nieuwe Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND. N. 59. Zaterdag 24 Juli 1886. Vijftiende Jaargang. abonnementsprijs: VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. advertentien: Vacantie. BINNENLAND. F euillet On oorspronkelijke Novelle t. p. van baeren. AMEBSFOOBTSCHE COURANT. VOOR Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzondert ij ke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort. Van 16 regels 0,40 iedere regel meer B Cent. Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. De meesten onzer zullen zich nog wel iets te binnen kunnen brengen van de tooverachtige melodie, die dat woord eenmaal in hun ziel deed klinken. Gelijk het den reiziger in den vreemde gaat, wien een bloem uit zijn vaderland wordt vertoond, zoo is het ook ons te moede, wan neer wij, zwervelingen op de hobbe lige paden des levens, een klank opvangen, in een vroeger tijdperk zoo dierbaar en zoo beteekenisvol. Niet waar zonder nu juist trager geweest te zijn en meer op uitspan ning belust dan andere knapen, hielden we toch dol veel van de vacantie. De voorstelling, die we er van vormden, beantwoordde aan onze idealen van vrijheid en zelfstan digheid; losgemaakt uit het gareel, waarin we zooveel maanden achter een den weinig afwisselenden loop der dagelijksche plichten hadden afgelegd, zouden we naar hartelust kunnen rondspringen, kunnen vis- schen en varen, kunnen wandelen en stoeien; misschien nog wel eeni- gen tijd uit logeeren gaan, of een reisje doen, wie weet waarheen, kortom, 't was de welaangename tijd, de tijd van onvermengd genot! Wat al afspraken werden er gemaakt, om toch vooral vroeg op te zijn, ten einde niet meer tijd dan volstrekt noodzakelijk was te wijden aan de prozaïsche bezigheid van het slapen hoeveel ondernemingen op 't getouw gezet, uitsluitend ten doel hebbende, door samenwerking het gemeenschap pelijk genot te verhoogen! 't Is waar, dikwerf was de voor smaak van de vacantie nog het beste en genoegelijkste wat er aan was, en gaf de onderlinge bespreking dei- beraamde plannen meer genot dan de uitvoering. Want meestal bleek, dat we ons van de vrijheid een al te absoluut begrip hadden gevormd, en dat er, buiten den onze, nog een andere wil bestond, die de al te weelderige openbaringen eener ban- delooze jongens-dartelheid binnen zekere grenzen beperkt hield. Op een afstand gezien leek de pret grooter dan zij inderdaad was, in tegenstelling met verwijderde stoffe lijke voorwerpenof liever, wij zagen er alleen de fantastisch gekleurde lichtzijde van, terwijl de schaduwen eerst te voorschijn kwamen als wij er werkelijk in waren. We hebben ons bijvoorbeeld steeds trachten te ontveinzen, dat we ons vaak verveel den, vooral indien onze ouders nu juist niet in de gelegenheid waren, zij, voor wie de eene arbeidsdag zich altijd vastschakelde aan den andere, om telkens nieuw voedsel te geven aan onze begeerte naar uitspanning; en als, tegen het einde van dien tijd, vader zoo eens leukweg zei: «Jongen, 'k zal blij wezen als de vacantie om is, en jij dan had den wij den moed niet, een beves tigend antwoord te geven, maar toch deden we er wijselijk het zwij gen toe. Dit nam niet weg, dat we jaar op.jaar dezelfde illusiën vormden, dezelfde luchtkasteelen bouwden, en dezen waren het vooral, die ons zoo bijzonder gelukkig maakten. Voor ouders, die in de noodzake lijkheid verkeeren hun kinderen elders een schoolcursus te doen vol gen, is de vacantie inzonderheid een tijd van genot, en het is niet onwaar schijnlijk dat zij er nog sterker naar verlangen dan hun lievelingen zelf. De laatst gewisselde brieven loopen bijna over geen ander onderwerp, en geen oogenblik is heerlijker dan