BINNENLAND. BUITENLAND. Plaatselijke berichten. onze jongens maar gedwongen kun nen worden om daarheen te trekken, tegen hun wil en tegen dien hunner ouders? Hoe hoogen prijs we ook stellen op het behoud onzer koloniën, dat ofTer zou toch velen te zwaar toeschijnen. Stelt u voor dat men, om de diep bedorven Atjch-politiek te herstellen, eens een van onze lichtingen daarheen stuurde, en dat zulk een maatregel kon worden door gevoerd met één stem meerderheid in de Volksvertegenwoordiging! De koloniale defensie behoort totaal afgescheiden te blijven van die van het Rijk in Europa. Voor de laatste is geestdrift te wachten en volharding tot het uiterste; nie mand kan die vergen waar het geldt koloniën te verdedigen, die door een billijk bestuur veel beter in bedwang zijn te houden en door een flinke organisatie van het Indische leger tegen buitenlandsche overvallen te beveiligen, dan door het uitzicht dat een duizend of wat volstrekt niet strijdlustige jongelui er met een be zwaard gemoed heen gezonden kun nen worden. Aan het N. v. d. D. wordt gemeld, dat Z. M. de Koning aan zijn architect, den heer Eberson, heeft opgedragen een ontwerp te maken voor het bouwen van eene villa in de Scheveningsche boschjes. Maandag I Maart zal de Tweede Kamer weder bijeenkomen. Met ingang van 1 dezer, is bij de Nederlandsche Centraal-spoorweg-Maat- schappij de Heer A. Th. Verheij benoemd tot chef de bureau der afdeeling Mate rieel en Tractie. Deze betrekking werd reeds sedert 1 Juni 1882 door hem waar genomen. Op de 4 pets. leening van f60,000 uitgeschreven door de provincie Gelder land. ter gedeeltelijke bestrijding van de geldelijke ondersteuning, bijwijze van renteloos voorschot uit de provinciale fondsen te verleenen voor de spoorweg- lijn WinterswijkZevenaar, was getee- kend voor 769,000. HetJ verlangde bedrag werd toegewezen tegen den koers van f 1012.52 per obligatie van f lOOO. Ook mej. Schlingernann heeft appèl doen aanteekenen tegen het vonnis der rechtbank te Arnhem, waarbij zij werd veroordeeld. Naar wij vernemen, zullen Lieze en Jochems, die, als verdacht van eene rol gespeeld te hebben in den moord van L'Amblé, zijn gevangen genomen, voorloopig in hechtenis blijven. Lieze beweert dat Jochems een der verkoopers is van jas, horloge, ketting en friseerijzer terwijl Jochems stokstijf volhoudt, dat hij Lieze nooit heeft gezien. Maandag is nog een ander gehoord, een alhier woonachtig jongmensch. Men maakte aan het hoofbureau van politie zijn portret, om dit bij verdere naspo ringen te gebruiken. (A.) Uit Ommen wordt van 3 Februari gemeld Heden nacht omstreeks één uur werden de bewoners onzer stad verontrust door het luiden der brandklok, en al spoedig bleek, dat het huis van den landbouwer J. Martens in volle vlam stond. Dank zij den gunstigen wind en het spoedig in werking stellen eener brandspuit was het gevaar voor de belendende perceeleti binnen korten tijd geweken, zoodat de brand zich tot genoemd perceel bepaalde. De oorzaak van den brand is onbekend. Huis en inboedel waren verzekerd. Gladstone is met de samenstelling van zijn kabinet gereed gekomen. Yoor zich zeiven behield hij het bestuur der finan ciën met den titel van Eerste Lord van de Schatkist, en het Premierschap. De verdere zetels zijn verdeeld als volgt: Lord Kanselier: Sir Farrer Herschell. President van den Privy Council: Lord Spencer. Binnenlandsche Zaken: Childers. Buitenlandsche Zaken' Lord Roseberry. Koloniën: Lord Granville. IndiüLord Kimberley. Kanselier van de schatkist: Yernon- Harcourt. Oorlog: Campbell-Bannerman. MarineLord Ripon. President van den Local Government Board: Chamberlain. SchotlandTrevelyan. Ierland: John Morley. Koophandel: Mundella. Advocaat-Generaal: Russell. Het belangrijkste feit in de samenstel ling van dit Kabinet is de benoeming van John Morley tot minister van Ier land, daar deze, in eene onlangs door hem gehouden