Gemengd Nieuws.
BUITENLAND.
Plaatselijke berichten.
GEVONDEN:
Provinciale berichten.
Natuurlijk zullen zich gevallen voor
doen,'dat geen enkel lid van een gezin
in staat zal zijn te arbeiden. Dan dienen
de genootschappen van weldadigheid en
de armenwet te hulp te komen.
Ook zullen velen den ruwen handen
arbeid niet kunnen verrichten, daarom
dient voor dezulken, zoo mogelijk, ander
werk gezocht.
De heeren herinneren er aan, dat het
doel der gelden, die het vorige jaar
werden bijeengebracht, onder den naam
van »Mansion-house-fonds" van wijder
strekking was dan het thans voorgestelde,
maar zij meenen, dat door de bemoeiin
gen te beperken, tot het verschaffen van
werk een weg wordt bewandeld, waar
mede een ieder vrede kan hebben.
Zij verwachten daarenboven goede
vruchten van het stelselde werkeloozen
in staat te stellen door eerlijken arbeid
in hun eigen onderhoud te voorzien.
Ten slotte spreken zij het vertrouwen
uit, dat indien de nood zoo hoog mocht
stijgen als zij vreezen, het departement
van openbare werken en andere publieke
lichamen de plannen, die zij ontworpen
hebben, zoo spoedig mogelijk zullen laten
uitvoerem
Naar aanleiding van het zonderlinge
staaltje dat men er bij de belastingen
op nahoudt, alspublicatie, kohier,
executoir, fiscus enz. enz., op welk feit
de St. wees, zegt de Arnh. Ct.
»Maar hij steke de hand ook in eigen
boezem.
Aan het bureau van eene courant
werken de redacteurs. Zij worden ter
zijde gestaan door correspondenten en de
voornaamste bron van inkomsten zijn de
advertentiën en de reclames, voor een
deel ook de abonnementen, waarvoor de
expeditie zorgt. Als de corrector eene
fout over liet hoofd heeft gezien, wordt
daarvan melding gemaakt als erratum;
antwoorden worden vaak gegeven in de
rubriek correspondentieofficieele mede-
deelingen zijn dikwijls opgenomen als
duplicatie enz. enz.
Waarlijk, men moet den fiscus niet te
hard vallen, dat hij zijne kohieren opstelt
en den wanbetalers exploiten zendt.
Uit geen enkele taal zullen de bastaard
woorden verdwijnen voor wij allen
zuiver Volapiik schrijven.
Men verzoekt ons mede te deelen,
dat omtrent de wereldtentoonstelling van
Barcelona, in Spanje, van September
1887 tot April 1888 te houden, inlichtin
gen te verkrijgen zijn bij den afgevaar
digden commissaris van België en Holland
te Gent, Regnessenslraat, 3.
In het geheel heeft Pasteur, blij
kens eene opgave door hem gedaan in
de Fransche Academie, tot hiertoe 14
Hollanders behandeld, die door dolle
honden waren gebeten.
Van een niet voltalligen Gemeen
teraad, geeft de Utrechtsche correspon
dent der N. R. Ct. de volgende schets:
»Niets!" riep Faust, toen hij alweer
vergeefsche proeven genomen had. »Niets!"
riep hij, en hij schonk den beker vol gif,
om zich het leven te benemen, toen hij
plotseling door het levenslustig lied van
meisjes en arbeiders er aan herinnerd
werd, dat het hier beneden nog zoo
slecht niet is als men den weg rnaar
w'eet, en hij verkocht zich aan den
duivel, wat natuurlijk, zooals iedereen,
die niet in eene zelfmoordenaarsstem
ming verkeert, vooruit kan zien, eene
onuitputtelijke bron van alleronaange
naamste onaangenaamheden voor hem
was.
