NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND. li. 16. Woensdag 23 Februari 1887. Zestiende Jaargang. VOOR abonnementsprijs: BINNENLAND. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort. ADVERTENTIE NI BUITENLAND. Feuilleton. MANUELA. EBSFOORTSCIE COMMIT. Per 3 maanden 1.Franco per post door bet geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Van 16 regels 0,40 iedere regel meer B Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. H. M. de Koningin bood Zaterdag aan den Koning verschillende geschenken aan, namelijk een kostbare antieke klok en twee antiek gedreven koperen kande laars, onlangs aangekocht in het magazijn der firma van Gelder Zoon te 's-Hage; een prachtig eetservies, uit liet magazijn van de firma Harte, te Amsterdam twee jardinieres gros bleu op geornamenteerde voetstukken, een rustieke koffer, van binnen met zijde geborduurd,een couranten tafeltje, stijl Bagdad, met ivoor ingelegd, een kostbare lamp en een wandelstok met zilveren knop, alles aangekocht in denGrooten Koninklijken Bazar te 's-Hage. H. K. H. Prinses Wilhelmiria overhan digde Haren Vader, behalve een prach tige bloemenmand met levende rozen, verschillende kleine geschenken en een zijden voetenkleed, door Haar zelf met bloemen bewerkt. Innig aangedaan over dit eerste hand werk der lieve Prinses, die den glans van genoegen op het gelaat had, toen zij haar geschenk aanbood, nam Z. M. de kleine op den arrn en kuste haar hartelijk. Blijkens de berichten is de ver jaardag van Z. M. den Koning allerwege in ons land geestdriftig gevierd. Ons be stek laat niet toe van de verschillende feestvieringen melding te maken. Men meldt uit 's Ilage: De Koning en de Koningin hebben 1500 gulden voor de armen geschonken. Geheel zonder wanklank heeft de 19 Februari niet mogen voorbijgaan. Men heeft de laagheid gehad, Zaterdag-och tend, van Rotterdam uit, de valsche tij ding te verspreiden, dat Z. M. den Ko ning in de afgeloopen nacht plotseling overleden zou zijn. Zij was gedrukt in een rouwrand, met het opschrift«Bulletin van de Nieuwe Rotterdammer Courant". Ook met dit opschrift was een valschheid gepleegd. Geheel de vorm was echter op mislei ding aangelegd. Te Dordrecht, waar ook verscheiden exemplaren ontvangen en aangeplakt wa ren, hadden de autoriteiten zich spoedig in staat gesteld, der bevolking mee te deelen, dat liet bulletin een schandelijk libel en het zoogenaamd bericht van het begin tot het einde een leugen was. De aangeplakte biljetten werden door de politie afgescheurd en zij beijverde zich, de autoriteiten in alle plaatsen, waarheen men maar weten kon dat exemplaren verzonden waren, tegen de verspreiding te waarschuwen Te Breda heeft de ontvangst van dit schandschrift een ware paniek teweeg gebracht, die ruim een uur duren moest. Men schrijft ons van daar: >Wg waren als het ware versteendmenige traan welde op in de oogen der vrienden van 't Oranjehuis; de burgemeester gaf reeds last tot staking van de feestelijkheden orders werden afgezonden naar den plaatselijken commandant om de parade niet te doen doorgaan". De briefschrijver waagt er zich niet aan, de algemeene ontsteltenis anders dan met flauwe lijnen aan te geven. Men moest daar van 10 tot 11 uren in de treurige spanning blijven verkee- ren, omdat het telegraafkantoor, voor den feestdag, Zondagsdienst had. Op laatstgenoemd uur kon dus eerst naar 's-Gravenhage geseind worden. Goddank! het antwoord luidde: schandelijke leugen. Moge hier, zegt onze briefschrijver, het volksgeloof bewaarheid worden, dat een valsch doodbericht iemand nog lang leven voorspelt! Hij uit den wensch, dat den schurk, die de laaghartige daad bedreef, het recht ontnomen worde, zich langer Neder lander te noemen en dat hij moge wor den overgeleverd aan het volk. Gemeener handeling is dan ook wel niet denkbaar. Nut, uit welk oogpunt ook beschouwd, kon zij in geen geval stichten. Zij kan slechts ten doel hebben gehad, onder duizenden en duizenden medeburgers