nrisuwi Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT en GELDERLAND. binnenland. N. 17. Zaterdag 26 Februari 1887. Zestiende Jaargang. Een naklank. abonnementsprijs: VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. advertentien: F euillet on. DE WRAAK DER MADONNA. AMERSFOOBTSCHE CODBANT. VOOR Per 3 maanden 1.j Franco per post door het gebeele Eijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort. Van l6 regels 0,10 iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst norden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Dank zij het vrij gunstige weder, waarbij zelfs de overlevering van »het Oranjezonnetje" schitterend is ge handhaafd, zijn overal op den 19den Februari j.l. de beraamde feestplan- nen tot uitvoering kunnen komen, en heelt die dag het zijne bijgedra gen, om de hartelijke betiekking die er bestaat tusschen het Nederland- sche volk en zijn Vorstenhuis, helder te doen uitblinken. Die dag is voorbij, en van de geheele feestviering ziju slechts lut tele sporen overgeblevendaar zullen er zelfs zijn die zeggen't Is toch wel wat erg, zooveel moeite en kosten voor zóó kortstondige vreugde Wanneer dit een uitdrukking van leedwezen moet beteekenen, zijn wij het er volstrekt niet mede eens. Wat is aangenamer, wat meer opwekkend, dan de vriendschappelijke besprekin gen in den kring eener commissie, die zich heeft voorgesteld den mede burgers een natiorialen feestdag te bereiden Doch er zijn menschen die zich er op beroemen, zeer practische beschou wingen en opvattingen te hebben, en dezen moet men met feiten en cijfers te gemoet treden, niet met in de lucht hangende beweringen. Zulke lieden willen weieens na- pleiten. Het recht daartoe betwist hun natuurlijk niemand. Laat ons even luisteren. «Ziet eens heeren, ik heb, toen ge u zoo druk maaktet met uw com missie-vergaderingen, oproepingen van belangstellenden, vragen om gel- delijken steun, toen ge, hetzij in plenum, hetzij in de samenkomsten van subcommissiën, uw plannen zat uit te werken tot in de kleinste bij zonderheden, angstvallig alle kansen van mislukking overwegende, toen heb ik er mij niet in willen mengen, en geen water willen gieten over te laten, hebben wij ook nu hem geheel laten uitspreken, al hetgeen ge het vuur uwer geestdrift noemdet. Doch nu alles achter den rug is, mag ik toch wel even vragenwas ons antwoord sinds lang klaar. Wat is thans, van dat werken, de blijvende vrucht? In gehechtheid aan den Koning begeer ik voor geen uwer medeleden onder te doen, en alle wenschen, die voor zijn welzijn uit gesproken zijn, vinden weerklank in mijn hart; toch zou ik de kosten van die feestviering, vooral in een tijd, nu zuinigheid boven alles is aan te bevelen, liever gespaard hebben ge-1 zien. Dat er aan hehoeftigen een extra-uitdeeling plaats had hier en daar, voortreffelijk: ook zonder nationaal feest kunnen die stakkerds wel wat gebruikendat men den kinderen een vroolijken dag poogde te verschaffen, uitmuntend hoe meer zonneschijn op het pad onzer kleinen, hoe liever; al staat er geen openbare viering mee in verband, het kleine volk maakt zich spoedig blijde, en de herinnering aan zulke oogenblik- ken kan ook voor de latere levens dagen iets goeds uitwerken. Maar, al wat bovendien is gedaan, mag voor een goed deel verloren moeite heetenvoor versterking van den band tusschen Nederland en Oranje was het niet noodig, daar deze aan hechtheid niets te wenschen overlaat, en de tijd vooral, dien ernstige man nen, in grooten getale, besteed heb ben met het beramen hunner plan nen, bedenk eens, wat al avonden waarop men moest vergaderen had beter aangewend kunnen wor den tot het bespreken van middelen, om de vele dingen, die daaraan