NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND. OVERWQNRER. N. 60. Woensdag 28 Juli 1886. Vijftiende Jaargang. VOOR VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort. BUITENLAND. BINNENLAND. F euillet on. Oorspronkelijke Novelle AMEBSFOOBTSCIS COURANT. abonnementsprijs: Per 3 maanden 1Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. ADVERTENT I EN! Van 1 6 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. De Markies van Salisbury in En geland teruggekeerd, heeft de opdracht der Koningin, om een nieuw Kabinet samen te stellen, aanvaard. Lord Har- tington heeft pertinent geweigerd als Premier op te treden en wil zelfs £een deel van het nieuwe ministerie uitmaken. Salisbury zal dus zoo gemakkelijk «iet met zijn Kabinet klaar komen. Het is tamelijk wel officieel, dat hij zelf alleen Premier blijft en niet de post van Mi nister van Buitenlandsche zaken daarbij op zich nemen zal. Men zegt, dat zijne gezondheid hem daartoe noodzaakt, daar hij lijdende is aan eene kwaal, die hem waarschijnlijk reeds spoedig noodzaken zal het publieke leven vaarwel te zeggen. In Ierland heeft men niettegenstaande Gladstone's nederlaag besloten een stand beeld voor hem op te richten. Dit zal geplaatst worden te Dublin, op College Greende plaats van het eerste Iersche Parlement. Er is eene inschrijving daartoe geopend van een shilling per persoon. In een onderhoud, dat eenige dagen geleden tusschen Bismarck en een voor naam persoon werd gehouden, en waarbij door laatstgenoemde werd opgemerkt, dat de horizon vol zwarte stippen is, en de politiek van Rusland en Frankrijk op zich zeiven voldoende is om wantrouwen te wekken, werd door von Bismarck ge antwoord: »Er is geen grond voor we zenlijke vrees. Wij houden de oogen wijd open en zullen geen mogendheid toela ten den vrede van Europa in gevaar te brengen." Intusschen blijft Duitschland bij zijne Kolonisatiën voortdurend moeilijkheden ondervindeu. De landstreken er. goudvel den, liggende tussehen Manica en Tete, aan de Zambesi, onlangs door een Duitsch onderzoekingsreiziger ontdekt, zijn door de gouverneur van Manica, namens de Portugeesche regeering geannexeerd. Na tuurlijk zal hieruit wel weder gehaspel en geharrewar ontstaan. Bij de Spaansche Kamer is nu een wetsontwerp ingediend tot volkoming vrij making van de negers op Cuba, door de opheffing van het beschermheerschap over de zwarten. De wet zal eerst in de win- terzitting behandeld worden. Verleden Zaterdag is de voorzitter van het Deensche Folkething, Berg, na het ondergaan der hem opgelegde gevange nisstraf van zes maanden, weder op vrije voeten gesteld. De commissie, welke zich gevormd had om ter eere van genoem den heer eene openbare manifestatie te houden, was aanvankelijk voornemens geweest, die te houden bij Kopenhagen in eene openbare wandelplaats. Op grond dat dit terrein tot het domein behoort, heeft de minister Estrup verboden, dat de bijeenkomst daar zou gehouden worden. Daarna was de commissie voornemens haar aan de overzijde van de Sont op Zweedsch gebied te houden, doch de Zweedsche regeering weigerde hare toe stemming. Nu heeft de samenkomst plaats gehad te Mariënlyst, bij Elseneur, op ter rein, dat bijzonder eigendom was. Voor 10,000 personen, meest inwoners van Kopenhagen, die met 16 stoomschepen daarheen waren gevoerd, heeft de heer Berg eene rede gehouden, waarin het ministerie heftig werd aangevallen. De orde werd niet gestoord. Volgens de nHaagsche kroniek" der N. Gron. Ct. zou 's Konings gezond heidstoestand geenszins bevredigend zijn. Z. M. lijdt aan eene groote mate van vermoeienis en matheid, gevolg van zijne nierziekte, die thans ook op de maag een nadeeligen invloed begint uit te oefenen. Van daar dat het aangekondigd bezoek van den Koning van Portugal, in ons land, volstrekt geen officieel karakter hebben zal, en vermoedelijk zelfs een bezoek van dien vorst