NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT EN GELDERLAND.
lel lied van den Blinde.
N. 88.
Woensdag 2 November 1887.
Zestiende Jaargang.
VOOR
abonnementsprijs:
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort.
BINNENLAND.
Feuilleton.
AMEBSFOORTSCIE COUBANT.
Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Kijk.
Afzonderlijke Nummers S Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
ADVERTENTIE Ni
Van 16 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Adrertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
De Eerste Kamer der Staten-Gene-
raal beeft Maandagavond hare werkzaam
heden hervat.
De heer Donker, het nieuwbenoemde
lid voor Noord-Holland, wiens geloofs
brieven werden goedgekeurd, en die reeds
door den Koning is beëedigd, heeft zit
ting genomen.
Verschillende adressen houdende aan
drang tot aanneming van het VlIIe
Hoofdstuk der grondwet zijn ingekomen,
benevens de in tweede lezing aangeno
men grondwets-ontwerpen en de andere
aanhangige voordrachten, die allen naar
de afdeehngen zijn verzonden, waar zij
worden onderzocht.
De Tweede Kamer zal waarschijn
lijk op 14 of 15 November a.s. weder
bijeenkomen.
Volgens de Haogsche kroniek der
N. Gr. Cf. zullen er bij de nieuwe ka
mer-verkiezingen ernstige pogingen wor
den gedaan om de conservatieve richting
te doen herleven. Er worden pogingen
aangewend om met dit doel een onver-
valscht conservatief volksorgaan op te
richten.
Naar aan de Ztu. Cf. gebleken is,
moet het uit Zwolle aan de Arnh. Cf.
toegezonden bericht, dat het rijk alle
Zuiderzeehavens zal gaan onderhouden,
op een misverstand berusten.
Z D. H. de Prins von Wied is
Zondagavond per Rijnspoor uit Duitsch-
land te 's Hage aangekomen, ten einde
op de buitengoederen onder Wassenaar
aan de jacht deel te nemen. De Prins
woonde cergister eene jachtpartij op die
terreinen bij.
Aanstaanden Donderdag zal de ver-
eeniging St. Hubert haar jaarlijksch
jachtfeest houden, hetwelk besloten zal
worden met een broederlijken maaltijd
in het Hotel de l'Europe, waarbij ook de
Prins von Wied waarschijnlijk tegen
woordig zal zijn.
Men schrijft uit Apeldoorn, dd. 28
October
sHeden zijn de op het paleis Het Loo
diensdoende dignitarissen van 1 1
Huis
des Konings vervangen door de heeren
generaal graaf H. Dumonceau, secretaris:
majoor jhr. van Spengler, adjudant in
dienst; baron van Tuyl van Serooskerken,
ordonnance-oflicier jhr. ridder Huijssen
van Kifttendijke, kamerheer, en jhr.
Gevers Deynoot, referendaris van het
Kabinet.
Nu de regeering voorstelt het ver
bod van den wonderkuil nog twee jaar
te handhaven, is men te Volendam voor
nemens aan de Tweede Kamer opheffing
van die bepaling te vragen.
Aan den gemeenteraad van Edam is
verzocht het verzoek der ingezetenen van
Volendam te ondersteunen, teneinde de
verarming van dat gedeelte der gemeente
te voorkomen.
De talrijke heeren, die den graaf van
Parijs te Dordrecht bezochten, behooren tot
alle klassen der maatschappij; men
vindt onder hen zoowel Senaats- en
Kamerleden, als advocaten, kooplieden
en boeren.
De afgevaardigden behooren voor het
grootste gedeelte tot de departementen
der Meurthe, Meuse, Vosges, Jura, Nord,
Pas de Calais, Seine-inférieure, Ome.
Aisne en verschillende andere, en bespra
ken met den graaf uitsluitend de belan
gen der departementen, welke zij verte
genwoordigen.
De oud-gouvern.-generaal F. s'Ja
cob heeft uit Nederland aan de Indische
regeering toegezonden twee exemplaren
van zijn geschilderd portret, een voor het
gouvernementshotel en met uitdrukkelijk
verzoek om het bestaand minder goed
conterfeitsel van Z. E. te vernielen.
De nieuwe burgemeester van
's Gravenhage heeft, volgens den residentie
briefschrijver van het Z. D-, geweigerd
eere-voorzitter te worden van de tentoon-
stellings-commissie voor 1888 (Nijverheids
expositie). Ook moet hij niet hebben
willen fungeeren in de commissie voor
Coen.
