NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT en GELDERLAND. verslag N. 104. Woensdag 29 December 1886." Vijftiende Jaargang. VOOR abonnementsprijs: VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort. advertentie ni werkzaamheden der vereeniging „flehité" iMRRSFOORTSCRE COURANT. Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Kijk. Afzonder)ijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Van 16 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertenticn viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. VAN DE gedurende liet jaar 188 5. Het jaar 1886 kenmerkte zich niet door vele bijzonderheden. In de maand Januarij gaf een der leden schriftelijk te kennen, dat Z. E. zijn ontslag nam als lid der Vereeniging. Door het Bestuur werd Z. E. herinnerd aan de verplichting, opgelegd door Artik. VII, Alinea 5, van het Reglement. Zulks leidde echter tot geen gevolg. Het doet ons leed te moeten erkennen, dat geen nieuwe leden liet lidmaat schap hebben aangevraagd. Wel is het een treurig verschijnsel, dat zoo weinigen belangstelling toonen in het streven, om iets dat waarachtig goed en nuttig is, tot stand te brengen. In den loop van het jaar is er over gedacht en gesproken, om door grootere werkzaamheid van de leden zeiven meer algemeene deelneming op te wekken, maar 't is ook bij een bespreking gebleven. Kon er over meerdere werkkracht beschikt worden, dan was er ongetwijfeld beter resultaat te verwachten. Onderzoekingen naar voorwerpen, nagelaten door de vroegere bewoners dezer streken, hebben er niet plaats gehad. Aan het koude en natte weder in den voorzomer, en de drukkende hitte, die later volgde, is zulks in het bijzonder toe te schrijven. Daartegenover kan het Bestuur met groote voldoening melding maken van de restauratie van de Koppelpoort, j Voor datonze Vereeniging zich met de zaak inliet, was reeds door het Dagelijksch Bestuur der Gemeente over een res tauratie onderhandeld met het Rijk. Geheel en al uit eigen beweging deed d( vereeniging Flehité een poging, om hetzelfde doel te bereiken. Tot hun groote voldoening zag zij zich daarin door het Dagelijksch Bestuur op de krachtigste wijze gesteund. Na ondeischeiden beraadslagingen werd door belangstellenden een Commissie benoemd, aan welke de uitvoering der zaak werd opgedragen. Door deze werden in de eerste plaats Amersfoort's ingezetenen opgeroepen, om bewijs van medewerking te geven. Dat vertrouwen werd niet beschaamd. Door de meest verschillende ingezetenen werd voor een niet onbelangrijke som inge schreven. Onder die inschrijvingen komen bijdragen voor, die niet noemenswaardig schijnen. Het spreekt van zelf, dat grootere sommen meer gewicht in de schaal leggen, maar er staat tegenover, dat vele kleine bijdragen van meer algemeene belangstelling getuigenis geven. Het voorbeeld, door de leden der Commissie ge geven, vond ook buiten Amersfoort navolging. H. K. H. Prinses W. M. Sophia Louisa, Groot-Hertogin van Saksen, schonk een aanzienlijke bijdrage. Met groote voldoening vermelden wij, dat Z. E. de Minister van Binnenlandsche Zaken de eerste was van de belangstellenden buiten Amersfoort, die van zijn instemming met de zaak bewijs gaf. Onderscheiden Genootschappen, leden van de Eerste en Tweede Kamer, meerdere hooggeplaatste personen betoonden door woord en daad hun sympathie. Overeenkomstig den zeer verstandigen en praktischen raad van Mr. Jr. Victor de Stuers, Referendaris bij het Ministerie van B. Z. Afdeeling K. en A/V. werd aan Dr. P. J. H. Cuypers, Architect van 's Rijks-Museum te Amster dam, de leiding van de Restauratie toevertrouwd. Het werk zou worden uitgevoerd door den Heer W. H. Kam, StadsArchitect, Leeraar aan de H. Burgerschool. Er werd van het beginsel uitgegaan, dat alles behouden zou blijven, dat s. s. behouden kon blijven. Zulks bracht mede, gelijk van zelve spreekt, dat uitwassen en misvormingen van lateren tijd, waardoor het gebouw zijn karakter bijna geheel verloren had, moesten worden weggenomen. Den 12den April werd het werk der restauratie volgens plannen van den Heer P. J. H. Cuypers, in teekening gebracht door den Heer W. H. Kam, in het openbaar aanbesteed. Het Dagelijksch Bestuur vond goed, dat door C. Diters te Amersfoort, als minsten inschrijver, de restau