NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT en GELDERLAND. KOUSOUMA. No. 18. Zaterdag 3 Maart 1888. Zeventiende Jaarg2ng abonnementsprijs: VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERRAG. advertentien: Verkiezings-meditatiën. BINNENLAND. Feuilleton. FOORTSCHECOBBAN VOOR Per 3 maanden 1.Franco per post door hel geheide Kijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort. Van 1 6 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viern.aal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. We naderen een dag, die van groote beteekenis zal zijn in de ge schiedenis van ons vaderland. Voor het eerst wordt een uitgebreider kiezerspersoneel opgeroepen, om tie mannen aan te wijzen, die gedurende het eerstvolgend vierjarig tijdperk de Nederlandsclie natie zullen vei tegen- woord igen bij den wetgevenden arbeid; en de ijver, waarmede men zich in eiken kring gedurende eenige weken heeft voorbereid, getuigt wel dat men den ernst dezer handeling levendig gevoelt. We zullen thans in het midden laten of de maatstaf, die is aangelegd om scheiding te maken tusschen kiesbevoegden, en degenen Wien de uitoefening van het kiesrecht ter wille van liet alge meen belang moet worden ontzegd, overeenkomt, zoo niet met de letter, die daarvan niets bepaalt, dan toch met den geest der nieuwe Grond wet. Overgangsbepalingen kenmerken zich doorgaans door zeker hinken op twee gedachten, door een soort van halfslachtigheid, die den wenscli wettigt, ze zoo spoedig mogelijk door definitieve voorschriften vervangen te zien. Voor het oogenblik is het groote feit dit, dat hét aantal kies gerechtigden is verdubbeld, en dat de kieskringen zijn veranderd, zoodat men eigenlijk staat voor een onbe kende toekomst. En zullen we nu een warme aan beveling gaan schrijven vóór den eenen candidaat in ons district Amersfoort, of' een heftige bestrij ding van den anderen? Eerlijk ge zegd, hebben wij daarin weinig lust. De besturen der kiesvereenigingen geven zich alle moeite, oin liet wel slagen te bevorderen van den man, die zij voorop plaatsen, en putten alle argumenten uit, die voor hem zijn aati te voerengeen kiezer wordt in onwetendheid gelaten aangaande de goede eigenschappen van den candidaat, en van de redenen, waar om liet is aan te bevelen hem het mandaat van volksvertegenwoordiger op te dragen. Het is niet aan te nemen dat één onzer lezers, voor zoover hij tot het kiezerspersoneel behoort, zijn keuze niet reeds heeft gevestigd; en een van beiden: we zouden prediken voor bekeerden of' vergeefsclie pogingen aanwenden om bekeerlingen te maken. Noch liet een, noch liet ander lacht ons toe Toch kunnen wij de belangrijke gebeurtenis die ophanden is niet onopgemerkt laten; een paar kleine opmerkingen, geheel buiten den par tijstrijd om, moge men ons veroor loven. In de eerste plaats dezeKiesrecht is kiesplicht. Die eenvoudige waar heid wordt door velen over het hoofd gezien. De kiesbevoegdheid wordt weieens beschouwd als een voorrecht, dat sommigen burgers van den Staat is verleend omdat zij eigenschappen bezitten die bij ande ren niet aanwezig zijn: een voor recht, waarvan zij al of niet gebruik kunnen maken, naar hun goeddunkt. Niets is minder juist dan dat. Den kiezer wordt een taak opgedragen, die de plicht der vaderlandsliefde hem voorschrijft naar zijn beste weten te vervullenen al veroor zaakt hem dit eenige moeite, dien last moet hij gewillig dragen, die moeite zich getroosten. Hij is het aan al zijn medeburgers verschuldigd, zich niet dan bij onvermijdelijke noodzakelijkheid te