Plaatselijke berichten.
Provinciale berichten.
Het Oproer te Amsterdam.
gerief door het reizend publiek zeker op
prijs zal worden gesteld.
Eene te Leiden gevormde vereeni-
ging, die zich ten doel stelt den gedenk
dag van Leiden's ontzet op waardiger
wijze te vieren dan tot heden het geval
was, heeft het programma voor den 3n
October a. s. vastgesteld. Op Zondag
zullen geen festiviteiten plaats hebben
alleen zullen de vlaggen worden uitge
stoken. Maandag wordt het feest ingeleid,
des morgens om 9 ure, door het muziek
corps der Leidsche dd. schutterij, dat
gedurende eenigen tijd van den stadhuis
toren koraalmuziek zal doen hooren; des
middags zullen op verschillende plaatsen
in de stad muziek-uitvoeringen worden
gegeven en een optocht worden gehouden,
waaraan onderscheiden corporatiën zullen
deelnemen. Voorts zal aan 1000 mannen
en 1000 vrouwen haring en brood wor
den uitgedeeld en de dag worden beslo
ten met een concert en vuurwerk.
De Directeur van het Postkantoor
alhier maakt bekend, dat eene verbeterde
Dienstregeling (zomerdienst) uitgegeven
is, welke aan dit kantoor verkrijgbaar
wordt gesteld tegen inwisseling van de
in Juni jl. uitgegevene.
De Directeur,
C. SMITT.
Amersfoort, 26 Juli 1886.
Zondag a.s. zal de Godsdienstoefe
ning der Vrije Ger. gemeente des mor
gens half tien en des avonds vijf uur
geleid worden door den heer Werner
van Amsterdam.
Onze stadgenoot, de heer W. Went-
zel, is op de landbouwtentoonstelling te
Zwolle voor eene inzending van duiven
met een verguld zilveren medaille be
kroond.
Door den heer B. A. van Ruyven
is een schrijven aan de Kamer van Koop
handel gericht, waarin hij de Kamer
mededeelt, dat hij wenscht op te houden
er deel van uit te maken.
3. Ontwerp-verordening houdende bepa
lingen tot voorkoming van brand, en
ontwerp-verordening houdende bepalin
gen in acht te nemen bij het ontstaan
en met betrekking lot de blussching
van brand.
4 Benoeming eener Commissie van vijf
leden bedoeld bij het voorstel van den
heer De Koningh, inzake de plaatselijke
belasting.
5. Samenstelling van de voordracht tot
benoeming van Zetters voor 's rijks
directe-belasting.
Lijst van brieven geadresseerd aan
onbekenden, verzonden van het Postkan
toor te Amersfoort, over de 2e helft der
maand Mei 1886:
1. Mej. C. Stein, Bussum.
2. L. Hulcke, Nijmegen.
3. Roelof Willems, Pulten.
4. J. H. Lenderink,
Van het Hulpk. Hoevelaken.
5. M. v. Es, Amsterdam.
Briefkaart.
1. Sonnemeijer, Amsterdam.
322ste STAATS-L.OTERIJ.
EERSTE KLASSE.
Trekking van 26 en 27 Juli.
(1000 loten.)
Ten Kantore van den Collecteur te
Amersfoort zijn aan de navolgende num
mers te beurt gevallen
Prijs van f200.
No. 5843.
Prijzen van t £0.
487, 505, 514, 529, 541, 545, 2232,
2236, 2241, 2243, 2261, 3004, 3023,
3025, 3028, 3075, 3147, 3163, 3178,
4777, 4786, 4789, 5215, 5222, 5227,
5231, 5237, 5260, 5269, 5285, 5290,
5334, 5348, 5810, 5822, 5832, 5838,
5852, 5861, 5881, 5889, 5912, 5918,
5963, 11806, 11866, 11867 11895,
17303 en 17323.
Te zamen 51 prijzen.
De landbouwer, tuk op het voorge
spiegelde voordeeltje, nam dadelijk den
jonker op in zijne woning en bereidde
hem eene plaats aan zijnen disch.
Van betaling van het kostgeld was
natuurlijk bij iemand van zoo hoogen
stand geen sprakedat zou wel terecht
komen. Wat vooral vertrouwen gaf, was
dat den jonker landbouwcouranten toe
gezonden werden, met vermelding van
titels op het adres.
