NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND. N. .10 Woensdag 3 Februari 1886. Vijftiende Jaargang. VOOR VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort. BINNENLAND. BUITENLAND. Feuilleton. Een Misstap Uitgewischt. D H ENGELBERTS AMERSFOORTSCEE COURANT. abonnementsprijs Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Eijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Inzezonden stukken en berichten intezendon uiterlijk Dinsdags en Vrijdags. advertentiên: Van 16 regels 0.40; iedere regel meer 5 Cent. Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. De Regeering heeft aan de Tweede Kamer eene nota gezonden naar aanlei ding van het verslag over het tweede sectie-onderzoek van de wijziging van Hoofdstuk III (kiesrecht). De regeering blijft haar voorstel hand haven. Zij blijft van meening, dat de Grondwet regelen behoort te stellen om trent bet kiesrecht. De grenzen van het minimum der huurwaarde zijn door haar zoo laag genomen, dat er redelijkerwijze geen vrees kan bestaan, dat zij over eenige jaren niet meer aan de maat schappelijke toestanden zouden beant woorden. Eene geringe wijziging is gebracht in de 3e alinea van art. 76, die nu luidt: »De wet kan ook het kiesrecht toeken nen aan de meerderjarige, mannelijke ingezetenen, tevens Nederlanders, die krachtens aanslag in de rijksbelasting, waarvan het genot van gebouwde of on gebouwde eigendommen, krachtens recht van bezit of eenig ander zakelijk recht, den grondslag uitmaakt, eene bij de wet bepaalde som betalen, welke voor geene gemeente lager dan op f 20 in het jaar gesteld wordt." De heer J. H. Houtzagers, de eerste candidaat van de Vrije Universiteit, zal (hoewel volgens de kerkelijke wet on bevoegd) in den loop van deze maand te Kootwijk (gem. Rarneveldj worden bevestigd door ds. G. Vlug, pred. te Nijkerk, terwijl dr. W. van den Berg, pred. te Voorthuizen, aan de handopleg ging zal deelnemen. In den loop dezer maand zal ver schijnen Kijkjes achter de Schermen, onthulde geheimen in zake het Amster- damsche Kerkvoogden Oproer, door Ds. A. J. WestholT, afgetreden Voorzitter van den Amsterdainschen Kerkeraad. De verkoi te inhoud van dit, door den satirieken schrijver, in den vorm eener novelle geschreven werkje, luidt als volgt: I. Een vruchteloos gesprek'in het Von delpark op den dag voor Kerstmis. II. Een kijkje in de Kerkeraads-Ver- gadering van Maandag 28 Dec. 1885. III. Een Oudejaarsavond-gesprek in de kringen der Vrije Universiteit door Syl vester afgeluisterd. IV. Een verwoestende Bom in het kamp der Kuiperianen en een ijsselijke avond. V. Paneelen voorzien en Paneelen doorgezaagd. VI. De Sneeuwstorm van Vrijdag 8 Jan. VII. Proeve van Gereformeerdepolemiek. VIII. De éénige schuldige. IX. Een verschrikkelijke droom van den Voorzitter van den Amsterdamschen Kerkeraad. In 1886 bestaat voor twee jonge lingen gelegenheid om te worden aange nomen, teneinde onder het genot van een subsidie van f6000 te worden opge leid tot militair apotheker bij het Neder- landsch-Indisch leger. De aanvrage om toelating (bij geze geld request) moet vóór den 28sten Juni e. k. bij het Ministerie van Koloniën zijn ontvangen. Het bij artikel 4 van het reglement van 15 Mei 1883 omschreven vergelij kende examen zoo noodig zal plaats hebben op Dinsdag den 6den Juli e. k. en volgende dagen, des voormiddags om negen uur, in het pharmaceutisch labo ratorium aan de Rijnkade te Utrecht. Van het Reglement zijn kosteloos af drukken aan het Departement van Kolo niën verkrijgbaar. Voor het nieuw opgerichte gesticht «Veldwijk" te Ermelo o/d Veluwe, tot verzorging van krankzinnigen en zenuw lijders is van den fleer N. te O. eene gift van f 1000, en van den Heer Van B. te B. 42 ledikanten, 5 kasten en 16 ban ken ontvangen. De notaris de K.. te Gorinchem, werd dezer dagen lastig gevallen door het bezoek van een vreemdeling, die stijf en strak beweerde, dat deze notaris gel den van hem onder zijn berusting had