NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND. N. 32. Woensdag 21 April 1886. Vijftiende Jaargang. VOOR abonnementsprijs VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort. advertentiên: BINNENLAND. Feuilleton. Een Misstap Uitgewischt. D H ENGELBERTS AMEBSFOOBTSCHE COURANT. Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdags en Vrijdags. Van 16 regels 0.40; iedere regel meer 5 Cent. Advertentiên viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. H.H. M.M. de Koning en de Ko ningin worden den 27sten dezer te Am sterdam verwacht, doch zonder de Kroonprinses. H. K. H. zal eerst den 2den Mei naar de hoofdstad vertrekken. De Eerste en Tweede Kanier der Staten Generaal zijn Vrijdag tot nadere bijeenroeping uiteengegaan. De Eerste Kamer vereenigde zich met de onteige ning voor het maken van het Merwede- Kanaal in de Vechtstreek. De Tweede Kamer heeft belangrijke zaken onafgedaan laten liggen, o. a. de beperking van den fabrieksarbeid voor kinderen; de verhooging der rechten op hout, petroleum, thee, vruchten bij invoer; de inkomsten met zoogenaamde andere kleine middelen en de letterkundige over eenkomst met Duitschland en eindelijk de Grondwets-herziening. De Eerste Kamer liet de conversie liggen tot een volgende bijeenkomst. Den lOden Juni e.k. zal te 's-Hage de eerste vergadering plaats hebben der internationale commissie ter beteugeling van drankmisbruik op de Noordzee. De audiëntie van den minister van marine zal op Vrijdag 23 April aanst. niet plaats hebben. Onlangs is gemeld, dat de luit.- kwartiermeester bij het 8e reg. inf., zon der orde op zijne zaken te stellen, spoor loos verdwenen was. In verband hiermede deelt men thans mede, dat, nadat de kas van dezen rekenplichtige officier was opgenomen deze in behoorlijke orde is bevonden. Deze omstandigheid en het plotseling verJwijnen van den kwartier meester doen het vermoeden ontstaan, dat hem een ongeluk overkomen is. In- tusschen wordt de officier, nu de 28 dagen voor vrijwilligen terugkeer verstreken zijn, zoolang het tegendeel niet blijkt, als deserteur beschouwd. Het in Den Haag opgekomen plan tot oprichting eener anti-Sociaal-Demo cratische Bond, wordt weliswaar van heinde en verre toegejuicht, maar wei nigen toonden tot dusverre door daden, tot het welslagen van dit plan te willen medewerken. De werkstaking te Enschedé kan als geëindigd worden beschouwd. Maan dag trokken de werkstakers als gewoon lijk weder naar de fabriek en eischten loonsverhooging. Dit werd door de fa brikanten weder ten stelligste geweigerd, onder bijvoeging, dat zij die het werk niet hervatten hunne weefgetouwen later bezet zouden vinden. Daarop werd op den openbaren weg eene vergadering gehou den, bij welke gelegenheid de burgemees ter den socialisten en vreemden opruiers verbood om stil te staan. Het gevolg de zer vergadering was, dat 60 werkstakers weder aan het werk gingen. De overigen zullen dit voorbeeldnu wel spoedig volgen. Door den Volksbond nVereeniging tegen drankmisbruik" zal binnen kort eene houtgravure worden uitgegeven be trekking hebbende op het misbruik van sterken drank. De teekening zal zijn van den gunstig bekenden Joh. Braaken- siek, terwijl de verdere uitvoering aan bekwame handen is toevertrouwd. Nog altijd verkeert men in onze kerheid (en deze zal nog wel eenigen tijd aanhouden) of Z. M. het verzoek om ontslag der ministers al dan niet zal aannemen. Wat er in de conferenties, door Z. M. met graaf Schimmelpenninck en later met Heemskerk gehouden, werd verhan deld is nog niet uitgelekt. Volgens het Vad. bestaat er bij de leden der rechterzijde niet veel trek om onder de leiding van graaf Schimmel penninck in een ministerie plaats te nemen. In de Haagsche politieke kringen, wordt een cabinet d'affaires, of de voort zetting van het ministerie Heemskerk als de eenig mogelijke uitweg beschouwd. In het laatste geval zou Kamerontbin ding moeten volgen. Waarschijnlijker is het, dat de quaestie tot de aanstaande periodieke verkiezing, van de helft der Kamerleden, wordt gaande gehouden; de natie kan dan zelve haar oordeel