Toen echter het verhuisbiljet van den
nieuwen bewoner, die in de laatste dagen
veel te Kralingen zich ophield, werd op
gevraagd, gaf hij voor op reis te moeten,
om eene boerenhofstede te koopen, daarbij
verzoekende het horloge van v. R. even
voor een dag te leen te mogen hebben.
Van R. gaf o. m. het gevraagde, doch
jonker Van Heeckeren laat op zich wach
ten.
De zich noemende Jonker v. Heeckeren
is klein van persoon, schraal van uitzicht,
zwart geknipt haar; hij is gekleed met
zwart pak, phantasiehoed en heeft als
merkbaar teeken een houten been. Dat
de landbouwer v. R. met een sluwen
oplichter te doen heeft gehad, valt niet
te betwijfelen.
Betreurenswaardige wanordelijkheden
hebben de laatste dagen op de Linden-
gracht te Amsterdam plaats gehad. Eeni-
ge bewoners uit die buurt vermaakten
zich Zondagmiddag met het zoogenaam
de «palingtrekken", waartoe men ver
gunning had gevraagd, welke echter ge
weigerd was. Ondanks die weigering was
men toch met den wedstrijd tegen half
vijf begonnen en men had blijkbaar niet
veel zin om daarmede te eindigen, toen
een paar politieagenten dit verzochten.
Een der agenten sneed het touw, jwaar-
aan de paling bevestigd was, door, maar
moest die daad duur betalen, daar het
volk, verbittert, dat men het in zijn ver
maak stoorde, den agent geducht te lijf
ging en men hem ernstig mishandelde.
Men ontbood toen versterking der po
litie van de Noordermarkt, welke echter
toen zij met sabel en stok de orde wilde
herstellen, de menigte nog woedender
maakte, en die dan ook op een hagelbui van
keisteenen onthaald werd. Menig agent
werd door zoo'n steen getroffen en was
daardoor niet meer in staat zijn dienst
te doen. Men liet van alle sectiën politie
agenten aanrukken, maar was toch niet
in staat de orde op de Lindengracht en
in de omliggende straten geheel te her
stellen, daar niet alleen de mannen en
jongens op straat met steenen gooiden
en zelfs eenige agenten de sabels ontna
men, maar ook de vrouwen mede hielpen
en uit de vensters potten, steenen en
dakpannen, ja zelfs ijzeren potten op de
politie wierpen. Het was voor de agen
ten een zeer gevaarlijk baantje om in
die buurt te blijven, en op een oogen-
blik kwamen een paar agenten met een
inspecteur zoo in het nauw, dat zij zeer
veel gevaar liepen in de gracht gedron
gen te worden.
Een brigadier werd zwaar gewond en
verschillende personen moesten naar het
gasthuis vervoerd worden.
Ziedaar dus een kleine oorzaak, die
groote gevolgen had Aan wien de schuld
lag is vooralsnog zeer moeielijk uit te
maken en welke opgevijzelde en ver
draaide geruchten er daarover ook in
omloop zijn, zal men toch wel doen, zijn
oordeel op te schorten. Het volk dacht
dit in zijn oog onschuldig spel in eigen
buurt te mogen spelen, en de politie
agent handelde zeker naar voorschriften.
Er zijn harde klappen gevallen die heel
wat leed veroorzaakt zullen hebben en
onaangename herinneringen zullen ach
terlaten. Vroeger had juist die politie-
sectie betrekkelijk zeer weinig last van
de bewoners dier buurt en wederzijdsch
was de verstandhouding goed, thans zal
de verhouding zeker wel zeer gespannen
blijven.
ming van eene gelukkige liefde, thans,
helaas, bevind ik mij in den diepsten
rouw.
Schrik niet, mijn waarde, als ik u een
vreeselijken slag berichten moetik ben
te droef aangedaan, om mijne woorden
met omzichtigheid te kiezen. Bereid u
dus voor op een smartelijk verlies.
Gisteren middag waren Oom en ik
nauwelijks van onze wandeling te huis,
of hij klaagde, dat hij een onpleizierig
gevoel had. Eer er een half uur ver-
loopen was, had hij reeds alle bewust
zijn verloren. Ijlings lieten wij den arts
halenen wat wij vreesden, moesten
wij uit zijnen mond vernemenOom
was door eene beroerte getroffen. Reeds
heden morgen is hij overleden.
