NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND. KOUSOUMA. No. 31. Woensdag 18 April 1888. Zeventiende Jaargang. VOOR VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort. BINNENLAND. BUITENLAND. Feuilleton. COURANT. abonnementsprijs: Fer 3 maanden 1.-Franco per post door het gebeele Rijk. Afzonderljijke Nummers 3 Cent. Ingezonden 9tukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. advertentien: Van 1 6 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Omtrent Zr. Ms. gezondheidstoestand verneemt men, dat hij thans betrekke lijk gunstig is, zoodat de Koning een groot gedeelte van den dag in zijne werk kamer kan doorbrengen. Het plan om in het begin der volgende maand naar Het Loo te vertrekken is voor het oogen- blik nog onveranderd. Misschien zal Z. M. dezen zomer ook nog de jaarlijksche bui- tenlandsche reis ondernemen. Men leest in het D. v. Z.-II.tNu door andere bladen openbaarheid werd gegeven aan de voordracht, door baron Mackay aan den Koning gedaan, nopens de vorming van het nieuwe Kabinet, wenschen wij de terughouding, welke wij oorbaar rekenden niet zoo ver te drijven, dat wij thans nog zouden achterwege houden wat reeds elders der openbaar heid werd prijs gegeven. De bewuste voordracht is volgender wijze samenge steld Mr. JE. baron Mackay, binnenlandsche zaken Jhr. mr. G. L. M. H. Ruys van Beeren- broek, justitie Jhr. mr. K. A. Godin de Beaufoit, financiën Jhr. C. Hartsen, buitenlandsche zaken; Mr. L. W. C- Keuchenius, koloniën Kolonel J. W. Bergansius, directeur der artillerie-inrichtingen te Delft, oorlog; Kolonel J. E. N. Schimmelpenninck van der Oye, oud-lid der Tweede Kamer voor Utrecht, marine, en J. P. Havelaar, hoofdingenieur van den provincialen waterstaat in Drente, water staat, handel en nijverheid. Uit deze lijst zullen onze lezers ont waren, dat onze vroegere mededeelingen betrekkelijk de Kabinets-formatie uit goede bron waren geput. De droite der rechterzijde, alzoo het conservatief element, bezit het overwicht, hetgeen wij, niet ter wille van personen, maar van begin selen, en juist in het belang van het te vormen bewind zelf een geluk voor het vaderland rekenen. Wat den heer Schimmelpenninck be treft moeten wij nog opmerken' dat deze zich wel ter beschikking van den samen steller van het ministerie heeft gesteld, doch de mogelijkheid blijft bestaan, dat voor het departement van maiine een andere titularis zal optreden." Naar men aan het Vaderland me dedeelt, is dezer dagen eene vergadering gehouden van groote industriëelen van verschillende vakken en uit alle deelen des lands, waarin men het in beginsel eens is geworden omtrent een plan tot algemeene pensioeriverzekering der ar beiders. Na een belangrijke loonsvermin dering hebben Maandagochtend al de wevers der groote katoen-bontweverij van de heeren Bogaers en Zonen, te Helmond, eenparig het werk gestaakt. Een nader overleg tusschen werkgevers en werk stakers heeft tot geen uitkomst geleid. De loonsvermindering moet ongeveer 18 cent per stuk bedragen, en de loonen zijn daardoor veel lager gebracht dan op welke Helmondsche bontweverij ook. Er bestaat eenige vrees voor ongeregeldheden. Naar wij vernemen, is luitenant- kolonel J. J. rl. Gijsberti Hodenpijl, kom- mandant van het korps genietroepen, door Z. M. den Koning der Belgen be noemd tot officier der Leopoldsorde. Volgens opgaven in het Soc. JVeek- blad is voor de Almelosche werkstakers door de heeren Van Marken en Kerdijk ontvangen f4259,255 Men schrijft ons: «Zondagmorgen, te ruim 5 uur, werden de bewoners van Bussum door de brandklok gewekt. De bricjuettenfabriek stond weder in lichter laaie. De brand was heviger dan in het begin van Januari dezes jaars. Immers nu stonden de zoogenaamde stoven in brand, zoodat een gedeelte van den muur moest worden omvergehaald om den brand