Gemengd Nieuws.
Qfflcieele Publicatiën.
Provinciale berichten.
Ingezonden.
tot paardenarts 2. kl. de paardenarts van
de 3. kl. A. Frederikse, van dat perso
neel alhier in garnizoen.
Naar wij vernemen, zal het militair
assaut, te geven door de 11e afdeeling
van 't 1. regiment veld-artillerie, plaats
hebben op Dinsdag en Woensdag den
22. en 23. Februari a. s.
De huzaar v. A. van 't escadron
ordonnancen, die, terwijl hij in het hos
pitaal verpleegd weid, zich schuldig
maakte aan diefstal ten nadeele van een
zijner medevei pleegden, zal deswege vooi
den krijgsraad terecht staan.
Utr. Ct.
Door het O. M. aan de Rechtbank
te Utrecht, werden de navolgende straffen
gevorderd tegen de navolgende personen:
R. Z., A. T., A. G., en II. G., allen
wonende te Amersfoort, bekl. van diefstal
van geld ten nadeele vari den winkeliei
J. A. S.. en de vierde bovendien diefstal
van geld. ten nadeele van P. G., aldaai
begaan, 2 eerste bekl, ieder 3 weken,
de derde bekl. 6 weken en de vierde
bekl. 4 maanden gevangenisstraf.
H. G. mede wonende te Amersfoort,
beklaagd van poging tot diefstal van
geld ten nadeele van P. B., aldaar be
gaan, 4 maanden gevangenisstraf.
E. H., wonende te Woudenbeig, bekl.
van inish. ran J. W., Iiuisvr. van W. v V.,
aldaar begaan, 8 dagen gevangenisstraf.
J. de G. Azn., wonende te Spakenburg
(gem. Bunschoten), bekl. van mishande
ling van W. K. Bzn aldaar begaan, 5
dagen gevangenisstraf.
M. d. J. wonende te Soest beklaagd
van laster, jegens den gemeente-veld
wachter, wegens een door dezen in de
uitoefening zijner bediening gepleegd feit
aldaar begaan, G weken gevangenisstraf.
Als verdediger van bekl. trad op mr.
N, F. Nooten, advocaat te Utrecht.
Lijst van brieven geadresseerd aan on
bekenden, verzonden van het postkantooi
te Amersfoort, over de 2e helft der maand
November 1886.
Gei hard Ns. Vis, Ossendrecht.
Wed. Gorlag, Purmerend.
BRIEFKAARTEN.
Wed. Bovelander, Amsterdam.
Mej. A. Schrijver,
Brief verzonden geweest naar België.
Mme B. Gasonnier, Brussel.
323ste STAAT8-LOTE1UJ.
VIJFDE KLASSE, VIERDE WEEK.
Laatste trekking van 12 Fcbr.
(100 loten.)
Ten kantore van den Collecteur te
Amersfoort is te beurt gevallen
Prijs ran f TO.
No. 10227 en 15594.
Zonder prijs zijn uitgetrokken:
2387, 8739, 10215, 10302 16135 en
20559.
Picter Botli. Wel foei! is dat me weer
een manier van handelen't Schreit ten
hemel! 't Is een schande!
Jan van Oldenbarneveld. Zacht wat
vrindje! Wat maak je je boos! Hebben
ze je paraplu gestolen?
P. Dat zie je wel beter. Neen 't is
om dat gruis.
J. Gruis? Wat voor gruis?
P. Wel nu willen ze op Konings ver
jaardag aan de behoeftigen gruis uit dee-
len.
J. Klontjes gruis om bij de rijst te
eten?
Ik had luidkeels kunnen schreien ge
durende deze ontzetlende foltering. Ik
wist wat de oorzaak was van haar dood.
ik wist dat zij wanhopig was. Dit besef
drukte mij zoo loodzwaai op het hart
dat ik slechts moeielijk en even als een
automaat de woorden kon uiten, die
liet goede oudje verwachtte. Plotseling
vergat zij hare klacht over Manuela, zij
zag mij aan en vraagde of ik onwel was
omdat ik zoo bleek zag.
Dit oogenblik maakte ik mij ten nutte
om aan de marteling te ontsnappen. Ik
drukte de trouwe vriendin de hand, ver
zocht haar Gerard van mij te groeten
want ik kon niet op hem wachten en
sloeg als een half bewustelooze den weg
in naar de stad.