openbare redevoering, ver klaarde zich geheel te kunnen vereenigen met de aan Gladstone toegeschreven ra dicale plannen, tot oplossing der Iersche moeilijkheden. Daar in Engeland elke volksvertegenwoordiger zoodra hij tot minister wordt benoemd zijn mandaat als volksvertegenwoordiger verliest en zich op nieuw aan het oordeel der kie zers moet onderwerpen, heeft Gladstone reeds een schrijven aan zijne kiezers (van Midlothian) gericht, waarin hij hun om zijne herkiezing voor het Lagerhuis ver zoekt. Het nieuwe ministerie wordt over het algemeen door de Engelsche bladen welwillend beoordeeld. The Times is het eenige blad, dat zich er tegen verzet en het nieuwe kabinet met vijandschap ont vangt. Dit blad raadt dan ook allen, die het wel meenen met de éénheid van het Rijk, ten sterkste aan bij de verkiezingen die nu weer ophanden zijn hun stem aan de nieuwe bewindmannen te onthouden. Ierland krijgt, op raad van Gladstone, weder een Onder-Koning. Dit baantje was door het vorige Kabinet afgeschaft. De overeenkomst tusschen Turkije en Bulgarije is door den Sultan goedgekeurd. Reeds vroeger melden wij welke voor waarden waren gesteld. Yolgens een officieus bericht uit Konstantinopel heeft de Porte het voorstel gedaan, de ge noemde overeenkomst door een conferen tie te doen bekrachtigen. Uit Spanje komen geruchten van eene ministerieele crisis. De Binnahnen blijven de Engelschen steeds het leven zuur maken, het einde der moeilijkheden aldaar is nog niet te voorzien. Ook uit Soudan is weer wat nieuws te melden. Osman Digna, de reeds eenige malen doodverklaarde opperbevelhebber van wijlen den Mahdi, is met een groot leger te Tamai aangekomen en schijnt voornemens Suakin aan te vallen. Sir Charles Warren, de opperbevelhebber over de Roode Zeekust is reeds van Cairo naar Suakin vertrokken. Zondag 7 Februari wordt de dienst in de Remonstrantsche kerk waargeno men door Ds. J. A. Bóhringer, predikant te Amsterdam. In de plaats van Wijlen den Heer P. Schuijt Jr., is tot lid Van het College van regenten van het gesticht: »de Ar men de Poth" benoemd de heer Mr. J. G. A. van Zijst. Morgen, 7 Februari, zal aan den heer J. Busquet, Adjudant-administrateur van het Militair hospitaal alhier, de Zil veren Medaille voor 24-jarigen trouwen dienst worden uitgereikt. Den 7en Febr. 1862 vrijwillig in dienst getreden, kwam hij bij het 2e Regiment infanterie te Vlissingen in garnizoen. Met de garni zoensverwisseling in 1864 naar Venlo ver trokken, werd hij het daarop volgende jaar, na reeds tot fourier te zijn bevor derd overgeplaatst naar Maastricht. Van daar vertrok hij in 1868 als sergeant majoor met het Depot Bat. naar Grave, welke plaats hij het volgende jaar weder moest verlaten, uithoofde zijne aanstelling tot sergeant-majoor bij de 2e Comp. Hospitaal-soldaten te Utrecht. De 17. Juli 1878 werd hij door Z. Exellentie den Minister van Oorlog benoemd tot Adju dant-onderofficier voor speciale diensten bij 't 4e Reg. Infanterie en belast met de administratieve betrekkingen van ad ministrateur van kleeding van het Reg. Rijd. Art. en van de Garnizoens-infirmerie alhier. Uit deze betrekkingen werd hij in 1881, tengevolge der nieuwe regeling van de hospitalen, eervol ontheven en benoemd tot administrateur van het Hospitaal alhier, welke betrekking hij nu nog vervult. Steeds gezien en geacht, zoowel door zijne minderen als door zijne superieu ren, is hij ook de burgerij gedurende zijn 7'/a-jarig verblijf alhier geene vreem deling gebleven. Door zijne betrekking met velen in aanraking gebracht, had hij zich door zijn humaan optreden spoedig vele vrienden verworven Hun aantal werd aanmerkelijk vergroot, sinds hij, daartoe uitgenoodigd, als Instructeur bij de d.d. Schutterij alhier, optrad. Zelf met hart en ziel soldaat wist hij ook bij het Kader der schutterij de lust op te wek ken, door het houden van vrijwillige oefe ningen en