be hoefte hebben, te verbeteren. Tenzij, en ik verlang dan dat mij zulks worde aangetoond, zoo'n dag wezen lijke vruchten afwerpt voor ons na tionaal leven. Daar onze «practische" vriend wel zoo beleefd is geweest, ons niet te storen in de toebereidselen der feest viering, en het verkoelend bad, aan onze geestdrift toebedacht, achter- Het is dit Het leest van den 19:en Februari, en deze uitkomst was geen louter toeval, doch de ontwerpers hebben dit wel degelijk van den aanvang af voor de aandacht gehad, heeft aan de Nederlandsche natie geleerd, dat zij meer eensgezind is dan zij zelve wel weet. Het is thans geble ken, laat ons zeggen, opnieuw gebleken, dat één gevoel haar geheel en al kan bezielen, zonder dat het daarom noodig is dat bij het ont leden van dat gevoel dezelfde grond gedachte zich overal en bij iedereen openbaart. Want vraagt men aan elk afzonderlijk naar de reden van zijn persoonlijke gehechtheid aan Oranje dan zal men op dat punt een on eindige verscheidenheid van motieven ontwaren. Welnu, het is van onberekenbaar nut, het bestaan dier hoogere een heid, die niet wordt uitgesloten door verschil van opvatting en inzicht, eens duidelijk te voorschijn te doen treden. Dat zou van zelf geschieden in dagen van ernstig gevaar of van diepe nationale smart, als bijvoor beeld de veiligheid van onze grenzen door een vreemden aanval werd be dreigd. Doch dit blijkt ook, wanneer een volk zich voelt opgewekt tot het brengen eener gemeenschappelijke hulde, tot het vieren van een geza menlijk feest. Die eenheid, we zouden, bij het partij-gekibbel op staatkundig en kerkelijk gebied, haar bijna uit het oog verliezen. Maar nu wij weten, dat zij er nog is, laat ons haar nu aankweeken ook. Het volk wil dat gekrakeel niet; het zijn uitslui tend de leiders, de voorgangers, die, op behendige wijze partij trekkende van de noodwendig bestaande stroo mingen op het gebied van liet geeste lijk leven, deze op kunstmatige wijze tot stortvloeden doen aanzwellen. Het 1 zijn de leiders, die den vrede ver werpen, omdat de strijd aan de be- vordering hunner persoonlijke belan gen ten goede komt; het volk zelf i ware met minder heftigheid, meer geest van toenadering en van onder linge welwillendheid, heter gediend. Het ware zeer te wenschen dat de voorgangers daarmede eenigszins re kening hielden. Met al dat partij- geschreeuw gaan wij geen duim voor uit, en toch, we moeten vooruit. Willen de leiders zich naar dien wensch niet schikken, laat ons dan over hun hoofden heen loopen. Kun nen zij niet het punt vinden, waarin de wederzijdsche wenschen elkander naderen, dan moeten anderen met die taak worden belast. Ons volk wil vrede, wil overeenstemming, wil sa menwerking; om die te verkrijgen zal het wellicht noodig zijn, hen die geheel iets anders willen, op non activiteit te stellen. Naar het Vad. verneemt, heeft Z. M. de Koning aan Anton Kabelaar, koetsier van ilr. Stein, die Zaterdag de hollende paarden voor het rijtuig van, H. M. tot staan bracht, levenslang eene wekelijksche toelage van f5 toegekend. Kabelaar zal ook eene medaille ont vangen. H. M. de Koningin heeft H.Dr. wel- gemeenden dank doen betuigen aan den korporaal Maartense, den hoefsmid van Beek en den huzaar De Vries, van het Be regiment huzaren, voor den betoon- den goeden wil om HD. ter hulp te komen bij het hollen der paarden op den 19 Febr.jl. j De brievenbesteller De Koning te's-Hage, die gelijk met Z. M. dun Koning ver jaart en Zaterdag de helft van den leef tijd van Z. M. bereikte, ontving van Z. M. I een fraai gouden horloge. Dr. London uit Karlsbad, de bad- dokter van Z.M. den Koning, beeft eenige dagen in de residentie vertoefd, maar is thans wederom vertiokkcn. Volgens