O, Arnold ge kunt niet begrijpen hoe
smartelijk mij dat verlies valt. Ik had
hem lief als mijn vader, hij mij als zijn
kind. Dubbel treft mij zijn verlies daar
hij ook ons beider beschermer was. Gij
weet het zelve en wij hebben het alleen
aan hem te danken, dat wij onze kennis
making mochten voortzetten, want Tante
alleen zou daarin nooit toegestemd hebben.
O, ik zie de toekomst duister in; ik
vrees, dat boven onze hoofden zich
donkere wolken zuller. samenpakken, ook
gij weet, hoe Tante over onze verhou
ding denkt. De Hemel geve, dat zij, die
Vooreerst althans is men nog zeer ver
bitterd, hetgeen trouwens maar al te
goed eergisteren te bespeuren was.
Een groote politiemacht was op de
been, die onophoudelijk in de omliggende
straten en op de grachten charges moest
maken en dan opnieuw op een regen
van straatsteenen werd onthaald. Des
morgens had men de straat laten maken,
maar in den voormiddag waren de stee
nen er weder allen uit.
Tegen den middag verergerde de toe
stand nog meer. Den geheelen dag had
men oploopjes en opstootjes blijven hou
den en de stemming bleef zeer opgewon
den terwijl de Socialisten van het op
roer profiteerden dooi op te ruien en het
vertoonen van roode en zwarte vlaggen.
Hoopen steenen werden in de straten
opgeworpen als barricades, en daarop een
roode vlag gezet, vrouwen en kinderen
droegen steenen de trappen op, om die
later op de agenten te kunnen werpen.
Om vier uur maakte de politie een charge
en dreef de menigte terug; maar moest
later zelf weer achteruit voor den stee
nenregen. Verschillende personen werden
onder woedend verzet gearresteerd, doch
eindelijk moest de politie het opgeven,
daar zij overal en fel bestookt werd. Nu
kwamen de militairen in groot getal op
dagen. Een geweldigen indruk maakte
die verschijning op de nieuwsgierigen,
terwijl de woede van de oproermakers
er des te erger door scheen te worden.
Het 7e regiment infanterie, een detache
ment huzaren en iets later de vesting
artillerie kwamen op het terreinmaar
ook het volk kreeg versterking; uit alle
straten kwam men toestroomen en ook
de militairen werden op een regen van
keisteenen onthaald. Doch het schouw
spel veranderde spoedig en werd ontzet
tend, toen de infanteristen vuur gaven.
Afgrijselijk was het om aan te zien
hoe dooden en gekwetsten tegen den
grond vielen en ondanks dat bleef het_
verzet, zoowel van de straat als uit de
huizen hevig. Het was hard tegen hard
en zonder genade, werd straat op straat
schoongeveegd en wat weerstand bood
neergeschoten. Het was ontzettend om
aan te zien 1 Gegil en geschreeuw van
alle kanten! Het politie-bureau kon alle
gewonden en dooden niet opnemen, die
trouwens onophoudelijk per draagbaar,
rijtuig of zelfs op planken naar het
Gasthuis werden vervoerd. Langs dien
geheelen weg stonden menschen geschaard
om dit treurig en aangrijpend schouw
spel gade te slaan. De militairen hadden
zwaar werk en werden zelfs met heet
water uit de vensters begoten. Een der
gelijk tooneel heeft de hoofdstad gelukkig
in geen tijden beleefd. Vele autoriteiten
waren aanwezig. De hoofdcommissaris
Steenkamp reed te paard rond en ver
toonde zich overal met de grootste
onverschrokkenheid.
Het aantal dooden en gekwetsten is
natuurlijk nog niet op te geven, maar
het moet zéér aanzienlijk zijn en aan
hulp is gebrek. De Lindengracht en
de omliggende straten geleken gisteren
morgen in de vroegte een groot bloedbad.
Den ganschen nacht hield de wederzijd-
sche verbittering aan en hadden voort
durend vijandelijkheden plaats.
Het Hbl. meldt omtrent de slachtoffers
van bet Amsterdamsche oproer:
In het Binnengasthuis zijn Maandag
avond 37 personen binnengebracht, die
meer of minder ernstig waren gewond.
Veertien personen waren reeds gestor
ven voor dat zij aankwamen, en heden
nacht stierven nog vijf anderen, terwijl
er nog drie gewonden bijkwamen. Er
zijn dus negentien dooden, welk getal
niet onwaarschijnlijk nog zal worden ver
meerderd.