het bijwonen van theorieën, zich voor hunne taak te bekwamen. Deze lust eenmaal opgewekt, wist hij haar ook gaande te houden en aan te wakkeren door het oprichten eener Vereeniging van Onderofficieren en Korporaals, tot welker president hij werd benoemd. Door zijne bemiddeling is, en wordt nog steeds, een flink en bruikbaar kader bij onze schutterij gevormd, welks leden den jovialen en degelijken onderwijzer een warm hart toedragen, en door een trouw bezoek, der onder zijne leiding gehouden oefeningen en theorieën, blij ken geven zijn onderricht op prijs te stellen. Wij houden ons dan ook overtuigd, dat het den Jubilaris morgen niet aan bewijzen van belangstelling zal ontbre ken en spreken den wensch uit, dat de 7e Februari 1886 voor hem een der schoonste dagen zijner loopbaan moge zijn, waarop hij nog een reeks van jaren met genot en trots kan terugzien. Zeer zeker ging menigeen onzer ingezetenen met gespannen verwachting, Donderdagavond, op ter zale der socië teit nAmicitia." Reeds van te voren toch was bekend gemaakt, dat op dien avond, Dr. Schaepman aldaar eene voordracht zoude houden over het socialisme. Zij die daar heengingen, en hun aan tal was voor onze stad Amersfoort zeer talrijk, werden zeer zeker niet teleurge steld. De begaafde spreker toch boeide zijne toehoorders zoowel door zijne wijze van voordragen, als door den inhoud der voordracht zelve. Hoewel wij niet de schoone rede in haar geheelen omvang kunnen weèrge- ven, zullen wij trachten onzen lezers een résumé van dezelve aan te bieden. Nadat Spr. met een inleidend woord, had aangewezen hoe verkeerd men doet aan de ergerlijke, ja vaak zeer belach- lijke tooneelen, die in sommige plaatsen van ons goede Nederland, in den laat- sten tijd werden opgevoerd, eene diepere beteekenis te hechten, kwam hij in het eerste deel zijner rede op de drie vol gende hoofdpunten neèr: Wat bedoelt de sociaal-democratie. Vanwaar komt zij. Welke middelen be zigt zij. Omtrent het eerste punt hoorden wij Spr. uiteenzetten hoe deze beweging, die thans de aandacht van zoo menigeen trekt, de twee hoofdbestandeelen onzer Westersche maatschappij, zijnde de ge nietenden, en de zwoegenden, tracht op gelijken voet te stellen. Doet zij daaraan wijs, en doet zij iets wat mogelijk is? Spr. meent, neen. Verder gaf hij in zeer sierlijken vorm, te hooren hoe de Fransche revolutie van het laatst der achttiende eeuw als 't ware de bron was, waaruit de tegen woordige onzinnige beweging is ontstaan. Hij schetste de gevolgen, der drie, door de revolutie-mannen van dien tijd, gekozen leuzenVrijheid gelijkheid en broederschap, op welsprekende wijze. Omtrent vrijheid, wilde hij niet uit wijden, daar toch vrijheid in den zin bedoeld door de sociaal-democraten, niets anders beduidde dan losbandigheid. Wat gelijkheid betrof, dezelve ware niet toepasselijk zooals zij door die lieden werd gewenscht. In ons land, onder ons staatsbestuur leven wij in gelijkheid; d. w. z. een ieder staat bij het begin zijner loopbaan tegenover dezelfde oordeelen, dezelfde gegevens, dezelfde rechten. Is echter de eerste stap op de loopbaan gedaan, dan is de gelijkheid vervallen en onherstelbaar. De sociaal-democraten ver langen gelijke verdeeling in de opbrengst tusschen de verschillende arbeidenden. Is echter een dergelijk verlangen ver standig en uitvoerbaar? Gesteld b. v.: er trad een geestig schrijver op (die tot op heden nog niet is opgetreden) die de sociaal-democratie naar waarde beschreef, zoude hij dan met boekdrukkersjongen, zetter, drukker, binder, en alle die aan het boekje voor het in de wereld kan komen, hebben medegewerkt, in gelijke mate moeten deelen in de opbrengst van zijn geestesarbeid. Iets dergelijks te ver langen is immers belachlijk. Omtrent de broederschap, een schoon woord, zoozeer misbruikt door de sociaal democraten trad Spr. in uitvoerig betoog, hoe het misbruikt in reeds