ontsteltenis te doen ontstaan en hun feestvreugde te bederven. Het kan wezen, dat het valsche bericht ook ontvangen is in plaatsen zonder telegraafkantoor; het zou zelfs mogelijk zijn, dat daardoor de voorgenomen feest- I viering er niet ware doorgegaan. Tot I hiertoe bleek ons hiervan echter nog niet. Vermoedelijk zal men daar, waar er aanleiding toe bestond, wel snelboden hebben uitgezonden om zich te verge wissen. En dan heeft de toeleg nergens be paalde storing in de feestviering veroor zaakt, alleen teweeggebracht, alleen ten gevolge gehad, dat, na het bericht dat de tijding valsch was, de geestdrift des te meer toenam en des te warmer zich openbaarde. Maar intusschen blijft liet waar, dat het vooral zulke sujetten zijn, die om het algemeen kiesrecht schreeuwen, en dat men, omdat ze er zoo ruw om schreeuwen, het hun wil toekennen ook. Te Breda heeft de Officier van Justitie de stukken in beslag genomen. De N. Rott. Cl. zegt: «ongetwijfeld zal ook hier ter stede (Rotterdam), waar de daders schijnen te schuilen, een gestreng onderzoek door de justitie worden inge steld." Welke qualificatie, zoo hoorden wij Zaterdagavond, toen liet sehandstuk hier bekend was geworden, vragen, zal men op dit misdrijf toepassen? Dit blijve vooreerst der justitie ter overweging overgelaten. Het wenschelijkst ware, dat de wensch van onzen Breda- schen briefschrijver vervuld mocht kun nen worden: adders ^vonnist rnen niet; men vertrapt ze. Dagbl. v. Z.-Holl. De hr. Eduard Douwes Dekker (Multatuli) is te Nieder-Ingelsheim in den ouderdom van bijna 67 jaren over leden. De heer Dekker werd in Maart 1820 te Amsterdam geboren. De tentoonstelling van meubels en spiegels te Amsterdam, te houden door het Koninklijke Nederlandsch Handels museum wordt op 26 dezer geopend. De heer Jos. Vas Dias heeft een sierlijk ontwerp voor het diploma geteekend, dat in smaakvolle omlijsting de attributen van handel en nijverheid vertoont. Blijkens een bij het Departement van Marine ontvangen telegram, is Zr. Ms. schroefstoomschip Suriname, onder bevel var. den kapt.-luitenant ter zee L. M. L. de Haan, laatst gestationneerd geweest in de kolonie Suiiname, in den morgen van 21 dezer te Martinique aangekomen. Die bodem zal aldaar, alvorens de reis naar Nederland te aan vaarden, worden gedokt. Aan boord was alles wel. Op de Mariaplaats te Utrecht zijn Zaterdag ochtend twee socialisten, die de feestvierende volksmenigte trachtten op te ruien, door de politie ingerekend. De politie kon slechts met groote moeite hen beschermen tegen het verontwaar digde volk, dat luide uitriep: «Slaat hen dood 1" De heer Louis Regout heeft een open brief gericht tot de enquête-com missie, waarin hij de tegen hem uitge brachte beschuldigingen tracht te weer leggen. Hieruit blijkt, dat de commissie geweigerd heeft hem opnieuw te hooren, omdat hem volgens haar oordeel op 30 Januari jl. alle vragen gesteld zijn, die noodzakelijk waren om hem, tijdig en bij de commissie zelve de gelegenheid te geven tot verdediging op de ingebrachte grieven. Door de cadetten der Kon. Milit. Academie te Breda werd Zaterdagavond een schitterende soirée aan een 2000tal genoodigden aangeboden, in de door hen fraai versierde zaal van Concordia voor treffelijke gymnastische voorstellingen, prachtige tableaux vivants (marmeren beelden), muzikale voordrachten, operette, blijspel en apotheose, waarin een toepas selijk lied door «Mars" werd gezongen, met woorden van den cadet Elias. Bij de groep van Pompeji werd door het bestuur van Concordia, een lauwerkrans gelegd als hulde aan het cadettenkorps. De commissie bestond uit de cadetten Bos, Sulpke, Ongerboer, Baerveldt, Völc- ker, Mazel, Brondgeest, Diemont, Engel- berts en Pieren. Den 2 Maart hoopt dr. E. Lauril- lard den dag te herdenken, waarop hij voor 25 jaren tot predikant bij de Ned. hervormde gemeente te Amsterdam be vestigd werd. Te Groningen is II. Zaterdag een wedstrijd op schaatsen gehouden tusschen de heeren