te blusschen. Men zegt, dat on geveer 20,000 briquetten zijn verbrand. Met behulp van onze goed ingerichte brandweer was men, door de hulp van onze doelmatige brandspuit, den brand spoedig meester." Wederom wordt uit Limburg een geval van ontvoering van een minderjarig meisje gemeld. De lOjarige Marie Bek kens, te Meerssen, is Zondag II. door be kende rondreizende Duitschers met of zonder haren wil ontvoerd, nadat deze eerst pogingen bij den vader hadden aangewend om zijne dochter aan hen af te staan. De Koning heeft den 14. April in ontvangst genomen de geloofsbrieven, waarbij baron Von Saurma-Jeltsch in zijn post van buite.ngewoon gezant en ge volmachtigd minister van Zijne Majesteit den keizer van Duitschland, koning van Pruisen, bij het Nederlandsche hof wordt bevestigd. Staats-Ct. Te 'sGravenhage heeft Vrijdag aan het ministerie van waterstraat, de commissie tot regeling der hulp bij spoor wegongelukken eene vergadering ge houden. Naar men verneemt, zal het baan vak Waalwijk—Vlijmen van de spoorlijn Zwaluwe's-Hertogenbosch met de zomer dienst-regeling op 1 Juni e. b. in gebruik komen. Vrijdag kwam bij het koloniaal werfdepot het iaatste detachement aan dat rechtstreeks op het depot wordt ge dirigeerd. Voortaan zullen de detache menten door de commissarissen van afmonstering in ontvangst worden geno men, door deze worden de onderofficieren en manschappen die onmiddellijk den dienst met paspoort of pensioen kunnen verlaten, naar hunne woonplaatsen ge zonden, terwijl de zieken, gewonden en zij, die om andere redenen nog niet afgemonsterd kunnen worden, op het koloniaal blijven gedirigeerd. De toestand, zooals die vroeger was, n.l. de minder gunstige invloed, die door dergelijke invalieden op de jong aange worven manschappen werd uitgeoefend blijft dus bestendigd. Jacob Hobein is Maandagnamiddag te half drie te Vlissingen met treurmuziek van het 3e regiment infanterie begraven. De stoet bestond uit vele militairen van zee- en landmacht, het kader der schut terij, ridders van de Mil. Willemsorde, deputatiën van de vereenigingen «Van Speijk," van het eereteeken voor belang rijke krijgsverrichtingen, van Neder- landsch-Indische oudstrijders en Neder landsche en Belgische loodsen, alle met hun vaandels. De kist was bedekt met Hobein's vlag en zijn equipementstukken, benevens met tal van kransen. Op weg naar de begraafplaats maakte de stoet een omweg en passeerde het standbeeld van De Ruyter. De kapitein ter zee Spanjaard, inspecteur van het loodswezen, hield bij het graf een treffende rede. Bij alle verschil van meening, welke zich onder de menschen openbaart, meen den wij, dat alle partijen het op een punt eens zouden zijn dat allen naar de lente en de bloemen zouden verlan gen. Ook die illusie is ons benomen Een ongenoemde dichter zingt op het blaadje van een scheurkalender dd. 16 April 1888 «Waait frisch op, gij, Noordenwind Houdt de bloempjes tegen I 't Knopje, dat zich laat ontbindt, Brengt gewissen zegen, Noordenwind, gij hebt geen schuld, Wie u moog' bedillen, 't Is der menschen ongeduld Die het anders willen 1" fArnhCt.) De zevende algemeene vergadering der Nederlandsche Vereeniging tot bevor dering van zondagsrust zal worden gehou den op Donderdag 3 Mei e. k., in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen- Mariaplaats te Utrecht, des ochtends ten half 12 ure. Men schrijft uit Wageningen De vorige week was de tabakshandel niet levendig, In de Betuwe werden hier en daar slechts enkele partijen verkocht voor f 13 iif 16 per 50 K.G. in Maas en Waal werd nog al een flinke hoeveel heid verhandeld. In Amerongen, Eist en Rhenen, waar de bakken voor het nieuwe gewas reeds in gereedheid zijn gebracht, is tot heden bijna niets verkochtin vorige jaren werd hier met koopen ge woonlijk het eerst begonnen. De prijzen van de tabak