De aan het Gasthuis verbonden ge
neeskundigen hadden gedurende den ge
heelen nacht handen vol werk om de
gekwetsten te verbinden en te verplegen.
Heden morgen werden de naaste betrek
kingen, ouders, echtgenooten en kinderen
bij de gekwetsten toegelaten, om, zoover
niet verstoren zal.
Zoo gij kunt, kom spoedig over, en
laat Tante zien, dat Gij Oom werkelijk
lief hadt. Misschien zal dit haar milder
stemmen.
Na de hartelijkste groeten
Uwe treurende
M.
Mathilde reikte den brief aan den
bediende over, om hem zoo spoedig
mogelijk op de post te bezorgen.
Den volgenden dag reeds trad Arnold
de kamer binnen. Mathilde was alleen.
Een schok ging haar door de leden, toen
zij hem de hand drukte.
Zie hier, zeide zij zacht, en
geleidde Arnold naar den overledene.
Arnold was diep aangedaanwel blonk
er geen traan in zijne oogen, man-
nentranen zijn zoo zeldzaam, zij vloeien
zoo diep uit het hart, maar zijn droef
gelaat teekende duidelijk stomme smart.
Mathilde!" zeide hij dan met
ingehouden stem, als schrikte hij voor
zijne eigen woorden, «wij hebben veel
verloren."
Tante kwam binnen. Toen zij Arnold
daar bij het lijk zag staan, zoo diep
geroerd, toen voelde zij iets voor hem,
waarvoor zij geen redenen kon vinden.
Wie had dat ook kunnen denken 1
begon hij tot haar, «het valt mij zoo
dit noodig was, hun identiteit te bewijzen.
Vele andere personen, die familieleden
misten, kwamen met angstig kloppend
hart vernemen of hun man of vader of
broeder in het gasthuis was opgenomen.
Wanneer zij dan in de gedoode personen
hun bloedverwant herkenden, dan ver
vulden zij de lucht met hunne jammer
klachten en geschrei.
Het getal politieagenten, dat door de
straatsteenen werd geraakt en gekwetst,
is ongeveer veertig. Slechts een viertal
is daarbij ernstig verwond en ongeschikt
voor den dienst.
De toestand van den inspecteur Bosz,
die Zondagavond zoo ernstig misbandgld
werd, is nog altijd zorgwekkend, even
als die van den politieagent, die een
messteek in de borst heeft gekregen.
Het getal dooden in het gasthuis zal
vermeerderd moeten worden met enkelen,
die niet naar bet gasthuis zijn gebracht.
De commissaris des Konings in Noord-
Holland was den geheelen voormiddag in
Amsterdam. Met den burgemeester be
zocht hij de gewonden in het Binnen
gasthuis en sprak hen vriendelijk toe.
Onder de gedooden bevinden zich twee
broeders, een jonge vrouw, wier naam
nog niet bekend is, en een handelsreizi
ger uit de Zaanstreek.
De stemming van het volk is treurig
en bitter, schrijft de Amsterdammer.
Wat er heden avond zal gebeuren, kan
onmogelijk gezegd worden. Er loopt een
gerucht, dat het volk zich sterker zal
wapenen dan gister, (maar de geruchten
zijn verward en niet betrouwbaar.
Mejuffrouw Eshuis, lid van de vrouwen-
socialistenvereeniging, is naar men zegt,
gearresteerd.
Een groote menigte, vooral nieuwsgie
rigen, beweegt zich (half drie) in de
straten en op de Lindengracht en staat
de verwoestingen aan te gapen, door de
kogels gemaakt.
Om één uur werd het detachement
mariniers door twee compagnieën infan
terie afgelost.
Volgens een daareven ontvangen tele
gram, tv as heden nacht alles rttstig. Het
aantal dooden wordt op 26 geschat, dat
der gewonden is niet te berekenen. Op
verschillende lijken werden afgescho
ten revolvers gevonden. De stemming is
overigens zeer ten gunste der politie.
In de zitting der Tweede Kamer
van gisteren werd mededeeling gedaan
van 's Konings antwoord aan de com
missie, belast met de aanbieding van het
adres. Z. M. verklaart daarin met groote
belangstelling den uitslag der werkzaam
heden van de Kamer af te wachten.
De heer Keuchenius werd als lid be-
eedigd.
