tegenstander, zoo open
zijn en de reden opgeven, die hem bekend
is of zelfs die hij maar verondersteld,
dat vele lieden er toe brengt vooistan
ders te zijn. Wellicht zal ik dan er toe
besluiten om, mochten er onder die
redenen zijn, die minder edel waren,
hem aan te toonen dat er ook nog
andere billijker argumenten voor de
invoering eener inkomstenbelasting zijn
aan te voeren, dan de door hem opge
noemde, evenals het ditmaal zijn taak
geweest was ernstiger bezwaren, zoo die
bestaan, tegen de invoering der inkom
stenbelasting te beide te brengen, dan
de door mij opgesomde.
Voorloopig wil ik evenwel den HeerY.
verwijzen naar de memorie van toelich
ting door den voorsteller aan zijn ontwerp
gevoegd en welk ontwerp met bijlagen
indertijd bij den Heer Van Cleeffis ver
krijgbaar gesteld. Ware dit laatste niet
het geval geweest, zeer zeker had ik dan
reeds sedert lang aan een vroeger door
mij aan den uitgever dezer courant ge
opperd plan gevolg gegeven en getracht
de onbillijkheden der bestaande belas
ting, (klaarblijkelijk door het Dagelijksch
Bestuur, te oordeelen, na de indiening
van hun ontwerp ook gevoeld en erkend)
met voorbeelden aan te toonen om daarna
de voordeelen van het aanhangige ont
werp duidelijk te maken.
Door het verkrijgbaarstellen der ont
werpen achtte ik mij evenwel van die
taak ontheven.
Mocht Y evenwel lust gevoelen in eene
eerlijke discussie, zoo duif ik hem de
verzekering te geven, dat ik en zeker
meerdere voorstanders van het aanhangige
ontwerp, hem zoo noodig gaarne met
eenig antwoord zullen dienen.
Om tot den Heer G. V. II. S. terug
te keeren. Deze dicht mij eene inconse
quentie toe en hoewel mij zijne betoogen
niet altijd even duidelijk zijn, grondt hij
deze beschuldiging op de omstandigheid,
dat ik reeds voor de meeting, mij als
voorstander van het ontwerp doe kennen,
en hoezeer mij de bezwaren aan het be
leggen eener meeting over een onder
werp als het aanhangige niet onbekend
zijn, en ik deze alleen mogelijk zou achten,
wanneer men zich daar alleen tct eene
gedachtenwisseling ken bepalen, zonder
deze met eene motie of adres te be
sluitenis het nooit mijne bedoeling ge
weest onder eene meeting te verstaan
eene vergadering alleen bestaande uit
voor- of alleen uit tegenstanders van het
te bespreken onderwerp zoo dat ik mijn
advies om na inleiding, hetzij dan in
aanbevelenden of afkeurenden zin het
overige aan de discussie over te laten,
handhaaf.
Het overige door G. V. H. S, geschre
vene resumeerende kom ik tot het besluit
a. dat hij het billijke en rechtvaardige
van het beginsel eener inkomstenbelasting
boven allen twijfel verheven acht;
b. dat bij het ontwerp (menschelijker
wijze) volmaakt vindt
c. dat hij de inkomstenbelasting niet
bijzonder populair acht
d. dat men in andere gemeenten zonder
onbillijk en onrechtvaardig te zijn in de
behoefte kan voorzien
e. dat Amersfoort bij de invoering
eener inkomstenbelasting gpen genoeg
zame voordeelen door zijne ligging, zijne
omstreken of zijne genoegens aanbiedt
om vermogenden te nopen hier te blij
ven of zich hier te vestigen, welke bewe
ring met die van den door E. A. W.
aangehaalde van den Heer Yan Notten
overeenstemt.
Wat betreft de punten a en b behoeft
geen nadere gedachtewisseling plaats te
hebben, wat punt c aangaat kan ik mij
ook volmaakt met G. V. H. S. vereeni
gen, doch de inkomstenbelasting staat
in dit opzicht niet alleen, daar alle
belastingen impopulair zijn en de uitvin
der eener populaire belasting zeker als
Minister van Financiën opgang zou ma
ken; ten opzichte van punt d doet het
mij leed, dat de belastingverordening
of de naam der gemeente, waar die is
ingevoerd, niet is medegedeeld, daar G.
V. H. S. daarmede zeker zoowel aan de
burgeiij als aan het stedelijk bestuur
een grooten dienst zou hebben bewezen,
en ieder verder zoeken naar eene bevre
digende oplossing van de regeling der
plaatselijke belasting, dan overbodig ware
geworden.
Mij komt het evenwel voor, dat het
onder a genoemde vrijwel het onder d
gestelde uitsluit. Gaat men toch van de
stelling uit, dat het beginsel eener inkom
stenbelasting is alleszins billijk en recht
vaardig, dan behoeft men slechts eene
goede toepassing van dit beginsel te heb
ben, hetgeen nu deze belasting in zoovele
gemeenten is ingevoerd, en men zich de
in die gemeenten opgedane ondervinding
kan ten nutte maken, niet zoo bezwaar
lijk zal zijn en kan ook eene belasting
op eenig ander beginsel berustende niet
anders dan minder billijk en rechtvaar
dig zijn, tenzij de geheven bedragen zóó
gering zijn, dat de onbillijkheden niet in
het oog vallen.
Wat punt e. betreft, geloof ik, dat
het zeer moeielijk is, daaromtrent met
zekerheid reeds nu iets te zeggen en
ware deze bewering alleen te bevestigen
door eene opgave der personen, die hun