ratie werd uitgevoerd. Den 23sten April maakte deze met de werkzaamheden een aanvang. Zij werden bijna onafgebroken tot half November 1.1. voortgezet. Verschillende herstellingen werden aangebracht, die in het bestek niet waren vermeld. Daartoe behooren aan de stadszijde: de zijmuur KI. Koppelpoort, de gevel van de Portierswoning, het blootleggen van de gaanderij boven die woning, het blootleggen van de bogen van het locaal van het voormalig St. Christoffels- gilde. Het raam van dat locaal, stadszijde, is een geschenk van den aannemer van het werk. Aan de eemzijde behooren tot de werken, die niet in het bestek vermeld staan: het Machicoulis, het Privaat, benevens het raam in het locaal van het St. Christoffelgilde. Bovendien werd een poging aangewend, om de ver nieuwde of ingevoegde gedeelten in overeenstemming te brengen met het geheel. Den 19den September werden op last van Z. E. den Minister van B. Z. de uit gevoerde werken in oogenschouw genomen door Dr. P. J. H. Cuypers, Architect der Rijks-Museum-gebouwer., en in orde bevonden. Het wapenbord, waarop door de Quellinus-school het wapen was geschilderd in vormen, teruggevonden onder de bovenste verwlaag, werd den 30sten Nov. tusschen de beide toiens van de groote Koppelpoort, eemzijde, opgehangen. Daarmede waren de werkzaamheden afgeloopen. Een woord van dank vinde hier zijn plaats aan allen te Amersfoort en buiten Amersfoort, die door hun medewerking en bijdragen de uitvoering van het werk hebben mogelijk gemaakt. Een woord van dank aan Doctor P. J. H. Cuypers, die uit eigen beweging het aanbod deed, om geheel belangeloos het plan tot de restauratie te leveren, en de leiding der werkzaamheden op zich te nemen. Aan den Heer Jr. Mr. Victor de Stuers, Referendaris bij het Ministerie van B. Z., Afdeeling K. en W., te 's Gravenhage, aan wiens raadgevingen men ver schuldigd is, dat de restauratie heeft plaats gehad op de eenvoudige en voortreffelijke wijze, waarop zij volvoerd isdie moeite, tijd, noch kosten gespaard heeft, om de werkzaamheden tot in de kleinste bijzonderheden te volgen, en steeds bereid gevonden werd door raad en voorlichting van dienst te zjjn. Een woord van dank in het bijzonder aan Z. E. den Minister van Bin nenlandsche Zaken. Ten gevolge van zijn voordracht en verdediging in de Kamer onzer afgevaardigden, werd een Rijkssubsidie van 2500 gulden verkregen. Obk nog op andere wijze werd van die belanstelling door Z. E. bewijs gegeven. Toen men tot herstelling van een buitenwerk behoefte meende te hebben aan oude steenen, gaf Z. E. teistond de vergunning, dat de partij steeneD, daartoe benoodigd, te Delftzijl mocht worden afgehaald. Gaarne vermelden wij ook, dat de Heer VV. H. Kam, Stads-Architect, aan wien onder leiding van Dr. Cuypers de uitvoering was toevertrouwd, gedurende al den tijd dat de werkzaamheden duurden, met onverpoosden ijver zich van zijn taak gekweten heeft. Die onvermoeide zorg en toezicht hadden dan ook ten gevolge, dat de uitvoering de algeheele goedkeuring van Dr. Cuypers mocht weg dragen. Onder alle opzichten komt aan den aannemer ds meeste lof toe. Op voortref felijke wijze is door hein de geheele restauratie volvoerd. Een andere zaak, waarin onze Verreeniging hare belangstelling toonde, betreft Monnikendam. Het stadsplantsoen is, gelijk wij allen weten, vooral daar ter plaatse zeer fraai. Dikwijls vertoeft de wandelaar aldaar eenige oogenblikken, om het schoone uitzicht ter weerzijden van de brug te genieten. Weinigen echter weten of vermoeden zelfs, dat beneden aan den voet van die torens zich een aanzienlijk, ongeschonden deel van de vroegere Stadswallen bevindt, en nog min der, dat liet gezicht op dat overblijfsel uit vroegeren tijd zulk een indrukwekkend schouwspel aanbiedt. Werd aan de stadszijde van Monnikendam langs de bogen, of op kleinen afstand over de beek, door middel van een smal houten of ijzeren brugje een wandelweg geopend, dan zou het plantsoen een belangrijke verfraaiing verkrijgen. Schilderachtig, romantisch schoon is langs den waterkant het uitzicht op dat overblijfsel van Amersfoorts verdedigingswerken uit vroegere dagen. De bogen, links en rechts, vormen den voet van twee zware torens, bestemd om den middelsten boog, die over de beek gebouwd staat en een schothek