Ik riep ook: »Niets!" toen ik heden
middag ten half drie uur de trappen van
het stadhuis afdaalde, nademaal ik er
slechts een kwartier te voren opgestegen
was. »Niets!" herhaalde ik schamperder
nog dan Faust, en ik vulde mij den be
ker met Beiersch bier en dronk hem tot
den bodem leég. Een mooi draaiorgel
speelde voor het bierhuis, waar ik over
de niet-halfvoltallige gemeenteraden zat
te peinzen, den Faust-wals en verving
voor mij de levenslustige meisjes en ar
beiders, en de duivel was niet in de
buurt. Die heeft sinds eene eeuw of wat
Utrecht niet meer met zijne bezoeken
vereerd, sedert hij de duivelsche flauwi
teit gehad heeft, om met zijn knecht
vangballetje te spelen met een grooten
steen, die, als de onhandige helper hem
niet behendig opving, met donderend ge
raas over de Oude Gracht rolde, alle
slapende bewoners verschrikt voor het
venster deed komen, maar nog verschrik
ten weèr onder de dekens kruipen als
zij Mephistopheles met zijn kamerheer
ontdekten. Die steen werd toen aan een
grooten zwaren ketting vastgeklonken
(hy ligt er nog tegen het huis van den
sigarenfabrikant Pelletier) en sedert
schijnt de duivel hier geen plezier meer
te hebben. Al had ik mij dus willen
»verschacheren" waar ik overigens
niet den minsten lust toe gevoelde er
was geen gelegenheid voor, en ik bleef
dus wie ik was, zonder wereldsche ge
nietingen in 't voorifitzicht, maar ook
(naar wij hopen) zonder helsche pijnen
op mijn ouden dag, of 't moet een beetje
rhumatiek zijn.
Intusschen herhaalde ik sniels", of zoo
als menschen met een klassieke opvoe
ding in mijne omstandigheden zouden ge
zegd hebben: vnihil!" Entoen ook mijn
bierglas mij ledig en zwijgende toeriep:
niets! toen stond ik op en wandelde
om het stadhuis en verwonderde mij, dat
zoo'n mooi gebouw door EdelAchtbare
heeren maar zoo als een bewaarschool
kon gebruikt worden. Dat komt maar te
laat en blijft geheel en al weg, precies
of zij zelf ook vinden dat het er niet veel
toe doet of zij daar een paar uren van
den dag met elkaar komen babbelen of
niet.
Vandaag was het dan toch al buiten
gewoon dun! De burgemeester, de secre
taris en dr. van Eeten, zoodat we met
zijn zessen waren. In de antichambre
hoorden we een lawaai alsof daar nog
meer raadsleden waren en bezig om in
navolging van den duivel te kaatsen (na-
vlooien, noemen de jongens dat hier) met
de oude keien van het Janskerkhof, die
er zeker van verleden week nog lagen.
Maar in de Raadszaal kwam niemand
meer dan wij, zoodat de notulen niet
konden gelezen worden en de burgemees
ter alleen de ingekomen stukken voorlas,
waaruit o. a. bleek dat Z. E. A. tot ad
junct-hoofdinspecteur van politie heeft
benoemd den heer F. Wesselinck, thans
inspecteur, en tot inspecteur den heer
B. Verbrugge.
Daarmede haaste zich de voorzitter zoo
geweldig, dat het mij toescheen alsof het
eene verademing voor hem was toen hij,
zeggende dat geen genoegzaam aantal
leden aanwezig was, deze vergadering
sloot.
Toen kwamen ze opzetten, de leden!
Hé, gaat de burgemeester al naar huis?!
Ja, de burgemeester ging naar huispiet-
tegenstaande de heeren van Weede, Duij-
vis en anderen juist aangekomen waren
en het aantal (behalve ons) op 18 dus
meer dan voldoende hadden gebracht.
Naar huis gingen we met zijn éénen
twintigen. Naar huis, want de hamer was
gevallen, en onze hamer is een non-pos-
sumus-hamer
De verkiezing van een Vorst voor Bul
garije kan in het begin van de a. s. week
reeds plaats hebben. Sedert Woensdag
toch is de Sobranja reeds bijeen en met
het onderzoek der verkiezingen begonnen.
