BUITENLAND.
RYMDIGT
Plaatselijke bericüteii.
Provinciale berichten.
18 Dec. 1885 begon de winter geregeld
vorst tot 28 Febr. 1886.
Van 28 Febr. op 1 Maart 's nachts de
strengste koude. De strnomende Berkel is
in een nacht geheel bevroren, 14 gr.
vorst.
2 Maart 's morgens zeer koud over
dag zware sneeuwbuien, 's avonds lag de
sneeuw Is voet hoog op de straten.
Van 2 tot 16 Maart strenge koude
het ijs in de grachten was 2 voet dik.
17 Maart opnieuw vorst met mooi
weder, alle binnenwateren nog niet dik
sterk ijs.
26 Maart dooi weer met een malschen
regen.
2 April, verscheiden boeren doen de
guste koeien in de weidealles begint
te ontknoppen.
6 April, de vruchtboomen slaan in
vollen bloeialles laat zich best aanzien;
de weilanden staan prachtig
Welk een groot verschil lusschen 25
Maart en 6 AprilIn weinige dagen
tijds had de strenge vorst voor een zachte
lente plaats gemaakt. Onze landbouwers
behoeven dus niet ongerust te wezen,
maar mogen met grond verwachten dat
het komend voorjaar gunstiger zal zijn
dan het zich voor eenige dagen liet
aanzien.
In 1888 kunnen worden aangesteld
vijftien surnumerairs der directe belas
tingen, invoerrechten en accijnzen.
In Augustus van dit jaar zal op nader
te bepalen plaats en tijd worden afge
nomen het vergelijkend examen.
Tevens zal gelegenheid worden gege
ven lot het afleggen van het examen
voor de betrekking van adspirant-verifi-
cateur.
De verzoekschriften, om tot die examens
te worden toegelaten, moeten voor of
uiterlijk op 1. Juni 1888 bij het Depar
tement van Financiën zijn ingekomen,
vergezeld van de ir. bovengenoemde voor
schriften bedoelde stukken.
Zij, die verlangen voor beide betrek
kingen in aanmerking te komen, moeten
hiervan in hun veizoekschiift melding
maken, met opgave in welke zij bij voor
keur plaatsing zouden wenschen.
Voor de bijzonderheden der beide
examens, zie de St. Ct. No. 75,
Gemaakt in 't jaar A". 1098. Uyt een
gedrukte Cronyk Hoe Koud en wat
Tijd het Geweest is in 'l Jaar A. 1435.
Toen men veertienhondert, vyfendertig
Jaaren,
Geschreven heeft, wat doen den Mensch
is wedervaaren,
Na de oude schrijveren, geschreven in
Cronyck,
Hoe koud liet toen ook waar, schier
onze Eeuw gelijk,
Halv in de Sprokkelmaand, zo heeft het
toen begonnen,
Dat men zag over dag, geen schijnsel
van de Zonnen,
En 's nagts kon men den hemel merken
aan,
En zien het schijnen van de Sterren en
de Maan;
De wind was Oost en koud, daar viel
op alle wegen,
In Maart, April en Mei, geen vogt, geen
dauw, geen regen,
Geen wijngaart Kreeg een Spruit, nog
ook het boomgewas,
Het veld Lag als verdort, en Zonder
bloem of Gras,
Op tweemaal Zes in Mei, na de oude
Stijl gerekend,
Zoo heeft 't gevrooze zo, de Schrijver
heeft getekend,
Zoo dik, dat daar een Kray wel konde
overgaan,
En daarop met gemak, wel zonder Pry-
kel staan:
Op St. Jansdag was 'tKoud, zo dat de
oude vrouwen,
Het Zonder vuur, niet in de Kerke Konde
Houwden,
Daar was geen Koorn, nog geen Spruyt
op 't Land,
«wees gelukkig! Ik heb u lief!" en hij
liet deze woorden op nieuw van kussen
vergezeld gaan.
Maar Kousouma richtte zich overeind,
alsof zij door een elektrieken schok ge
troffen was. »Laat mij los I" riep zij op
een toon, waaruit haar zielsangst duidelijk
sprak; slaat mij los!.... ik ben bang!"
