BUITENLAND.
Plaatselijke berichten.
worden aangetast. Werkstakingen zijn
bet eenige middel waarover ons volk kan
beschikken
De Voorzitter verzoekt den Spr. zich
te bepalen tot de werkstakingen in de
Veenkoloniën.
De heer Domela Nieuwenhuis meent
dat hij over de werkstakingen in 't alge
meen kan spreken.
De Voorzitter hernam, dat de Spr.
zich heeft te bepalen tot de werkstakin-
in de veenkoloniën.
De heer Domela Nieuwenhuis kwam
daar weer op het misbruik der gedwon
gen winkelnering, een der grootste grie
ven waaruit deze werkstaking is ont
staan. De gedwongen winkelnering heeft
ook elders o.a. in de steenfabrieken plaats.
Ook in de veenkoloniën. Die winkels zijn
zeer lucratief, te winstgevend voor de
bazen. De klachten daarover zijn zeer
groot. Een ieder keurt dien toestand af.
En wanneer zulke misbruiken niet wor
den beteugeld, moet althans de regeering
eene poging doen om daarin te voorzien.
Uit eene opgaaf die Spr. citeerde, trachtte
hij aan te toonen wat grove winsten zij
bedragen, wel 25 pCt. boven den gewo
nen winkelprijs, dus 35 pCt. Aan de
grofste misbruiken op dit gebied kan
althans een einde worden gemaakt door
eene wet. Daarvoor behoeft een onder
zoek hoe wenscnelijk ook op zich
ze|f niet te worden afgewacht. Er is
hier periculum in mora. Eene noodwet
is dus noodzakelijk. Hij vroeg derhalve
den minister van justitie, of hij ten spoe
digste eene wet zal willen indienen,
waarbij bepaald wordt, dat de loonen in
gangbare Hollandsche munt moeten wor
den uitbetaald en dat de hazen de werk
lieden niet mogen dwingen in hunne
winkels te koopen.
Geschiedt zoo iets, dan zal althans aan
een der grieven zijn voldaan en zullen
allicht nieuwe werkstakingen in het voor
jaar worden voorkomen. Is de minister
dus bereid in korten tijd zulk eene nood
wet in te dienen?
De minister van justitie meende dat
de bijzonderheden omtrent de veen-in
dustrie door den interpellant medegedeeld,
vrij algemeen bekend zijn. De toestanden
zijn echter door den Spr. veel te donker
gekleurd; zij zijn zoo zwart niet. In de
dagbladen is het voor en tegen van deze
zaak besproken. De Minister zou daarin
dus niet treden. Volgens bij de Regee
ring ingekomen rapporten omtrent de
oorzaken van de werkstakingen en de
uitbreiding daarvan in dit jaar, zijn de
lage loonen, die de verveeners konden
aanbieden, de eetste oorzaak. Zij vloeit
voort uit de algemeene malaise. De turf
is goedkoop er is nog groote voorraad
en sterke concurrentie door petroleum en
steenkolen. De verveeners kunnen der
halve niet veel laten werken. Trouwens,
in de veenstreken zijn de werkstakingen
periodiek. Tot dusver kwamen zij echter
voornamelijk voor onder de bollenjagers.
Vooral dit jaar hebben echter ook de
turfmakers zich bij hen aangesloten en
behalve de lage loonen, hebben zich nog
andere invloeden doen gelden, waarvan
de minister op dit oogenblik voor 's hands
nog niets wil zeggen. Dat staat vast, dat
de werkstaking dit jaar een veel groo-
tere uitbreiding heeft gekregen, omdat
de goedgezinde bevolking stelselmatig
werd bedreigd.