Alle groote mogendheden, uitgenomen
Rusland, zijn nu te Tirnova door hun
vice-consul vertegenwoordigd. Door ver
schillende afgevaardigden wordt, ofschoon
de regeering het zooveel mogelijk tracht
te verhinderen, een adres aan den gewe
zen vorst Alexander geteekend, waarin
hem hulde wordt gebracht voor de dien
sten, door hem aan het Vorstendom be
wezen, en leedwezen wordt uitgedrukt,
dat hij niet kan herkozen worden.
Kaulbars heeft zich beklaagd, dat een
Russisch onderdaan, ambtenaar in Boel-
garije, door den prefect van Sofia ge
krenkt is geworden. Hij eischt, dat de
prefect openlijk zich verontschuldige, of
afgezet worde.
Verder dreigt de zonderling Varna te
doen beschieten, indien eene voorgeno
men landing van Russische troepen mocht
worden bemoeilijkt. Hij weigert omtrent
de sterkte dezer troepen eenige opgave
te doen. Naar zijne verklaring zullen er
eenvoudig zooveel manschappen komen
als de Czaar het goedvindt te zenden.
De Times verneemt uit Sofia, dat meer
dan 100 Russische matrozen te Varna
zijn geland. Zondagavond marcheerde
eene afdeeling dezer matrozen, geleid
door gewapende dienaren kavasscnvan
het Russische consulaat, naar de gevan
genis en riepen den gevangenen toe, dat
zij binnen drie dagen vrij zouden zijn.
De gendarmes durfden niet tusschen
beiden te komen, daar hun bevel is ge
geven de Russische onderdanen niet aan
te raken.
Engelsche bladen durven beweren, dat
alles voor de bezetting van Bulgarije is
in gereedheid gebracht en alleen op het
bevel van den Czaar wordt gewacht om
op te marcheeren.
Kolonel Fraser, het hoofd der Londen-
sche politie, heeft een nieuw besluit uit
gevaardigd, waardoor het op 9 November
verboden wordt aan eiken stoet, buiten
diegene van den lord-mayor, de stra
ten der stad Londen door te trekken.
Aan aide winkel- en magazijnhouders in
de straten, waar de stoet moet voorbij
trekken, is door de politie de raad ge
geven hunne winkels geheel en al te
sluiten, en indienzij geene afsluitingen heb
ben, houten planken te timmeren voor
hunne ramen. Of het besluit nog wel
noodig is mag betwijfeld worden,daar door
het bestuur van den Londenschen Sociaal-
democratischen bond een besluit genomen
is om de voorgenomen manifestatie niet
te doen plaats hebben.
De jongste Indische mail bracht het
bericht, dat een detachement Tonkineesche
tirailleurs, onder bevel van luitenant
Fougères en een sergeant, tusschen Phu-No
en My-Duc, in de provincie Nam-Dinh,
in een hinderlaag gevallen en bijna geheel
vernietigd is. De kleine troep werd door
eenige honderden Chineezen overvallen.
De slechts 23-jarige luitenant viel onder
de eerste slachtoffers, doodelijk getroffen;
ook de sergeant, die hem ter hulp kwam,
deelde zijn lot met 2 zijner manschap'
pen6 zijn verdwenen en 7 door de
rebellen gevangen gemaakt.
De ontroering over dit feit is in Tonkin
te grooter, omdat de inlandsche overheden
niet verwittigd waren van de tegenwoor
digheid der zeeroovers in die streken.