Zij wilde vluchten, maar Hugo de Voss
hield haar bij haar sarong vast en trok
haar weder naar zich toe.
sKousouma! ge zijt zoo schoon
ik heb u lief! Laat mij ten minste eens
even dat prachtige haar streelen
wees gerust ik ben geen slecht
mensch
De ziel van Kousouma luisterde met
gretigheid naar den innigen toon waarop
deze woorden gesproken werden en die
haar als een bedwelmende muziek in de
ooren klonk. Ditmaal was het dan ook
werkelijk de stem, waarvan de echo haar
tot in hare droomen vervolgde; zij her
kende haar duidelijk.
preek toch een eiikel woord Zeg
dat ge niet meer bang voor mij zijt en
dat ge wel een oogenblikje bij mij wilt
blijven onder hel bamboes waar het in
de stille van den nacht zoo heerlijk is
oin te minne oozen
Kousouma sprak nog altijd geen
woord.
Nog wasdom van al 't geen te vooren
was geplant,
't Wanhopig volk en dagt geen vrugte
te bekommen,
En ploegde andermaal, haar Land en
Akkers ommen,
Maar weer integendeel, een Volk van
Jobs geslagt,
Die hebben tog de vrugt met Lijdzaam
heid verwagt,
En hoopte op haar God, die alles schikt
ten beste,
En haar zijn zegen gaf. Zelfs overvloed
op 't Leste,
Naar Pieter Paulus dag Kwam daar ver
andering,
Met zulk een vreugd als of den Hemel
openging,
De Koud was weg geheel en scheen toen
als verdwene,
De Zon heeft over dag zelfs heet en
warm geschenen,
Des nachts toen heeft het zagt en met
een Zoele Lugt,
Geregent, zeer bekwaam op alle ooft en
vrugt,
Zo dat in Korten tijd en Gras en Koorn
groeyde,
En als in Kanaan tan Melk en Honig
vloeyden,
Zij kregen viervout meer van Koorn en
van Graan,
Als ieder in zijn Schuur te vooren had
gedaan,
Men konde merken toen het wonderwerk
des Heeren.
Hoe haastig dat het Kan in korten tijd
veikeeren,
'tWas alles heel goedkoop, van Eetwaar,
Spijs en Brood,
Men kon een schepel Tarw we) kopen
voor Agt groot
De Rogge wel om Ses van wagens en
uit Schuyten,
De Garst wel om vier groot, de haver
om tien duyten,
De Appele die men noemt Gys Janse
kogt men goet,
Om anderhalve groot, heel Smakelijk en
Zoet,
Zo men gelove mag met waarheyd de
oude Schryvers,
Zo kogt men om tien duyte de Alder-
beste Schyvers,
De Guldelinge die de allerschoonste zijn,
Van Binne geel als goud en smakelijk
als wyn,
Van buyten glad en gaav en rontom
eeven zuyver,
Die koste 't schepel toen vier duyte en
een stuyver,
De Peere van gelijk die men ter markt
toen brogt,
Die wierden om vier groot bij menigte
verkogt,
'tWas al in overvloed, in boomgaart,
tuyn en velden,
Een voer Hooy mogt geen meer dan
agtien stuyvers gelden,
Men kogt het veste zwyn dat op de
markt toen lag,
Om Een twee gulden zo men zag,
Een vet en deftig rund of Koebeest dat
men vonden,
Wiens Smeer gewogen heeft wel Hon
dertwintig ponden,
Daarbij ook dik van Vlees en rontom
even vet,
Werd op agt gulden en twee stuyvers
maar gezet.
Zo een verandering kwam daar in korte
dagen,
Als wij hier Leeren maar na Godes wel
behagen,
Hij kan het haast voorzien al is het Koud
geweest,
Hij laat verloren nooyt dengenen die hem
vreest.
Gecopieerd uyt een Geschrift van P.
C. S. in dato 17 April 1754.
Een groot een halve stuiver, een duit -
cent, een oude gulden f 1,25.