uit spreken. Door de gemeenteraad van Deven ter is besloten geen lid te worden van de Vereeniging tot afsluiting en droog legging van de Zuiderzee, daar zij het meer in 't belang van Deventer acht, dat die Zee blijft evenals zij thans is. L.l. Vrijdagavond was er feest in het zoo romantisch gelegen maar erg vervallen stadje Vianden, aan den voet van den heuvel, op welks top de bouw vallen prijken van het slot, dat de baker mat is van het Nassausche huis, 't welk over Nederland regeert. Allerwege hoorde men uitroepen van vreugde. De muziek- tonen klonken in de straten. Geen won der! Het bericht was aangekomen, dat de Luxemburgsche Kamer dien dag het wetsontwerp had aangenomen om eenige stoomtramlijnen aan te leggen, en daar onder ook die van Diekirch naar Vianden. Met bliksemsnelheid verspreidde zich de blijrnare door de geheele gemeente. De bewoners der benedenstad juichten. De burgers der bovenstad jubelden. Alles was blijde. De oude trommelslager roerde dapper zijn trom, gevolgd door de ge heele schooljeugd. Zulk een dag moest vroolijk gevierd worden. De kleinkinderen moesten humfe nakomelingen er riog van verhalen. De stedelijke muziekkapel trok de stad door en gaf hare schoonste stuk ken ten beste. Pistool- en geweerschoten vermengden zich met die klanken, en weerkaatsten in het gebergte en de dalen. En de golven der Our spoedden zich dartelend voort om de gewichtige gebeurtenis elders te verkondigen. Door de heeren Burna en Van Dig gelen is weder aan de verschillende auto riteiten een circulaire verzonden betVef- fende de afsluiting en drooglegging der Zuiderzee. Daarbij is gevoegd een ont werp der statuten voor een op te richten Zuiderzee- Vereenig in g. In een vergade- dering, op Woensdag 28 April a. s. te Amsterdam te houden, zullen die statuten worden overwogen en zoo mogelijk vast gesteld, terwijl dan tevens een algemeen bestuur kan worden benoemd. Naar aan de Zw. Ct. uit Den Haag wordt gemeld zal, behalve de heeren Duyvis, Dirks en Hingst, ook de heer K. de Jong zich niet weder voor 't lid maatschap der Tweede Kamer beschik baar stellen. Maandagmiddag is te Tiel een meisje van ongeveer 14 maanden, dicht bij de woning van haar ouders in een sloot ge raakt en verdronken. Een der laatste nummers van de Köln. Ztg. bevat een vrij uitvoerig arti kel over Nederlandsch West-Indië, en den treurigen toestand, waarin die eens zoo bloeiende kolonie thans verkeert. Na een beschouwing van dien toe stand deels de schuld der Nederland- sche Regeering, die deze sAsschepoester onder hare koloniën» verwaarloosde, maar voor een even groot gedeelte te wijten aan het gebrek aan geestkracht van de planters zeiven roemt schr. de rijke natuurlijke hulpbronnen van Suriname. Het is, zegt hij, NedeHand's vruchtbaarste kolonie, in sommige op zichten nog boven Java te stellen, en o. a. zeer rijk aan goud, met welks ont ginning men nog pas begonnen is. Ter verbetering van den treurigen toestand beveelt schr. aan: het verleenen van voorschotten aan de planters door de Regeering, en in het algemeen, na volging van Engeland's voorbeeld, dat geen geld gespaard heeft aan zijn West- Indische bezittingen, en zich dat niet beklaagt. »In de jaren 18041816», zoo besluit het artikel, cstond Suriname onder En- gelsche heerschappij en, naar men verze kert, denkt men in de kolonie nog met dankbaarheid aan die jaren. Het zal de taak der Regeering zijn, te zorgen, dat de herinnering aan die vervlogen goede tijden niet al te sterk worde door een treurig heden en nog donkerder toekomst». (IV. v. d. D.) Door het gemeentebestuur van Put ten is eene geldleening uitgeschreven groot f 5000, tegen 4 procent rente. De kiesvereeniging »Veluwe" te Apeldoorn heeft besloten, een adres van adhaesie aan de motie van «Burgerpligt" te Amsterdam in zake de Atjeh-queslie te zenden aan die vereeniging en aan de Tweede Kamer. Vijftien jaar geitden vertrok van Rotterdam een jongrnensch op een koop vaardijschiphij leed schipbreuk maar kwam toch op Java. Daar beviel hem het kantoorleven niet, en hij kwam in een suikerfabriek. Toen hij hier een