aan onzen koning achterwege zal blijven. De Portugeesche koning zal alleen Amster dam en den Haag bezoeken en misschien ook Rotterdam, doch zijn verblijf hier te lande zal strikt incognito en van slechts korten duur zijn. Men verwacht, dat de Tweede Kamer na het onderzoek in de afdeelin- gen en na afdoening van wetsontwerpen van ondergeschikt belang, waaronder de wijziging van de gestichtenwet, die met 1 Sept. in werking moet treden, aan het einde der week tot nadere bijeen roeping zal uiteengaan. De audiëntie van den minister van financiën zal op Donderdag den 29. Juli a. s. en die van den minister van marine op Vrijdag den 30. Juli niet plaats hebben. Het station aan het IJ te Amster dam, dat reeds tot zooveel besprekingen en beoordeelingen aanleiding heeft gege ven, omtrent welks overkapping eenigen tijd geleden zoo onrustbarende berichten zijn ontstaan, nadert te midden van al die tegenstrijdige meeningen toch lang zamerhand zijne voltooiing. De geheele betimmering der verschil lende localen i3 gereedmen is nu bezig de goederenbureaux, wachtkamers, da mestoiletkamers, corridors en de groote vergaderzaal te schilderen. De groote vestibule is bijna geheel en al afgewerkt en maakt nu reeds een imposanten indruk. Onder het perron is men voor reke ning van de Hollandsche Spoorwegmaat schappij bezig om het noodige in orde te brengen voor de werktuigen voor electrisch licht en voor de hydraulische beweegkracht. De groote reliefs aan de beide torens worden gebeeldhouwd. Zij zijn ontwor pen door prof. Vermeden te Leuven. Het modelleeren en het uitvoeren van deze twee reliefs kost alleen ongeveer 20000 gulden. Eerlang zullen ook de kolossale wijzer platen worden aangebracht. Zij zijn ver vaardigd van lave émaillée. Het Nederlandsche wapen boven in den hoofdgevel en daaronder de gekleurde wapens van de hoofdsteden van Europa en van de Nederlandsche provinciën zijn reeds geplaatst. Boven de drie groote boogramen ziet men in het midden de Amsterdamsche stedemaagd, met figuren ter rechter- en linkerzijde. In het Koningspaviljoen bevinden zich kinderreliefs, voorstellende: het vertrek, de reis en de aankomst. Men koestert de gegronde hoop, dat behalve het beeldhouwwerk, het gebouw zelf op het einde van het jaar kan wor den opgeleverd. De op de vleugels staande erkers, wier bestemming de nieuwsgierigheid van het publiek opwekt door een geestig schrijver ^preekstoelen" genoemd zul len, zoodra de overkapping geheel gereed is daar, aansluiten en daarmede een geheel vormen. Het voorplein zal nog belangrijk moe ten worden afgegraven, waardoor het gebouw van de Prins Hendrikkade gezien, veel beter te voorschijn zal treden. Aan de opritten, welke moeten dienen om de perrons te naderen, zonder het gebouw door te gaan, is men druk bezig. Het antwoord op de vraag van het publiek, of het gebouw spoedig in gebruik zal worden gesteld, hangt geheel en al af van de overkapping; daaromtrent is nog niets beslist. Bestaat er mogelijkheid, dat men daar aan zal kunnen doorwerken, dan kunnen ook de drie perrons, waarvan er twee door tunnels zullen worden bereikt, in orde worden gebracht, en wellicht zal dan de zomer van 1887 het feit vermel den, dat de houten loods is verlaten en Amsterdam zijn station heeft in gebruik genomen. Arnst De Nederlandsche Centraal-Spoor- wegmaatschappij heeft zich op nieuw tot burgemeester en wethouders der gemeente Kampen gewend ditmaal met verzoek haar voorstel aan het oordeel van den gemeenteraad te willen onderwerpen nopens het opheffen (bij wijze van proef) van den eersten doorgaanden trein van Kampen tot Zwolle, no. 2, en van den laatsten doorgaanden trein van Zwolle tot Kampen, no. 9, nadat omtrent het postverkeer met de rijks-administratie op andere wijze de vereischte voorziening zal zijn getroffen. In plaats daarvan wenscht de maatschappij de volgende lokaaltreinen te doen loopen Van