Alleen aan het krachtig optreden van
de autoriteiten is het te danken dat
geene ernstige ongeregeldheden hebben
plaats gehad dat de wet is gehandhaafd
en de werkstaking thans nagenoeg ge
ëindigd is. De regeering neemt voor
hare volle verantwoordelijkheid al wat
de gestelde machten in deze hebben ge
daan zij brengt hulde en dank aan de
militaire en burgerlijke autoriteiten voor
haar beleid en aan de militaire machten,
de plaatselijke- en rijkspolitie voor den
betoonden tact. liet goedgezinde deel
der bevolking moet merken, dat het
steeds op het gezag kan steunen en de
Regeering zal in dergelijke gevallen steeds
doen optreden voor recht en orde en
ter handhaving voor de vrijheid van den
arbeid. Applausop de linker banken
gesis.)
Behalve de lage loonen is de gedwon
gen winkelnering een der oorzaken der
werkstaking. De gedwongen winkelnering
geeft inderdaad aanleiding tot groote
misbruiken. Uit de deswege ingekomen
officieele rapporten blijkt dat die mis
bruiken werkelijk bestaan dat te hooge
prijzen worden betaald, voor minder
goede waren dat het echter moeilijk is
dat vraagstuk behoorlijk op te lossen.
Vrijheid in dat opzicht kan alleen ver
kregen worden als a contant kan worden
ingekocht, terwijl credietbanken in de
veenstreken weinig zouden baten, omdat
de bevolking in de veenstreken te vlot
tend is. Het is echter hoogstwenschelijk
om in dien toestand verandering te bren
gen. Eene voorafgaande enquete wordt
daartoe door de plaatselijke autoriteiten
noodig geacht. Is nu de tusschenkomst
van den wetgever in deze gerechtigd
Over het algemeen moeten de contrac-
teerende partijen vrij zijn. Maar waar
een der partijen niet vrij is, 'kan wet
telijke tusschenkomst gewettigd geacht
worden. De minister wees hierbij op
art. 1637 B. W. Daar waar het truc
systeem bestaat, in Duitschland, in En
geland, heeft men bepalingen te dien
aanzien in het leven geroepen. De Ge-
werbe-ordnung bevat strenge verbods-
en strafbepalingen. De jongste parlemen-
tare enquête in Belgie heeft ten gevolge
gehad dat ook daar maatregelen te dezer
zake zijn genomen bij de wet van 16
Aug. 1887, waarbij is bepaald, dat de
betaling van het loon in klinkende munt
moet plaats hebben, behoudens eenige
uitzonderingen en beperkingen.
De regeling van deze zaak is dus zoo
eenvoudig niet en vereisebt eene gezette
voorbereiding. In verband daarmede heeft
de comm. van enquête bij ons te lande pas
een deel van hare taak verricht en onder
de punten van het onderzoek behoort
ook de quaestie van de uitbetaling en
de vrije beschikking van den arbeider
over de loonen. Voor zooveel Tilburg en
geheel Limburg betreft, komt van ge
dwongen winkelnering, in het Enquête
verslag niets voor. Nu verklaarde de
inleipellatit dat hij geen waarde hecht
aan plechtige verzekeringen, dus ook niet
aan die betrekkelijk de sociale toestan
den, in de openingsrede. De regeering
hoopt echter te bewijzen, dat 't met
hare toezegging ernst is, maar zij kan
thans nog geen uitgewerkte plannen ge
reed hebbèn. Men kan dus onmogelijk
voldoen aan' den gestelden eisch. De
regeering zal intusschen hare aandacht
blijven schenken ook aan 't door den
interpellant besproken punt en nagaan
of door wettelijke regeling daarin is te
voorzien. Meer speciaal omtrent de loons-
betaling zullen vele uitzonderiugeu noodig
zijn en wat de gedwongen winkelnering
betreft, deze kan wettelijk worden ver
boden, maar dan moet hetzelfde geschie
den met het koopen op crediet.
De heer van Ilouten zal thans geen
lans breken met den Minister over het
sociale vraagstuk. De Minister, als lid
der Kamer, stelde dat vraagstuk boven
het kiesrecht. Spr. vertrouwde het eerste
niet als zoo eenvoudig en heeft daarom
geen bijzondere verwachtingen uit de
optreding van deze regeering geput. De
behandeling van het vraagstuk moet tot
een gelegener tijd worden uitgesteld. Van
de thans besproken werkstaking heeft de
regeering terecht alle aanleiding tot
ernstige rustverstoringen voorkomen, Dat
is beter dan hulp te verleenen a posteriori.
