NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT EN GELDERLAND.
Jakoba van der Maaien.
N. 46.
Woensdag 9 Juni 1886.
Vijftiende Jaargang.
Jhr. Ir. J. Roëll
Ir. W. J. Roijaards van den Ham.
VOOR
abonnementsprijs:
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
BINNENLAND.
Aan de Kiezers in het Hoofd
kiesdistrict Utrecht.
Feuilleton.
FRANZ EUGEN.
AMEHSFOOBTSCIE COUHANT.
Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzondert ij ke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Van 1 6 regels 0,10 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Het Utr. Prov. en Sted. Dctgbl. van
Maandag 7 Juni behelsd onderstaand
schrijven
De ondergeteekenden verklaren bij de
zen openlijk, dat zij bij de aanstaande
verkiezing van twee leden van de 2de
Kamer der Staten-Generaal hunne stem
hopen uit te brengen op
en
Niet gewoon zich op politiek gebied
uit te spreken, achten zij zich nu in hun
geweten gebonden deze verklaring af te
leggen. De staatkundige toestand van ons
vaderland is donker. Tal van oorzaken
hebben het hare er toe bijgebracht dien
toestand te doen worden, zooals hij is.
Maar onder deze zeker niet het minst de
strijd om de school. De ondergeteekenden,
allen voorstanders van het bijzonder on
derwijs, omdat zij wenschen de kinderen
ook op de school onder de beademing
des Evangelies te brengen, betreuren het
ten zeerste, dat deze strijd niet alleen
is gebracht op politiek terrein, waar hij
niet behoort, maar ook den politieken
toestand zoo zeer beheerscht, dat elke
wenschelijke hervorming en hoevele
zijn er niet, waaraan de behoefte ten
hemel schreit! er door wordt onmo
gelijk gemaakt.
Hiervan ligt naar hunne overtuiging
de schuld voor een groot deel aan de
wijze, waarop deze strijd door de «anti-
revolutionaire" partij wordt gevoerd. Met
verontwaardiging hebben zij kennis ge
nomen van de houding, vooral ook bij
de bespreking van de voorstellen tot
grondwetsherziening, door de leden dezer
partij in de Tweede Kamer aangenomen.
Zich houdende aan vroeger gestelde
eischen en zonder verzaking van eenig
beginsel, had men den strijd voor een
oogenblik kunnen staken, ten einde met
vereende krachten te arbeiden aan de
oplossing van zoovele vragen, die voor
het heil des Vaderlands van de grootste
beteekenis zijn. Edoch, men heeft niet
gewild. Men heeft openlijk verkondigd,
dat de strijd moet worden voortgezet,
en er het onverantwoordelijke woord aan
durven toevoegen: seen strijd, helaas!
dien wij niet mogen opgeven, maar die,
zoo God het niet verhoedt, ons land ten
verderve voert." Tegen dit woord is geen
enkel lid der «anti-revolutionaire" partij
in verzet gekomen. Ronduit heeft men
daarmede uitgesproken het partijbelang
hooger te stellen dan de erkende belan
gen des Vaderlands.
Hierbij komt nog iets. De partij, die
dit doet, noemt zich de «Christelijke" bij
uitnemendheid. Zij strijdt onder heilige
leuzen, en beweert op te komen voor de
belangen van ons sChristenvoIk." En toch,
waar de belangen der partij dit schijnen
te eischen, daar schroomt zij niet, de
geschiedenis van ons volk een slag iu
het aangezicht gevend, op Rume te steu
nen en met Rome mede te gaan. Alles
wat in ons is, komt daar tegen op. Wij
zijn er verre, zeer verre van af, alles
voor onze rekening te nemen, wat er
ook in den schoolstrijd van «liberale"
zijde is gezegd en gedaan. Maar even
min als wij ons willen laten begoochelen
door Christelijk klinkende leuzen, even
min vreezen wij den naam «liberaal."
Hel is ons te doen om mannen van ka
rakter en trouw, mannen die zich nim
mer zullen laten vinden om, ter wille
van eenen zetel, zich de gehoorzame
dienaren te stellen van eene partij; man
nen die zullen opkomen voor de werke
lijke belangen des Vaderlands, ook, als
dit noodig is, met opolTering van eigen
wenscben en persoonlijke inzichten.
Welnu, waar ons in de heeren jhr.
mr. J. Roëll en YV. J. Roijaards van
den Ham zulke mannen worden voor
gesteld, daar aarzelen wij geen oogenblik
hen met nadruk aan onze medekiezers
aan te bevelen, en het ieder, die naar
ons luisteren wil, toe te roepen: toont,
door uwe stem op hen uit te brengen,
dat gij, aan geen partij gebonden, alleen
het heil des Vaderlands beoogt.