dat, waarop de trein stilhoudt aan 't kleine station of de stoomtram haar bel laat hooren, om den held en de heldin in de armen zijner ouders te voeren. Wat is hij groot geworden sinds hij het laatst thuis is geweest, en dan zoo Hink, zonder slag of stoot overgegaan naar een hoogere klasse! Waarlijk, het is alsof de dorpsweg met eere poorten is beplant, zoo triomfantelijk is de tocht naar de ouderlijke woning, waar zelfs kat en hond schijnen afgesproken te hebben, het jonge baasje een feestelijke thuiskomst te bereiden. Wij hebben altijd medelijden met ouders, die met zekeren schrik tegen de vacantie opzien, waardoor zij gedwongen worden, gedurende eeni- gen tijd de geheele verantwoordelijk heid voor de opvoeding van hun kroost voor hun rekening te nemen hun terugdeinzen voor die taak bewijst, dat zij er nooit de bekoor lijkheid van hebben ervaren, en zij er dus het allerminst voor geschikt zijn. Slechts daar, waar de huishou delijke zorgen zóó drukkend zijn, dat elke vermeerdering van bemoeiingen een ondragelijke last wordt, begrijpen we dien tegenzin, die vooral ook een aandoenlijke zijde heeft, indien hij voortspruit uit het gevoel dat men den kinderen geen enkel genot kan aanbieden, waarop zij toch evenzeer aanspraak hebben, als de meer be voorrechten. Het is daarom, dat wij van heeler- harte de pogingen toejuichen van eenige menschenvrienden, om de kinderen der onvermogenden eenigen tijd mede te nemen naar de bosschen of naar het strand, ten einde ook dezen de rechte vacantie-vreugde te doen smaken. Voor de gezondheid des lichaams is zulk een medetrek ken naar een vacantie-kolonie van onschatbare waarde, maar meer nog, hiervan zijn we vast overtuigd, voor de gezondheid der ziel. Een reine harmonie van liefde en welwillend heid wordt den kinderen toegezongen in het geruisch der bladeren en in de zachte orgeltonen der zilte golven, een lied, dat lang nog zal klinken in hun gemoed, als de tijd der vacan- tiën reeds tot het verleden behoort. In de Staats-Ct. van 15 Juli jl. kwam de bevestiging voor van de sedert eenigen tijd loopende geruchten omtrent het bij den minister van oorlog bestaande voornemen tot oprichting van eene mi litaire school te Haarlem, om jongelieden voor den officiersrang bij de infanterie hier te lande op te leiden, en op die wijze te voorzien in het steeds toenemend incompleet aan officieren bij dat wapen, waartoe de bestaande inrichtingen van militair onderwijs onvoldoende blijken te zijn. De cursus aan die inrichting zal 2 jaren duren, doch alvorens tot de lessen er van te worden toegelaten, moeten de leerlingen gedurende één jaar een voor bereidende practischen cursus bij het te Haarlem garnizoen houdend onderdeel van het 4e reg. infanterie doorloopen. Die voorbereidende praclische cursus is toegankelijk voor hen, die in het bezit zijn van de getuigschriften of van het diploma, welke in 1885 of 1886, na goed afgelegd eind-examen der H. B. Scholen en gymnasia of van de z.g. examens A. en B. der Polytechnische School worden uitgereikt; rnet dien verstande evenwel, dat een vergelijkend examen zal worden gehouden, indien het aantal adspiranten het getal van 20 opengevallen plaatsen overtreft. Dit examen loopt over de moderne talen, de geschiedenis, de aardrijkskunde en de wiskunde, waarbij van alle exa minandi de kennis zal worden gevorderd, die wordt vereischt om het getuigschrift der gymnasia voor de faculteit der god geleerdheid, rechtsgeleerdheid of letteren en wijsbegeerte te bekomen. Ten aanzien van soldij, kleeding, voe ding, huisvesting enz. zullen de volontairs, dadelijk na hun in dienst treden, worden behandeld op den voet van hunne ka meraden bij den artillerie-cursus, en dus