Spr. staat dus in deze op het standpunt
der regeering. Maar de minister is expli
catie schuldig omtrent de uitdrukking
„goedgezinden." Omtrent het moreel
vraagstuk is reeds in 1872 eene wijzi
ging in het strafrecht gebracht, voordat
de heer Domela Nieuwenhuis hier zat.
Maar de werkstakingen zullen wel van
lijd tot tijd onvermijdelijk zijn en wie is
nu, naar het oordeel der regeering, in
deze goedgezind of kwaadgezind. Hij zou
niet gaarne zien, dat de minister dien
indruk vestigde, dat de werkstakers altijd
a priori de kwaadgezinden zouden zijn.
De werkstakingen op zich zelve zijn, na
de wet van 1872, een natuurlijk middel
geworden. Maar wat bedoelt de minister
dan onder goedgezinden of kwaadge
zinden
De minister van justitie antwoordde
dat hij met kwaadgezinden 'l oog had
op hen, die den arbeider door dwang
van het werk afhielden. Werkstaking is
geoorloofd daardoor behoort men nog
niet tot de kwaadgezinden. Maar wanneer
derden gewelddadig belet worden naar
vrijen wil te werken, dan is dat niet
goedgezindheid. In de jongste werksta
king is zulk een dwang uitgeoefend,
onder bedreiging. De min. verzekert, dat
de autoriteiten in deze zaak altijd zeer
streng binnen de grenzen harer macht
zijn gebleven, n). dat zij de werkstakers,
die alleen van hun recht hebben gebruik
gemaakt, niet tegenwerkten, maar alleen
voor de handhaving des rust zorgden.
De heer van der Feltz achtte zich
verplicht deel te nemen aan dit debat,
omdat hij wil protesteeren tegen som
mige stellingen van den interpellant. Deze,
als goed tacticus niet naar de waarheid
zoekende, maar langs omwegen op zijn
doel afgaande, heeft op de gegevens van
anderen den toestand in de veenkoloniën
zeer donker geschetst, hetgeen spr. deed
vermoeden, dat die schets moest dienen
om tot de conclusie te komen dat eene
werkstaking a priori goed is. De goed
keuring sprak hij uit zonder nog inlich
ting te hebben verkregen en zij ging
gepaard met een zijdelingsche goedkeu
ring van geweld en opstand. Dit acht
hij misplaatst in 's Landsvertegenwoordi-
ging (applaus). De toestand werd don
kerder gekleurd dan hij is. Van de veen
bazen sprak de interpellant maar niet:
dat was gemakkelijk, maar men mag de
positie der veenbazen niet uil 't oog ver
liezen. Ook zij beleven harde lijden. Ook
moet men bij de beschouwing van de
lage loonen op verschillende factoren
letten. Uit de berekening in een der
locale bladen blijkt, dat de interpellant
niet met alle uitgaven van de verveeners
rekening heeft gehouden. Deze zijn dus
niet zoo gemakkelijk in staat hooger loon
te geven. Het loon van f 6 per week in
de veenkoloniën staat niet gelijk met dat
bedrag elders. De arbeider leeft Jaar een
groot deel van het genot der vruchten
van zijn eigen grond. De levensmiddelen
zijn ook veel goedkooper dan vroeger.
De arbeidsdag van 10 uur is nog zoo
zwaar niet en de verdiensten bedragen
dan nog van f 1.60 tot 80 cents; het
laatste voor het afzetten. Die loonen dag
teekenen ook niet van gisteren; te Nieuw
Amsterdam bedroegen zij 6 jaar geleden
evenveel als thans. Wat de verplichte
winkelnering betreft, zij is een kwaad;
maar het eigenbelang drijft ben naar de
veenbazen-winkeliers, die hen crediteeren
in den tijd dat zij hunne vroegeie ver
diensten hebben opgeteerd. De werklie
den zijn overigens volkomen vrij, indien
zij zich door spaarzaamheid maar onaf
hankelijk maakten. De toestand bestaat
in onze geheele maatschappij. De boer
ruilt zijne pioducten ook voor winkel
waren. Voor de afschaffing van de ver
plichte winkelnering is dus geen wet
noodig en is zij ook niet afdoende. Beter
is spaarzaamheid te betrachten en dal
de apostelen onder het volk gaan, goed
doende, dat zal beter zijn dan wanneer
men rond trekt om de werkstakingen
rechtvaardig te heeten.