en hem ten slotte zelfs met moord be dreigde. Met veel moeite werd de man door de politie verwijderd en naar zijne woonplaats teruggebracht. Later moet gebleken zijn dat deze bezoeker krank zinnig was, zoodat hij thans in een ge sticht is opgenomen. De Ned. Sport bevat een schrijven uit Hamburg, geteekend »L," van den volgenden inhoud «Vroeger in Holland zijnde, zag ik meei malen vlugge schaatsenrijders, doch hoorde altijd dat is niets bij vergelijking met de Friezen, daarom verheugde mij de tijding dat die beroemde Friezen alhier zouden komen. Ik was zoo gelukkig Vrijdag en Zater dag op het Heiligen Geist Feld de Frie zen goed te kunnen observeeren en zoo het rnij vergund zij, u mijne classificatie mede te deelen, zoo zou ik ze als vol gend rangschikken. De Vries, de vlugste. Veninga, de taaiste. Kingma, de slimste. Bruinsma, de wildste, v. d. Berg, de krachtigste en Zijlstra, de luiste." Aan den zoolang geuiten wensch tot verwarming der derde klasse spoor wegrijtuigen zal worden voldaan. In een conferentie van vertegenwoordigers der verschillende Nederlandsche Spoorweg- Maatschappijen, Zaterdag te Amsterdam gehouden, werd daartoe besloten. Met het volgend jaar zal daarmede begonnen worden. Den 30sten Januari beeft aan het departement van bu:"udandsche zaken de uitwisseling plaats gehad der akten van bekrachtiging van de op 31 October 1885 tusschen Nederland en België geslo ten overeenkomst, houdende wijziging voor zooveel het Belgische grondgebied betreft van het internationaal politie- en scheepvaartregleinent op de Maas, den 20sten Mei 1843 tusschen Nederland en België vastgesteld, ter uitvoering van art. 9 van het tractaat van 19 Ap il 1839 en van het hoofdstuk II, sectie IV, van dat van 5 November 1842. Het gebouw van den Hoogcn Raad is weder aan het afbrokkelen. Op de tusschengang achter de groote Raad zaal kwam een stuk |plafond ter grootte van pl. m. 2 vieik. meters naar bene den. Vad Te Zandvoort worden plannen gevormd tot het stichten van een Casino gebouw, alwaar rnen gedurende het badseizoen tegen eene bijdrage van hoog stens f10 toegang zal hebben. Aanvan kelijk zal dit gebouw bestemd zijn voor lees- en conversatie-zaal, biljart- en speel kamer en een restauratie-zaaltje. Het vereischte kapitaal bedraagt f20,000, in aandeelen van f 100. Houders van twee aandeelen krijgen persoonlijk, en houders van vier aandeelen voor zichzelf en bun gezin vrijen toegang tot het -Casino. In het Oosten van Drente heerscht thans eene besmettelijke ziekte onder de konijnen, onder welke vooral de ooien de slachtoffers worden. Zonder eenig bepaald ziekteverschijnsel te kunnen bemerken, vindt men ze dood liggen. Men vreest dat hierdoor de ratten, die door de konijnen bestreden en verdelgd worden, het hoofd zullen opsteken en de velden kaal vreten. Door eene nog onbekende oorzaak is Zaterdag te Kerkrade een huis, bewoond door vijf gezinnen, eene prooi der vlam men geworden. Van de inboedels is wc-inig of niets gered. Alleen het huis was tegen brandschade verzekerd. Omtrent den brand van Maandag te Maastricht, schrijft men aan 't N. t>. d. D. Omstreeks half acht brak de brand uit bij den Heer Hamoir, in de Munt straat, waarschijnlijk ontstaan door het aanmaken van een kachel met petroleum, waarbij de vlam zich mededeelde aan kleedingstukken. De Heer Hamoir, die beneden in den winkel was, kon zich gemakkelijk redden. Niet alzoo de meid, twee kinderen en een bejaarde vrouw, die zich op de eerste verdieping bevon den. De laatste is door een dakgoot naar een ander buis gevlucht, terwijl de meid met twee kinderen langs eene smalle kroonlijst naar datzelfde huis ontkwam. Op dezen gevaarlijken tocht moest zij een der kinderen loslaten, dat door de omstanders werd opgevangen. Ongelukkig bevond zich de vrouw van den Heer Hamoir, met nog twee andere kinderen, waarvan het eene 3, het andere 6 jaar oud was, op de tweede verdieping. Aan redden was niet te denken, daar de vlam en de