A. Hesselink, student te Groningen, en W. de Vries, uit Oenkerk. De laatstgenoemde bleef overwinnaar op de baan. Naar men aan het 1 'ad. mededeelt, zal de bliksemtrein, die, in concurrentie met de lijn LeeuwardenStavoren Enkbuizen wordt ingesteld, in 3'/, uur de reis van Leeuwarden naar Amsterdam maken. Van de Veluwe schrijft men aan de N. R. Ct. De wet op de markenverdeeling geeft op vele plaatsen reeds vrij wat leven en beweging. Ontevredenen en die waren er altijd en bijna overal hebben nu weer vrij spel. Men heeft allerhande grie ven vooral groote geërfden verlangen óf beperking van het stemrecht der kleine geërfden, óf algeheele uitsluiting enz., en dit gaat dan gepaard met bedreigingen, dat bij niet inwilliging ontbinding der mark zal worden aangevraagd. Oelukkig is de tijd aangebroken, dat, op slechts enkele uitzonderingen na, het woord «ontbinding" niet meerhuivering- wekkend klinkt in de ooren der geërfden, zoodat eigenlijk van bangmakerij geen sprake meer is. Dat de wet bepaalt, dat bij ontbinding der marken het stemrecht blijft bestaan, zooals dit vóór dien tijd gebruikelijk was, is op vele plaatsen voor de groote geërfden een doorn in het oog, en deze trachten hierin verandering te brengen alvorens tot qntbinding te besluiten. In tusschen gaat dit niet zoo gemakkelijk, want de kleinen zijn hierbij op hunne hoede. Voor zoover men kan berekenen, zijn er bij de stemming voor den Duit- schen Rijksdag in het geheel uitgebracht* op socialisten 90,000 stemmen, op can- didaten van het bondgenootschap der nationaal-liberalen en conservatieven 20,000, op vrijzinnnigen 66,000. Bij de verkiezingen van 1884 hadden de vrij- zinnigen 71,000, de socialisten 60,000, de conservatieven 54,000 stemmen. On der de vrijzinnigen heerscht echter eene niet geringe verslagenheid, daar het be zit van nauwelijks de helft hunner vorige zetels verzekerd schijnt. De democratische volkspartij in Zuid-Duitschland schijnt te zijn gevallen. De verkiezing van Slöcker te Siegen is verzekerd. In verscheidene kiesdistricten, waar vroeger aan geene meerderheid voor de gematigde midden partijen viel te denken, hebben deze nu de overwinning behaald. De heer Antoine, candidaat der Fran- sclie partij te Metz, is tot lid van den Rijksdag gekozen. EENE NOVELLE. Vrij gevolgd naar het Italiaansch. 14) Is men echter aan zulk een keerpunt gekomen dan stort zich het besef van 't verkeerde als 't ware over ons heen, plotseling openbaart -zich de keerzijde der zaken terwijl men tot zoolang als 't ware blind, slechts de eene zijde be keken heeft. Zoo zag ik toen eensklaps, zeer duidelijk, dat al mijn doen en han delen tot op dien dag, slechts blind egoisme was en dat mijn zoo zeer ge roemd verstand niet in staat was ge weest te doen wat eenvoudige menschen doen zonder krachtsinspanning. Mijn oog viel op de in 't zwart gekleede liefdezusters die zoo zachtkens en als 't ware onvermoeid onze sponden met hulp omgaven, ik dacht aan de duizenden vermoeiden en beladenen die zich ook geen groot geluk, zonder meer als men- schelijk recht mogen toeeigenen en het schaamrood drong zich op mijn gelaat. Dagen lang lag ik zwijgend, in mij- zelven gekeerd en hield een onverbidde lijk gericht. Toen ik eindelijk opstond was ik een ander mensch, die een nieuw leven ging beginnen. Ik dorstte er naar om nu boete te doen door werk zaamheid en zelfverloochening ik wilde niet meer eindigen als een bankroet speler. Mijn leven had in misdadigen eigenbaat een ander vernietigd en was dus van rechtswege verbeurd. Als ik het dus voortzette, kon het slechts zijn met de gelofte voortaan geen eigen begeerten meer te kennen maar aan de welvaart van 't geheel te werken, zelfs ten koste mijner laatste krachten. Dat scheen mij een beter doodenoffer voor de arme ge storvene, dan een schot door mijn eigen schedel. Met dit besluit dat als een evangelie in mijn bitter berouw en plannen tot zelfmoord zijn lichtstralen wierp, trad ik weder het leven in, om het