genoemde Fransche revolutie, ook door hen zoude worden misbruikt; want de bedoelingen der leiders waren niets, dan verkeerd geplaatste eerzucht, gepaard aan een stre ven naar zelfverheffing. De sociaal-democratie besloot Spr. is niets dan een middel om omwenteling voor te bereiden door laster en opruiing van minverstandigen. Dit blijkt ten volle uit de middelen door de leiders dier par tij gebezigd. Zij schermen met groote woorden, verspreiden geschriften met titels als: Wie zijn demoordenaars? beroepen zich op het woord eener Prinses van Oranje: De belastingen zijn het bloed der natie, verzuimen echter de uitlegging, door die prinses aan die woorden gege ven, er bijtevoegen, en strooien op die wijze den onwetenden zand in de oogen. De beweging op touw gezet en geleid, door mannen die tot zinspreuk voeren het wel bekende, »Après nous le déluge," is niets dan spel van vermetelen en half krankzinnigen. Wordt zij ooit ernst, wat niet te gelooven en te hopen is dan zouden zij evenals de eerste Fransche omwenteling den weg baande voor Na poleon tot het Keizersschap. (Spr. liet ons dit hooren uit Napoleons alleenspraak opgeteekend door Made de Rémusat) de weg zijn voor een Cesar en dan voor den Cesar van het Canaille, die wenschen zal allen in één romp te hebben, om dien eenen romp met een slag het hoold af te houwen. Kwam zulk eene omwen teling tot stand Fortuijn en Domela Nieuwenhuis zouden worden de Marat en Danton van het heden, doch zonder het Cynisme van den een en de stem van den ander. In het tweede deel zijner rede, stelde Spr. de vraag waarom is de beweging onze belangstelling waard, en welke zijn de middelen, die wij daartegen kunnen aanwenden. Op geestige wijze schetste Dr. Schaep man het verschil der toestanden in Duitsehland en hier. In Duitschland waar de staat de regeling van werkloonen, werktijd, kinderarbeid enz. op zich heeft genomen heerscht in zekeren zin door dwang wat hier uit vrije beweging ont stond. Spr. wijst tot voorbeeld op de fabrieken, der heeren Stork te Hengelo Die goede resultaten hier bestaande, worden door de sociaal-democraten totaal ontkent, Spr. wijst er ten slotte op, dat deze quaestie niet alleen is eine Bauch-und Magen Frage, maar veeleer dieper ligt, en ook is eine Seelen Frage. Tot oplossing dier Seelen Trage zoo besloot hij zijn schoon betoog zijn noodig zelfbeheersching, zelfkennis en in de eerste en hoogste plaats liefde tot den naaste. Een daverend applaus beloonde den redenaar voor zijn hoogst boeijend betoog, en wij gelooven te kunnen zeggen dat de hoorders voldaan huiswaarts keerden. De gemeenteraad verleende in zijne zitting van Dinsdag, op de meest eervolle wijze en onder dankbetuiging voor de bewezen diensten, ontslag aan dr. D. Burger als rector van het gymnasium. Gedurende 28 jaren heeft dr. Burger aan het hoofd van die inrichting gestaan: gezondheidsredenen nopen hem nu, met 1 Mei a. s. zijne functiën neder te leg gen. Op raad van den Inspecteur is besloten, gedurende den tijd, die na 1 Mei nog verloopen moet tot aan het einde van den cursus tijdelijk te voor zien in de lessen, die door dr. Burger worden gegeven; daartoe zal eene oproe ping worden gedaan tegen eene bezoldi ging van f 150 per maand. Op die wijze verschaft men zich gelegenheid, om zich rijpelijk te kunnen beraden omtrent de keuze van een nieuwen rector, wat bij de vervulling van eene zoo gewichtige betrekking zeer gewenscht is. De oproeping voor een tijdelijken on derwijzer aan de school le soort voor jongens is zonder resultaat gebleven. B. en W. zijn daarom nu gemachtigd tot het oproepen van sollicitanten voor eene definitieve aanstelling, die te meer dringt, omdat een der aan de school verbonden onderwijzers eerlang zal vertrekken. Het traclement van den te benoemen titula ris zal afhangen van de acten, die hij bezit; men wil trachten iemand te vin den in 't bezit van de hoofdacte