Maar ik wist niet waarheen. Menschen
te zien was mij onverdragelijk, door de
kellners in het hotel wilde ik mij niet
laten aangapen en zoo trad ik een der
stille oude kerken binnen die in liet
katholieke land den geheelen dag haar
poorten openen voor bedroefden, en daar,
in het donkerste hoekje, met het gelaal
op de houten kerkbank geleund, zat ik
te steunen van jammer. Het was mij
alsof mijn hart zoude breken als ik dacht
aan het arme radelooze kind, dut in
blinden angst en wanhoop het pad des
doods insloeg, waarvoor bare ziekontzet-
P Loop heen! je maakt me nog dol
ler. Neen steenkolengruis om er de stok-
visch op te koken, en de inenschen heb
ben niet eens kachels, en de Commissie
moest toch weten, dat je geen gruis in
den aschpot kunt stoken. Ik zal er eens
een stukje in de courant over laten zetten.
.7. Maar, als je vindt, dat de Commissie
iets verkeerds doet, zou het dan niet
beter zijn, je bezwaren aan een der leden
mede te deelen?
P. Neen in de courant. Dat maakt
ineer effekt. Daar zijn ze bang voor.
J. Nu, onderzoek dan maar goed, eer
je begint, want ik kan je voor vast
rneedeelen, dat er geen gruis wordt
uitgereikt.
P. Had ik dat maar eer geweten, dan
had ik inij zoo boos niet behoeven te
maken.
J. Dat vind ik ook, en daarom ben
ik zoo vrij, je den raad te geven, voor
taan niet meer op een halfbakken ondei-
zoek je toorn aan te blazen.
P. De inrichting van het hedendaag-
sche Staats- en Stadsbestuur is zoo veel
beter dan in vioegeren tijd, en toch zijn
de menschen even ontevreden als toen.
J. Dat komt, omdat de menschen,
uiciigclicn zijn gebleven.
P. Hoe bedoel je dat?
J. Wel de meeste menschen stellen
eigen voordeel, aanzien en eer heel veel
hooger dan het algemeen welzijn.
P. Hoe heb ik het nou inet je; en
ieder heeft de mond vol van 't algemeen
welzij n
J. Den mond, ja; maar 't hart niet.
Let maar eens op, hoe zelfs bij gemeen
teraden persoonlijke kwesties soms den
doorslag geven, en hoe liet belang eener
pailij boven dat van het algemeen wordt
gesteld.
P. 't ls waar ook. Soms wordt er
door een clubje, opgeruid door den een
of ander, een afspraak gemaakt, en dan
houden de afsprekers zich daaraan, wat
door dezen of genen ook in 't midden
mag worden gebracht. Eene beraadslaging
in de volle vergadering is dan vrij over
bodig, want gemeenschappelijk overleg
vervalt daarbij.
J. Dat heb je goed opgemerkt. In
zoo'n geval wordt wel eens vergeten dat
men er zit om het algemeen welzijn te
bevorderen en niet om zijn eigenliefde
te streelen met te kunnen zeggen: «Wij
hebben het er toch doorgehaald
P. 't Is toch maar mooi, als je een
eigen overtuiging hebt!
J. Ja, maar 't is nog mooier, als je er
ruiterlijk mee voor den dag durft te
komen.
P. Neen, nou weet ik het! Het aller
mooiste is als je voor je overtuiging
geen gronden hebt bij te brengen, en je
tiljjft er dan toch bij.
J. Juist! Wie dat kan is de rechte
broeder.
Utrecht. Bij het bestuur van het
Museum van Kunstnijverheid alhier, di
recteur de heer P. J. Houtzagers, bestaat
het voornemen met Maait a.s. een cur
sus te openen voor dames, in stijl- en
ornameritleer en het teekenen, toegepast
op het kunstnaaldwerk.
Tot adjudant-onderofficier en ad
ministrateur van het Militair hospitaal te
Maasliichl, is bij beschikking van den
Ministei van Oorlog benoemd, de sergeant-
majoor M. A. Freiót van de 2e Com
pagnie bospitaal-soldaten alhier.