De Pruisische gezant heeft aan het Va-
tikaan een memorandum overhandigd,
waarin de inzichten van het Duitsche
gouvernement, aangaande de herziening
van de Meiwetten, worden uitgelegd. De
herziening zou vooral betrekking hebben
op de benoeming der pastoors, waarvan
aan het gouvernement kennis zou moe
ten gegeven worden. [Het gouvernement
zou vrijstelling van den militairen dienst
verleenen aan de jongelingen, die zich
tot den geestelijken staat bereiden, en
aan eenige kloosterorden toelaten zich
weder in Pruisen te komen vestigen.
Zondag a.s. zal de Godsdienstoefe
ning der Vrije Ger. gemeente des mor
gens half tien en des avonds vijf uur
geleid worden door den Heer Werner
van Amsterdam.
Donderdag-morgen stond voor de
rechtbank te Utrecht terecht L. K.,
wonende alhier beklaagd van verwonding
van C. H., alhier begaan. Het O. M.
vorderde eene veroordeeling van bekl.
tot hechtenis van 14 dagen,
De uitspraak werd bepaald op aanst.
Donderdag.
Door den 1 luitenant C. G. A.
Verweijde, officier van wapening van het
5. regiment infanterie, vergezeld van den
mr. geweermaker C. Bogert, werd Woens
dag eene inspectie aangevangen over de
geweren, klein kaliber, in gebruik bij de
d.d. schutterij alhier. Naar wij vernemen
is deze nog niet geëindigd.
Aan den heer M. W. Petri, te
Utrecht is door het bestuur der alhier
bestaande afdeeling der Nederlandsche
Gustaaf-Adolf-vereeniging, een aandenken
in zilver vereerd voor de medewerking
tot opluistering van de godsdienstige
samenkomst op 5 October j. 1. Reeds
vroeger was zoowel dien heer als het
zangkoor schriftelijk door de afdeeling
dank betuigd.
Bij gelegenheid der jaarlijksche al-
gemeene vergadering van den Nederland
sche Protestantenbond Woensdag j. 1. te
Nijmegen gehouden werd in de des avonds
gehouden feestelijke godsdienstoefening
door het Zangkoor eene nieuwe Compo
sitie van onzen vroegeren stadgenoot de
heer F. J. Schweinsberg, uitgevoerd. Aan
grijpend klonken de tonen van deze
schoone Bede, door B. ter Haar, Bz. door
het kerkgebouw, door een talrijk gehoor
met blijkbare ingenomenheid gevolgd.
In de Donderdagavond gehoudene
vergadering met dames van de Amersf.
afdeeling der Maatschappij tot Nut van
't Algemeen, werd door Prof. Dr. Jan ten
Brink eene lezing gehouden over de mo
derne romantiek sinds 1830.
De voormalige leerling der hoogere
burgerschool alhier, R. A. F. Botter,
heeft met gunstig gevolg het examen af
gelegd als officier, met bestemming voor
het leger in Ned. Indië.
De gemeenteraad hield zich in zijne
zitting van Woensdag geruimen tijd bezig
met de beraadslaging over de voordracht
van B. en W. tot verkoop aan de firma
van Werkhoven Co. van het huis aan
den Singel, hoek Heerenstraat, thans in
gebruik als school voor meer uitgebreid
lager onderwijs voor meisjes, en van het
gebouw in de Heerenstraat, waarin vroe
ger het gymnasium gevestigd was en dat
thans dient tot schutterij-magazijn, Be
doelde firma, die het beheer voert over
verschillende katholieke instellingen in
Amersfoort, heeft zich bereid verklaard,
het eerste gebouw voor 115,000 en het
tweede voor f5000 aan te koopen. Het
gebouw, waarin de meisjesschool is ge
vestigd, moet den 1. September 1887
worden opgeleverd, welke termijn echter,
in geval van noodzakelijkheid, tot 1
Februari 1888 kan verschoven worden
het schutterij-magazijn kan de gemeente
nog vijf jaren lang in huur behouden,
de beide eerste jaren voor f50, de drie
laatsten voor f200 per jaar.