«Kousouma Ik zie uw boezem on
stuimig op en neder gaanik heb
u lief! laat ons gelukkig zijn de
liefde is zoo zoet! Kom, want ik zie dat
ook gij mij lief hebt!
Een snik weerklonk door het duister
van den nacht, maar geen levend oor
ving dien op
Bij het aanbreken van den dag sloop
Kousouma naar hare hut. Reeds gerui-
men tijd te voren was Hugo de Vos
heengegaan, en het kind was alleen ge
bleven, alleen met het geheim, dat van
nu aan als een worm aan haar hart
knaagde.
XIX
Van af het oogenblik waarop het ver
borgen drama in het bamboesboschje
was begonnen, kwamen Kousouma en
Hugo de Voss eiken nacht te zamen.
Met de hartstochtelijke, ja bijna boven-
menschelijke teederheid, waarmede de
Javaansche vrouwen kunnen liefhebben,
bad zij zich gehecht aan den man, die
voor haar de meester geworden was.
Door een enkelen glimlach van dit bleeke
gezicht, waarvoor zij als een angstig
kind vol ontzag zich nederboog, was het
alsof het jonge meisje in den hemel werd
Vrijdagavond heeft het ministerie Ti-
rard na de vrij woelige avondzitting bij
den president zijn ontslag ingediend.
Dadelijk deed de president de voorzitters
van Senaat en Kamer bij zich ontbieden.
De voorzitter der Karner, Floquet, ver
klaarde zich bereid tot het vormen van
een nieuw Kabinet, waarin hij reeds
geslaagd is. Het ministerie is thans als
volgt: Binnenlandsche zaken. Floquet;
oorlog, De Freycinet; maiine, Krantz;
justitie, Ricard financiën' Peytral bui-
tenlandsche zaken, Gobletopenbare wer
ken, Loubet, landbouw, Vietteopenbaar
onderwijs, Lockroy, en koophandel Pierre
Legrand.
Te Lyon is beslag gelegd op het blad
de Boidangiste. De verkoopers riepen
o. a. «Het ontslag van Sadi-Carr;ot
Zondag heeft te Seraing in Belgie eone
groote socialistische manifestatie plaats
gehad, ter gelegenheid van de inwijding
van een nieuw «huis voor het volk,"
waarbij de voornaamste leiders der Bel
gische socialisten het woord voerden.
De burgemeester had elke manifestatie
op stiaat verboden._
De Keizer van Duitschland heeft be
paald, dat het nieuwe paleis te Postdam
ter gedachtenis aan den stichter voortaan
zal heeten Frederikskroon.
De Keizer heeft den Pruisischen minis
ter van eeredienst last gegeven om on
middellijk te doen onderzoeken, hoe de
tegenwoordige Dom te Berlijn door ver
bouwing kan worden gemaakt tot een
bedehuis, meer in overeenstemming met
het aanmerkelijk vermeerderde aantal
der daartoe behooreride gemeenteleden,
en dat tevens door zijne waardigheid de
hoofd- en residentiestad ten sieraad kan
strekken.
Veischenen is het verwachte keizerlijk
besluit, waarbij kwijtschelding verleend
wordt voor alle veroordeelingen wegens
Majeteitsbeleediging, politieke vergrijpen
en persdelicten, voor zoover die in bur
gerlijke zaken gepleegd zijn. Verder
wordt kwijtschelding verleend voor alle
vergrijpen, welke eene straf tot en met
zes weken gevangenis ten gevolge hadden.
Opmerking verdient, dat de Kreuzzeit.
Zaterdagavond nog mededeelde, dat het
leidend comité der socialisten al die
socialisten zal uitstooten, die van de te
verwachten amnestie gebruik maken.
Uit Massnwah wordt gemeld, dat de
onderhandelingen over den vrede zijn
geopend door Koning Jan, die zich te
San Berguma, op 10 mijlen afstand van
het hoofdkwartier van generaal San Mar-
zano, bevindt.
Italië verlangt, dat de Abessiniërs af
stand zullen doen van Keret.
De Koning van Abessinië heeft eep
tweeden brief geschreven aan den bevel
hebber der Italiaansche troepen, waarin
hij mededeelt, dat hij nu geen vrede
meer kan sluiten op de voorwaarden,
welke Italië stelt.