maand geweest was, brak hij zijn been. Hersteld, werd hij als bediende belast met den verkoop van goederen, doch toen dit eenige weken had geduurd, ver veelde het hem weer, en als kok ging hij naar Japan. Op reis daarheen viel hij over boord, werd gelukkig gered, keerde, in Japan gekomen, niet meer naar boord terug maar kreeg werk aan een brugbouw. Een halfjaar later kreeg hij twist met een Japannees, die hem een rib brak, zoodat hij naar het hospi taal moest. Dit verlaten hebbende, ver diende hij den kost met den verkoop van kleederen aan de bemanning van aankomende schepen, maar ook dit duurde niet lang. Hij ging als zeilmaker op een Engelsch schip, kwam in Engelsch Indië en werd hier gouddelver. Maar daar had hij geen verstand van en hij werd handelaar in alle mogelijke artike len. Dit duurde tot hij kapitaal en intrest verteerd had waarna hij in dienst trad bij een veehandelaar. Dat ging goed, hij werd zelfs compagnon van zijn patroon, verdiende veel geld, speculeerde en ver loor weer alles tot den laatsten cent. Nu echter ging de zon des fortuins voor goed voor hem op; hij werd, altijd in Engelsch Indië, koffiehuisbediende, huwde de dochter van zijn patroon en kreeg de zaak er bij. Toen hij na vijf jaar veel geld had verdiend, stak hij dit in verschillende ondernemingen, maakte uit stekende zaken en is thans een zeer vermogend man. Zijn ouders te Rotter dam heeft hij geschreven, dat hij eerlang huiswaarts komt, in al hun behoeften zal voorzien en zich met zijn vrouw in Duitschland vestigen zal. (Afaasb.) Door eene commissie van leden van de Friesche Maatschappij van Landbouw, bestaande uit de hh. D. van Konijnen burg, te Leeuwarder,K. N. Kuperus, te Marum en H. J. Smids te Tietjerk, is een onderzoek ingesteld omtrent de bruikbaar heid en de uitkomsten van het inkuilen van veevoeder. Bij dat onderzoek, het welk hoofdzakelijk te Steenbergen, prov. Drente, heeft plaats gehad, is der com missie gebleken, dat dezelfde hoeveelheid ingekuild gras aanmerkelijk meer voeder waarde bezit dan wanneer liet tot hooi wordt gewonnen, dat bet vee voor de helft gevoed rnet ingekuild voeder meer melk geeft en die melk meer boter bevat, zoomede dat het toedienen van inge maakt voeder geen ongunstigen invloed uitoefent op de gezondheid van het vee. Daar echter de melk en ook de boter van het vee, dat uitsluitend met inge kuild voeder wordt gevoerd, meermalen onsmakelijk is bevonden, en melk en DOOR 22 Hij zal u vergeven, wanneer gij braaf blijft en Hem lief hebt, Jeanne, gij weet immers, dat ik u lief heb en mijnheer ook, en wat houden niet al de kinderen van je? Kom, wees niet meer bedroefd." en wanneer zij dat gezegd had, trok zij Jeanne naar zich toe en kuste haar op het voorhoofd, alsof het een kind van haar was. Zulke toespraken bemoedigden Jeanne altijd. Was het niet natuurlijk, dat Jeanne haar mevrouw zoo afgodisch lief had O mochten alle meesteressen zoo met hare dienstboden omgaan, zooals Mathilde het deed Wij weten hoe gelukkig, hoe innig gelukkig Mathilde zich gevoelde, toen zij het dierbare viertal aanschouwde, maar toch wilde zij Richard eens even plagen. Zij zegt daarom, terwijl een glimlach op haar gelaat verschijnt: »Het is mooi van je, ge doet net alsof uwe vrouw niet in de kamer iswanneer ge de kinderen maar hebt, dan denk je in het geheel niet aan mij." »Foei, Mathilde, dat is niet aardig ge zegd, je weet immers wel beter, dat ik veel van je houd" en dit zeggende staat hij op en kust haar eenige malen op de koraal roode lippen." Nu slaat zij hare armen om zijn hals en zegt: »Hou je maar stil, ik meende er niets van, dat weet je immers wel, Richard." Mevrouw de Wed. Böhmer, hoewel zij zich lang kras hield, begon van lieverlede krukkende te worden. Zij ge voelde meer en meer behoefte om in dezelfde stad als Mathilde te gaan wonen. Zij verkocht haar huis te Hamburg en kocht er een te Bremen, niet ver van het huis van Richard en Mathilde. Zij heeft daar niet lang gewoond, slechts twee jaren toen werd zij ernstig onge steld en stierf in de armen harer kinde ren in den leeftijd van 67 