rook elke poging tot red ding onmogelijk maakten. Men heeft dan ook de verkoolde lijken van deze 3 ongelukkigen gevonden. De geheele stad is nog onder den indruk van dat voorval, te meer omdat het in het midden der stad, onder de oogen van velen heeft plaats gehad. De brand heeft zich alleen bepaald tot het huis van Hamoir, dat geheel is uit gebrand. Te Lunteren werd Zaterdag jl. zekere W. H. bezig zijnde met het op verscheidene meters diepte delven van grint, door een plotseling nederstortende massa zand, geheel bedolven. Gelukkig dat zij, die op korten afstand werkzaam waren, het ongeval bemerkten, zoodat zij sijoedig bet zand konden wegruimen. Hun pogingen werden met een gunstigen uitslag bekroond. Ofschoon het gelaat van 11. reeds geheel blauw was, werd hij van een wissen dood gered. Later heeft hij bloed opgegeven. Te Utrecht wordt vermist een 18-jarig meisje, van middelmatige lengte, rond van aangezicht, met blauwe oogen en bruin haar, gekleed met donker-brui- nen regenmantel over blauwe japon, en zwarten slroohoed, voorzien van roode bloemen; hare onderkleeding is gemerkt G. K. Zij heeft Vrijdag II. Utrecht naar het schijnt verlaten. Engelands Koningin heeft het ontslag van het ministerie aangenomen en Glad stone naar Osborne ontboden. Op zijne reis daarheen hield Gladstone zich eenige oogenblikken te Plymouth op, waar de bevolking hem met groote geestdrift en de burgemeester hem met het traditio- neele adres begroette. In antwoord daar op sprak Gladstone onder anderen de volgende raadselachtige woorden «mijne toekomst zal slechts van korten duur zijn." Daily News, Times en andere Engelsche bladen zijn het over de mi nisteriëele lijst door Gladstone de Koningin aangeboden, niet eens en komen alle met verschillen de namen voor den dag. Het beste zal dus maar zijn, denuitslag af te wachten. Door den Franschen Minister van Oor log werd eene Cavalerie-brigade, die sinds jaren te Tours in garnizoen lag, naar Nantes overgeplaatst. Door den Afge vaardigde Devilain, in de Kamer, hier over geïnterpelleerd, verklaarde de Mi nister, dat deze verplaatsing geschied was wegens de verstandhouding der Offi cieren met het Koningsgezinde gedeelte der bevolking. Door de Kamer werd daarop met 357 tegen 174 stemmen hare goedkeuring aan 's ministers handelwijze gehecht. Ook in Belgie schijnt men er over te DOOR t) i. Bij de aankomst eener stoomboot of van een spoortrein, treft men, vooral in eene groote stad, eene menigte jongens aan, die bereid zijn, er zelfs veel moeite toe doen, om tegen eene kleine belooning d« aankomende reizigers naar een Hotel of naar de plaats hunner bestemming te geleiden. Hel was in de maand November van het jaar 18..., dat een reiziger met de stoomboot van Amsterdam te Hamburg aankwam. Hij had een valiesje in de hand en zocht juist zulk een jongen om het te dragen en hem bij de heeren Muller Zonen te brengen. Hij behoefde niet lang te zoeken een flink gebouwde jonden bood zich daartoe aan. Het schrandere en aangename uiter lijk van den jongen was eene aanbe veling te meer, om hem onmiddelijk het valiesje te geven en te zeggen «breng mij bij de heeren Muller Zonen op den Alster, dan kunt gij een Mark ver dienen." Dit was voor den jongen niet onaan genaam, die niet altijd zoo gemakkelijk een Mark kon verdienen, en dezen morgen had hij nog niets verdiend. Laat ons eerst met dien jongen, Richard Böhmer genaamd, kennis maken, want hij is een der hoofdpersonen van dit ver haal. Hij was een wees en had den leeftijd van zestien jaren bereikt. Zijne ouders waren eerst gegoede menschen geweest, maar door tegenspoed waren zij meer en meer achteruitgegaan en toen zij stierven, lieten zij hem onbezorgd achter. Richard stond op dertienjarigen leeftijd alleen en onbezorgd op de wereld. Zijn oom, de heer Henri Böhmer, een welge steld koopman, die buitendien eene rijke vrouw gehuwd had, was dus zedelijk ver plicht voor Richard te zorgen. Hij be steedde hem bij