de Pall Mall Gazette heeft ook koningin Victoria Zaterdag onzen koning een telegraphischen gelukwensch gezonden, die, meldt het blad erbij, Z. M. vooral veel genoegen moet gedaan hebben. Ook de Nederlandsche club te Londen vierde 's Konings verjaardag recht fees telijk. De minister van buitenl. zaken geeft heden het diner, hetwelk hij jaar lijks ter gelegenheid van 's Konings ge boortefeest den hoofden van gezantschap pen en hoogen staatsambtenaren aan biedt, doch dat thans, wegens de uit- noodiging der gezanten aan het gala diner ten hove, op 19 Febr. niet plaats kon hebben. Uit Ede is een adres, voorzien van 70 handteekeningen, aan de Tweede Kamer gezonden tot opheffing van den vaccine-d wang. De Stand, schrijft: Tot ons leed wezen heeft Mr. Keuchenius zich geroe pen geacht, om in de discussie over de Grondwetsherziening een pleidooi voor Domela Nieuwenhuis te mengen. Dit deed ons leed om drieërlei oor zaak. 1. Omdat het blijven in de orde, hoe ver men ook de grenzen trekke, toch niet gedoogt, op zulk een wijze alle gren zen van het parlementaire kader te over schrijden en ook onzerzijds het gevaar dient vermeden, dat al te erg exces het bureau van de Kamer niet tegen ons in het harnas jage. 2. Omdat de Staten-Generaal o. i. geen andere bespreking van een gesla gen vonnis gedoogen, dan zoo er een kwaad in de rechtswereld openbaar wierd, dat het rechtsbesef van het volk niet slechts incidenteel onbevredigd laat, maar voor de betrouwbaarheid der rechts- hedeeling als zoodanig vreeze begint in te boezemen. En 3. omdat noch in noch buiten de Kamer ook maar een oogenblik den schijn mag aangénomen, als nam de antirevolutionaire partij het voor den lei der der socialisten uit overtuiging en con amore op. Want wel weten we, dat Mr. Keu chenius dit formeel uiteenhield, maar zakelijk kon het toch geen anderen in- diuk achteilaten. Deze fatale indruk mag geen oogenblik blijven bestaan! EENE SCHETS uit het ITALIAANSCHE VOLKSLEVEN. Vrij gevolgd naar het Italiaansch. 1) Op een neveligen herfstmorgen was eene schare mannen, beladen met allerlei vreemde bagage, in het dorp Gesena terug gekeerd. Het dorpje ligt tusschen de rotswanden der Appenijnen even verbor gen als een vogelnestje in eene muurnis. Met vreugdekreten werden die man nen door vrouwen en kinders begroet, want eenieder in Gesena verheugde zich over den goeden buit die de vaders, broeders of echtgenooten in 't gebergte hadden behaald. Zij hadden zich des avonds aan den weg, die van de oevers van de Adria naar Perugia en Rome voert, in hinder laag gelegd, overvielen een gezelschap touristen en plunderden het uit. Straatroof is sinds eeuwen het eenige middel waar door de dorpelingen van Gesena in hun onderhoud voorzien. In de Osteria (herberg) van Bartolo, verdeelde Gaspare, de capitano der straat- roovers, den buit en daarbij onstond twist. Bartolo de waard had zich bij den aanval dapperder dan de overigen ge dragen. Hij had een der reizigers, die, terwijl Gaspare hem bij den hals had, dezen met een revolver wilde neerschie ten, door een krachtigen stoot ter neer ge worpen en redde daardoor hef leven van zijn kapitein. Hij meende daarom een deel van diens buit te mogen vorderen en stak een goud horloge, 't welk Gaspare zich had toegeeigend in den zak. Gaspare ziet den diefstal. «Figliol d'un eau" 1 (hondenzoon) roept hij toornig uit en geeft Bartolo een stoot voor de borst. Het bloed stijgt den beleedigde naar het hoofd, de «rabbia" (razernij) overmeestert hem en bliksemsnel naar zijn dolkmes grijpend stoot hij dit tot aan het gevest in de borst van Gaspare. Als door een mokerslag getroffen valt deze op den geplaveiden vloer en sterft binnen enkele oogenblikken. Bartolo