Nijkerk. De 70ste verjaardag van
Z. M. den Koning zal O. a. in deze ge
meente herdacht worden door een ont
haal van al de schoolkinderen, zoo op de
openbare-, bijzondere- als bewaarscholen;
door eene uildeeling aan de minvermo
genden van spek, boonen en brandstoffen;
een optocht van de leei lingen dei teeken-
scliool, bet bespelen van het carrillon en
eene wapenschouwing over de schuilei ij;
ting koesterde. In angst voor mij, ik
mocht die gedachte niet behouden, zij
zou mij krankzinnig hebben gemaakt.
Lang, zeer lang, zat ik daar tusschen
die stomme, gevoellooze heiligen beelden
en voelde de geheele, ontzettende bitter
heid van het zelfverwijt over iets waar
voor nóch goddelijke nóch menschelijke
hulp bestond.
In dat uur kwam de vreesselijke eu
zware last op mijne ziel, die er mijn
halve leven lang niet van geweken is en
al het andere van verstand en bestaan
verpletterde. Ik was voortaan alleen met
hel bewustzijn van mijne misdaad en
moest het aanstaren als een spook dat
niet verdwijnen wilde. Ik zeg u jong
mensch, ei bestaat reeds hier beneden
eene vergelding, eene ijzeren, onverbid
delijke weegschaal, die zuiver weegt.
Niemand weet hoe of het er in een bin
nenste uitziet waarin zulk een geheim
wordt omgedragen. Dagen lang, jaren
lang en geen woord mag over de lippen
komen, ofschoon de gedachten opbrui-
schen en het bloed kookt! Sedert ik
dat heb doorleefd, heh ik medelijden
met eiken misdadiger dien gij anderen
steeds geneigd zijt als een bijzondei
soort mensch te beschouwen. Maar ge
noeg; ik wil u niet ophouden met iels
wat toch niet met woorden kan worden
alsmede eerie uitvoering der Zangveree-
niging «Door Oefening Grooter."
Soest, 14 Februari. Hedenochtend
omstreeks 9Vj ure is er brand ontstaan
in een huis, door twee gezinnen be
woond, ondanks de toegesnelde bi and-
weer is het gebouw, wegens gebrek aan
water, totaal afgebrand, de inboedels zijn
grootendeels gered, menschenlevens zijn
niet te betreuren; het gebouw en de
inboedel van slechts één gezin waren
tegen brandschade verzekerd de oorzaak
is vooralsnog niet met zekerheid bekend.
15 Februari. Door den gemeenteraad
is crediet verleend aan de hoofden zoowel
van de openbare als bijzondere scholen
alhier om de kinderen hunne school be
zoekende, feestelijk te onthalen bij ge
legenheid van den ÏOsten verjaardag van
Z. M. onzen geëerbiedigden Koning en
zal dien heugelijken dag alzoo ook te
Soest niet onbemerkt voorbijgaan.
In ons nummer van 12 Februari jl.
werd slechts melding gemaakt van de
openbare scholen.
Klicncn. Heden Woensdag 16 Fe
bruari, ten half acht, zal Justus' van
Maurik Jr., van Amsterdam, van wege
het departement te dezer stede van de
«maatschappij tot nut van 't algemeen"
eene voordracht houden. Zij, die buiten
deze stad woonachtig zijn, hebben toe
gang tegen 75 ets. entrée.
Eenigen tijd geleden kwam de werk
man John Jessop, te Nottingham in
Engeland, met zijn kameraad Allcock
overeen, om gezamenlijk het leven te
verlaten. Beiden namen vergif in, met
het gevolg dat Allcock stiei f, terwijl
Jessop slechts zwaar ziek werd, en door
spoedig aangewende geneeskundige hulp
herstelde.
De Engelsche wet zegt, dat als twee
personen overeenkomen, gezamenlijk zelf
moord te plegen, en een van beiden in
zijn voornemen niet slaagt, hij nis moor
denaar van den ander woidt beschouwd.
Dientengevolge weid Jessop gearresteerd,
voor den rechter gebracht en in de
vorige week is hij nu daarvoor ter dood
veroordeeld.
Dezer dagen kreeg Utrecht een bezoek
van een socialist, die het doel had eens
propaganda te maken voor zijn zaak.
Of de man den weg niet kende, of
erg onbedreven was, zeker is 't, dat hij
al heel ongelukkig terecht kwam in de
zoogen. Oranjewijk. Hij babbelde er flink
op los en een groot gehoor liet hem
een tijdje vooi tpraten, maar toen inen
bemerkte wat .voor vleesch men in den
kuip had, draaitle het blaadje om en de
sukkel mocht dankbaar zijn, dat hij nog
levend kon ontkomen, want er bestond
veel lust om hein te vermoorden.