onttrekken aan hetgeen van hem verlangd wordt; zonder dat doet hij te kort aan zijn burgerplicht, beschaamt hij het ver trouwen, dat in hem gesteld is. Ten tweede ontlioude rnen zich, van op eenigerlei wijze inbreuk te maken op de volkomen vrijheid van anderen. Den kiezers worden, onge vraagd, alle mogelijke inlichtingen opgedrongen met motieven vari onderscheiden gehalte komt men hem overtuigen, dat hij niet anders kan dan zich bij het advies zijner raadgevers aan te sluiten. Dat is wezenlijk een der schaduwzijden van liet vertegenwoordigend stelsel. Zelfs schroomt men dikwijls niet, nog andere dan overredingsmiddelen aan te wenden, en overschrijdt men niet zelden de grens, die drang en dwang scheiden. Een partij, die haar zege praal te danken heelt aan de pressie, welke haar aanhangers op anderen weten uit te oefenen, heeft alle reden, om zich over die overwinning te schamen. Jammer dat we in ons land nog niet de strikt geheime stemming hebben, op dien voet, dat de kiezer eerst aan het stembureau zijn biljet ontvangt en invult; het komt ons voor, dat alle partijen moeten samenweiken om in de aan staande kieswet deze bepaling te zien opnemen. De Staten-Generaal, is weieens gezegd, behoort te zijn een vertegen woordiging van alle belangen. Tot op zekere hoogte is dit waar, mits men niet vergete, dat het algemeen vaderlandsch belang nummer een is. Bij de debatten in onderscheiden kiesvereenigingen kon opgemerkt worden, dat dit niet altijd scherp genoeg in liet oog werd gehouden; verschillende locale wenschen zijn uitgesproken, en dan werd tot den candidaat de vraag gericht, of' hij genegen was zijn best te doen, oin deze in vervulling to brengen. Dat strijdt met letter en geest van de Grondwet, die uitdrukkelijk zegt: »De Staten-Generaal vertegenwoor digen het geheele Nederlandsclie volk." (Art. 78.) Ook de kiezers be- hooren dit in het oog te houden. Het kiesrecht is hun niet ten eigen bate verleend, en zij moeten niet hun stem doen afhangen van de vraag, of de candidaat zal willen medewei ken tot zekere beslissing, hetzij in het persoonlijk voordeel van den kiezer zei ven, hetzij in dat van de plaats zijner inwoning. De hoofdvraag, die men zich te stellen heeit, is naar wij meenen deze: Is de man, wiens naam ik op liet stembiljet zal plaatsen, een man van karakter, en is hij een bekwaam man? Biedt hij in beide opzichten waarborgen, dat het op hem geves tigde vertrouwen niet misplaatst zal zijn? Want, partijstrijd zal er zijn, zoolang het laatste Parlement de deuren zijner vergaderzaal niet zal hebben gesloten. Bestaat er weder- zijdsche toenadering, is de zucht aanwezig om, waar het vaderlandsch belang zulks eischt, in overleg te treden, dan kaïv de vrucht van dien strijd een gezegende zijn. Doch dan moeten de strijders ook zijn eerlijke mannen, mannen op wier karakter- gebouwd kan worden, dan moe ten zij door hun kennis verheven zijn boven kleingeestige opvattingen. Dat de kiesstrijd van 6 Maart in ons vaderland in het algemeen, en in de kringen waar ons eenvoudig woord doordringt in het bijzonder, alleen zulke mannen doe zegevieren, is onze vurigste wensch. Z. M. de Koning neemt naar wij met genoegen vernemen steeds in beterschap toe. D. v. Z.