snelt het vertrek uit, kust vrouw en kind voor altijd vaarwel, grijpt zijne wapens en eenig geld en ijlt langs de steile dorpsstraten den berg op, waar hij achter de hooge rotsen eene schuil plaats zocht. De familieleden droegen het lijk van Gaspare naar diens huis en legden het voor het Madonnabeeld, dat in de groote kamer hing. Toen vluchtten allen huis waarts want niemand wilde getuige zijn als de weduwe van den vermoorde aan den moordenaar bloedige wraak zoude zweren. Het zweren van bloedwraak is eene eeuwenoude gewoonte onder de bewoners der Appenijnen. De zoon, broeder of vader van hem die in een gevecht is gedood, moet de hand in de wond van den doode leggen, dan de bloedige vingers opheffen naar het beeld van den Gekruiste of der Madonna en wraak aan den moor denaar zweren. Men noemt dezen eed dé" «Vendetta." Daar Tonio, het eenige kind van Gas pare, nog slechts een knaap was, moest de moeder voor hem de Vendetta zweren. Cecha, de weduwe, zat den geheelen dag naast het lijk; doch geen traan kwam in haar oogen, zij staarde slechts voor zich uit; terwijl op het marmerbleeke gelaat zich geen spier bewoog. Zij hield de lippen krampachtig saamgeknepen, als wilde zij de smart die daar binnen woelde verstikken. Ook de nacht ging voorbij en nog verliet zij het lijk van den verslagene niet. Den volgenden morgen stak zij de lamp aan voor het Madonnabeeld, trok plotseling den kleinen Tonio naar zich toe, drukte hem in haar armen en knielde voor het beeld neder. Het was een lang gebed wat zij tot de moeder Gods opzond. Thans glinster den er tranen in haar oogen, tranen, die steeds de afschaduwing van een zacht gestemd gemoed zijn. Nadat vrouw Cecha haar gebed had uitgesproken, boog zij zich over het lijk van haar echtgenoot en kuste het op de lippen. Tonio moest hetzelfde doen. Daarna spreidde zij den mantel dien Gaspare steeds gedragen had over hem heen en wachtte tot de pastoor en de familieleden in het vertrek kwamen om den doode naar de begraafplaats te bren gen. Toen zij dien steilen rotsweg naar het kerkhof opgingen fluisterden de nabestaanden onder elkaar: «Wee over Bartolo. De Vendetta der Madonna zal hem en zijn huisgezin vernietigen. Vrouw Cecha heeft de bloedwraak overgegeven aan de machtige koningin des Hemels." De ruwe rnenschen sloegen een kruis, op voorhoofd borst en mond, van schrik. Toen men aan de Osteria van Bartolo voorbij kwam zag men de deuren en vensters open staan het huis was ledig. De vrouw van den waard was naar hare landstreek, aan gene zijde der Alpen, gevlucht. De vader van den vermoorde nam een stuk krijt uit den zak en schreef op de deur der Osteria: «La Vendetta di Ma donna!" Sedert dat oogenblik lag er een banvloek over het huis van Bartolo en geen bewoner van Gesena durfde het betreden. De weduwe van Gaspare bleef met Tonio alleen in hare eenzame woning en vermeed den omgang met de dorpe lingen. Tonio mocht nimmer het huis verlaten orn in de bergen met de kinde ren der buren te spelen. Als vrouw Cecha naar Trevi ter markt ging sloot zij deuren en vensters, zoodat niemand in het huis kon komen of zien en Tonio moest in de achterkamer blijven die alleen door een klein venster zeer spaar zaam verlicht werd. Daar zat de knaap dan eenzaam, vol verlangen naar vrijheid, naar kameraden en naar het woud. Nu en dan kwam er een rondreizend bedelmonnik aan huis en leerde hem lezen, schrijven en godsdienstige liedeten zingen of Latijnsche gebeden opzeggen. Tonio verzocht zijne moeder nieriigen keer: «Laat rnij eens in het dorp gaan, ik wil de mannen begroeten, die uit het dal komen en evenals vader allerlei rnooie zaken mee brengen." Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1887 | | pagina 1