De heer Lohman kondigde eene inter
pellatie aan over de jl. Zondag te Lei
derdorp door de politie verleende hulp
tot eerbiediging der besluiten van de
synode, zonder éen rechterlijke beslissing
aftewachten. Deze interpellatie zal Don
derdag behandeld worden na de inter
pellatie van den heer Reuther.
In allen ernst wordt door het vrou
wenblad Tesselschade het plan geopperd
om aan onze Universiteiten of aan bij
zondere inrichtingen van onderwijs gele
genheid te geven tot het opdoen van de
noodige kennis voor het ambt van... baker!
Dat mankeert er waarachtig nog maar
aan: gediplomeerde bakers. Natuurlijk
zou de Staat ook hier hebben te zorgen,
dat het bakeronderwijs neutraal werd
gehouden.
Naar het U. D. verneemt, worden
in de werkplaatsen der Ned. Rijn-Spoor
wegmij. ten behoeve en voor rekening
der Ned. Centraal-Spoorwegmaatschappij
nieuwe 3e kl. rijtuigen gebouwd, volgens
het bij eerstgenoemde maatschappij be
staand breed model.
De hierdoor verkregen meerdere ruimte
komt echter geheel ten goede van de
reizigers, daar het aantal zitplaatsen op
slechts vijf per bank werd bepaald, welk
moeilijk u in mijne eigen droefheid te
kunnen troosten, want ook mij smart
zijn verlies diep.
Een donkere wolk vloog over Martha's
gelaat; toch deden haar die woorden
goeden zij wist niet of het uit eigen
beweging, dan wel uit eerbied voor haar
ontslapen gade was, toen zij Arnold een
stoel aanbood.
Lang nog spraken de drie samen
geen van hen roerde de verhouding der
jongelieden aannu zij samen waren,
scheen niemand daarover te denken.
Mathilde echter voelde zich nog sterker
aangetrokken tot den jongeling, die zoo
oprecht in hun leed deelnam, en ook
Martha zag hem noode weer vertrekken.
De eenzaamheid, die thans in hare
woning heerschte, drukte haar zoo bang.
VII
Eene heldere Februarizon, die reeds
een voorgevoel [van de lente geeft, be
straalde Arnolds geboortestad.
Mevrouw Van Wijngaarden stond voor
den spiegel toilet te maken voor eene
visite, die zij in de nieuwe woning van
de Weduwe Van den Winter af zou
leggen. Zij scheen zeer verheugd te zijn,
want herhaaldelijk had zij moeite één
veelbeteekenend lachje te onderdrukken.
Zaterdagavond heeft zekere W. alhier
bij een twist zijn zoon een duim afge
sneden.
Onze vroegere stadgenoot, de heer
F. J. Schweinsberg, nu aan de kweek
school te Nijmegen als leeraar in de
muziek verbonden, heeft wederom het
genoegen gesmaakt, aan zijn leerling, den
heer N. A. H. Janssen van Nijkerk, door
de Nederl. Toonkunstenaarsvereeniging te
's-Hage, het diploma voor onderwijskunst
in den zang te zien uitreiken.
Maandagmiddag geraakte alhier het
zoontje van B., al spelende in de Korte-
gracht. doch werd gelukkig gered door
v. M-, die zich daartoe zonder bedenken
gekleed te water begaf.
Gisteren middag te 3 uur geraakte
het 8-jarig zoontje van de Wed. S., uit
de Krommestraat, bij het spelen met
andere kleinen, aan de Langegracht te
water. Door de spoedige hulp en ijverige
pogingen van den slager v. G. mocht het
gelukken de kleine zonder letsel weder
op het drooge te brengen.
Bij het hevig onweder, dat gisteren
morgen boven onze stad woedde, werd
door den bliksem een stuk van den bal
op 't R. K. Liefdehuis afgeslagen, zonder
evenwel meerdere schade te veroorzaken.
VERGADERING van den RAAD der
gemeente AMERSFOORT op Donderdag,
den 29. Juli 1886, des namiddags ten
1 ure.
Punten van behandeling
1. Voorstel van Burg. en Weth., tot het
plaatsen van eene pomp op het Havik.