- H. In de Brusselsche kapel aan den Scheveningsche» Weg te 's Gravenhage werd Donderdag den sterfdag van konin gin Anna Paolowna, een plechtige dienst gehouden in tegenwoordigheid van den Russisclien gezant en van eenige autori- teilen van 's Konings hof. De Engelsche commissie voor de muntstand larri-quaestie heeft een tweede blauwboek uitgegeven, waaruit blijkt, dat door haar o. a. ook liet advies was ge vraagd van onzen landgenoot prof. N. G. Pierson. Men heeft opgemeikt, dat al de doorgefoui neerrle loten voor de aanstaande 3'27ste Nederlandsclie Staatsloterij twee maal van de handteekening van den directeur der Staatsloterij voorzien zijn. Naar men verneemt, zijn er eenige da gen vóór de uitgifte een 25-tal loten op de ril ukkerij zoek geraakt. Teneinde deze nu van onwaarde te verklaren of beter te kunnen controleeren, heeft men al de 10500 doorgefourneerde loten van een tweede handteekening voorzien, en hier van tevens aan de collecteurs kennis ge geven. Door de Stoomvaartmaatschappij Zeeland zijn bij de Regeering en bij de Exploitatie-maatschappij pogingen aan gewend. om, teri behoeve van het inter nationaal vei keer, het tegenwoordige liavenstaiion te Vlissingen te herschep pen in eeri railway-hotel, op de wijze als men die in Londen aantreft. In de nabijheid der garnizoenen, waar daartoe gelegenheid bestaat zul len in de maand Apiil weder een 4-lal manoeuvers met gecumbineeide wapens worden gehouden. Naar wij vernemen, is hij de mi nister van binrienlaiirisclie zaken een plan in overweging, om de klingen, waai binnen de districts-veeartsen werk zaam zijn, te veranderen, en alzoo het personeel dezer ambtenaren te vermin- dei en. Er zijn er thans 9. De eisch van den officier van justi tie bij de rechtbank te Heerenveen te gen F. de J mg de zoogenaannle tweede millioenen juffrouw, beklaagd van op lichting te Keulen gepleegd i- driejaar gevangenisstraf. In eerie vergailei ing van het voor- loupig comité van den «Nedei landschen 13 o tul voor den iiationalen arbeid" is he- S1 iS.tdat het stellen of aanbevelen van candiduten voortaan zy' Wüiden overge laten aan de plaatselijke en provinciale afleelingen, nu deze zich allengs kruch- tiger beginnen te vormen, en dat overi gens al het mogelijke zal woiden aan gewend om met de protectionistische vereeniging voor den landbouw tot één lichaam te kunnen wordensaamgesmolten. Dezer dagen heeft de Zuiderzee- vereeriiging zich gewend tot Ged. Staten var. de velschillende provinciën, gelegen Jaiaansclie Roman. DOOR MA KI A BOGOK. 15) De uitgezette neusgaten en de tril lende lippen van Beatrix bewezen maar al te zeer, dat zij waarheid sprak, en dat het juist de geweldigste hartstochten waren, die hel meest weerklank vonden in haar ziel. Miss Douglas wilde haar bedaard het boek afnemen. »U krijgt het niet," zeide Beatrix en legde er haar hand op. De gouvei narite keek haar bedaard aan en sloeg het boek dicht. »Neenl" herhaalde Beatrix, «dat wil ik niet hebben." Met dezelfde bedaardheid beproefde Miss Douglas nog eens, om haar het hoek af te nemen, maar in het volgende oogenblik had Beatrix het hoek uit de handen van haar gouiernaule geiukt, het opengeslagen en er eenige bladeren uitgescheurd, waarna zij het op den grond smeet. Haar gezicht was lijkkleu rig van kwaadaardigheid. Mis Douglas zag haar met een blik van innig medelijden strak aan en zeide niets anders dari: «ongelukkig kind!" Dit enkele wooid was echter voldoende, om Beatiix in een oogwenk al hare kalmte leiug te doen krijgen. «Ongelukkig! En waai om dan «Omdat ge andere inenschen veel ver- «Iliet zuil doen. en gij zelf, met uw onge lukkig karakter, in uw leven nog veel zult hebben uit te staan." «Uitstaan Ik Ik hen rijk en ik ben mooi Ik zal bewonderd wor den en iedereen zal mij benijden «Ja, maar als ge niet verandert, zal niemand u liefhebben." „Wie weet?" Met hare prachtige oogen wierp zij Miss Douglas