en be voegd tert het geven van onderwijs in het Fransch en die tevens de noodige ervaring en geschiktheid bezit, om het hoofd der school te kunnen vervangen. Het tractement zal f850 bedragen, wan neer de sollicitant aan al deze vereisch- ten voldoet. Den directeur van de gemeentereini ging is over 1885 eene gratificatie ver leend van 5 pet. over de bruto-opbrengst van de in den loop van het jaar ver kochte mestspeciën. Strikt genomen, kon deze ambtenaar geen aanspraak doen gelden op deze gratificatie, omdat het minimum-bedrag van de opbrengst, in zijne instructie bepaald, nl. f 40000, niet ten volle was bereikt, B. en W. oordeelden echter, en de raad ging daarin met hen mede, dat de billijkheid medebracht, toch die gratificatie uit te keeren, omdat de mindere opbrengst te wijten was, voor eerst aan eene daling van de prijzen der mestspeciën, die niet kon worden voor zien, en in de tweede plaats aan de ver gunning, die door B. en W. gegeven was aan een aantal ingezetenen om hun mest te blijven gebruiken voor 't telen van gewassen. De heer Huet lokte omtrent dit laatste punt nog nadere inlichting uit, waaruit bleek, dat 't hier niet betrof mest die verhandeld werd, maar mest speciën die uitsluitend ten bate van het eigen gezin werden aangewend. Derge lijke vergunningen werden overigens niet gegeven, dan onder stellige voorwaarden omtrent de tijdige verwijdering van de mest uit de huizen, opdat de algemeene gezondheid geen schade kunne lijden. De jaarwedden van de beide jongste ambtenaren ter secretarie zijn vastgesteld op f300 voor elk. De poging om door de aanstelling van een volontair in een van deze beide betrekkingen te voorzien, is niet geslaagd. Van de hh. Scheltema en Huet kwam een voorstel in omtrent het pensioneeren van gemeente-ambtenaren. Het werd, naar aanleiding van een wenk van den burgemeester, eenigszins gewijzigd, in dezer voege, dat het een uitnoodiging aan B. en W. bevat, om de zaak van het pensioneeren en op wachtgeld stel len van overweging te maken en hunne meenirig daaromtrent ten spoedigste aan den raad kenbaar te maken. Zonder dis cussie vereenigde de laad zich met dit voorstel. De voorstellen tot regeling van het brandwezen en tot herziening van het gemeentelijk belastingstelsel, zijn in staat van wijzen en zullen in eene volgende vergadering aan de orde worden gesteld. Eene voordracht kwam in tot wijziging der verordening op de heffing van jaar- marktgelden. Van de bestaande verorde ning wijkt deze voordracht in zoover af. dat het staangeld, in plaats van naar den strekkenden meter, voortaan naar het aantal vierkante meters zal worden berekend. Eenige verbooging der opbrengst van het staangeld zal daarvan het gevolg zijn. In eene volgende vergadering zal deze voordracht behandeld worden. Een verzoek van den heer G. J. baron van Hardenbroek van Ammerstol tot het bouwen van een brug, toegang verlee- nende naar zijn perceel Muurhuizen F. 526, dat hij wenscht te verbouwen, naar den Singel, werd om preadvies aan B. en W. verzonden. De stembureau's werden samengesteld voor de verkiezingen, die in 1886 zullen plaats hebben. De hh. van Zijst en van Lanschot Hubrecht zijn benoemd tot leden van het stembureau voor verkie zingen voor de Tweede Kamer; de hh. Visser en van Hardenbroek tot hunne plaatsvervangers en tevens tot stemop- nemers voor de Prov. Staten; de hh. van Burgsleeden en de Koningh tot plaatsvervangers van dezen en tevens tot stemopnemers voor den gemeenteraad, in welke laatste qualiteit de hh. Schel tema en Groeneboom hen, zoo noodig, zullen vervangen. Het ongerief, dat de sneeuw ons in de maand Januari heeft veroorzaakt, vond zijn vertolker in den heer Huet, die tot B. en \V. eene interpellatie richtte over de naleving van de bepalin gen der polilie-veroidening op dit stuk. B. en W. betoogden, dat zij zich niet bewust waren van tekortkomingen in de zorg voor de