eene vrouw voor weinig geld in den kost en liet zich verder niet veel aan hem gelegen liggen. Daar de heer Henri Böhmer een zeer vermogend man en Richards vader door tegenspoe den arm geworden was, hadden de beide bloeders weinig omgang met elkander gehad, en in de laatste jaren had er zelfs eene geheele verwijdering plaats gevonden, daar Henri Böhmer geweigerd had, zijn broeder eene som gelds te leenen, om daarmee te trachten weder vooruit te komen. Richard was dus bijna onbekend met zijn oom. Men kon hem gerust een schoon jon geling noemen. Zijn open blauw oog, zijn krullend blond haar en zijn blozend gezond gelaat, moesten allen, die hem zagen, een aangenainen indruk geven. Zijne houding was forsch en aan zijne breede schouders kon men zien, dat hij voor geen klein geruchtje vervaard was. Toen hij wees was geworden, werd hij, zooals wij zeiden, door zijn oom bij vrouw Martha Stein, die eene water- en vuurnering hield, in den kost besteed. Ilij had nog weinig geleerd en daar zijn oom zich in het geheel niet om hem be kommerde, leerde hij ook bijna niets. Op de school, waar hij ging, had men hem weggejaagd, zijne baldadigheden waren te groot en voor de andere kinderen nadeelig. Toen hij niet meer de school bezocht, liep hij den meesten tijd op straat en kwam daardoor in aanraking met andere straatjongens, en dat maakte, dat hij nog meer ondeugende streken leerde uitvoeren. Spoedig was hij allen de baas, in vechtpartijen moest men zijne meerderheid altijd erkennen. Hij had echter een goed hart, menigmaal ge beurde het, wanneer hij over dag iets verdiend had, dat hij het weder aan een ongelukkige weggaf; was dat niet het geval, dan bracht hij meestal iets voor vrouw Martha Stein mede. Deze hield veel van hem en hij ook van haar, en ofschoon eene eenvoudige, was zij toch eene goede vrouw. In hare eenvoudigheid kon zij Richard, alsof zij zijne moeder was, zijne verkeerdheden onder het oog brengen, en hoewel hij zich weinig liet gezeggen, kon hij het altijd van haar goed verdragen. Menigmaal kwam hij met verscheurde kleederen te huis, die dan door vrouw Martha des avonds ver steld werden. Hij was een ware wild zang. De zeiziger, die hem had aangenomen, om het valiesje te dragen, was de heer Meijer uit Amsterdam, die overkwam, om met den chef van het rijke handels huis, Muller Sc Zonen, over zaken te spreken. Toen hij Richard het valiesje gaf, vroeg hij: «Viiendje, weet gij waar de heeren Muller Zonen wonen «Ja, mijnheer, «antwoordde Richard, «wie zou die heeren niet welen wonen." Daar Richard aan den heer Meijer beviel, zeide deze, «mij dunkt, dat gij wel eene andere betrekking dan wegwij zer zoudt kunnen vinden? «Wel mogelijk, mijnheer" antwoordde Richard, «daarover zal ik later eens denken, nu ben ik het liefste maar op straat en daarmede verdien ik nu en dan nog wel iets. Ik ben nu nog wat kort aangebonden, dat zal over een paar jaren wel beter worden en dan zal ik eene andere betrekking zoeken, ik ben nog pas zestien jaren." Zoo pratende waren zij aan het huis van de heeren Muller Zonen gekomen. Richard gaf het valiesje weder af, ontving het beloofde loon en verwijderde zich. Hij sloeg een hoek om, en op eenmaal bevond hij zich voor den ingang van het kantoor der heeren Muller Zonen. De deur stond open, er was juist niemand aanwezig, daar de heer Miiller naar voren was gegaan om den heer Meijer te ont vangen. Richard zag eene openstaande kast, waarin, op eene plank een menigte rollen opeengestapeld lagen. Hij dacht, daarin zit zeker geld. Welk eene gun stige gelegenheid was het niet om er eene van weg te nemen? Hij zag even om. In het straatje, waarin hij zich be vond, bespeurde hij niemand, een volgend oogenblik was hij de deur al binnen ge gaan en snel had hij eerie rol uit de kast weggenomen. Op het daarop vol gende oogenblik bevond hij zich weder in het straatje, er was toen ook niemand

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1886 | | pagina 1