Door den buitengewonen werkman
aan 's Rijks geweerwinkel te Delft, Stra
tenmaker, is een repeteergeweer uitge
vonden, dat is ingericht voor pakjeslading
van vier patronen. Dit geweer kan tevens
als niet-repeteer worden gesteld en op
ons klein kaliber worden toegepast. De
bezwaren, welke bij de beproeving zijn
gebleken, kunnen gemakkelijk uit den
weg worden geruimd.
Naar het vSociaal Weekblad" meldt,
is door het hoofdbestuur der Vereeniging
van leeraars bij het middelbaar onder
wijs" een onderzoek ingesteld in de zaak
van dr. Smit, reeds voordat daartoe het
verzoek der Noord-Hollandsche afdeeling
inkwam, en is dit onderzoek bijna afge-
loopen.
Omtrent het tabaksgewas schrijft
men ons: »Het 1887 gewas heeft veel
overeenkomst met dat van 1885. De laat
aangeplante tabak levert een groot en
breed blad. De eerst geplante daaren
tegen is kort, dik en smal van blad, doch
goed van kleur. In Betuwe en Maas en
Waal is het gewas doorgaans
dun en fijn van blad, als men
angt, en ook niet zoo licht
De eerstaangeplante tabak
niet zoo
dat ver
van kleur,
levert dik,
smalbladig aardgoed cn bestgoed van den
later geplante is het blad veel meer uit
gewassen, doch het aardgoed zoowel als
het bestgoed zal, wat kleur aangaat, veel
te wenschen overlaten het zandgoed is
over het algemeen kleuiig.
Vrijdag werd te Utrecht de ge
bruikelijke rijpartij naar Rijzenburg ge
houden door de novitii van het Utrechtsch
studentenkorps. De optocht bestond uit
14 rijtuigen, bespannen met 6, 4 en 2
paarden, voorafgegaan door het muziek
corps van het 3e regiment huzaren uit
Den Haag. Te ongeveer 9 uren's avonds
kwamen zij uit Rijzenburg terug, en
hielden toen met fakkellicht een optocht
door de stad.
Niettegenstaande de optocht niet ver
gezeld werd door een detachement veld
artillerie, zooals vroeger geschiedde, liep
alles in de beste orde af, waarvoor ook
aan de politie alle lof toekomt.
Uit Rozendaal wordt aan de N. R. Ct.
gemeld
Vrijdagnacht omstreeks 3 uren heeft
nabij het station alhier eene botsing van
spoortreinen plaats gehad. De veetrein
van Leeuwarden is in volle vaart zijdelings
in een rnanoeuvreerenden trein ge-
loopen.
De verwoesting was verschrikkelijk.
Over eene lengte van ruim honderd meter
zag men niets dan stukken en brokken
van wagens; verscheidene stuks vee zijn
gedood of lagen zwaar verminkt langs
den weg. Ook de machine is erg geha
vend. Voor zoover bekend is, zijn er
geene persoonlijke ongelukken te be
treuren,"
Omtrent dit spoorwegongeluk be
vat het Rott. Nbl. nog de volgende
bijzondei heden
De schok was ontzettend, de slag werd
tot ver in den omtrek gehoord. De
locomotief reed de wagens eenvoudig tot
een onkenbare massa saam; toch heeft
de machine betrekkelijk weinig geleden,
als zijnde van sterker hout dan de goe
deren-wagens waarop zij inreed. De
locomotief zelf sprong bij den eersten
schok op, doch de achterwielen bleven
in het spoor, zoodat het stoompaard op
de rails terugviel en zich in de verbrij
zelde wagens vastwerkte.
Hoeveel wagens, op het hoofdspoor
staande, tot gi uis gereden zijn, is niet
op te geven.
Van den vpetrein zijn verschillende
wagens op elkaar geloopen, bij de telling
ontbraken er neger, stuks, die zich ge
deeltelijk tegen den tender hadden te
pletter gereden, waartegen meerdere
waren opgeloopen.
Het geloei van het vee was ontzettend.
Hoeveel beesten gewond zijn is niet na
te gaan; 36 stuks werden doodgedrukt,
sommige doorboord door de wandlatten
der veewagens. Van het overige vee is
veel losgebroken, zoodat de treinen nabij
Rozendaal behoedzaam moeten rijden,
daar tot Wouw en op andere zijde tot
Oudenbosch zich vee op den weg bevindt.
Persoonlijke ongelukken zijn niet te
betreuren.
