BUITENLAND. Plaatselijke berichten. Provinciale berichten. Voor het examen tot het verkrijgen van het diploma van opzichter van 's Rijks Waterstaat, gehouden te 's Gravenhage in Juni en Juli jl. hadden zich 69 candi- daten aangemeld. Acht hunner konden van het voorloopig examen in de vakken 1. 2. 5 tot 9 van het programma worden vrijgesteld, als zijnde in het bezit van het diploma, van voldoend afgelegd eindexamen aan eene hoogere burgerschool met driejarigen cursus of van het bewijs van toelating tot de vierde klasse eener hoogere bur gerschool met vijfjarigen cursus. Van de 61 candidaten, die aan het voorloopig examen deelnamen moesten 26 worden afgewezen. De uitslag van het eindexamen was dat aan 24 van de 43 candidaten, die daaraan deelnamen het getuigschrift van voldoend afgelegd examen voor Opzichter van 's Rijks Waterstaat kon worden uit gereikt, en wel naar alphabetische volg orde aan F. E. Artes te DordrechtA. H, van Bebber te Doesburg W. C. van der Beeke Ie Amst. J. Éenkelman te Zwartewaal H. Bokma te Helder T. C. Bölger te UtrechtC. E. van der Bult te Pannerden M. Coeterier te Amst.; II. Dijkstra te NieuwoldaC. E. Enthoren te RoekanjeM. in 't Hont te Vlaardin- gen. D. J. de Jongh te Geertruidenberg W. M. Jordaan te Utrecht; F. W. K. de Klerk te Nieuwer-AmstelF. A. Klop- pert te Dordrecht, L. Kniphorst te Maas sluisO. Lofvers te Bedurn P. Muller te Haarlem, J. H. Rouwenhorst Jr. te Har derwijk H. Scholtens te UtrechtP. Schotel te DordrechtJ. Vreedenburgh te Rotterdam J. C. Winterwerp Cz. te Groningen W. Wolter te Adorp. De tot 2. luitenant benoemde kadet- ten van de Kon. Mil. Accademie zullen den 15. dezer maand bij de corpsen, waar zij zijn ingedeeld, in hunnen rang moeten worden erkend en beëedigd. De heer H. Wolters, bijna 25 jaren practiseerend geneesheer te Venloo, en als zoodanig ook aan de Staatsspoor ver bonden, is na eene kortstondige ziekte overleden. De ontslapene wordt in zijne omgeving algemeen betreurd. Ruim 2000 vaatjes boschbessen werden van Ede dit jaar naar het bui tenland verzonden. Voor het plukken werd f0.50 a f 0.70 per vaatje besleed. Er zijn in Nederland 103 dolee- rende gemeenten. Ze zijn naar de pro vinciën gerangschikt, als volgt: Gronin gen 5, Friesland 24,' Drente 1, Overijsel 4, Gelderland 15, Utrecht 9, Noord-Hol land 8, Zuid-Holland 31, Zeeland 4, en Noord-Brabant 2. In nog een 25tal gemeenten worden stappen gedaan om doleerende gemeen ten te slichten. Bij den landbouwer D. de H., in de Beemster, hadden eenige kinderen, die bij eene Nortonpomp speelden, de onvoor zichtigheid om een lucifer aan te steken en dien boven de wel te houden. Door de in het water aanwezige gassen ont stond eene ontploffing, welke het aange zicht van twee kinderen schroeide en het haar van een hunner verzengde. Sedert de opening van het badsei zoen zijn te Scheveningen 3824 badgas ten met 422 dienstboden aangekomen. Deze getallen zijn merkelijk hooger dan die van het aantal vreemdelingen op het zelfde tijdstip in Augustus 1886. Het hotel van het verbouwde nKurhaus" trekt meer bezoekers dan door sommi gen in den aanvang voorspeld werd. De trein, die te 5.33 namiddags van Geertruidenberg naar Lage Zwaluwe ver trekt, ondervond Zaterdag eenig opont houd op een overweg nabij Hooge Zwaluwe, doordat een kwaadwillige keisteenen uit den overweg had opgebroken en op een hoop gestapeld, zoodat de trein niet zon der gevaar kon passeeren. Dank zij de oplettendheid van den machinist, werd wellicht een ongeluk voorkomen, doordat de keisteenen nu tijdig van den weg konden verwijderd worden. ïSta op," zeide de vorst met vriende lijke stem, »ik begrijp volkomen het troostelijke van uw toestand en uwe droefheid, wier oorzaak ik ken." De keizer nam van de tafel een daarop liggende ukase, die met zijn zegel en zijne onderteekening voorzien was. «Hier is de begenadiging voor uw vader," zeide hij, «zij zal over eenige