jaren. Mathilde en Richard waren innig bedroefd. Door het overlijden van mevrouw de Wed. Böhmer kwam haar groot vermogen, dat, daar zij na den dood van haar echtge noot de rente van het kapitaal niet had kunnen verteeren, nog belangrijk was aangegroeid, aan Richard en Mathilde, zoodat hun vermogen, dat door het gun stig werken der fabrieken, reeds aanzien lijk was, nog grooter werd. Het was altijd Richards wensch geweest om zijn vermogen nuttig te beleggen en het ook tot voordeel van zijn evenmensch te be steden. Hij kwam op het denkbeeld, om een paar schepen te laten bouwen, dan kon hij daarmede opnieuw vele menschen hun brood laten verdienen. Ook die onderneming gelukte en bracht hem vele voordeelen op, zoodat hij, toen zij twee jaar gevaren hadden, van de winst een derde kon laten bouwen en eer er tien jaren voorbij waren gegaan, had hij verscheidene schepen in de vaai t. Wanneer Richard in Hamburg kwam, vergat hij nooit in het Victoria-Hótel aan te gaan. De heer Hausmann, hoewel bejaard, leefde nog Marie, de vroolijke hartelijke Marie was er nog altijd, zij was nu 33 jaren oud geworden. Al was Richard nu schatrijk, zoo bleef hij steeds zonder trots. Altijd had hij voor ieder een vriendelijk woord over, dus ook na tuurlijk voor Marie; hij vergat nooit, dat zij hem, toen hij nog loonbediende aan het hotel was, met hartelijkheid had be handeld. Eens op een dag vernam hij, dat zij verloofd was met een boekhouder maar dat zijne verdiensten nog te gering waren, om te huwen. Hij deed nauw keurig onderzoek naar Hartmaan zoo noemde zich de boekhouder en ont ving de gunstigste informatiën. Daarna ging hij bij den handelsman, waar Hart- mann, op kantoor was, en vroeg hem onbewinpeld, of hij Hartmann met zijne toestemming eene voordeeliger betrek king bij zijne reederijen mocht aanbieden. De patroon van Hartmann was er zelf zeer mede ingenomen, want het schikte hem niet, om Hartman een grooter salaris te geven, maar nu hij dit bij een ander kon krijgen, was hij er zeer ver blijd over. Hartmann werd boekhouder op de reederijen van Richard met een vast inkomen van 2ü00 Mark en eenig aandeel in de winst, dit beginsel liet Richard nooit varen. Wat was de vroo lijke Marie gelukkig, toen Richard haar die tijding mededeelde en lachende zeide: mejuffrouw Marie nu moet gij maar spoe dig trouwen, want ik heb bij het aan nemen van Hartmann bedongen, dat ik een gehuwden boekhouder moest hebben. De liefde, die vroeger Marie voor Richard had gekoesterd, was nu in hoogachting veranderd, en Richard was zoo gelukkig, dat hij haar, die hem eens zoo welwil lend behandeld had, een gelukkig lot kon verschaffen. Moest Richard een nacht in Hamburg vertoeven, dan overnachtte hij altijd bij Martha Stein, die hij tot aan haar dood toe onderhield, en toen zij gestorven was, bewees hij haar de laatste eer en geleidde haar grafwaarts, terwijl hem bij het nederdalen der kist een traan van liefde en dankbaarheid in de oogen stond. Het was een treffend gezicht, Richard, die meermalen millionair was, aan het graf van Martha Stein met ont- blooten schedel te zien staan. Zijn oudste zoon, Henri Richard, die een uitmuntend verstand had, was meest al bij het bouwen der schepen op de scheepstimmerwerf tegenwoordig geweest en had daardoor zulk een ambitie gekre gen, dat hij van zijn vader vergunning kreeg, zich in dat vak te mogen bekwa men. Na eenige jaren in Holland op voorname scheepstimmerwerven werkzaam te zijn geweest, gaf Richard hem de noodige fondsen om te Breinen een scheepstimmerwerf op te richten, onder voorwaarde, dat die zaak eveneens op zijn naam werd gedreven en Henri Richard als zijn compagnon de zaak zou besturen. Evenals zijn vader was ook Henri Richard een man vol ijver en energie, zoodat ook die zaak zeer voordeelig ging, en aan veel menschen brood verschafte. Zijn jongsten zoon gaf Richard aandeel in de sigarenfabriek, terwijl zijne dochter, Louise, op den dag, dat hij zijne vijf en twintigjarige bruiloft vierde, met een op passend jonselimz. Ramann

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1886 | | pagina 1