Zwolle naar Kampen 7.20, 8.45, 3.40,10.5 van Kampen naar Zwolle 8.5, 3, 9.15,10.30, Er zullen dus drie doorgaande treinen blijven bestaan, 't welk met de vier lokaaltreinen, tusschen Kampen-Zwolle, zeven treinen per dag in iedere richting zou geven, tegen negen in het geheel den vorigen winter. Het Hoofdbestuur der Ned. Ver. tot bevordering van Zondagsrust heeft zich tot de Directie der Exploitatie- Maatschappij gewend met het verzoek om des Zondags geene pleizierti-einen meer te laten loopen. Het bestuur grondt dit verzoek voornamelijk op den druk door dezen buitengewonen Zondagsarbeid uitgeoefend, direct op de ambtenaren der Maatschappij en indirect op vele anderen, b. v. op het personeel der trams. Het wijst op het voorbeeld der Rijnspoorweg-Maatschappij, die sedert eenigen tijd hare goedkoope treinen op werkdagen laat loopen en zich nooit genoodzaakt heeft gezien deze gewoonte te wijzigen. In het Zuiden van Limburg heerscht op het oogenblik eene ziekte onder de varkens. Vele dezer dieren moesten reeds afgemaakt worden tot groot verlies van de eigenaars. In Breda en omstreken zijn in de laatste dagen weer eenige gevallen van hondsdolheid voorgekomen. N. R. Ct. Uit Leiden meldt men aan de N. R. Ct. Een ringpredikant wilde Zondag te Leiderdorp de godsdienst-oefening waar nemen. Door lieden uit de volksklasse werd hem echter de toegang tot den preekstoel versperd, waarna hij door de politie in staat werd gesteld, op den preekstoel te komen. De gewezen predi kant jen kerkeraad volgden toen ook. De heethoofden klommen over de banken en bedreigden den ringpredikant, die alzoo onmogelijk godsdienst-oefening kon houden. Hij verliet derhalve den preek stoel, wier toegang werd bezet door den hulpofficier van justitie. De gewezen predi kant trad nu voor het voorlezersbordje en hield godsdienst-oefening. Door de be voegde overheid is proces-verbaal opge maakt. Met Paschen 11. zegt de N.R. Ct. vervoegde zich ten huize van den land bouwer v. R. te Kralingen, een welge kleed heer, voorgevende te zijn Jhr. Ru- dolf Theodorus Eckhart van Heeckeren. Hij wenschte bij v. R. opgenomen te worden tegen eene ruime betaling, daar hij op de hoogte wilde komen van het landbouwvak. Zoo v. R. daartoe genegen was, zou hem dat geen windeieren leggen, vermits de jonker op 24 Juli van dit jaar meerderjarig werd en alsdan v. R. als zetboer op eene hoeve zoude plaatsen. Aan geld had de jonker geen gebrek, en bij zijne meerderjarig wording zou hij in het bezit gesteld worden van een groot kapitaal. DOOR T. P. VAN BAEREN. 6) Hartelijk werd zij door Susanna ont vangen doch het kostte haar heel wat inspanning het gesprek van hare vriendin te volgen, hare gedachten waren den ge- heelen avond bij Oom en Tante, die thans haar pleit beslisten. Nauwelijks had de Heer Van den Winter zich behoorlijk neer gezet, of Martha begon reeds haar hart lucht te geven. Neen, zij had volstrekt niets op Arnold tegen, zij vond hem zelfs een degelijk jongraensch, maar hij was de trotsch van Mevrouw Van den Hooghen, en dat on- verdragelijk schepsel schoonmoeder van Mathilde te zien worden, neen dat wilde of kon zij niet dulden. En daarenboven, Arnold was nog zoo jong, en had nog geen eigen positie al was zijne toekomst ook gunstig. Mijnheer Van den Winter verklaarde, dat ook hij met Arnold zeer ingenomen wasdat hij moeilijk eene betere we derhelft voor Mathilde zou kunnen vinden. Ja, hij was jong, maar het was immers nog geen huwelijk slechts eene nadere kennismaking daartoe, en mocht die ongunstig uitvallen, welnu, dan kon ieder nog zijn eigen weg gaan. Martha bleef echter onverbiddelijk en haar man kon het niet van zich verkrij gen Arnold zonder troost weg te zenden. Laten we dan den middelweg in slaan, besloot Mathilde's Oom, laten we het eigenlijke engagement nog een tijd verschuiven, maar voor de beide jongelui eene nadere kennismaking niet