een koelen blik toe, en voegde er op ietwat spottenden toon hij: «O neen u zult mij niet liefhebben I en Margaretha ook niet, evenmin als zijn Excellentie! Misschien zelfs ma ma niet, sedert zij zooveel andere men- schen buiten mij heeft om te aanbidden Maar als ik nog wat grooter hen, dan wil ik dal een man mij zal liefheb ben, en dat hij niemand anders zal aan bidden dan inij Maar Beatrix, wat een taalEn dat in de mond van een kind 1" «Ik ben geen kind. Ik ben zestien jaar oud, en ik gevoel dat ik een vrouw ben I «In dat geval Beatrix, zoudt ge het versland, de kalmte en de eerlijkheid moeten hebben vari een vrouw, aan wie God het veistand geschonken heeft, en die daaiom zooveel te lieftalliger en te goedhaitiger behoorde te zijn!" Ditmaal antwoordde Beatrix niet. Zij verliet haastig de leerkamer, en ging naar haar eigen vertrek, om zich voor het middagmaal te kleeden. XI. Op het groote plein te Buitenzorg, waar rnen aan de eene zijde de woning van een der rijkste Javaansche piinsen vindt, terwijl aan den anderen kant een moskee slaat, onmiddellijk waaiaan de Arabische wijk gienst, was een taliijke menigte, in feestgewaad gedost, hijeen. De volgelingen van Mohammed vierden de Hegira van hun profeet, en de rook der welriekende kiunlen slepg in dikke wolken naar hoven, daar binnen in hel heiligdom, waar men, onder het aanroe pen van den heiligen naam van Allah, de knieën boog. Na afloop van het gebed kwamen de hariji's een voor een uit de moskee. De menigte gilig uiteen, orn hen behoorlijk door te laten en begroette, door het leg. en van de hand tegen liet voorhoofd, stilzwijgend de pelgrims, die uit de heilige stad waren teruggekeerd. Op eens verscheen op den drempel der inoskee een jong meisje met een zoo schoon en ernstig gelaat, dat oriwil- lekeuiig aller blikken zich op haar ves tigden, en men hij de verschillende groepjes een gemompel van goedkeuring eri bewondeting duidelijk kon onder scheiden. Het was Kousouma. Het prachtige, dikke, zwarte haar, dat even boven den nek in elkander was gedraaid, werd door een eenvoudige schildpadden kam bijeengehouden, terwijl pen paar Ylarig-Ylang bloemen, die Narini er tei loops in gestoken had, als zoovele zilveren sterretjes daar tusschen schitterden. Een fraaie sarong van Macassar een geschenk van Margaretha deed de heeilijke vormen der jeugdige Javaan sche zoo nauwkeurig mogelijk uitkomen terwijl iedere plooi van het smaakvolle kleedingstuk de geheimenissen van het lichaam verried, waarvan het de schoon heden trachtte te bedekken. De prachtig gevormde schouders en armen schenen als het ware door de witte kabaai heen, welker lichte stuf aan dezen jeugdigen boezem een zeldzaam verleidelijk voor komen gaf. De bloote voetjes van Kousouma, waai van alleen de rooskleurige teentjes door met goud ge-tikte muiltjes bedekt waren, bewogen zich langzaam en in den aan de vrouwen van dit land eigen- aardigen maatgang. Zij liep met opge richt hoofd, den blik gevestigd op het onmetelijk luchtiuim, alsof haar ziel nog den lofzang nagalmde, dien zij zoo- everi daar binnen in den tempel had aangeheven ter eere van den God, die de natuur zoo grootsch en zoo heerlijk gemaakt heeft, en voor wien Kousouma, het eenvoudige jonge meisje, zich heden in haar beste gewaad had getooid, ten einde zooveel te waardiger te zijn om in den algemeenen lofzang in te stem men. Kuusourna was even veertien jaar. Op dien leeftijd huwen de meeste Javaan- sclieri en zijn zij somtijds reeds moeders. Woedt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1888 | | pagina 1