bevatte, regen eiken vijand te verdedigen. Dat schothek is niet meer aanwezig, maar de sleuf in den boog schijnt nog in goeden toestand te wezen. Was dat schothek, dat daar gemakkelijk weer geplaatst kan worden, en dat, hetwelk zich in het hoofdgebouw van de Koppelpoort bevindt, in orde, dan kon er bij hoogen water stand, indien ook de toegangen tot het plantsoen werden afgedamd, geen droppel water in de stad komen. De ingang tot den toren aan de zijde van het heerenstraatje is dichtgemetseld. De andere toren bevat een niet onaanzienlijke ruimte, die op het oogenblik niet benut wordt, rnaar waarvan zeer zeker partij is te trekken. Het Bestuur van onze Vereeniging heeft zich gewend tot het Dagelijksch Bestuur der Gemeente met liet verzoek, dat er onder langs Monnikendam een wandeling worde geopend. Steeds wordt uitgezien naar een meer geschikte gelegenheid ter plaatsing van de voorwerpen, die aan onze Vereeniging in bruikleen worden toevertrouwd of die haar eigendom zijn. Wel werd er in de veigadering van Dec. 1885 door een der leden een locaal aangewezen, maar er bestond toenmaals geen vooruitzicht, dat daarvan gedurende langeren tijd gebruik kon gemaakt worden. AA'ij zien ons thans genoodzaakt de voorwerpen op en in eikander te plaatsen. Verscheiden zaken worden voorloopig bewaard in het Archief-locaal. Overeenkomstig Art. VIII van het Reglement werd de Katalogus behoorlijk bijgehouden. Na afloop van de vergadering werd de Voorzitter verrast door een geschenk van den Heer J. Schulman, die belet was aanwezig te zijn. Dat geschenk bestaat in een prach- tigen vuursteenen beitel en pijlspits, waarschijnlijk gevonden te Wijk bij Duurstede. Ziehier de Voorwerpen, waarmede de verzameling werd vermeerderd IX BRI IKLEEX van de gemeente Twee ankers, afkomstig van den Volmolen, Gr. Koppelpoort. Zeer fraai ijzer werk. Het Gildebord van de voormalige zakkendragers. Eenige voorwerpen van de brandweer. Van den Heer: II. E. van Sweden. een schilderij. GESCïIOX'KEXT door de liccren P. Hondiits. Een medicinaal gewichtdoosje. Compleet. Een knperen, gegraveerd plaatje. J. Schulman. Twee Stalen Snuiters. Een oud-Keulsch potje, defect. J. B. Pulman Cramer. Drie schoorsteensteenen. Voorstelling St. Hubertus. St. Joris. Drie personen, voortgejaagd door een draak. Het zwaard van een zwaardvisch. S. C. van de Gumstcr. Een groot getal platen en teekeningen. Daaronder zeer fraaie exemplaren. VV. Croockeivit Wz. Een aantal Delftsche tegeltjes. Daar onder zeer oude exemplaren. II. Croockewit Jr. Eenige teekeningenLockhorst omtrent 1750; St. Andries-poort voormalige Kamppoort; Kerkje op Keulhorst, door II. C. VV. van Achterberg. Drie schoorsteenplaten. Gebakken aardewerk. Delect. A. C. Baron Snouckaert van Schouwburg te 's Gravenhage. Afschrif ten van brieven, pronlamatien. etc. van A. C. Baron Snouckaert van Schauwburg, Onder-Prefect in het Arrondissement Amersfoort, 18111814. G. J. Baron Ilardenbroek van Ammcrslol. Een schoorsteensteen, gevonden in de Beek, nabij de roode brug. Voarstelling een krijgsman met uitgetogen zwaard, op het punt, om, naar het schijnt, een geknield persoon, in bukkende houding, te onthoofden. II. Af. Werner. Plattegrond van de stad Amersfoort. F. de VVr't excud.it. Am sterdam. J. Moot. Een snuifdoos, Schildpad. VV7. II. Kam. Afbeelding van de Koppelpoort voor de restauratie, Stad- en Eemzijde door W. H. Kam. 1880. J. Schulman. Vuursteenen beitel en pijlspits. Door aankoop. Een kerkboek, R.K., met zilveren sloten, waarop in drijfwerk: op de schranieren de vier Evangelisten; op de slotplaatMozes en Aron. Blijkbaar is in vroegeren tijd dit slot aan een ander boek bevestigd geweest. Een Mariabeeld, met het kind Jesus op den arm. Eikenhout. Einde XVIe Eeuw. Dat beeld is afkomstig uit de St. Rochus-kapel in de Pot. In den loop van het jaar werd het beeld ge reinigd van de dikke laag witte verw, waarmede het overdekt was. Het bleek toen, dat het beeld in vroegeren tijd gepolychromeerd was geweest. Ook waren er reeds, herstellingen of liever misstellingen aangebracht. Een kullijkan. Tin. In dén vorm van een vaatje. Por tietten van gehuwde lieden. Een aarden kan en pot. Keulsdh aardewerk. Acht tegels. Delftsch aarde- J

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1886 | | pagina 1