Men gelooft echter, dat ondanks dezen
brief toch een schikking zal worden ge
troffen, want de Negus is tot het schrij
ven der brieven overgegaan, omdat hij
vreest zijn leger niet bijeen te kunnen
houden.
De Spaansche Kamer heeft het ont
werp tot wederinvoering van het bur
gerlijk huwelijk (in 1875 afgeschaft) aan
genomen, met 156 legen 18 stemmen.
In de provincie Utrecht is door
de examen-commissie voor de acte van
onderwijzer en onderwijzeres onder meer
tot deskunkundige benoemd onze stadge
noot de heer H. W. de Heus, voor het
vak geschiedenis.
Tot tegenschatters voor de perso-
neele belasting voor het dienstjaar
1888/89 zijn benoemd de heeren J. B.
F. Lensing en D. Verbeek.
verplaatst. Dan vergat zij alles om zich
heen, en zij zou voor zijne voeten hebben
willen sterven, wanneer zij slechts het
stof mocht kussen, dat door haren god
betreden was.
Hugo de Voss kon alles van haar ge
daan krijgen zij was zijn slavin en tot
den laatsten droppel van haar bloed was
als het ware zijn eigendom. Hij wist
dit.
«Ziet ge," fluisterde zij op zekeren
avond, toen zij met hem onder de kokos-
boomen langs de rivier liep, op het uur
waarin de duisternis hen reeds met een
geheimzinnigen sluier bedekte, «Ziet gij
wel hoe helder de hemel is, en met
hoeveel welgevallen hij onze liefde gade
slaat. Wat adem ik ruim nu ik naast
u loop, o mijn zielsbeminde! Wat is het
windje heerlijk, dat ons beider aange
zichten afkoelt!Och, het leven is
voor mij zoo zoet, sedert ik zoo geheel
u toebehoor Vertel mij toch eens,"
zeide zij een oogenblik later, «liggen die
landen, waarheen gij met uw schip over
de golven gaat, heel ver hier van daan
Ziet men daar dezelfde sterren en pluk
ken de kindertjes daar even zulke .bloe
men als hier
De zeeman lachte. «Maar kind I" ant
woordde hij en drukte een kus op haar
voorhoofd «waarom doet gij mij toch
Tot commandeur bij de vrijwillige
brandweer is benoemd de heer C. T.
Kamp, in de plaats van den heer J. M.
Reinbond, die tot adjunct-onderbrand
meester werd verkozen.
Door den ontvanger der registratie
en domeinen te Amersfoort is lol no. 7,
nabij Hoevelaken, aan de grens van Gel
derland, voor den tijd van zes jaren, in
gaande 1 Mei a. s. bij inschrijving, be
houdens nadere goedkeuring van den
minister van financiën, herverpacht aan
H. Martens, te Hoevelaken, voor f1663
's jaars.
De heer C. S., alhier, die dezer
dagen aan de Theologische school te
Kampen eene gift van duizend gulden
deed toekomen, schonk thans insgelijks
duizend gulden aan de Vrije Universiteit,
en wel f 600.voor de Vereeniging,
f200.voor het Hospitum en f200.
voor het Studiefonds.
Vergadering van den Raad der ge
meente Amersfoort op Donderdag, den
5. April 1888, des namiddags om één
ure.
Punten van behandeling:
1. Kohier van den hoofdelijken omslag,
dienst 1888.
2. Ontwerp-besluit tot afschrijving
van aanslagen in de hoofdelijken omslag
dienst 1887, wegens vertrek enz.
3. Ontwerp-besluit tot af- en over
schrijving van posten op de begrooting
der schutterij.
4. Voorstel van Burg en Weth. tot
verlenging van het riool buiten de voor
malige Utrechtsche poort.
5. Voorstel van Burg. en Weth. tot
het plaatsen van eene balustrade langs
de Kortegracht.
6. Voorstel van Burg. en Weth. tot
wijziging der besluiten tot vaststelling
der jaarwedden van leeraren aan het
gymnasium en de hoogere burgerschool,
in verband met de lesuren.