ontvangen: aan soldij: f0,75, zoolang zij geen graad bekleeden, en f0,80 en f 0,92, opvolgend in den graad van korporaal en sergeant, welke graden resp. na 4 en na 10 maanden kunnen verkregen wor den als toelage voor kleeding en repa ratie per dag fl,13, en voor aanschaf fing van boeken enz., bij plaatsing aan de militaire school en bij overgang in het 2. studiejaar telkens f20. In hetzelfde nummer der Staatscourant werden voor den zooeven genoemden artillerie-cursus, evenals in 1884 en 1885, 17 plaatsen opengesteld. Zooals bekend is, kunnen aan deze inrichting alleen dezulken worden toege laten, die, behalve dat zij in het bezit moeten zijn van het getuigschrift of het diploma als boven, hetwelk in 1885 of 1886 is uitgereikt, ook het bewijs kunnen overleggen van in de wiskundige vakken, waarvan de kennis bij eerstgemeld examen wordt gevorderd, te hebben voldaan. De aanvraag om toelating met de daarvoor gevorderde bescheiden moeten vóór 10 Aug. bij het departement van oorlog zijn ontvangen. Aan den getroffen maatregel valt veel succes te voorspellen. Te meer is zulks het geval, riu in den laatsten tijd de overige vooruitzichten van hen, die met goeden uitslag het volledig middelbaar of gymnasiaal onderwijs hebben gevolgd, er niet op verbeterd zijn, en die gaarne van de nieuw aangeboden gelegenheid zullen gebruik maken om kosteloos en in betrekkelijk zeer korten tijd eene eervolle positie in de maatschappij te verwerven. Ter voorkoming van misverstand wordt hierbij nog gemeld, dat de oplichting van de Militaire School te Haarlem in geen enkel opzicht tot nadeel strekt van de toekomst der Kon. Milit. Academie te Breda, noch van de vooruitzichten der onderofficieren, die bij de corpsen voor den officiersrang worden opgeleid, aangezien de hoofdcursussen te Kampen en 's-Hertogenbosch geheel op den be- staanden voet gehandhaafd blijven. De bekende Nederlandsche wiel rijder, de heer Kiderlen uit Rotterdam heeft te Gent op den internationalen wielrijders-wedstrijd, drie eerste prijzen gewonnen. Het eiland Wieringen is thans door eene telefonische verbinding met den vas ten wal in gemeenschap gesteld. Met het leggen van een onderzeeschen kabel is men Zondag gereed gekomen. Deze ver binding is voor de bewoners van het eiland van groot belang, daar tot heden aan het overbrengen van berichten zeer vele bezwaren waren verbonden. Deze belangrijke gebeurtenis wordt te Wieringen feestelijk gevierd. DOOR 5) Twee, driemaal las hij zijn geschrift nog eens over, dan sloot hij het zorvuldig in een witte envelloppe en gaf het den loopjongen over met den herhaalden last den brief in handen van de Jonge juffrouw te bezorgen. Ja, de tijd was voor hem omgevlogen. Bijna om den anderen dag had hij Mathildes nabijheid genoten en trots de tegenwoordigheid van ouders of voogden hadden zij elkander verstaan. Ook Mathil des hart kende slechts ééne gedachte «Arnold", evenals Arnold steeds in zijnen geest bij Mathilde verwijlde. «Is de jongejuffrouw te spreken," vraagde de opgeschoten knaap aan den bediende van Mijnheer Van den Winter. Op het oogenblik nietmaar ik wil de boodschap wel overnemen. «Ja, ziet u, ik moest haar dezen brief geven, en ik weet niet of.... O, laat mij daarvoor maar zorgen, ik weet wel, hoe dat gebeuren moet. De jongen reikte half ongeloovig den brief over en vertrok. De bediende las het adres en mom pelde lachend«Ja, ik begrijp het, ik heb het allang eerder verwacht. Nu, Tante, 't is goed, dat ge het niet weet. «Heb ik van m'n leven," klonk opeens de stem van Tante in levende lijve achter den bediende. «Een brief niet voor Tante, niet waar, maar voor Mathilde, is 't niet? Geef maar hier, ik zal hem wel bezorgen dat kan