KIEV WE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT EN GELDERLAND.
Vervloekt en Verstoolen.
N. 64.
Woensdag 10 Augustus 1887.
Zestiende Jaargang.
VOOR
abonnementsprijs:
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
BINNENLAND.
Feuilleton.
AMEBSFOORTSCIE C0ÜBANT.
Per S maanden ƒ1.Franco per post door fcet geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
[ngezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Van 16 regela 0,40 iedere regel meer 5 Gent.
Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Uit den Ha3g wordt omtrent onzen
Koning aan de nZw. Ct." d.d. 5 dezer
geschreven
«Toen ik u een paar weken geleden
schreef, dat de berichten, die af en toe
verspreid werden omtrent den zooveel
gunstiger gezondheidstoestand desKonings,
te rooskleurig waren, was dit in alle
deele juist. Met te meer genoegen kan
ik nu van goederhand meedeelen, dat
de pijnlijke aanvallen, die den patient
zoo dikwerf kwelden, zich niet meer zoo
hevig en zoo veelvuldig voordoen en de
toestand niet onbevredigend is. Het blijft
echter een slepende aandoening, die on
vermijdelijk nu en dan haar tijdperken
van verheffing heeft. Hoofdzaak is even
wel het zeer geregelde diëet, dat Z. M.
streng volgt, zoodat er dan ook geen
reden is, om sensatieberichten, gelijk er
onlangs een in een der Haagsche Cou
ranten voorkwam, te gelooven. Daarin
werd niets minder gezegd, dan dat de
toestand zeer gevaarvol was. Gelukkig
slechts loos alarm I"
Prins Albrecht van Pruisen heeft
als aandenken aan zijn bezoek op het
eiland Marken op 1" Juli jl. aan den
Heer C. de Groot Cz., hoofd der school
aldaar, een fraai bewerkte gouden doek
speld met borstbeeld en randschrift ge
schonken voor de welwillendheid hem
tijdens dit bezoek betoond.
De wed. Maritje Tijssen, de eigenares
van het met de schoonste verzameling
antieke meubelen voorziene Marker huis,
ontving het portret van den prins in
kabinetformaat. Beide geschenken waren
van een vereerend schrijven vergezeld.
Uit Cleve schrijft men aan het
N. v. d. D. van 7 Augustus:
Onze dichter-sHotelbesitzer" Robbers
ontving gisteren een dankbetuiging van
wege Neerlands Koningin, voor het door
hem toegezonden Duitsch gedicht, bij
gelegenheid van Hr. Ms. 29sten verjaar
dag.
Heden werd de Hollandsch-Protestant-
sche gemeente onthaald op eene leerrede
van een der hier aanwezige zomergasten,
den Haagschen predikant Van Hoogstra-
ien. Tot inleiding nam spr. eene opmer
king die hij gemaakt had op twee ko
lommen in het vreemdelingenboek in zijn
hotel, waarin ook hij zijn naam moest
inschrijven, en waarvan de opschriften
waren: «van waar" en «waarheen";
daardoor nam hij tot tekst Joh. 6 6669.
Indrukwekkend en warm uitgesproken,
waren ziin rede en zijn gebed. De tal
rijk opgekomen gemeente hing aan
's mans lippen.
Z. E. de Gouverneur-generaal van
Ned. Indië heeft den 28en Juni II. de reis
naar Midden-Java aanvaard en is den
volgenden dag aan boord van de »Bromo",
een der stoomers van de N.- N.-Indische
stoomvaartmaatschappij te Semarang aan
gekomen.
Naar de bestellingen van toiletten te
Batavia te oordeelen, belooft de ontvangst
te Solo en te Djocjo zeer schitterend te
zijn.
Vóór het vertrek van den Gouverneur-
generaal heeft de Raad van Indië eenige
vergaderingen gehouden. Volgens de ge
ruchten stonden deze vergaderingen in
verband met de quaestie van het herstel
der sultan-heerschappij in Atjeh, welke
plotseling weder aan de orde is gekomen
door de onderwerping van Toeankoe
Abdul Medjid, de schoonvader van den
pretendent en, evenals deze, tot de oude
sultansfamilie behoorende. Aan de onder
werping van dezen Toeankoe wordt zeer
groot gewicht gehecht, met het oog op
den grooten invloed, dien hij op zijne
landgenoten uitoefent. Reeds onder het
bestuur van den gouverneur Tobias is er
aan gedacht hem op den sultanstroon te
plaatsen. Gelukt dit thans, dan bestaat
er eindelijk eens uitzicht op eene gun
stige wending in de Atjeh-zaken.
Twee officieren van de Spaansche
artillerie, de heer Rodriguez en Gon
zales, bezochten in de laatste dagen
de verschillende militaire instellingen te
's-Hage.