vallen over het geheel niet De arbeiders van de heeren H. en B. Scholten hebben wederom het werk gestaakt, omdat enkele hunner niet de zelfde getouwen kregen als vroeger. Een onderwijzer te Workum, die eenige malen solliciteerde naar eene be trekking bij 't onderwijs, doch altijd, door den overvloed, zonder succes, gaat nu als plaatsvervanger bij de nationale militie. En ondanks dien overvloed heeft de minister van binnenl. zaken weder ter kennis gebracht van belanghebben den, dat er aan de Rijks-kweekscholen kweekelingen kunnen geplaatst worden. De Christelijke Schoolbode roept dan ook uit: «Aan zeven RijkskweekscholenEn dan komen straks de gemeentelijke in richtingen ter opleiding van onderwijzers hare deuren nog opea zetten voor men schen, die gaarne kosteloos of nagenoeg kosteloos opgeleid worden voor 'n goed baantje! En als ze klaar zijn? Dan wordt de een klerk en de ander winkelier en een derde schipper en een vierde zoekt Amerika of de Transvaal en een tal wacht geduldig als volontair, tot het eens zijn beurt krijgen zal. En die kunst matige kweekerij geschiedt op kosten van de Staat d. w. z. wordt betaald van de belastingpenningen der burgerij. Die oproeping geschiedt jaarlijks machi naal, evenals bij een klok de wijzer op 12 uur komt te staan." Ongunstige betichten, die door den Reichsanzeiger, het officiëele Regeerings- blad, worden bevestigd komen uit Berlijn. Daarin verklaren de geneesheeren des Keizers dat in den nacht van Zondag op Maandag bronchitis en zware koorts bij den Keizer intraden en de toestand dien tengevolge hoogst ernstig wordt geacht, Gisteren duurde de koorts voort, in den namiddag verliet Z. M. eenige oogen- blikken het bed om in een rolstoel te zitten. Al de kinderen des Keizers vertoeven thans in het Paleis van Chailottenburg, waar ook Keizerin Augusta en de Groot hertogin van Baden gisterenavond een bezoek brachten. Boulanger heeft aan zijne kiezers in het Noorder-departement een schrijven gericht, waarin hij zegt, «dat de 15e April zal opgeteekend worden als de dag eener werkelijke verlossing. De politieke mannen zonder programma bleven onbe wegelijk op hun plaats en veinsden mijn geloofsbelijdenis niet te begrijpen. Gij, kiezers, hebt ze wel begrepen gij hebt Javaansche Roman. dook MARIA BOGOK. 28) Naarmate men meer in de buurt komt van den waterval, wordt de weg al moeielijker en moeielijker. Op één punt is het zelfs voor paarden, die aan deze steil afloopende wegen gewoon zijn, onmogelijk om over die rotsblokken heen te komen, die in alle richtingen den weg versperren. Alle dames, behalve Beatrix, stegen dan ook af, om zich in armstoelen die op draagboomen waren vastgemaakt en door vier Indiërs op de schouders genomen werden, naar boven te laten dragen. Freule Comeras stond er op om op Black Prince, dien zij dien morgen reed, den tocht voort te zetten. Zij had zich eenvoudig tot den heer de Voss gewend en, terwijl de overige heeren de barones Margaretha en Miss Douglas vergezelden, op tamelijk hoogen toon tot hem ge zegd «u zult wel zoo goed zijn om mij tot geleide te dienen, mijnheer, en dan zullen wij wat langzamer rijden, nietwaar?" waarop de adjudunt stilzwijgend gebo gen had. Onze beide ruiters waren tot op nau welijks dertig passen de grot van Tjiboërrn, die vlak bij den waterval zich bevindt, genaderd, toen het paard van freule Comeras eensklaps begon te sty ge ren. Zij gaf het een tik met de karwats en wilde het dwingen, om overeen blok graniet te klauteren, dat den weg ver sperde en waarover men op die wijze bijna onmogelijk heen kon komen. Black Prince wilde niet. Een tweede slag met de karwats, en thans met krachtiger hand dan de eerste maal, deed bloedige striemen op de ledenen van het dier te voorschijn komen het deed een zijsprong en weinig had het gescheeld of het was met zijn