Jhr. E. VAN WEEDE VAN DIJKVELD.
Prof. Dr. J. J. P. VALETON Jr.
Mr. A. R. FALCK.
Mr. M. CROMMELIN.
Dr. J. H. GUNNING Wzn.
De lieer H. C. Van der Houven van
Oordt, te Apeldoorn, heeft voor de can-
didatuur voor de Tweede Kamer in het
district Amersfoort bedankt.
Het badseizoen te Scheveningenzal
Dinsdag 15 Juni geopend worden.
Blijkens bericht van den gezant
te Berlijn is bij keizerlijk besluit van 1
dezer aan Nederlandsche schepen het
recht tot uitoefening der kustvaart in
de Duitsche zeeën toegekend.
Staats-Ct.
De koninklijke fabriek van stoom-
en andere werktuigen te Amsterdam, en
de koninklijke Neder!, stoomboot-maat
schappij te Feijenoord, wacht waarschijn-
I lijk een zeer groot werk. Het plan be
staal nl. al de stoomschepen onzer
Indische Marine te voorzien van nieuwe
machines, die meer voldoen aan de
eischen des tijds.
Eene bende vrouwelijke oplichters
is de Amsterdamsehe politie op het spoor
gekomen. Vier vrouwen bezochten in den
laatsten tijd veschillende winkels te Am
sterdam, vooral modemagazijnen, en koch
ten daar op eigen of verzonnen namen
allerlei zaken op rekening. Zij gaven als
woonplaats Weesp op. Donderdag vonden
een paar winkeliers, die te vergeefs op
betaling van het geleverde wachtten,
het gewenscht, hun klanten te Weesp
eens een bezoek te biengen. Lang zoch
ten zij de dames daar, zonder ze te vin-
I den, doch eindelijk bleek tot hunne ver
rassing, dat Weespercarspel haar domi-
cilium was en meer in het bijzonder het
terrein der Vechtwaterleiding-werken
aldaar, waar eenige keten de vrouwen
met hunne respectieve echtvrienden huis
vesting boden. Het gezelschap was bezig
met het naaien van kleedingstukken van
(lanel met fijner weefsel dan men ge
woonlijk bij keetbewoners vind, terwijl
het oog der bezoekeis getroffen werd
door de hoeveelheid gouden en zilveren
sieraden, in het bezit waarvan de dames
zich verheugden.
Op aanwijzing dezer heeren heeft de
politie in een tapperij op de Martelaars
gracht in Amsterdam de hand gelegd op
twee der vrouwen, en verder de zaak in
onderzoek genomen.
Voor zoover bekend is, zijn de ver
schillende winkeliers door de oplichtsters
voor ongeveer f400 bedrogen.
Onze bijenhouders zijn niet onte
vreden met den aanvang van het jaar.
Hoewel gedurende den winter een ziekte
schijnt geheerscht te hebben onder de
nijvere diertjes, zijn er toch genoeg
overgebleven, om een goeden honingoogst
te verwachten.
Zaterdagmiddag kwamen twee
open goederenwagens der Hollandsche
IJzeren Spoorwegmaatschappij, geladen
met afval van katoen, al brandende aan
het station te Enschede der Geldersch-
Overijsselsche Locaalspoor aan in weer
wil van alle aangewende pogingen mocht
het slechts gelukken een gedeelte te
redden, terwijl de wagens voor het
grootste gedeelte zijn verbrand.
De drie jongelieden uit Friesland,
die na de internationale tentoonstelling
te Amsterdam onder geleide van [den
heer W. Mackintosh te hebben bezocht
naar Suriname zijn vertrokken, ten einde
daar het plantersvak te leeren, om later
op eene plantage als directeur te worden
geplaatst, zijn dezer dagen alle drie te
Leeuwarden teruggekeerd. Gedurende
hun verblijf in YVest-Indië zijn jzij op
onderscheiden plantages als opzichter
werkzaam geweest, doch de vooruitzich
ten om directeur te worden waren, we
gens het toenemend verminderen van
het getal plantages, zoo gering, en de
kansen om op de eene of andere wijze
in de kolonie vooruit te komen voor
hen zoo slecht, dat zij besloten, naar
het moederland terug te keeren.
Bovenstaand als waarschuwing voor
hen, die nog aan emigratie denken.
Bij den aanvang van het reissei-
zoen, zijn de spoorwegbesturen herinnerd
aan de volgende voorschriften in liet
belang van het reizend publiek
Ilct dienstpersoneel behoort zich tegen
over de reizigers bescheiden, voorkomend
en beleefd te gedragen, wat niet ver
hindert dat het zich bij voorkomende
gelegenheden krachtig moet doen gelden.