Door verscheidenen is in de bladen
de invoering bepleit van een of meer
vrije dagen 's jaars voor werklieden in
fabrieken en werkplaatsen. Een hunner
schreef: «Moge iemand, die een grootere
inrichting heeft dan de mijne, voor boven
staande aangelegenheid het initiatief
nemen, hij kan verzekerd zijn, van vele
zijden medewerking te ontvangen." Wij
vermoeden, dat het de bedoeling is, den
werklieden vrijaf te geven met behoud
van hun loon.
Zulke «vacantie-dagen" kent men in
Engeland althans voor kinderen, jeug
dige arbeiders en vrouwen reeds lang
krachtens een gebod des wetgevers. In
navolging van vroegere voorschriften
toch, bepaalt de «Factory and Workshop
Act" (Wet op fabrieken en werkplaatsen)
van 1878, in art. 22, dat in alle werk
plaatsen en fabrieken, die aan haar ver
bonden zijn dat is ongeveer in de
gansche nijverheid aan de genoemde
categorieën van arbeiders acht halve of
vier heele vrije dagen in het jaar moeten
worden toegestaan. En vergissen wij ons
niet, dan is dit meerendeels van zelf toe
passelijk geworden ook op volwassen
mannelijke werklieden.
Mocht hier te lande iets dergelijks
ingang vinden uit vrije beweging der
werkgevers, zegt het „Sociale Weekblad",
de waarde er van zou nog grooter zijn,"
Dr. Mezger schijnt voor Amster
dam verloren te zullen gaan, ten minste
naar hetgeen door bet «IV. v. d. D."
wordt medegedeeld, van een persoonlijk
onderhoud met den dokter.
Het zal nu ongeveer een jaar geleden
zijn, dat men dr. Mezger een professoraat
aan de Amsterdamsche Universiteit kwam
aanbieden. Te laatl Dr. Mezger telde 48
jaren en gevoelde, bij den omvang van
zijn arbeid, toen geen roeping meer om
zich te wijden aan de inspanning van
het professoraat.
Overigens bleek uit het gesprek niet
dat hem ooit eenige de minste openlijke
eerbewijzing, betuiging van waardeering,
vriendschapsbetoon, of wat ook, was ten
deel gevallen. Alleen nu hij heengaat,
wordt het denkbeeld geopperd of voor
zijne methode niet eene instelling als
die te Wiesbaden te maken ware.
Dr. Mezger verklaarde, dat hij nooit
de groote moreele verantwoordelijkheid
tegenover het maken van de ontzaglijke
onkosten daarvoor zou durven dragen.
Eene instelling van dien aard alhier zou
door de kracht van zijn naam waar
schijnlijk kunnen bestaan, doch zich nooit
in volkomenheid, en daardoor duurzaam
heid, kunnen meten met eene door de
natuur zoo gunstig bedeelde plaats als
Wiesbaden.
De stand van zaken ten aanzien van
Wiesbaden is op dit oogenblik, dat dr.
Mezger zich in beginsel met de oprich
ting en leiding van een senatorium aldaar
vereenigd heeft. Heden vertrekt hij der
waarts tot nadere regeling, waaruit vor-
moedelijk een beslissend contract zal
volgen.
Daarna denkt dr. Mezger nog tot 1
Januari a. s. te Amsterdam zijne praktijk
te blijven waarnemen.
Des zomers blijft hij verkwikking zoe
ken op zijn fraaie villa in het heerlijk
gelegen Domburg.
De «Galerijsocieteit" heeft zich tot B.
en W. gericht met het verzoek pogingen
aan te wenden, om dr. Mezger voor
Amsterdam te behouden. Hun adres ligt
ter teekening Galerij no. 3.
De anti-revolutionaire deputaten-
vergadering komt 18 Augustus te Utrecht
bijeen. De volgende week -r- zegt de
Standaard kon niet meer, overmits
aan de deputatenvergadering nog eene
samenkomst der Kamerclub en van het
centraal-comité moet voorafgaan.
Men deelt ons mede, dat het
concours hippique, dat Zondag 14 Aug.
a. s. te Arnhem zal worden gehouden,
schitterend belooft te zijn. De inschrij
vingen zijn ongemeen groot in aantal
en overtreffen verre de verwachtingen.
Voor het concours van rijtuigpaarden
zijn 29 paarden ingeschreven voor dat
van rijpaarden 51voor dat van twee
spannen 18; voor dat van vierspannen
9, en voor dat der springpaarden 14.
Er zullen dus in 't geheel 166 paarden
dien dag in den ring verschijnen, waar
onder de schoonste en beste van ons
land. Utr. Dgbl.