Het schijnt nu bijna zeker dat de
moordaanslag, dip verleden week in de
opera te San Francisco plaats had, ge
richt was door een verwoeden anarchist,
James Hodger, tegen den scliati ijken mijn
eigenaar Elood, die in de stalles had
plaats genomen en niet tegen Adeline
Patti.
Mijnheer de Redacteur!
Het geschettpr van eeriige hoeren, die
hier alles naar hunne hand schijnen te
willen zetten begint een gioot deel der
burgerij mooi te vervelen. Reeds lang
hebben mij de vingers gejeukt en daarom
verzoek ik u een plaatsje voorde volgende
regelen.
Nu heet het, dat de heer Van den Wall
Bake in de gemeenteraadszitting niets
krenkends heeft gezegd tegen Burgemees
ter en Wethouders, oindat hij daarvoor
in beschaving te hoog staat en omdat
gezegd; ik wil u liever het einde mijner
geschiedenis vertellen
Dat ik het geen uur langer in M. kon
uithouden, kunt ge wel begrijpen; ik
wilde weder i.aar Parijs («rug maar
kwam niet verder dan tot U. Daar werd
ik ziek. Er was in den laatsten tijd te
veel op mij aangestormd. Een bekende
bracht mij naar het ziekenhuis en daar
lag ik de eerstvolgende weken met zware
hersenkoortsen. De liefdezuster die naast
mijn bed zat toen ik eindelijk de oogen
weder met bewustzijn opende, zeule mij
dat ik zoo oproerig was geweest dal
twee mannen mij hadden moeten vast
houden. Professor G. had gioole moeite
gehad om mij in het leven te houden
Ik was er hem niet dankbaar voor, ik
ware dat leven gaarne kwijt geweest,
ik li ad het wel weg willen wei pen even
als een vuil kleed, en nam mij zulks
ook voor, voor den eersten den besten
dag dat ik een pistool zoude kunnen
hanteeren. Doch gedurende de zwakte
lijd mijner reconvalescentie, gedurende
ile lange dagen en weken van gedwongen
stil liggen, kwam ik langzamerhand tot
andere gedachten. Ik zag mijn levensloop
aan met onpartijdigheid, alsof het die
van een vreemde ware, en merkte toen
de groote misstappen dip daarin voor
kwamen. Ik zeg met opzet niet het
«waar toch de anti-revolutionaire paitij
«in tiet algemeen in den laatsten tijd
«verweten is, dat zij de Rooinsche pai tij
«naar de oogen ziet, het daar wel aller-
«minst smadelijk is, zoo ditzelfde verwijt
«tot een enkel lid in het bizonder ge-
«richt wordt."
Dit nu is aan de goegemeente zand in
de oogen strooien. Ieder weet, dat het
zien naar de oogen der Rooinsche partij
niet tot de beginselen der anli-revoluti-
onairen behoort, en dat, al trekken
velen hunner eene lijn met haar op staat
kundig gebied, daarom de anti-revolutio
nairen nog niet de Roomsche partij naar de
oogen zien. Maar bovendien heeft de heer
Van den Wall Bake geheel andere woor
den gebruikt, en die niet gesproken met
aangeven dat B. en W. als voorstanders
van een richting, één lijn trokken met
de firma v. Werkhoven, maar dat zij
particuliere belangen hooger stelden clan
gemeentebelangen en dat wel, omdat zij
dienaren waren. Hij heeft toch volgens
het officiëele verslag gezegd, dat B. en W.
zich maken tot den gehoorzamen dienaar
van een bizondere instelling of persoon.
Indien B. en W. dit deden, zouden zij
niet volgens eed en plicht op de belangen
der gemeente letten, en dat B. en W. in
strijd met eed en plicht handelen heeft
de heer Van den Wall Bake niet kunnen
bewijzen; maar de aangehaalde woorden
heeft hij gezegd. Nog erger. Toen de
Burgemeester hem had geantwoord en
uiteen gezet, hoe naar zijne meening door
het voorstel van B. en W. de belangen
der gemeente juist worden behartigd,
heeft de heer v. d. W. Bake zijne woor
den nog niet bewezen, maar eenvoudig
verklaard dat hij ze bleef volhouden. De
heer v. d. W. Bake bepaalde zich dus
niet tot het bestrijden van het voorstel
van B. en W., waartoe hij het volste
recht had, maar hij zeide iets beltedi-
gends tot den Burgemeester en dat recht
heeft hij niet.