7. Ontwerp verordeningen op het rij
den en de straatpolitie.
327ste STAATSLOTERIJ.
Tweede klasse.
Trekking van 3 April.
(750 LOTEN.)
Ten kantore vanden Collecteur te
Amersfoort zijn aan de navolgende num
mers te beurt gevallen
Prijs van f2 0O.
No. 16214.
Prijzen van f30.
4214, 4215, 4226, 4241, 4249, 7308,
7338, 7350, 7359, 7ö70, 7451, 7452,
7473, 7481, 7497, 8713, 8796, 9830,
9833, 9848, 10365, 10428,16108,16118,
16147, 16165, 16200, 16205, 10219,
16233, 16269, 16270, 16278, 16294,
16314, 16315, 16322, 16508, 16515,
16522, 16528, 16727, 16747, 16800,
18007, 18016, 18050, 18054, 18068,
18078, 19801, 19837, 19850, 19851,
19860, 20403, 20421, 20422, 20430
en 20436.
Te zamen 61 prijzen.
Piet. Zeg, Jan, je zei verleden, dat
Domela Nieuwenhuis in strijd met zijne
beginselen zou handelen, als hij trouw
aan de grondwet zwoer.
Jan. Zeker, daar blijf ik bij.
P. Maar de grondwet kan volgens hare
eigene bepalingen veranderd worden, en
nu kan hij haar getiouw blijven tot het
hem langs wettigen weg gelukt is de
regeering republikeinsch, en alle kapitaal
tot gemeen goed te maken.
J. Maar tot zijne beginselen behoort
zulke vreemde vragen?"
«Wel, omdat uw land voortaan ook
mijn land zal zijn; waar gij heen gaat.
daar ga ik met u mede."
Er kwamen rimpels op het voorhoofd
van Hugo de Voss, en op ietwat gedwon
gen toon zeide hij «Kom kom Waarom
zouden wij nu praten over mijn heen
gaan? D: i gebeurt immers nog lang
niet
«Is dat schip van u erg groot?
nog veel grooter dan de schepen, die ik
wel eens te Batavia gezien heb?"
,0 ja!"
«En vertel mij eens, als een schip des
nachts over de golven glijdt en men hoort
zoo niets dan die onmetelijke stilte, is
dal dan ook mooi?"
«Kleine droomster!.... Denk toch nu
niet aan de zee. Wij zijn immers bij el
kander; laat ons dus liever gelukkig
zijn
«Bij elkander! Maar zullen wij dan
daar ginder niet bij elkander zijn
«Neen wanneer ik weder op zee ga,
kunt gij niet met mij medegaan."
«Waarom niet? Ik heb maar zoo'n
klein plaatsje noodig! niets dan een heel
klein hoekje in uw kajuit waar ik mijn
bamboesmat kan neerleggen, opdat ik u
in slaap kan wiegen, wanneer uw hoofd
vermoeid is, of om bij u te zijn, wanneer
immers ook, dat hij onze staatkundige
en maatschappelijke toestanden met ge
weld 't onderst boven wil gooien, en dat
laat de grondwet volstrekt niet toe.
P. Als dat het geval is, heb je gelijk.
Maar misschien bekeert hij zich, zooals
dornine Ulfers te Zelhem, die vóór de
verkiezingen van den preekstoel den
r. k. candidaat aanbeval, en toen ze had
den gestemd, aan zijne gemeente, wederom
van den preekstoel, om vergiffenis vroeg
voor die daad.
J. Dat is wel mogelijk, want anders
kan hij niet samengaan met de anti
revolutionairen, die sterk ijveren voor het
koningschap bij de gratie Gods, en, zoo
als hun naam aanduidt, een hevigen af
keer hebben van gewelddadige omwen
telingen, en de liberalen moeten niets
van hem hebben.