dagen verzonden worden." Een kreet ontglipte Sara's lippen, zij kon geen woord van dank spreken, zij was niet in staat zich op te richten zelfs geen traan van vreugde kwam in hare oogen. Het geluk was te groot, het dreigde haar hart en boezem te ver scheuren. Een handbeweging des keizers duidde aan dat de audiëntie ten einde was. Nu eerst kon Sara den vorst door woorden hare diepe dankbaarheid betuigen. De grootvorstin begaf zich daarop met hare beschermden weder in het paleis en nam het zelve op zich, Anka's oudeis over het verdwijnen hunner dochter ge rust te stellen en haar verzoek oin ver giffenis te ondersteunen. (U'orcR vervolgd.) Men schrjjft uit Amsterdam aan het vUlrechtsch Dogblad: Een Amsterd. blad brengt een treffend bericht omtrent de eerste opstijging alhier van den heer Louis, met den ballon «Prinses Wilhelmina". Zooals men weet was de luchtreiziger toen alleen, en be reikte hij met zijn ballon eene aanzien lijke hoogte, maar toen hij weder wilde nederdalen, weigerde de klep hare wer king, en was het hem onmogelijk het gas te doen ontsnappen. Men behoeft geen bijzondere verbeel dingskracht te bezitten om zich de ge waarwordingen voor te stellen van dien man, in die hopelooze eenzaamheid daar boven, voortgezweept door een sterken wind, steeds hooger en hooger stijgende. Nauw had hij zijne vrienden de hand gedrukt, of daar steeg bliksemsnel het gevaarte omhoog. Nog verhoogt hij de snelheid door een zak zand weg te wer pen, en weldra is hij uit het gezicht verdwenen en is voor hem de aarde met al wat daar op is slechts eene levenlooze massa. Reeds wijst zijne hoogtemeter 3000 meters aan, en nog altijd stijgt de ballon. Maar eindelijk wordt hel zelfs dezen vermetele te hoog. Hij grijpt het touw, dat onder uit de tromp van zijn ballon hangt en daar doorheen aan de klep is bevestigd; hij rukt er aan, maar vergeefs. Nog eens rukt hij. maar weer vergeefs. Hij verbleekt, en laat als ver stijfd van schrik het touw los en de handen moedeloos langs het lijf vallen. Een oogcnblik staart hij als versuft voor zich naar den bodem van de kleine mand, die hem draagt, maar dan komt de zucht naar lijfsbehoud weer in hem boven. Als een razende grijpt hij naar het heen en weer slingerende touw en hangt met garisch de zwaarte van zijn lichaam er aan. Knarsetandend rukt hij er aan, ter wijl een vloek tusschen zijne verbleekte lippen uitschiet. Niets mag baten. Het angstzweet bedekt in groote droppels zijn voorhoofd en wangen, zijne ademhaling wordt beklemd, de breede borst gaat met geweldige golvingen op en neder. Radeloos slingert hij het touw van zich af en staart over den rand van zijn schuitje naar beneden. Verschrikt door die onmetelijke diepte deinst hij terug en moet zich vastgrijpen om niet ineen te zakken. Zoo staart hij, met den rug leunend tegen den rand der schuit en de beide handen krampachtig daarom vastgeklemd, met wijd geopende, uitpuilende oogen strak voor zich uit in de matelooze ruimte, en het gevoel dringt zich bij hem op, dat hij verloren is. Dan wordt hij dof en onverschillig; zijne oogen sluiten zich eene siddering vaart hem van het hoofd tot de voeten, zijne handen laten de mand los; als levenloos zakt hij ineen op den bodem der mand. En steeds hooger stijgt de ballon I Zoo ligt hij eenigen tijd, maar dan opent hij plotseling de oogen. Een gas- lucht diingt tot hem door en vult geheel de mand; eene postduif is reeds gestikt en doet haar laatste stuiptrekking in het kistje, waarin zij is gesloten. Met eene geweldige poging overmant hij zich, vliegt overeind en steekt het hoofd buiten de mand. Zoo hangt hij meer dood dan levend eenigen tijd, en krijgt door den frisschen wind zijn bewustzijn weer. De zijde van den ballon is zoo strak gespannen als een eierschaal. Het gas is geweldig uitgezet en dringt door den tromp naar builen. Steeds sneller wordt de vaart, waarmede hij omhoog stijgt. Een