Om de schadelijke ophooping van per
sonen in de waggons te voorkomen,
moeten reeds aan het eerste station
alle waggons, welke niet voor een be
paald doel gereserveerd moeten blijven,
geopend worden.
In den regel mogen in een coupé le
klasse slechts 4, 2e klasse 6, 3e klasse
8 personen worden toegelaten.
De zolderingen der waggons, die lang
in de biandende zon hebben gestaan of
gereden, moeten van tijd tot tijd met
koud water worden besproeid. De coupés
moeten door het openzetten van deuren
en vensters gelucht worden.
De waschinrichtingen moeten steeds
in zindelijken en bruikbaren staat wor
den gehouden en de watefjfcakken met
frisch water gevuld zijn.
Bij langdurige droogte moeten de per
rons voor het vertrek der personen-trei
nen worden besproeid.
De bagage rnoet met voorzichtigheid
worden behandeld en mag niet worden
gesleept of neergeworpen.
Aldus luiden de voorschriften, die
thans in herinnering zijn gebracht, voor
deDuitsche spoorwegen.
(A. Hbld.)
Men schrijft aan de N. Bred, en
Oosterh. Ct.: Aan den molenaar J. K.,
te Oosterliout, was door een graankoo-
per voor f 267 erwten geleverd. Nadat
de molenaar, op aandrang van den koop
man eene acceptatie geteekend had,
dacht hij verder niet meer aan deze zaak,
en toen zes weken na dato een wissel
gepresenteerd werd tot het bovenstaande
bedrag, betaalde hij deze te goeder trouw,
in de meening dat zijn graankooper van
meening veranderd was, dus de accep
tatie vernietigd en een wissel in de plaats
afgegeven had. Men begrijpt zijne ver
wondering, toen eenige dagen later de
acceptatie, tot een bedrag van ruim f3900,
door den heer W. Laane, kassier te
Rozendaal, gepresenteerd werd. Na met
zijn advocaat gedelibereerd te hebben,
wist de bedrogene, dat er voor hem geen
andere uitkomst was dan de som te be
talen, en dan later in rechten zijn graan
kooper te vervolgen. Personen, die op
dezen laatste echter een financiëelen in
vloed uitoefenden, alsmede zijne familie,
hebben zich de zaak van den molenaar
aangetrokken, en aan hunne gecombi
neerde pogingen heeft bij het te danken,
dat hem die som in goederen en in geld
is gerestitueerd geworden, nl. uit het
pakhuis van den graankooper heeft hij
voor f2400 aan granen, bloem enz. ge
trokken, terwijl hem verder door tusschen-
komst van een notaris ongeveer f1600
Geschiedkundig verhaal door
I.
In het huis van den heer van der
Meulen werd op eenen avond in Augus
tus van het jaar 1572 een schitterend
leest gevieid het helderste licht schit
terde in de zaal, op wier spiegelgladde
vloer rijkgetooide meisjes en vrouwen,
aan den arm van knappe cavaliers in
spaansche dracht, in snellen dans rond
zweefden, terwijl langs de wanden de
oudere vrouwen zaten, stijf en afgemeten
met elkaar de gebruikelijke, beleefde
frazen wisselend, waarbij elk in stilte
met nijdigen blik de breedte en dikte
der gouden ketting, die zij om den hals
droeg, met die van hare buurvrouw ver
geleek en berekende, of de el van haar
eigen kleed van brocaat wel meer dubloe
nen gekost had, dan 't fluweel dat gene
droeg en waarvan zij heimelijk met den
vinger de zwaarte onderzocht.
In 't vertrek daarnaast zaten groepen
van mannen aan afzonderlijke tafeltjes
bij elkaar, met volle glazen en half ge
ledigde flesschen voor zich. De roode ge
zichten en de gelaatstrekken, waarop de
werking van den wijn te lezen stond,
bewezen dat Jan van der Meulen zijnen
naam, dat hij den besten en best voor-
zienen wijnkelder in geheel Leiden bezat,
tegenover zijne gasten opnieuw had ge
handhaafd. De groote vleugeldeuren der
zaal, die op den tuin uitkwamen, stonden
wijd open en gaven aan de verfrissende
koelte van de nachtlucht vrijen toegang.
Bonte lampen hingen buiten tusschen
de boomen en wierpen een tooverachtig,
gedempt licht over de geurige boschjes,
de stille lanen en de groene grasperken
van den tuin, waarin een gedeelte van
't gezelschap op en neer wandelde, of
aan afzonderlijke groepjes stond te praten.