B. en W. hadden aan het voorstel
tot verkoop van deze beide gebouwen
vastgeknoopt eene voordracht tot het
bouwen van eene nieuwe meisjesschool
op een aan de gemeente behoorend ter
rein aan de Heerenstraat, onder bepaling,
dal de bouwsom f22,000 als maximum
zou mogen bedragen.
Deze zaak was, na in de afdeelingen
te zijn onderzocht, in de zitting van
Woensdag aan de orde gesteld. Ook in de
openbare zitting gaf zij, evenals vroeger
reeds in de sectie-vergadering, aanleiding
tot groot verschil van gevoelen. Terwijl
de voordracht, om deze beide gebouwen
te verkoopen, met warmte verdedigd
werd, namens het dagelijksch bestuur
door der. burgemeester en den wethou
der Celosse, eh uit den boezem der ver
gadering door den heer van Beek, vond
zij principieele bestrijding bij den heer
Scheltema, die zich niet gerechtigd achtte
om eigendommen der gemeente te ver
vreemden, tenzij dat op in het oog loopend
voordeelige wijze kon geschieden. Maar
dal bij deze transactie het voordeel zoo
groot zou zijn, dat afwijking van het
beginsel voor dit geval gerechtvaardigd
ware, kon de heer Schelteina niet inzien.
De heer Croockewit, die zich in deze
van zijne medeleden van het dagelijksch
bestuur afscheidde, wilde principieel niet
zoo ver gaan als de heer Scheltema,
maar stond in zoover aan zijne zijde,
dat hij oordeelde, dat de koopprijs van
het thans voor de meisjesschool gebezigd
gebouw, diende te worden Verhoogd tot
de volle som, voor 't bouwen van eene
nieuwe school benoodigd, derhalve tot
f22,000. Hij diende daartoe een amen
dement op de voordracht in, en hand
haafde, dat, ondanks de verzekering van
den burgemeester, dat de firma v. Werk
hoven Co. niet genegen was haar bod
te verhoogen, welke verklaring de heer
van Beek nog gemachtigd was te her
halen.
Nog een ander element werd in het
debat gebracht, de behoefte namelijk aan
een nieuw locaal voor het m.u.l.o. voor
jongens. Is het locaal van de meisjes
school slecht, dat van de jongensschool
op het Havik voldoet nog minder aan
de eischen des tijds. Met het oog darrop
was in de afdeelingen de vraag gerezen,
of het gebouw, dat de firma van Werk
hoven wenscht te koopen, ook voor de
jongensschool kon worden ingericht,
wanneer besloten mocht worden tot den
bouw van eene nieuwe meisjesschool.
Ter beantwoording van die had de ge
meente-architect een plan opgemaakt,
waarbij de kosten van verbouwing van
de meisjesschool, om voor jongesschool
geschikt te worden gemaakt, op f14,000
werden geraamd. Eene verbouwing
van dien omvang bleek echter niet in
de bedoeling te liggen van het lid, dat
deze vraag had gedaan, de heer v. d.
Wall Bake hij verlangde alleen te weten,
of het lokaal door eene verbouwing, die
weinig behoefde te kosten, tijdelijk voor
jongensschool geschikt kon worden ge
maakt. Principieel bezwaar tegen de voor
dracht had dit lid niethij was ook wel
genegen mede te werken tot den ver
koop der gebouwen tegen de som, die
er voor geboden was, maar eerst ver
langde hij zekerheid, dat de gemeente
voor hare inrichtingen van onderwijs
aan die localen geen directe behoefte
heeft. Om die zekerheid te bekomen,
deed hij het voorstel, de behandeling
der zaak aan te houden, en hapr alsnog
in handen te stellen van eene raadcom-
missie. Die commissie zou de zaak in
haren geheelen omvang dienen te over
wegen, ook in verband met een in 't
begin der zitting ingekomen voorstel van
de heeren Huet en Scheltema, dat strekte
om te besluiten tot het bouwen van eene
school voor meisjes, en eene dergelijke
voor jongens, in te richten naar de be
hoeften en eischen des tijds, hetzij door
verbouwing der bestaande localen, hetzij
door oprichting van geheel nieuwe, op
gronden of erven in 't bezit der gemeente;
de kosten van een en ander door leening
te vinden.