oogenblik komt de gedachte bij hem op aan zijne vrouw en kinderen, aan zijne verwanten en vrienden, die angstig zijne terugkomst verbeiden, en tranen vermengen zich met het angstzweet, dut zijn gelaat bedekt. Dan komt weer de zucht tot het leven met verdubbelde kracht in hem op; weer grijpt hij het trouw, en «hulp, hulp!" klinkt het door het luchtruim. Verschrikt laat hij den snoer los en ziet achterom. Het is alsof een ander geroepen heeft; zoo heeft de angst zijn geluid veranderd, dat hij het zelf niet meer herkent. «Hulp, hulpI" klinkt het nog eens op akeligen toon, maar slechts de echo der wolken ant woordt hemhulp I En hooger stijgt steeds de ballon! Hij berekent bij zich zelf hoe lang het nog duren zal eer de ballon te barsten springt en dan grijpt hij zijn revolver om er een eind aan te maken. Nog eens kijkt hij naar omlaag, en als hij de aaide nog onderscheidt, waarop hij alles achterliet wat hem lief was, dan schreit de moe dige man weer als een kind, en brullend van smart slaat hij de handen naar het hoofd en rukt zich de haren uit. Nu eens verwenscht hij zijn noodlot en alles wat er hem toe dreef dezen tocht te ondernemen, dan weer grijpt hij met sidderende hand naar het pistool, en meer en meer krijgt hij vrede met de gedachte, dat het beter is om het ontzettend oogenblik niet af te wachten, waarop luj zal neerstorten, maar om zijn dood door een revolverschot te ver haasten. Zijne hand wordt vaster, die het pistool omklemt; de blik zijner oogen is niet meer wezenloos, zijne lippen zijn vast- gesloten op elkaar gekneld. Daar herin nert hij zich, dat hij nog weinige uren geleden, voordat hij opsteeg, ter biecht was geweest, en de reeds opgeheven hand zakt neder en laat den revolver vallen, en hij stort op de knieën en bidt. Dat verlicht hem! Weer kan hij den ken, en nu is zijn eerste werk om te zorgen, dat, wat er ook met hem ge beuren moge, er althans eenige kans besta, dat zijne verwanten zijn weder varen vernemen. Het kistje, waarin de gestikte postduif ligt. neemt hij op, en op het deksel dezer doodkist schrijft hij met vaste hand: ïDe ballon stijgt steeds. Ik kan niet nederdalen door een gebiek aan de klep. Vaart allen wel!" En als deze laatstë plicht, dien hij te vervullen heeft, verricht is, dan ziet hij in stille berusting om zich heen, en in weinige seconden gaan al de vreugd en smart, die hij in zijn leven gehad heeft, aan zijnen geest voorbij. Zijne vrouw, zijne kinderen, zijne goede vrienden, van allen ziet hij het beeld vdór zich zweven, en zelfs lang overledenen, de geliefde makkers zijner jeugd, aan wien hij in jaren zelfs niet meer gedacht heeft, zij staan hem in deze stervensure als levend voor oogen. Zich zeiven ziet hij ook weer als een kleinen jongen, en de minst be- teekenende voorvallen uit den gelukkigen schooltijd, herinnert hij zich alsof zij zooeven waren gebeurd. Dat 'oeeld ver dwijnt, en hij ziet zich als een jongeling, die weer met de herinneringen van dien leeftijd plaats maakt voor den man, den vader voor den luchtreiziger eindelijk. Met een koude rilling keert hij terug in de sombere werkelijkheid. De wind is heviger geworden; de tromp van der. ballon schudt heftig heen en weer, en het touw der klep, dat daaruit hangt, slaat hem in 't gezicht. Werktuigelijk grijpt hij het aan en houdt het met opgeheven hand vast. Hij steunt er zelfs aan, daar zijne knikkende knieën hem bijna weigeren te dragen. Plotseling gaat zijne hand met het touw omlaag, en de klep vliegt open. Het touw had door eenen toeval in den ballon verward gezeten en was nu weer losgeraakt door den wind. Met duizelingwekkende vaart daalde hij neer, maar lang voor hij de aarde bereikte was de luchtschipper op den bodem van zijne mand, die stomme getuige van zijn doodsangst, neergeval len, en nooit is er oprechter dankgebed uitgesproken dan op dal oogenblik vier duizend meter boven de aarde." De Kólnische Zeitung