2. Staat van oninbare posten, terzake
van den hoofdelijken omslag, dienst
1884.
v—
ftreclit. Het is aan de ijverige na
sporingen der beide rechercheurs alhier
mogen gelukken, de vermoedelijke daders
te ontdekken van de ergerlijke feiten,
welke in den voormiddag van den 18.
dezer, onder de gemeente Westbroek
plaats vonden. Zij zijn genaamd S., B.
en v. d. B. en allen te dezer stede woon
achtig. Na door den commissaris van
politie te zijn verhoord, zijn zij ter be
schikking der Justitie naar de cel over
gebracht.
Bij de door B. en W. alhier ge
houden aanbesteding van het verbouwen
der H. B. S. met 3-jarige cursus (Mid.
Onderwijs) aan de van Wijckskade, waren
ingekomen 14 biljetten waarvan de min
ste inschrijver was de heer W. A. G.
Jansen alhier voor de som van f14,788.
In de openbare zitting van de
Rechtbank alhier, had jl. Maandag mid
dag op plechtige wijze de installatie
plaats, van den nieuwbenoemden rechter
Mr. R. D. Baart de la Faille, |voor heen
rechter aan de rechtbank te Groningen.
Baarii, 25 Juli. Ten tweeden male
woonden wij een concert bij in de zaal
van het hotel Velaars, en ditmaal onder
gunstiger omstandigheden dan den vo-
rigen keer, daar de zachtere luchtsge-
ste'dheid toeliet, een groot deel van den
avond in den tuin door te brengen. In
de zaal zag het er door de flinkere op
komst van het publiek uit Baarn en om
streken ook zeer gezellig uit. Over het
concert zelve kunnen wij kort zijn. De
heer C. Coenen leidde op zijne gewone
energieke wijze de nummers van het met
zorg gekozen programma, waarvan de
namen Reinecke (ouverture Manfred),
Strauss en Wagner ons reeds genoeg
zeggen. Mocht eene Nocturne van Chopin
«Nu Marie! zeide zij in zich
zelve, »we zullen zien, of Mathilde
hem nog langer zal blijven beminnen, 't
Was ook al te dwaas van hem, reeds
bij de eerste ontmoeting verliefd op
haar te worden, en u, die hij uit zijne
jeugd kent, niet meer aan te zien. Mij
dunkt, Martha zal blijde zijn, als 'k haar
mijne geheimen blootleg, want de vorige
week nog, gaf zij mij nog duidelijk te
kennen, hoe eene verloving tusschen
Arnold en haar nichtje haar tegen de
borst zou stooten. Nu, Mathilde, ge zult
Tante thans zelve moeten gelijk geven,
dat er niets meer van komen kan.
Weldra trad Mevrouw Van Wijngaar
den naar buiten, zeker in de overwinning,
die zij behalen zou.
Mathilde had zooëven een brief van
Arnold ontvangen, waarin hij haar schreef,
spoedig met Tante over het uitgestelde
engagement te willen spreken. Juist had
zij zijne letteren weggeborgen, toen
Mevrouw Van Wijngaarden schelde.
Mathilde deed open, en vriendelijk klonk
het haar tegen:
Is Tante thuis, Juffrouw ik zou
haar gaarne eens willen spreken.
O het zal haar genoegen doen,"
antwoordde Mathilde, »wij ontvangen
tegenwoordig weinig bezoek, zoodat u
dubbel welkom is. Wil u zoo goed zijn
binnen te komen?"
Mevrouw Van Wijngaarden trad bin
nen, terwijl Mathilde, gevoelende, dat
het bezoek niet haar gold, zich naar boven
begaf.
Ik kom u toch niet storen, vroeg
de bezoekster aan Martha.
O, volstrekt niet, integendeel,
ik ben zeer verheugd, dat ge mij met
een bezoek vereert. Sinds mijn mans
overlijden, is het hier zoo stil geworden.
Daarom doet het mij groot genoegen, als
iemand ons uit oude vriendschap nog eens
komt opzoeken.
Ja ik wil gelooven, dat gij u een
zaam gevoelt, ik heb het helaas, ook
zelve ondervonden. Wie had ooit kunnen
denken, dat uw man zoo spoedig uit den
tjjd zou zijn. Mij dunkt ik zie hem nog
altijd in zijne gewone vroolijkheid op het
avondje bij Van den Hooghen zitten.
Martha wiste een stillen traan uit hare
oogen. Hare bezoekster scheen iets ge
wichtigs te willen zeggen, want zij trok
haar gelaat zoo ernstig te samen, dat
Martha haar verbaasd aanzag.
(Wordt vervolgd