De practische oefeningen der be
reden artillerie in de legerplaats bij
Oldebroek, werden Zaterdag bijgewoond
door den Franschen hoofdofficier G. Lebon,
chef d'escadron, die met toestemming
van den minister van oorlog hier te lande
verschillende militaire inrichtingen zal
bezoeken.
Een in ons land veelvuldig voor
komend gebrek in de tabaksplant is de
zoogenaamde mozaïekziekte. Een nauw-
I keurig onderzoek toont aan, dat waar
deze ziekte verschijnt, men heeft te zor
gen voor vruchtwisseling, en wat de
broeibakken aangaat, voor verwisseling
van de aarde. Men verwijdere de zieke
planten en na den oogst ook de achter
blijvende stronken van het veld. Men
behoort te mesten met stoffen, die geen
lagere organismen bevatten, b. v. met
turfmolm en kunstmest.
Verder is aan te nemen, dat de mozaïek
ziekte der tabak eene bacteriënziekte is,
en men heeft waargenomen, dat het
zaad van zieke planten gezonde planten
kan voortbrengen. Loc.
Den 30sten Augustus e.k. zal te
Utrecht de eerste algemeene vergadering
gehouden worden van den Algemeenen
Nederlandschen Politiebond.
Daar bij het le reg. huzaren, te
Zutfen, Deventer en Amersfoort in garni
zoen, het getal vrijwilligers thans compleet
is, zoo zullen bij dat korps voorloopig
geene vrijwilligers rneer worden aange
nomen.
Te Nijmegen worden plannen ge
maakt om de feesten, welke elkander
aldaar opvolgen, voor dit jaar te beslui
ten met eene harddraverij en wedren.
Vermoedelijk zullen deze races gehouden
worden in de kermisweek, zijnde half
September.
De consul der Nederlanden te Reyk
javik heeft de aandacht gevestigd op de
kabeljauwvisscherij aan de IJslandsche
kust, welke tegenwoordig op uitgebreide
schaal door Fransche visschers noch
tans buiten de territoriale wateren van
het eiland wordt uitgeoefend. De
sterkte dezer visschersvloot is jaarlijks
omstreeks 200 schepen, elk met 18 kop
pen bemand, en de gemiddelde vangst is
30,000 stuks per schip. De kabeljauw
wordt aan boord van de schepen gezou
ten en naar Frankrijk gebracht om ge
droogd te worden, vermits het aan den
wal brengen van den visch en zijne be
reiding aldaar, uitsluitend aan IJslandsche
ingezetenen geoorloofd is.
De «Kleefsche Hollander", die de
zer dagen de brochure Hollanders in
Kleef, enz. schreef, ontving vanwege
H. M. de Koningin eene vereerende dank
zegging voor het exemplaar dat hij haar
had toegezonden.
36) De politie vermoedde in iederen Pool
en Poolsche vrouw een sluipmoordenaar
en het naderen van 's vorsten persoon
was onmogelijk. Meermalen had Sara
beproefd een verzoekschrift aan een der
Senatoren te overhandigen, om door diens
voorspraak een audiëntie te verkrijgen,
zooals een geraadpleegden advocaat haar
had voorgesteld maar nog was het haar
niet gelukt. Op een dag echter bleef een
hooggeplaatst persoon, die haar waar
schijnlijk reeds meermalen had gezien bij
haar staan, nam het verzoekschrift aan
en toen hij eenige regels gelezen had,
haalde hij een brieventasch te voorschijn,
nam er een muntbiljet van twintig roebels
uit, legde het in het verzoekschrift en
gaf het de ongelukkige terug. Maar
bedelen wilde Sara immers niet zij
wilde slechts de vrijheid van haar vader
afsmeeken. Zij verhaalde hem oprecht
haar toestand, en hij luisterde belang
stellend naar de levendige schildering van
haar lijden
«Dergelijke verzoeken onvangt zijne
majesteit helaas, maar al te dikwij's,"
zeide hij «gisteren nog wendde zich een
jonge vorsin, Anka Felotiskof geheeten,
tot onze allergenadigste grootvorstin om
hare bemiddeling ter bevrijding van een
gevangene te verleenen."
«O, voer mij ook tot haar, ik bid, ik
bezweer het u," riep het meisje. «Ook
ik wil de grootvorstin, die een teeder
goed hart moet hebben, mijn leed klagen,
en zij zal niet ongevoelig zijn."
Na lang weifelen gaf hij eindelijk aan
de bede van het meisje toe.