verzekert, dat prins Ferdinand van Saksen-Coburg dezer dagen naar Bulgarije zal gaan. Uit Pirot wordt aan hetzelfde blad gemeld, dat de heer Stransky bij zijn terugkeer naar Bulgarije vergezeld is door den secretaris des prinsen. De leden dér Sob ranja zijn per telegraaf door de regeering verwit tigd, dat zij zich gereed moeten houden terstond aan een oproeping gevolg te kunnen geven, want de heer Stransky verklaarde het als zeker, dat de prins toch met den minister Natschewitsch de reis naar Tirnova zal aanvaar den. Volgens de Nowosti heeft het depar tement van financiën aan den directeur van de accijnzen in het Gouvernement Cherson, den staatsraad Miropolski, opge dragen, in den loop van dezen zomer uitvoerige gegevens te verzamelen over den tabaksbouw en de tabaksnijverheid in het Zuiden van Rusland, ten dienste van de afdeeling der indirecte belastingen, van genoemd departement, welke arbeidt aan het ontwerp tot invoering van het tabaksmonopolie in Rusland. Generaal Boulanger heeft aan zijne ge tuigen den volgenden brief geschreven »Ik heb zooeven het schrijven van den heer Jules Grévy gelezen. Na de zware beleediging, mij door dezen aangedaan, wenschte ik een ernstig tweegevecht, en niet een ontmoeting waaraan bijna geen gevaar is verbonden. De openbare mee ning zal thans een oordeel kunnen vellen tusschen hem, die in de verte een gene raal beleedigt en daarvoor slechts eene belachelijke voldoening wil schenken, en mij, die mijn leven wilde wagen om mijne eer te wreken." Eene kleine gebeurtenis heeft de Fran- sche en Duitsche bladen weer tegen elkander in het hdrtias gebracht. Dezer dagen is op last ypn den prefect van Meurthe-et-Moselle tte Emberménil eene Duitsche fabriek van poppen toebehoo- rende aan de broeders Wiesbach, ge sloten, op grond dat deze fabriek geves tigd is op zoogenaamd (aan bijzondere regelen onderworpen) onvrij territoir, en dat hiervoor geen vergunning was ge vraagd, gelijk de wet voorschrijft. In Duitschland wil men in den maat regel eenvoudig een middel zien om den Duitschen handel in Frankrijk tegen te werken en te bemoeilijken, en men neemt het zooveel te hooger op, omdat het hier een maatregel geldt, die van de regee- ring is uitgegaan, en niet van particu lieren, aan wier tegenwerking men sinds lang gewoon is. Omtrent de expeditie van Stanley wordt nader uit St. Paul de Loanda het vol gende berichtNadat Stanley bij het punt, waar de Aruwimi en de Congo samenvloeien, was aangekomen, ging hij den 6 Juni met eene keurbende de Aruwimi verder op tot halverwege tus schen Yambi en Yambungo, een punt dat hij ook in 1883 bereikte. De tocht ging zeer langzaam daar men, behalve den gewonen en nieuwen voorraad van mondbehoeften, nu ook al den proviand en de munitie voor Enun-pachu moest transporteeren. De strooming der rivier was daar zeer sterk, de breedte tusschen 500 en 2000 meter en het watervolumen zeer groot, zoodat de opvaart uiterst moeielijk was. Mocht Stanley bevinden, dat de stroomversnellingen niet bevaar baar zijn, dan zal de reis 15 dagen lan ger dan volgens de oorspronkelijke be rekening. duren. Toen hij Bongales voor bijkwam, berekende Stanley, dat hij in het begin van Augustus te Wadelaï zou kunnen aankomen. De stammen aan de Aruwimi behandelden de expeditie zeer vriendelijk, zoodat men in staat was een grooten voorraad van versche levensmid delen in te slaan. Waarschijnlijk zal hij, ■bij dezen gunstigen toestand, den tocht over de Aruwimi wagen. Stanley heeft den gouverneur-generaal Janssen een verslag van zijn reis gezonden. De hon gersnood bij Stanley-pool is nagenoeg geëindigd. De heer Alexander M. Mackay te Uganda heeft aan het zendelingen genootschap te Londen bericht, dat de huizen van koning Mwanja verbrand zijn en dat de Arabieren hem verzocht hebben te bevelen, dat alle jongelingen den Koran moeten lezen, welke beide gebeur tenissen een ongunstigen invloed