voortaan in eene andere strekking te leiden. Ook had ik besloten een ander beroep te kiezen. Het wilde mij niet gelukken met de pen van den journalist of van den geleerde flink te werken voor de alge meene ontwikkelingik verlangde een post, die sterke persoonlijke ofl'ers vor derde, ik wilde oogenblikkelijk de nood en ellende te hulp komen, wilde men- schenlevens kunnen redden som te hopen op eene soort uitdelging mijner -'■huid, om mij zelf weder te kunnen eeren. Ik dacht er dus aan op nieuw mijne studiën in de medicijnen aan te vatten en tevens, voor zooverre mijn onderhoud vorderde, in de journalistiek werkzaam te zijn. Nauwelijks stond ik weer vast op de beenen of in Duitschland greep de zoo genaamde Februari-revolutie plaatsende groote trekking in de lucht, die van haar uitging en in de Europeesche stik stof viel, gaf mij spoedig de oude veer kracht terug. Wel is waar wierp zij mij ook op nieuw, voor korten tijd weder in de armen van het oude métier. Ik trok met de revolutie naar Berlijn, naar Weenen, het volgende jaar naar Baden, maakte alles mede als soldaat van de pers, «lelde mij nu en dan zonder vrees bloot, als iemand die weet dat de dood hun uit den weg gaat en schreef daar door zeer gewilde en ook zeer goed be taalde artikels, zonder dat het mij toe lachte op deze of gene aanbieding van een blijvende betrekking aan een of ander blad gevolg te geven. Toen r.u een jaar later liet flikkerende vuur overal was uitgebrand en alleen de dikke, zwarte rookwolken der reactie boven 't land bleef hangen en de adem haling bemoeielijkte, besloot ik Europa voor de tweede maal te verlaten, i Mijne moeder was in dien tijd gestor ven en er was dus niets meer dat mij hinderde. Een jaar ingespannen studie 1 deed mij den doctoralen graad in de I medicijnen halen, dus nu wilde ik als I scheepsdokter naar Indie om in de koortsachtige streken van Sumatra en 1 Java die streken uit te zoeken waar de offers der Hollandsche zucht naar voor deel het talrijkst en de artsen daarentegen het zeldzaamst zijn. Een aanlokkend denkbeeld, niet waar? En toch stak de oude reislust daaronder, dat merkte ik pas aan den innerlijken strijd dien ik te voeren had toen mij terzelfder tijd de zeer bescheidene betrekking van Adsistent arts in het ziekenhuis der Universiteits- j stad, door de kliniek werd aange- j boden. »Hic Rhodus zeide ik tot mij zehen, na eenig nadenken, liet de over- zeesche plannen varen en trad zonder eenig knaleffect in den dienst der armen en geringen, die ik een paar jaar ge leden zoude hebben voorbijgeloopen, als ware ik een wezen eener hoogere orde. Ik zag mijn ouden vriend vol warme deelneming aan. Zijne oogen staarden vriendelijk onder de witte wenk bi ouwen uit. Hij sprak nu rustig en uit elk zijner woorden sprak behalve de grootste be scheidenheid tevens geloofwaardigheid. Hij zweeg nu en keek, in herinneringen verdiept, voor zich uit. Eindelijk vraagde ik «En gevoelt ge u bevredigd met eene zoo strenge levenstaak? Kondet gij uw programma van zelfverloochening getrouw Volhouden »Ja!" antwoordde hij kalm. «Mijne eer, de mogelijkheid van mijn voortbe staan hing er aan. Ik wil u bijzonderhe den besparen; met harden en moeilijken arbeid, ondervond ik rijkelijk last en moeite, verkeerd resultaat en ondank, die onafscheidelijk zijn van het werken voor anderen; maar daarentegen is mij ook het uur onvergetelijk waarin mij voor de eerste maal een mensch dank betuigde omdat ik het liefste wat hij bezat van den dood had gered. Toen voelde ik plotseling iets van dien onzicht- baren last wegvallen en er doordrong mij eene gewaarwording even als een ter dood veroordeelde moet gevoelen tot wien men zegt: «Wellicht schenkt men I u nog genade!" Zoo ging ik mijnen weg en ik had geen mensch moeten zijn indien die weg rnij niet om zieti zelfs wil geboeid had. Arbeid en wetenschap! Onschatbaie bezittingen, W.eldra .werden zij voor mij

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1887 | | pagina 1