Utrecht. Op de Biltstraat alhier had
jl. Zaterdagmiddag een treurig voorval
plaats. Terwijl namelijk zekere G. v. d. K.
wonende aan de Lage Vuursche na af
loop der markt, met zijne huishoudster
huiswaarts rqed, brak op eens een der
teugels, waardoor het paard schrikte en
op hol ging. K. die dadelijk uit het rij
tuig was gesprongen en het paard nog
dacht te grijpen, kwam gelukkig met de
schrik vrij, doch van zijne huishoudster
die hem nasprong, bleven de rokken aan
het slikbord haken, zoodat zij het even
wicht verloor en met zooveel kracht
legen de straatsteenen werd geslingerd,
dat zij eene ernstige hoofdwonde be
kwam en bijna onmiddelijk daarna over
leed. Het lijk werd vooiloopig per
raderbaar naar het Hoofd-bureau van
Politie alhier overgebracht.
De reizigers die jl. Zaterdagmiddag
in de stoomtram van hier naar Vreeswijk
zaten, zijn aan een groot gevaar ontsnapt.
Bij het oprijden van den Catharijnesingel,
schrikte namelijk een voor een vracht
wagen gespannen paard, dat de tram
tegemoet reed, met het gevolg dat het
beest op eens achteruitliep en de wagen
dwars op de rails kwam te staan. Hoewel
de machinist dadelijk remde was eene
botsing niet meer te voorkomen en werd
de Machine uit de rails en tegen een
boom geworpen, waar zij bleef staan.
Ware zulks niet het geval geweest, dan
was niet alleen de machine maar ook de
beide personen wagens in den singel ge-
loopen en ongetwijfeld een aantal men-
schen omgekomen.
Lctisdeii. Onze nieuwe leeraar, ds.
G. J. A. Jonker, hoopt, tot groote blijd
schap der gemeente, op Zondagnamiddag
8 April alhier zijne intreerede te houden,
na des morgens door ds. Jonker van
Ellecorn, te zijn bevestigd.
Baarii. De kerkvoogden van de Her
vormde gemeente alhier, die reeds voor
eenigen tijd eene aanzienlijke gift ont
vingen van H. K. H. de hertogin van
Saksen Weimar, werden dezer dagen
opnieuw verblijd door H. K. H. met
eene gift van f 11300.
Beide giften zijn bestemd tot weder
opbouw van de kerk.
Harderwijk. Onze beroepen leeraar
Ds. M. Göpner van Gendringen hoopt
den 15 April des avonds zijne intreerede
te houden, na des voormiddags bevestigd
te zijn door onzen leeraar Ds. H. ten Kate.
De jacht op grof wild in Gelderland
is Zaterdag II. gesloten. De jacht op wa
tersnippen blijft geoorloofd tot 28 April,
en het vangen van eendvogels in een
eendenkooi tot 14 April.
IVungpeet. Naar wij vernemen is
door wijlen de echtelieden Maas Vos en
Aaltje Kroon aan de diakonie der Ned.
Herv. kerk en aan de Ned. Ilerv. kerk
alhier beide een legaat besproken van
f 2000, vrij van successierechten.
ge aan den boezem wilt rusten van haar,
die u zoo liet heeft."
«En Nanni dan. Kousouma?' Het
jonge meisje kreeg een kleur en een
diepe zucht onsnapte haar. „Arme Nanni
mompelde zij binnensmonds.
«Maar gij zult haar toch niet willen
verlaten, haar alleen in hare hut willen
laten blijven
«Wanneer ik tegen Nanni zeg, dat ik
u liefhebt en dat mijn leven u behoort,
dan zal zij mijn hand in de uwe leggen,
en ons haren zegen geven. Dan zullen
wij ons ook niet meer zoo in 't geheim
en alleen des nachts behoeven te ont
moeten dan zult ge mij in uwen tem
pel tot uw echtgenoot nemen en Kou
souma zal zich gelukkig gevoelen, terwijl
zij nu menigmaal bittere tranen schreit."
«Maar gij kunt mijn echtgenoot niet
worden, Kousoumagij belijdt een geheel
anderen God."
«Leer mij dan uwen God kennen, en
ik zal hem aanbidden."
«Ja maar, Kousouma ik ben een heer
en gij zijt
„Éen arm Indisch meisje, dat weet ik.
Maar zeg mij eens, schamen al de man
nen van uwen stam zich voor de vrou
wen, die zij liefhebben
(Wordt vervolgd).