Zij traden het paleis binnen en toen
zij verscheidene prachtige kamers waren j
doorgegaan, hielden zij in een zaal halt i
en Sara's geleider verwijderde zich. Na
lang angstig wachten opende een lakei
de deur en liet de verzoekster een zaal
binnentreden. Zij schrikte bij de plechtige
stilte, die daar heerschtenooit had zij
zulk een rijke en helder verlichte kamer
gezien. Een talrijk gezelschap was tegen
woordig jonge edellieden speelden aan
een tafel in een hoek der zaal. Twee
generaals, groote, imposante gestalten,
de borst met orden opgeschikt, gingen
arm in arm heen en weder. De groot
vorstin zat met eenige dames in zwaar
zijden kleederen aan een party Boston.
Aller blikken waren op Sara geiicht.
Zoodra de grootvorstin haar zag, wenkte
zjj dat zij zou naderen. «Ik heb uw ver
zoekschrift gelezen," zeide zij vriendelijk.
Sara vatte al haar moed bijeen, ver
haalde hare geschiedenis en smeekte om
het leven van haar vader Barug Levi en
dat van graaf Dewbinsky. Toen zij den
laatsten naam noemde bewoog een fijne
glimlach de lippen der grootvorstin. «Welk
een zonderliing toevalhoorde Sara de
voorname dame murmelen, zonder dat
zij begreep wat zij er mee zeggen wilde.
De heeren en dames hadden om Sara
een kring gevormd, en men zag aan allen
dat zij eenige belangstelling voor de on
gelukkige gevoelden de vorstin was door
de kinderlijke liefde en de opofferingszin
van Sara in verrukking, zij beloofde voor
haar te zullen zorgen.
Toen de grootvorstin alleen was, zeide
zij voor zich «Nu heb ik twee in myne
bescherming aanbevolenen, die hier elkan-
ontmoeten om twee mannen te bevrijden,
wier lot dezelfde uitspraak der wet aan
eengesmeed heeft. De Czaar zal de
gelegenheid hebben, al zijn grootmoedig
heid in het helderste licht te stellen I"
Alexander II, Czaar van Rusland, zat
in volle uniform in zijn schrijfkabinet van
het winterpaleis. IJ verig schreef hij eenige
brieven, en overhandigde ze aan zijn
opperhofmeester ter verzending.
De opperhofmeester verwijderde zich
de keizer ging nu in gedachten heen en
weer en streek zich nu en dan met de
hand over het voorhoofd, als wilde hij
sommige gedachten verdrijven. In de
voorkamer werd het levendig.
De vleugeldeuren werden geopend, de
opperhofmeester trad in het salon, en
diende de grootvorstin met twee dames
aan. De Czaar glimlachte, als ware hij
reeds voorbereid op het geen volgen zou.
»Nu" begon de grootvorstin, terwijl zij
met de grootste gratie en beminnens
waardigheid een harer geleidsters voor
stelde, «vorstin Anka Felotiskof draag
zelf u verzoek voor I"
Met korte woorden verhaalde Anka
wat zij was het inderdaad hare
ontmoeting met Dewbinsky, het beluisterde
tooneel in den tuin van haar vader en
haar bezoek bij den graaf om hem te
waarschuwen voorts de gevangenneming
van haar vader en de laatste gebeurte
nissen namelijk, dat men haar tot een
huwelijk met Seniawitsch had willen
dwingen, dat zij nog in het laatste oogen
blik, gedreven door den angst der ver
twijfeling, een stout plan had opgevat
en buiten voorkennis harer ouders naar
Petersburg was vertrokken, om de genade
va", zijne majesteit af le snieeken, zoowel
voor zich zelve als voor haar geliefde.
Bij de laatste woorden kon zij nauwe
lijks meer spreken de aandoening op haar
gelaat zeide echter den vorst meer dan
woorden.
«Ik kende Dewbinsky als den schrijver
van eenige artikelen, die verschillende
regeerings-maatregelen afkeurden. Ik
ben niet tegen de vrijheid der pers, zoo
lang zij binnen behoorlijke grenzen blijft,
want zij maakt op nuttige verbeteringen
opmerkzaam, ook is mij voor den graaf
reeds een verzoek om gratie door diens
verwanten gedaan."
Na een korte pauze voer de keizer
weder voort: «Ik hoop dat onrustig hoofd
in het vervolg van alie samenzweringen
verwijderd te houden, zoo hij bestendig
onder uw scepter leeft maar als straf,
dat gjj zijne vlucht van Dubrovica be
gunstigd hebt, zult ge, lieve vorstin,
voortaan des te zekerder voor hem in
staan," zoo besloot hij met een glimlach.
Anka stamelde verward eenige woor
den van dank, terwijl de grootvorstin
de van blijde verwachting aan alle leden
bevende Sara wenkte. Zij naderde en
zonk aan de voeten van den Czaar neder;
«dadelijk had zij in hern epn der statige
generaals herkend, die gisteren in het
salon der gi ooivai stin naar het verhaal
van Saia's levensgeschiedenis niet zooveel
belangstelling geluisteid hadden.