Het voorstel van den heer Bake werd
aangenomen, nadat de voorzitter had
verklaard, met het oog op de toelichting,
die er van gegeven was, niet tot verwer
ping te willen adviseeren, maar alleen
op bespoediging van het onderzoek aan
te dringentot leden der commissie
werden door den raad benoemd de
heeren v. d. Wall Bake, Celosse en
Visser.
Het debat over deze zaak had zoo
lang aangehouden, dat het uur te ver
verstreken was, om nog met het andere
punt der agende te beginnen: de motie
van den heer Huet, met hetrekking tot
de in de gemeente aanwezige meslver-
zamelingen. Op voorstel van den heer
Groeneboom werd daarom besloten, de
discussie te verdagen over die motie,
die ten doel heeft eene beslissing uit te
lokken over het tusschen B. en W. en
de gezondheidscommissie bestaande ge
schil omtrent de uitvoering van het besluit
betrekkelijk de opruiming van mestvaal
ten in de kom der gemeente.
Van dr. H. F. Jonkman is een schrij
ven ingekomen, waarin hij de benoeming
tot directeur der H. B. S. aanneemt,
onder dankbetuiging voor het vertrouwen,
dat de raad toonde in hem te stellen.
Adressen van de Zuiderzee-vereeniging,
die der gemeente verzoekt de som te
bepalen, welke zij wil bijdragen in het
onderzoek betreffende de afsluiting en
droogmaking van de Zuiderzee, en van
den heer J. W. Putman Cramer, inspec
teur van politie, die verzoekt, dat hem
het salaris van den commissaris van
politie moge worden uitbetaald, gedu
rende den tijd dat hij die vacante betrek
king heeft waargenomen, werden om
prae-advies aan B. en W. verzonden.
op de straat te Amersfoort, eene zwarte
gehaakte vrouwen omslagdoek.
Utrecht. Met ingang van den H.
Februari 1887, is de heer J. Timmer
med. doctor en arts te Wieringerwaard,
door de Regenten van het gesticht voor
krankzinnigen alhier, benoemd tot tweede
geneesheer aan die inrichting.
Tot Adjunct-Hoofd Inspecteur van
Politie alhier is benoemd de heer S.
Wesselink thans Inspecteur van Politie,
terwijl in diens plaats werd benoemd,
de heer B. Verbrugge, thans als volon
tair bij de gemeentepolitie te Dordrecht
werkzaam.
Binnen weinige dagen hoopt de
heer J. Lorette alhier het voorrecht te
mogen smaken, zijn honderdsten verjaar
dag te vierenhoewel in den laatsten
tijd een weinig sukkelend, is de heer
Lorette echter nog flink ter been en in
het volle bezit zijner geestvermogens.
Soest, 5 November. Als voorbeeld
van eene wonderlijke zamenkoppeling van
namen kan dienen dat alhier is overleden
een vrouwspersoon die door de inwoners
dezer gemeente genoemd werd
kleine Peet van groote Peet van Niesjes
Peet van meutjes Hend.
Barneveld. Met ingang van 1 Nov.
is herbenoemd tot schoolopziener in het
arrondissement Amersfoort; de heer J.
Goedhart alhier.
De hofstede Westerveld is aange
kocht voor f13010 en Het Buitenhuis
voor f5750, door de betrokken eigenaars.
De varkensslachterij van den heer
Moll, r.abij het station, is sedert de vorige
maand weer in werking. Een tweede
schuur wordt reeds bijgebouwd, terwijl
op het bijgelegen teriein flinke eiken-
heesters zijn geplant. Dit is een begin
van ontginning der Voorthuizer heide
langs den straatweg; komt de verdee
ling der Maalschapsgronden tot stand
en daaraan behoeft geen twijfel te be
staan dan zal dit zeker spoedig door
andere bebouwingen en beplantingen
worden gevolgd, en daardoor zal aan de
thans nog zoo kale heide een geheel,
ander aanzien worden gegeven.