verhinderen. Laten zij elkander spreken en schrijven, en laat ons dan verder zien, wellicht dat de tijd voor ons beter werken zal, dan wij verwachten mogen. In vredes naam dan I zei Tante, en al had zij niet ten volle gezegevierd, ja al had zij in den grond der zaak de nederlaag geleden, het engagement was voorloopig verhinderd, en de tijd, dacht ze, zal beiden wel genezen. VI. Een half jaar was voor de beide jon gelieden, levende en droomende van de oude, maar voor hen toch nieuwe, rozen geur en maneschijn voorbijgegaan, toen aan hunnen hemel der liefde, eene don kere wolk opdoemde. Het was in de eerste dagen van het nieuwe jaar, dat Mathilde des avonds in de schemering over het marktplein staarde. Dicht vielen de donzen sneeuwvlokken neder, zoo zelfs dat slechts een oogen blik het versche spoor der voorbijgangers zichtbaar bleef. Mathilde scheen zeer aan gedaan het licht der lantaarn op den hoek viel over haar gelaat, dat met eene mat bleeke kleur was uvertogen. Blijkbaar verkeerde zij in groote spanning en scheen zij met ongeduld de komst van zeker iemand af te wachten. Want zoodra haar adem de ruit besloeg, veegde zij die met haren zakdoek weer schoon en draaide dan weder hetzelfde punt uit. Van tijd tot tijd zag zij achter zich in de kamer, waar in den hoek een ge smoord snikken gehoord werd. Eensklaps sloot Mathilde de luiken aan de binnenzijde en stak haastig het gas licht op. Bijna tegelijkertijd werd de deur geopend en een heer trad binnen. Even sloeg hij zijne blikken om zich en ging dan naar het ledikant in den hoek. Martha hief hare beschrijde oogen naar den arts op, en volgde gespannen het onderzoek, dat hij omtrent den ziekte toestand van haren rnan instelde. De zieke lag als bewusteloos en zijne adem haling was nauw merkbaar. Wat dunkt u vroeg zij met gedempte stem aan den geneesheer, is er hoop?" 't Is eene hevige beroerte, die uwen man getroffen heeft, zeer hevig zelfs, doch wij willen den moed niet op geven. Groote tranen rolden uit Martha's oogenzij gevoelde welk een zwakken stroohalm de arts haar toewierp. Ook Mathilde kon hare tranen niet weerhou den, en slechts met veel inspanning hoorde zij de raadgevingen, die de geneesheer omtrent de behandeling van den zieke gaf. Vóór de nacht komt, zal ik nog terugkeeren, ik hoop dan eene gunstige wending te mogen constateeren." Met deze woorden verliet de arts de beide vrouwen, die in diepe droefheid alleen achterbleven. Angstig sloegen zij voortdurend den zieke gade, doch geen enkel teeken ten gunste of ten kwade, konden zij waarnemen. Alleen de arts, die ten tweeden male terugkwam, schudde bedenkelijk het hoofd, als vreesde hij het ergste. Met pijnlijke spanning wach ten de beide vrouwen den uitslag van zijn onderzoek af, doch hij vermeed streng elke besliste uitspraak. Zoodra gij eenige verandering in dezen nacht bespeurt, laat mij dan aan stonds wekken" besloot hij en ver trok. Toen den volgenden morgen de eerste stralen der bleeke winterzon in de kamer drongen, zaten Martha en Mathilde in stornrne smart bij het lijk van den diep betreurden man. Martha had haar echt genoot, Mathilde haar Oom en midde laar tusschen Tante en Arnold verloren. Geen der beide vrouwen kon zich nog van die harde waarheid overtuigen die noodlottige slag was te snel gekomen om hem in al zijnen omvang te ge voelen. Met bevende hand zette Mathilde zich des namiddags neder om Arnold te schrij ven. Vaak hield zij een geruimen tijd op, want nu eens verduisterden de tranen haar gezicht, aan weder werd zij hevig door de gedachte, die zij neerschreef ge schokt. Eerst na een uur had zij den brief geëindigd en las hem nog eens zacht over: Beste Arnold. O, wie had ooit kunnen denken, dat in het leven vreugde en droefheid zoo na bij elkander wonen. Eergisteren nog schreef ik u in de vroolijke stem-

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1886 | | pagina 1