handhaving van die bepa lingen. Overigens waren zij van meening, dat, wat de sneeuwopruiming betreft, wel nooit in aller schatting de volmaakt heid zou zijn te verkrijgen; altoos zouden er wel, hier zoowel als elders, klagers overblijven. De heer Huet was echter door het gehoorde niet overtuigd, dat in dit opzicht niet nog iets meer van de zijde van het gemeentebestuur had kun nen geschieden; speciaal beval hij aan B. en W. ter overweging aan of het dagelijksch bestuur in de verordening genoeg kracht vond, om onwillige inge zetenen tot het strooien van zand en tot het wegruimen van sneeuw te noodzaken. Eenige dagen geleden omstreeks 3 uren des namiddags wandelden twee da mes ter dezer stede ter hoogte van den kalk- en zandweg op eene dier paden, die links en rechts door kreupelhout om zoomd zijn. Zij ontmoetten in die eenzame dreven (want geen menschelijk wezen was hoever het oog ook reikte te ontdekken) een jeugdig arbeider, die na gegroet te hebben, eensklaps zich omkeerde, eene der dames aangreep en achterover wierp. Op het geschreeuw dier darne nam de onverlaat overhaast in het dichte kreupel hout de vlucht. Dat deze aanranding niet om geld te doen was, bewees dat hij geen notitie nam van de porte-monnaie, die ter zijner aanschouwing door de worsteling uit den mof was gevallen. Dadelijk heelt de politie bij het bekend worden van dat feit zich in werking gesteld om den da der, die moeijeüjk te vinden zal zijn, machtig te worden. Verscheidene perso nen, die op het ontvangen signalement geleken, zijn reeds geconfronteerd gewor den, tot nu toe zonder gevolg. Het is te hopen, dat een dergelijk sujet in de han den der Justitie valt om hem de recht-1' matige straf te doen ondergaan. ♦Deze man moet een vlaag van krankzinnig heid gehad hebben, of wel is het eene daad van ♦overmoed en verregaande baldadigheid. Want ♦als het niet om te berooven is, wie valt dan op ♦klaarlichten dag twee menschen aan 320ste STAATS-L.OTERIJ. VIJFDE KLASSE, Derde week. Trekking van 3, 4 en 5 Februari. (2925 loten.) Ten Kantore van den Collecteur te Amersfoort zijn aan de navolgende num mers te beurt gevallen Prijs van f300. No. 7870. Prijzen Tan flOO. No. 7980 en 8290. Prijzen van f70. 7708, 7734, 7771, 7797, 7805, 7852, 7861, 7864, 7887, 7921, 7933, 7935, 7971, 7977, 7987, 8233, 8273, 8275, 8768, 8779. 8796, 8813, 8923, 8925, 8940, 8969, 8983, 8989, 9944, 9955, 9957, 9973, 9983, 9994, 10001, 10013, 10021, 12802, 12903, 12917, 12918, 12925, 15911, 15924, 15992, 17865, 17877, 17883, 17907, 17964, 17969, 17970, 20373, 20375 en 20396. Te zamen 58 prijzen. Zonder prijs zijn uitgetrokken 7714, 7724, 7729, 7733, 7748, 7763, 7796, 7797, 7811, 7840, 7856, 7860, 7876, 7882, 7884, 7916, 7937, 7943, 7945, 7948, 7951, 7954, 7957, 7964, 7974, 7982, 7991, 8212, 8214, 8219, 8238, 8256, 8278, 8289, 8294, 8297, 8701, 8717, 8722, 8724, 8733, 8741, 8742, 8754, 8767, 8809, 8823, 8842, 8852, 8853, 8854, 8866, 8873, 8884, 8887, 8916, 8918, 8926, 8937, 8946, 8964, 8977, 8978, 8981, 8986, 9903, 9914, 9915, 9923, 9930, 9932, 9951, 9969, 9977, 9979, 9986, 10005, 10012, 10015, 10023, 10038, 12807, 12816, 12823, 12829, 12831, 12838, 12842, 12850, 12864, 12874, 12888, 12889, 12901, 12905, 12909, 12931, 12940, 12970, 12980, 12985, 12986, 15912, 15927, 15942, 16000, 17858, 17879, 17900, 17902, 17912, 17917, 17920, 17927, 17975, 17979, 179S1, 17986, 17991, 17992, 20316, 20334, 20337, 20377, 20383, 20394, 20399 en 20400. De volgende trekkingen geschieden: van 9 tot en met 13 Febr. Naar wij vernemen heeft Donder dagavond j. I. onze ijverige politieagent le Klasse, Klein-Heerenbrink, bijgestaan door den inspecteur van politie, den heer Putman Cramer, een brutale diefstal ont dekt, welke in de namiddag had plaats gehad. De varkenskoopman F, uit een nabu rige gemeente, was terechf gekomen in

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1886 | | pagina 2