berijdster in de langs het voet pad loopende steile kloof gestort. Beatrix bleef bedaard zitten. Een derde, zoo mogelijk nog heviger slag met de karwats deed het paard eindelijk ge hoorzamen het deed eensklaps een ver vaarlijken sprong en in het volgende oogenblik was het aan de andere zijde van het rotsblok. Hugo de Voss kon een angstkreet niet onderdrukken «BeatrixOnwille keurig was deze naam aan zijne lippen ontsnapt en freule Comeras, die op dit oogenblik naar hem omkeek, zag dat hij erg bleek was. «Wat scheelt er aan vroeg zij met ijskoude bedaardheid. «Komaan, voor uit I" Het was haar volstrekt niet ontgaan dat de heer de Voss haar naam had uit gesproken, maar zij hield zich alsof zij het niet gemerkt had. Op zijn beurt deed de adjudant den moeielijken sprong en toen hij weder naast haar reed, zeide freule Comeras lachend tot hem urnen kan wel zien dat ge een zeeman zijt, mijnheer de Voss; ik geloof niet dat ge erg veel houdt van gevaarlijke sprongen!" De heer de Voss beet zich op de lip pen. Deze scherpe opmerking was zoo op den man af mogelijk, maar de stoute rijdster, die hem het voorbeeld gegeven had was op dit oogenblik zoo schoon, dat hij aan het los daarheen geworpen spijtig gezegde niet veel aandacht schonk en op ietwat verlegen toon antwoordde: «in uw tegenwoordigheid, freule, geloof ik dat men tot alles in staat zou zijn," Freule Comeras lachte spottend en de blik, dien zij onder het aanhooren van dit onbeduidende gezegde op den adjudani wierp, was nog sarcastischer dan zoo even hare woorden geweest waren. XXII De kreet, dien de heer de Voss had geslaakt, op het oogenblik dat hij dacht dat Beatrix in de bergkloof zou storten, was ook opgevangen door een jonge vrouw, die zich daar dichtbij op den weg bevond en een klein kind op hare armen droeg. De borst der vrouw was ontbloot en een allerliefst wezentje lag half sluime rend in hare armen. Verschrikt en ontroerd door den zooeven opgevangen kreet, kroop zij tusschen de struiken door, doch verborg zich tevens zooveel mogelijk, uit vrees van gezien te worden. Op deze wijze was zij tot op slechts een paar passen afstands van het voetpad gekomen. Beatrix was verdwenen, maar Hugo de Voss was er nog. Een half gesmoorde kreet ontsnapte der Indische en zij moest zich aan de struiken vasthouden, om niet te vallen. Deze jonge Indische vrouw was Kousouma. Slechts een seconde duuide de ontroe ring van den eersten schok weldra echter maakte een onuitsprekelijke vreug de zich van haar meester, en terwijl de paarden tegen den steenachtigen, hob- beligen weg opklauterden, baande ook de Indische zich een weg door het dichtbe groeide bosch. «Kijk eens, daar hebt ge je vader mijn lieve eerstgeborene daar is je vader Kijk mij eens aan Lach eens tegen mij Doe je oogjes maar eens open, want ge zult hem nu ook wel spoedig zien Bij ieder woord kuste de moeder het kind op het voorhoofd. Bij den ingang der grot bleef Kousouma staan. Zij kon niet verder gaan zonder gezien te worden, en daaienboven ver nam zij in hare nabijheid het verward geluid van stemmen. Zij drukte zich zoo stijf mogelijk tegen de rots aan en bleef onbewegelijk onder het gebladerte staan, terwijl zij aandachtig luisterde. Hugo de Voss en Beatrix hadden het doel van hun tocht bereikt. Zij kwamen geruimen tijd na de anderen en het collation stond reeds lang op het gras gereed. «Vóór dat we iets gebruiken, zou ik wel gaarne den waterval willen zien," zeide Beatrix. De waterval was slechts een twintig tal passen verder, daar waar de weg een kromming maakte. Werktuigelijk ging Hugo de Voss met freule Comeras mede. «Luister eens," zeide zij en kwam wat dichter naar den jongen man toe, want men kon den eigenlijken val van het water nog niet zien «luister eenswat

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1888 | | pagina 1