uitoefe nen op de bekeerde inboorlingen. Een christen is gevat en zal, naar men ge looft, worden terechtgesteld. Zondag 14 Aug. 1887 wordt de dienst in de Remonstrantsclie kerk waar genomen door Ds. J. J. Hille, predikant te Zaandam. Aan den heer J. C. Rolandus Ha- gedoorn is bij Koninkl. besluit van 4 Aug. 1887, op zijn verzoek eervol ont slag verleend als officier van gezondheid. Aan den heer A. M. Tromp van Holst, majoor-commandant der d. d. schutterij alhier, is door den minister van oorlog vergunning verleend om aan de manoeuvres die döor de 2e divisie infan terie in de eerste helft van September e. k. zullen worden gehouden, deel te nemen. Maandagavond werd in het locaal «de Arend" onder presidium van den eere-voorzitter, den heer A. M. Tromp van Holst, eene algemeene vergadering gehouden door de vereeniging tot bevor dering van 's lands weerbaarheid ïEen- dracht maakt Macht", waarin is besloten, dat de jaarlijksche schietwedstrijd zal gehouden worden op Donderdag den 18. Aug. a. s., op het terrein de «Vlasakkers". Tot leden der commissie tot regeling van den wedstrijd zijn benoemd de hee- ren A. M. Tromp van Holst, J. A. Scho terman en W. J. van Rhee. Verder werd nog bepaald, dat op den eersten Donder dag van elke maand, op het terrein de «Vlasakkers" gelegenheid gegeven zal worden om als lid der vereeniging toe te treden, na vooraf den secretaris met dat voornemen in kennis te hebben ge steld. Het zal zeker aan vele stadgenooten evenals ons zijn opgevallen, dat, niettegen staande de langdurige droogte en niettegen staande er voor een 14tal dagen zeer weinig water in de grachten was en dat water bovendien een onaangename lucht begon te verspreiden omdat van doorspoeling geeu sprake kon zijn en liet weinige water dat er was moest worden opgehoudeu om niet alles te laten wegloopen, er in de laatste dagen zooveel en frisch water in de grackteu is. Wij hebben ons daarover verheugd en de oorzaak nagegaan, omdat wij het van groot belang zouden achten dat de toestand welke thans bestaat in vervolg van tijd bij droog weder zal bestendigd worden en wij niet weder als in vroegere jaren of dit jaar. weinig water in de grachten hebben. Niet alleen is zulks onaangenaam, maar de om standigheid dat vele vuile stoffen in de grachten komen, maakt dat wanneer er geen doorstrooming is wat juist in w arme dagen het geval meestal was, zich op den duur een lucht verspreidt die alles behalve wel riekend is. In tijden van cholera of andere ingewandsziekten zou die lucht bovendien nadeelig kunnen werken op de gezondheid. Nu wij gezien hebben dat er althans een middel is om onder bijna alle omstandighe den Amersfoort te voorzien van frisch water hooge Eemstaudeu natuurlijk uitgezonderd zouden wij zoo gaarne zien dat zekerheid werd verkregen dat Amersfoort ook altijd over frisch water beschikken kan. Naar bekomen inlichtingen zal zulks echter moeielijk zijn te verkrijgen. Verschil lende autoriteiten, colleges en eigenaren moeten medewerken en het zich aan banden leggen ten behoeve der gemeente Amersfoort is misschien wat veel gevergd; terwijl een algemeene regeling, niet alleen omtrent de afwatering der Geldersche vallei, maar ook omtrent het inlaten van water uit de Lek, van zulk een omvang is, dat in de eerste tijden daarvan nog niet veel te wachten is. Intusscben mogen wij tevreden zijn wanneer de verschillende autoriteiten, colleges en eigenaren bereid zijn om al datgene te doen wat mogelijk is om de verschillende belangen te behartigen. Aan den eenen kant wil Amersfoort gaarne bij gebrek aan water zooveel mogelijk ontvangeuaan den anderen kant behouden hooger gelegen landen gaarne zooveel mogelijk water. Ook al wordt veel Lekwater ingelaten, toch zou men bijv. te Woudenberg te weinig water kunnen krijgen indien men voortdurend al het water liet schieten wat van boven komt. Door tusscheukomst van den Watergraaf van de Eem beken