Afgezonderd van alle overigen, leunde
een jongman tegen den stam van eene
breedgetakte linde en staarde met som-
j bere blikken naar de zaal, in wier deur
i juist eene rijzige, slanke vrouwengestalte
zichtbaar werd, omgeven door een zwerm
elegante cavaliers. Zij stond zóó, dat het
edel besneden profiel van haar schoon,
Der opgeheven hoofd naar den jongen
man onder de linde was toegekeerd, en
de kaarsen van de zaal, welker drempel
zij nog niet overgeschreven had, wierpen
een overvloed van licht op -haar wit lang
over den vloer slepend, met zilver bestikt
kleed van atlas en deden de diamanten,
die zij om haar sneeuwwitten hals en in
hare zwarte krullen droeg, bij elke be
weging die [zij maakte met de meest
verschillende kleuren schitteren. De jonge
dame was het eenige kind van den heer
des huizes, Isabella van der Meulen, eene
der rijkste erfdochters uit Leiden, door
veel vleiers omgeven, en dat wellicht
nog meer om hare wonderbare schoon
heid, die alle mannenharten betooverde,
dan om de gouden dubloenen van haren
vader.
Mijnheer van der Meulen, ofschoon
Nederlander van geboorte, was echter,
wat gezindheid en sympathie betrof, door
en door Spanjaard en werd gehouden
voor het hoofd van de destijds reeds
zeer kleine Spaansche partij in Leiden.
Toen hij na den dood van zijn vader op
nog zeer jeugdigen leeftijd chef van het
zeer aanzienlijk handelshuis van der
Meulen werd, was het hem gelukt, de
hand te verwerven der dochter van een
voornamen, maar armen hidalgo, die een'
hoogen post bij de regeering bekleedde,
en door dit huwelijk met Ines Mendoza
was hij in nauwe betrekking tot de
Spaansche kringen gekomen, die hij ook
na den vroeg gevolgden dood zijner eclit-
genoote op alle mogelijke wijze zocht te
begunstigen en te handhaven. Zóó kon
het niemand verwonderen, dat, toen nu
later de Nederlanden in openbaar verzet
tegen het onverdragelijk geworden juk
Filips II, en het volk, door het wreede
woeden der inquisitie, wier vonnis dui-
zende vreedzame burgers naar het scha
vot en op den brandstapel voerde, tot
wanhoop gedreven, naar de wapens greep
om het land van den vreemden dwinge
land te bevrijden, mijnheer van der Meu
len op de meest besliste wijze voor de
Spanjaarden partij koos. Hij noemde
Willem van Oranje, het hoofd en den
leider der opstandelingen, nooit anders
dan «zoon der hel", en de geuzen, die
stoute strijders voor de vrijheid en onaf
hankelijkheid der Nederlanden, wier den
dood verachtende dapperheid aan den
spotnaam les gueux (de bedelaars,) dien
de hovelingen van de landvoogdes Mar-
garetha van Parma hun hadden gegeven,
zulk een te water en te land gevreesden
klank gegeven had, die geuzen werden
door de Spanjaards nauwelijks gloeiender
en feller gehaat dan door Jan van der
Meulen, hun eigen landgenoot, die telkens
eene vlaag van dolle woede kreeg, wan
neer de mare van eene overwinning door
hen behaald, Leiden binnendrong.
Sedert lang hielden in deze stad de
familiën van gezeten burgers, van den
rijksten handelaar tot den geringsten
handwerksman, zich verre van alle ver
keer met de officieren en soldaten van
de Spaansche bezetting. Alleen in het
huis van mijnheer van der Meulen waren
de eersten dikwijls en gaarne geziene
gasten, en men vertelde elkander, dat hij
de vrijage van de beide kapiteins Rodrigo
Hermannez en Pedro Defuentos. om zijne
dochter, in alle opzichten begunstigde, en
dat het alleen daarom noch den eenen,
nog den anderen gelukt was, de hand
der rijke erfdochter te winnen, dewijl
het aan deze zelve zwaar viel eene keus
te doen [tusschen de twee vrijers, die
evenzeer uitmuntten door aanzienlijke ge
boorte en rang, als door het voortreffe
lijke hunner persoonlijkheid. Maar heden
verwachtte men bepaald, dat de beslis
sing ten gunste van den een of den
ander zou vallen, want men geloofde
algemeen, dat Jan van der Meulen dit
bal, welks pracht en luidruchtig feestge
joel zulk een snijdend contrast vormde
met den vreeselijken ernst der tijden
wier druk zoo zwaar op de harten der
Nederlanders rustte, slechts had aange
legd om de verloving van zijne dochter
op recht schitterende en nralende wii»»