niemand beter dan ik. Onthutst hield de bediende het corpus delicti nog in de hand, en eer hij het voorzag, nam Tante het in bezit. Met triumfantelijken blik trad zij naar binnen. Ja, ja, man, daar zul je het hebben, zeide ze in zich zelve. eene liefdesverklaring in optima forma van Arnold aan Mathilde. De Heer Van den Winter hield juist zijn middagslaapje en Mathilde was boven. Nu, man ik zal je toonen, dat ik geen ongelijk had nu wil ik je bewij zen, dat Arnold en Mathilde je waak zaamheid bespot hebben. Jammer, Mathilde, dat ge hem niet lezen zult." In zenuwachtigen haast brak zij den brief open en verslond den inhoud, kramp achtig hield zij hem omklemd, toen zij gëeindigd had. Man ontwaak help me 1 riep zij wanhopend. Verschrikt vroeg de Heer van den Winter Wat is er Martha wat scheel je? O, wat het nu worden moet weet ik niet riep zij half schreiende uit, o lees hier, Arnold en Mathilde verloofd, en morgen komt hij, o lees, lees toch. Meer kon zij niet uitbrengen trillend reikte zij den brief over. Zoo, zoo, sprak de heer Van den Winter, staan de zaken zoo reeds? nu, dat had ik nog niet ver wacht. Men zegt de liefde is bliDd maar ik zeg, wij zijn blind geweest en de jongelui hebben terdege scherp uit hunne oogen gezien. Nu, daar zullen we eens over spreken moeten, niet waar, Martha? De ergernis van Mevrouw Van den Winter steeg ten top, nu haar wederhelft zoo koelbloedig het verschrikkelijk nieuws vernam. Maar m'n hemel man je wilt toch geen oogenblik er aan denken om Mathilde.... Aan dien Arnold te geven viel haar man in. Hm 1 we zullen er over spreken moeten vóór hij komt, dat is zeker; maar nu niet, want je bent vreeselijk opgewonden, Martha. En deze zaak eischt kalmte, want het geluk van twee levens staat op het spel. Mathilde kwam met de theestoof bin nen en Tante hield haar antwoord in. Wat scheelt er aan, Tante, vroeg zij angstig toen zij haar zoo ontdaan zag. Mathilde, Mathilde, brak Mar tha los, «kind, wat zijt ge be- gonnen. Mathilde werd bleek zij gevoelde bij ingeving, dat hare verhouding tot Arnold bedoeld werd en dien brief had onge twijfeld Arnold zelf geschreven, al wist zij ook niet wat hij behelsde. Vragend zag zij haren Oom aan; bij hem hoopte zij bescherming te vinden. «Mathilde, begon hij deze brief heeft Arnold aan u geschreven, maar hij is in Tante's handen gekomen. Wat zijn inhoud betreft, die geldt meer ons dan u, en daarom zullen we hem maar behouden. Tante en ik dienen echter nog van avond elkander er over te spreken, het is dus het beste, dat ge straks je vriendin Susanna maar eens gaat opzoeken. Ik zal je vergezellen en terug halen." Mathilde zweeg thans begreep zjj vol komen, dat Arnold haar over een engage ment geschreven had, al bleef het haar een raadsel, dat hij zich niet rechtstreeks tot Oom en Tante had gewend. Martha herademde haar man immers vond den stap, waartoe Arnold wilde overgaan gewichtig genoeg, om dien rijpelijk met elkander te overwegen. Nu zij was reeds te voren overtuigd, dat haar man haar niet overwinnen zou. Een weinig later verliet Mathilde met haren Oom het huis, om naar Susanna te gaan, de eenige vriendin die zij in de gansche stad bezat. Haar Oom ontweek elk aanroeren van het punt in questie, en ook Mathilde durfde er niet op terug te komen. Zij spraken weinig, want beiden waren vol gedachten, Mathilde voelde het gansche gewicht van de zaak, die thans beslist zou worden zij had meer te vreezen dan te hopen, want zij had maar al te zeer opgemerkt, hoe Tante er over ontdaan was. En ook Oom, meende zij, had zijne ge wone opgeruimdheid verloren en scheen onaangenaam gestemd te zijn. Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1886 | | pagina 1