en aankleven van dien en het Dagelijksch bestuur van Amersfoort, zijn de verschillende autoriteiten en eigena ren aangezocht medewerking te verleenen, en van allen heeft men de meest verschil lende medewerking ondervonden. Op verzoek van den Voorzitter der Stichtsche en Gel dersche Veenen is door de genie, [de innu- datiesluis aan de Grebbe gedeeltelijk geopend en langs dien weg kan men, zoolang de waterstand in de Lek niet buitengewoon laag wordt, zooveel water inlaten als men wil. Natuurlijk mag daarvan alleen met mate gebruik gemaakt worden, opdat men te Rhenen en Veenendaal niet te veel water krijgt en kan dit inlaten alleen helpen en geschieden, wanneer de eigenaren van het Geresteiusche schut het water doorlaten, anders zou Amersfoort toch niets krijgen, maar daarentegen de hooger gelegen landen te veel. De eigenaren van het Geresteinsche schut hebben echter met groote welwillend heid medegewerkt en wij hopen dat die medewerking blijvend zal zijn. Zoodra eene voldoende hoeveelheid water uit de Lek was aangevoerd, heeft men eerst een der balken en daarna alle bulkeu uit het Geresteinsche schut weggenomen, waardoor eene groote hoeveelheid water werd aangevoerd. Toen men te Woudenberg te weinig water dientengevolge kreeg, heeft men tijdelijk de balken geplaatst en thans worden naar om standigheden balken ingelaten en weggeno men. Zoolang Gerestein flink blijft spuijen, kau men aan de Grebbe Lekwater inlaten te Woudenberg verkrijgt men dientengevolge telkens frisch water; te Amersfoort eveneens en naardat meer of minder water komt, kan Amersfoort het water laten doorgaan. Zoo zijn alle belangen gebaat en wij hopen dat Amersfoort blijvend zal ondervinden dat niet onnoodig water wordt opgehouden en zooveel mogelijk water wordt toegezonden wanneer daaraan behoefte bestaat. 325ate STAATSLOTERIJ. Tweede klasse. Trekking van 8 en 9 Aug. (1000 LOTEN.) Ten kantore van den Collecteur te Amersfoort zijn aan de navolgende num mers te beurt gevallen Pry8 van flSOO. No. 9388. PrU8 van flOO. No. 12411. PrUzen van f30. 23, 49, 61, 83. 91, 1901, 1907, 1913, 1930, 1951, 2207, 2221, 2246, 4638, 4689, 9408, 9437, 9463, 9705, 9728, 9747, 9759, 9765, 9767, 9769, 9783, 9805, 9806, 9842, 9844, 12418, 12420, 12429, 12431, 12438, 12475, 12486, 12538, 15841, 15850, 15851, 15864, 15881, 15897, 17517, 17533, 17534, 17540, 17575, 17585, 19408, 19416, 19419, 19433, 19447 en 19700. Te zamen 58 prijzen. i Piet. Me dunkt, dat de volksstem wel eens kan dwalen. Jan. Zeer zeker; maar heel dikwijls spreekt zij ook naar behooren recht. P. Wanneer dan? J. Als een partij de overwinning be haalt en zij weet zich dan niet te matigen. P. Daar heb je gelijk aan. Als er misbruik wordt gemaakt van het behaalde voordeel, dan kiest de volksstem later weer partij voor de overwonnenen. Jan. 't Is toch maar een verschrikke lijk ding om de nederlaag te moeten lijden. Piet. Ja en néén. J. Hoe bedoel je dat? P. Als je voor overmacht moet bukken en je hebt je zelf niets te verwijten, dan is het heel droevig; maar een neder laag, door eigen schuld opgeloopen, kan de oogen voor begane fouten openen en daardoor tot voordeel zijn. TTtreeUt. In den laatsten tijd werd alhier bij herhaling tegen diverse perso nen, eene vervolging ingesteld, wegens het op de markt, met kunstboter plaatsne- nemen, daar waar zulks alleen met natuur boter is geoorloofd, of wel door op de aardappelenmarkt zakken met aardappelen te brengen, die minder dan ft hektoliter inhouden. Toch schijnt zulks nog weinig indruk te hebben gemaakt, althans j.l. Zaterdag werden er weder 4 personen van de markt verwijderd, als verdacht kunst boter voor natuurboter te hebben ver kocht, terwijl 2 kooplieden in aardap pelen werden bekeurd, omdat zij zich in de maat hadden vergist, in dier voege echter, dat de koopers er de dupe van werden.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1887 | | pagina 2