Een tali ijk personeel was Zaterdag den
geheelen dag en nacht aan de opruiminj
bezig. De dienst was Zaterdag vrij orige
regeld. Treinen vcor Breda en verder
gelegen stations liepen over Zwaluwe
waardoor vele reizigers op andere stations
de aansluiting misten. Die voor Parijs
kwamen te laat in Bi ussel aan en konden
eerst des nachts verder reizen.
Het verongelukte vee is door een han
delaar uit Breda opgekocht, waarheen
het denzelfden nacht is vervoerd. Het
min of meer beschadigde is te Rozendaal
gestald en zal waarschijnlijk publiek ver
kocht worden.
Thans is de lijn weder vrij en rijden
de treinen als gewoonlijk.
Door de tegenwoordigheid van geest
van den Haagschen tramkoetsier D. Sloot
weg, werd Zaterdag een ernstig ongeluk
voorkomen. Voorbij de Vredehofpoort
in de Keizerstiaat te Scheveningeri rij
dende, schoot een tweejarig kind op een
drafje daar uit en geraakte tusschen de
paarden en den tram. In een oogwenk
hield de koetsier de paarden in en remde,
zoodat de trarn schier op 't zelfde oogen-
blik stilstond en het kind zonder eenig
letsel er onder uit kon worden gehaald.
Een seconde later zou het kind stellig
gedood zijn geworden.
Als eene bijzonderheid meldt
men, dat dezer dagen door de heeren
Van Ginneken te Zundert, bij Breda,
nog 500 pond frambozen ter markt
werden gebracht.
De herten in de Veluwsche bos-
schen, vooral in den omtrek van »het
Loo", verstoren daar de rust op zeer
gedruischmakende wijze. Het is hun paar
tijd en er worden heftige gevechten ge
leverd, waarbij menig hert het gewei
verliest.
In het Weekblad voor Nederland hangt
de heer J. M. Smit een hoogst treuiig
tafereel op van de gi oote verwoestingen,
door dit wild op de akkers en in de
tuinen der bewoners van de omliggende
boerderijen en erven van arbeiders. Zij
kunnen er zich niet tegen verdedigen;
de jachtwet verbiedt hun dit. De dieren
zijri zoo onbeschroomd geworden, dat zij
op klaarlichten dag tot zelfs in de on
middellijke nabijheid der woningen alles
opvreten.
Bij gelegenheid van de viering van
het jubileum van prof. Buijs Ballot, te
Utrecht, op '16 November a.s., zal eene
commissie aan den hoogleeraar aanbieden
een gouden, een zilveren en een bronzen
medaille, waarop aan de eene zijde zijn
beeltenis prijkt en fan de keerzijde een
toepasselijk opschrift is aangebracht;
daarbij zal gevoegd worden een album,
bevattende de namen en woonplaatsen
der gevers, alsmede een oorkonde van
1) De kastanje, die kerstboom der lente,
had zijne heldere bloesemkaarsen ontsto
ken, de vlierhagen spreidden hare geuren
in 't rond en het kleine stadje te midden
van het groene dal geleek met den witten
uit bloesems geweven sluier eene feeste
lijk getooide bruid. De meizon scheen
op de schilderachtig gevormde gereis
der huizen en een ooievaar zag van het
kerkdak treurig naar de heldere stille
straten beneden zich, in welke een ware
Zondagsrust heerschte, daar de meeste
menschen in gedurende middaguren in hun
ne koelere kamers vertoefden, of een scha
duwrijk plekje in den tuin hadden
opgezocht. Alles scheen ingeslapen, zelfs
het bronnetje op de markt tegenover
het raadhuis klaterde slaperig, daar
niemaAd uit zijn frissche voorraad kwam
putten, om tevens met de buurvrouw
een vertrouwelijk praatje te houden;
zelfs de vogels hingen stil in hunne
bladerenwieg. Slechts één geluid scheen
in 't geheele stadje de stilte te verbreken.
Een geluid zoo schoon en rein, dat het
volkomen bij deze plechtige Zondagstilte
paste.