Welk een schreeuwende tegenspraak
is er tusschen de woorden van den heer
v. d. W. Bake en het bewijs, dat de
Bu.igeniee.-ler in dezelfde zitting gaf van
zijn streven om Amersfoorts belangen
te bevorderen. Had hij den Burgemeester
in onze gemeente het openbaar onder
wijs waarvan hij in beginsel geen voor
stander is, willen benadeelen, dan zou
hij de benoeming van den persoon, tegen
wien hij zich zoo heftig heeft aangekant,
juist hebben moeten bevorderen.
Nu wordt er gezegd, dat de Burge
meester den heer v. d. W Bake dan
maar tot de orde had moeten roepen,
als deze zulke beleedigende woorden
geüiuikt. Maar indien dat eens gebeuld
was, wat een geschreeuw over partijdig
heid, over krenking van de vrijheid van
het woord, over misbruik maken van
zijn positie! Wat is dat voor eene hou
ding. er den Burgemeester een grief van
te maken, dat hij zich met redenen ver
dedigt en niet door gebruik te maken
van zijne macht om tol de orde te roe
pen? Al zijn er sommige lieeren blind
voor, een groot deel van de burgerij
ziet maar al te goed in, dat zulk een
houding ongepast is.
Eindelijk schijnen sommige heeren
met bezorgdheid de aanstaande verkiezin
gen voor den gemeenteraad te gemoet
te zien. Zij kunnen verzekerd zijn, dat
de burgerij zonder eenige kiesmanoeuvres
wel zal doen blijken, hoe zij over som
mige raadsleden denkt.
De heeren zullen over dit schrijven
wel weer aan 't razen en schelden gaan
en door allerlei praatjes de aandacht van
de hoofdzaak zoeken afteleiden, maar er
zal eens hartelijk om hun vruchteloos
pogen gelachen worden door
Uw dr.
P.
NATIONALE MILITIE.
De BURGEMEESTER en WETHOU
DERS van AMERSFOORT,
Gezien de aanschrijving van den heer
Commissaris des Konings in de provincie
Utrecht van den 17 Januari 1887, No. 5
N. M. en S. (Provinciaalblad No. 6);
Gelet op de artt 27 en 28 der wet
van den 19. Augustus 1861 (Staatsblad
No. 72), benevens artt. 20 en 21 van
het koninklijk besluit d.d 8 Mei 1862
(Staatsblad No. 46)
Doen te weten, dat de loting der in
het vorig jaar voor de militie ingeschie-
woord «zor.den," dit woord staat mij
tegen en ik noem het een onding. Het
booze is steeds een misstap; bewust of
onbewust; elke misstap veroorzaakt
stooring in 't eigen leven of in dat van
andeieri eri die storingen zijn niet meer
goed te maken, wijl men de gevolgen niet
betekenen kan. Daaiom inoel de weder
rechtelijke daad worden nagelaten. Hieiin
ligt de geheele moraal. Ook voor hem
die geen buvenaardsche wetten erkent.
Hel is hard dat iemand deze ervaring
moet maken ten koste van zijn geheele
innerlijke bewustzijn maar dan blijft er
ook slechts een reddingsmiddel detelaat
erkende wet eerlijk en met al hare
consequeiitiën aaiiteuemen en voortaan
daurnaai te handelen.
(Wordt vervolgd).
venen, behoorende tot do lichting van
1887, in het gebouw AMICI1 IA, aan
het Plantsoen, tusschen de Utrechtse he
en Slijkpoorten alhier gelegen, zal ge
schieden op Maaudug den 28.
Februari 1887, aantevangen des voor-
middags HALFTIEN.