Woudenberg, 6 Nov. Op den 9
dezer maand, herdenken de ruim 89 jarige
Cs. Tuinder en echtgenoote We. Josie,
te Woudenberg hunne 40-jarige onaf
gebroken dienstbetrekking op den huize
Geerestein, als huisbewaarderseene
betrekking door hen aldaar met alle
trouw en ijver vervuld. Tuinder was in
1815 als kanonnier, reeds tegenwoordig
bij de inneming van het fort Oetgensplaat,
op Fiakkee, dat door de Franschen was
bezet, bleef later als vrijwilliger, zonder
handgeld, in dienst bij de Rijdende Artil
lerie, was bij het mobiele leger 'inge
deeld bij den opstand in België en in
1832 opgeklommen tot den rang van
wachtmeester, in welken rang hij in
November 1846 eervol werd ontslagen,
om zijne tegenwoordige betrekking te
aanvaarden. Zijne borst is versierd met
het metalen kruis, de bronzen en zilve
ren medaille en het onderscheidingsteeken
voor moed en beleid in den tiendaagschen
Veldtocht. Eere aan het grijze paar dat
op een lang leven van trouwe plichtsbe
trachting mag terugzien!
Alhier zijn door notabelen als kerk
voogden herbenoemd de heeren J. B. de
Beaufort, C. van Ekeris Kz. en R. Dor-
restein.
Scüerpenzeel. Tot commissaris van
de spaarbank alhier is benoemd de heer
N. M. Yperlaan, in plaats van den heer
P. van der Want, die wegens vertrek
naar Amersfoort ontslag als zoodanig had
gevraagd.
Bij besluit van den Burgemeester
zullen alhier worden verbrand de goede
ren die in aanraking zijn geweest met
de aan diphlheritis overledenen binnen
deze Gemeente als van Jantje van Hussel
echtgenoote van Jan Blanken en van
Evert Ilazeleger deze goederen zijn ten
koste van den staat onteigend.
Twee koffers van professor Manstadt
zijn thans teruggevonden op ijzeren bin
ten, waarop een gedeelte van den afge-
branden vloer van het Kurhaus te Sche-
veningen rustte. Die koffers, bevattende
kleeren en speelgoed van de kinderen
des professors, welk een en ander bleek
in ongeschonden toestand te verkeeren,
zijn hem naar Berlijn opgezonden.
De Engelschen die de handen ten
hemel hieven en weeklaagden over Neder
land, dat niet alle zeeroovers in de
buurt van Atjeh onder bedwang had,
kunnen heden over eigen tekortkomingen
aan het jammeren gaan.... wat minder
aangenaam is.
Chineesche zeeroovers zijn in Shanghai
geland. Ze hebben de Chartered Mer
cantile Batik of Bidia aangetast; ze zijn
binnengedrongen en hebben zich meester
gemaakt van een groote som gelds
waarmede ze naar hun roofschip terug
keerden.
Twee hunner werden neergeschoten
bij den aanval.
Het is niet de eerste keer dat Chinee
sche zeeroovers vlak onder de Britsche
kanonnen dus plunderen en moorden. In
Singapore kan men een ongelukkigen
zeeman zien rondgaan. Zijn handen wer
den afgehouwen door zeeroovers, die
zijn schip vlak bij Singapore plunderden
en verbrandden. Hij draagt een bord om
den nek, waarop te lezen staal, hoe de
regeering hem vergunning geeft giften
te vragen, omdat hij door zeeroovers dus
mishandeld werd in Britsche wateren.
De Engelschen beslechten op deze
wijze een Nisero-quaestie met zich zeiven.