Het waren de tonen eener viool,
waarin een moede, aan ondervinding rijke
ziel hare herinneringen scheen te doen
herleven, nu eens in een vroolijk allegro,
dan weder in een zacht weemoedsvol
adagio, evenals de verschillende gemoeds
toestanden in het leven elkander opvol
gen. De inwoners van het stadje wisten
allen, dat het de blinde Thomas was
die speelde en zij, die dicht bij zijn
witgepleisterd huisje, om welks vensters
zich een wijnstok kronkelde, woonden,
luisterden genotvol naar die ruischende,
nu eens juichende, dan weder weemoedig
smeekende tonen. Niemand luisterde
evenwei aandachtiger, als het kleinp,
ongeveer tienjarige blonde meisje, dat
buiten voor het geopende venster stond,
haar warm rozerood gezichtje in de
koele groene wijngaardbladen drukte en
met de groote glinsterend blauwe oogen,
de handjes gevouwen, naar den oude
grijzen vioolspeler opzag. Deze zat binnen
op een bank, tegen de groote haard
geleund, hield de bruine viool onder den
kin en liet den strijkstok over de snaren
glijden. Nu speelde hij een melodie, zoo
wonderbaar schoon en zacht, alsof door
de witte bloesems het geluid van ver
verwijderde klokken klonk en engelen
een wiegelied voor een stervensmoede
kind daartusschen zongen; het kleine
meisje rolden daarbij voortdurend de
tranen over de wangeD, en het hield
den adem in, tot het lied was wegge
storven.
De oude man legde al tastende de
viool naast zich neder, hield zijn linker
hand boven de blinde oogen en scheen
te droomen en nu was het doodstil in
het kamertje. Toen sloop het kind naar
de deur en opende haar zachtjes; op de
teenen naderde zij het tafeltje waarop
de viool lag, terwijl zij haar stralende
biikken steeds op deze gericht hield. Het
fijngevoelige oor van den blinde hoorde
evenwel hare zachte schreden, hij hief
het hoofd op en vroeg met diepklinkende
stem
»Is daar iemand?"
De kleine verschrikte, alsof zij op een
zonde betrapt werd, het bloed schoot
haar naar de wangen, zij bleef staan en
zeide bedeesd
nik ben het, buttrmans Neeltje. Wees
niet boos, vader Thomas, ik heb slechts
even een enkele maal uwe viool willen
aanraken, die even schoon zingt als de
lieve engelen". Een weemoedig glimlachje
verhelderde het gelaat van den grijsaaid.
»Neem ze dan maar eens op."
Vroolijk kwam het meisje nader, be
hoedzaam vatte zij het instrument aan
en liefkoosde het, alsof zij eene pop in
de armen had daarna hield zij haar oor
tegen het bruine hout en luisterde.
iHoe kan deze viool toch zoo schoon
zingen
»Omdat zij eene ziel heeft, die in
haar slaapt en die ontwaakt wanneer
men op haar speelt." Verwonderd en
rnet groote oogen zag het kind naar
den ernstigen oude op.
»Ik wil ook wel gaarne die ziel eens
wekken, vader Thomas."
»En waarom dat, Annetje?"
»Omdat die ziel dan nogmaals dat
schoone lied moest zingen, dat gij zooeven
gespeeld hebt." c
Wederom verscheen een weemoedigen
trek op het gezicht des ouden.
>Dat lied? Daarin ligt veel lust
en veel leed, zielsverrukking en doodelijke
smart, vaderlijk geluk en vaderlijk ver
langen," zeide de violist, terwijl het
kind hem vragend en bijna angstig
aanstaarde, want het begreep hem niet.
De oude scheen dit ook te gevoelen,
want hij voegde er bij«Kindlief, gij
wëet van dit alles nog niets, kunt het
trouwens nog niet weten, en toch oefent
het invloed op u als een voorgevoel van
hetgeen later gebeuren kanom dit lied
te kunnen spelen, moet ge veel, zeer
veel doorleefd hebben."
De kleine hield nog steeds de viooi-
aan haar borst gedrukt, en tikkelde met
de kleine slanke vingers de snaren,
zoodat deze zacht geluid gaven.
ïHoort ge de ziel?" vroeg zij, en de
grijsaard schudde de droomen, waarin
hij van lieverlede was verzonken, van
zich.
rNeem nu ook de strijkstok eens!"
zeide hij, en het meisje greep er naar;
het probeerde de viool onder de kin te
houden, maar deze was te lang en hare
handjes reikten niet tot aan den hals.
»Ik ben nog te klein!" zeide zij treu
rig, en een schaduw trok over het ge
zichtje, door blonde lokjes ornkruld.
«Zoo I maar hoe gioot zijt ge dan
eigentlijk?" De oude tastte rnet de hand,
totdat zij op het vrolijke kinderkopje,
als wilde het dit zegenen, bleef rusten.
iZoo groot was mijn Karei ook, toen
ik hem zijn eerste viool kocht en hem
den strijkstok leerde voeren mompelde
hij in zichzelf en zijne hand siddeide op
't hoofdje van het kind.
»Hebt ge wezentlijk lust viool te leeren
spelen
Het kind sprong vrolijk op en sloeg de
handjes smeekend ineen:
j»0 ja vader Thomas I"
(Wordt vervolgd).