En voorts dat op Dinsdag den 22.
en Woensdag den 23. Februari
aanstaande, telkens van 's voormiddags
10 tot 1 uur des namiddags, door of van
wege de lotelingen (gesteund door twee
getuigen) bij den Burgemeester ten raad-
huize aanvraag kan geschieden voor de
getuigschriften, vermeld in de 2. en 3.
zinsneden van art. 53 der wet, ter be
koming van vrijstelling wegens broeder-
dienst of op grond van te zijn eenige
wettige zoon (zonder een of meer halve
broeders te hebben); luidende voormeld
art. 53 in zijn geheel als volgt:
«Om vrijstelling wegens eigen militai-
«ren dienst of dien van broeders te
«verkrijgen, moet men overleggen een
«paspoort of ander bewijs van ontslag,
«of een uittreksel uit het stamboek, of
«een bewijs van werkelijken dienst."
«Ter bekoming van vrijstelling wegens
«broederdienst moet men bovendien
«overleggen een getuigschrift van den
«Burgemeester, waaruit het getal zonen,
«tot het gezin behoorende, blijkt."
«Vrijstelling als eenige wettige zoon
«wordt verleend op overlegging van een
«getuigschrift van den Burgemeester,
«waaruit blijkt dat men eenige wettige
«zoon is."
En art. 21 van aangehaald koninklijk
besluit:
«Het bewijsstuk, vermeld in de eerste
«zinsnede van ait. 53 der wet, wordt ten
«minste tien dagen vóór den dag (den
«tweeden Maandag in Maait), waarop de
teerste zitting van den Militieraad wordt
«geopend, ingeleverd bij den Burgemees-
«ter der gemeente, in welke de loteling,
«die vrijstelling verlangt wegens eigen
«militairen dienst of dien van eenen
«broeder of broeders, voor de militie is
«ingeschreven."
AMERStooRT, den 16. Februari 1887.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
T. A. J. VAN ASCH VAN WIJCK.
De Secretaris,
W. L. SCHELTUS.
De BURGEMEESTER en WETHOU
DERS van AMERSFOORT doen te weten,
dat in dit jaar de navolgende markten
alhier gehouden worden
Paardenmarkten
Maandag 21 Maart, Donderdag 14 April,
Zaterdag 20 Augustus en Maandag 17
October.
Rundreentarkten
Donderdag 7, 14, 21, 28 April, 5, 12,
26 Mei, en Dinsdag 18 October (Ossen-
mark l.)
Rundvee-, Schapen en
Varkensuiarkt (Weekmarkt),
lederen Vrijdag.
Amersfoort, den 14. Februaii 1887,
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
T. A. J. VAN ASCH VAN WIJCK.
De Secretaris,
W. L. SCHELTUS.
NATIONALE MILITIE.
De BURGEMEESTER en WETHOU
DERS van AMERSFOORT,
Gezien de artt. 9 en 11 van het konin
klijk besluit d.d. 17 December 1861
(Staatsblad No. 127) en de artt. 11 tot
en met 14 der wet van den 19. Augus
tus 1861 (Staatsblad No. 72);
Roepen de ingezetenen, die verlangen
als vrijwilligers bij de militie op te tre
den, bij deze op, om zich daartoe bij
hen ter Secretarie, op MAANDAG, den
21. FEBRUARI aanstaande, van 's voor-
middags 10 tot I uur 's namiddags aan-
tegeven, onder overlegging van de navol
gende bewijsstukken:
a. Het Getuigschrift vermeld in art. 11
der wet tot welks afgifte ter Secreta
rie zal worden zitting gehouden op
ZATERDAG, den 19. dezer maand,
van 's voormiddags 10 tot 1 uur des
namiddags
b. Het bewijs van aan de verplichtingen
ten aanzien van de Militie, voor zoover
die te vervullen waren, te hebben vol
daan.
c. Het bewijs van ontslag en het getuig
schrift, in art. 13 der wet vermeld,
zoo de persoon wien het geldt, bij de
zeemacht bij het leger hier te lande
of bij het krijgsvolk in 's rijks over-
zeesche bezittingen heeft gediend
d. Wat een minderjarige aangaat, een
bewijs van toestemming van den vader,
moeder of voogd.
Oin vrijwilliger bij de militie te zijn,
moet men ongehuwd of kinderloos weduw
naar en ingezeten wezen, voorts lichame
lijk voor den dienst geschikt, ten minste
1,56 meter lang, op den 1. Januari van
het jaar der optreding als vrijwilliger
het 20ste jaar ingetreden en het 35ste
jaar niet volbracht hebben, tot op het
tijiistip der optreding aan zijne verplich
tingen ten aanzien van de militie, voor
zoover die te vervullen waren, voldaan
en een goed zedelijk gedrag geleid hebben.