De heer Oppedijk verheugt zich er over,
dat juist de heer Domela Nieuwenhuis
deze interpellatie gedaan heeft, omdat
hij, de prediker der socialisten in den
lande' zich tol de regeering gewend heeft,
om naar middelen te vragen tot- voor
ziening in datgene, waarvan hij de groot
ste oorzaak is. Tegenover citaten van
den heer Domela Nieuwenhuis haalde hij
de inededeelingen aan in het Handelsblad,
waaruit blijkt dat tot verhooging van
liet loon en tot verbetering der inkom
sten geen werkstaking kan baten, maar
wel spaarzaamheid in den tijd van grootere
verdiensten. In ditzelfde schrijven wordt
gewezen op de ophitsing en de opruiing
van de werkstakers. Een gewezen Lu-
thersch predikant behoorde de leer en
het voorbeeld der apostelen te volgen,
liever dan de werkstakingen te verdedigen.
De heer Domela Nieuwenhuis had geen
aanleiding gegeven tot bespreking van
het communisme en socialisme. Zijn
eisch was zeer bescheiden en de minister
zelf heeft door voorbeelden uit het bui
tenland bewezen, dat dergelijke zaken
kunnen verholpen worden zonder com
munisme. De heer Oppedijk voert hij uit
de schrift tegemoet, dat men den dors
tenden os niet mag muilbanden. En de
redevoering van den heer v. d. Feltz is
ook niet afdoende. De arbeiders lijden
het meest onder de werkstakingen; zij
zullen er dus niet lichtvaardig toe over
gaan. Maar werkstakingen zijn dikwijls
noodig om tot algemeene verbetering te
geraken en in dat opzicht hebben zij hier
niet veel gemist, men kan hier dus niet
spreken van lichtzinnige eischen en van
spaarzaamheid kan men moeilijk spreken
bij het leven van de veenarbeiders, waar
het zeer zwaar is, al worden zij ook
begroet door broeders en zusters in Den
Heere. Veeleer heeft spr. onderdreven
dan overdreven en hij beriep zich dan
ook voornamelijk op de gegevens in de
liberale bladen. Men wordt in de veen
streken nog holbewoners, menschen die
onder den grond wonen. En aan zulke
toestanden voornamelijk moet men de
werkstakingen toeschrijven. Het is de
klassenstrijd, die zich openbaart bij de
elkander weersprekende opgaven van de
werkgevers en de werknemers. Spr. hand
haafde dan ook ten volle zijne mededee-
lingen.
Wat des ministers rede betreft diens
conclusie was niet in overeenstemming
met zijne praemisse. Hij erkende den
slechten toestand maar stelde voorzie
ning uit. Als de officieele rapporten zeg
gen, dat de grieven wel geheel ongegrond
zijn, dan zijn zij zeker gegrond. Het is
dus zeker noodig zoo spoedig mogelijk
een vooiziening te nemen. Een onder
zoek kan worden ingesteld en inmiddels
kan eene Noodwet het door iedereen-
erkende misbruik wegnemen. Later kun
nen meerdere pertieele voorzieningen ge
nomen worden. Intusschen is nu gecon
stateerd dat de regeering geen dadelijke
voorziening wil nemen en weet Spr. hoe
zich daarnaar te gedragen.
De interpellatie liep hiermede af.
Het gevolg van Z. M. bij het verblijf
op het Loo zal in de eerste maand be
staan uit generaal-majoor Dumonceau,
adjudant en particulier secretaris; kapt.
ter zee jhr. Röell, adjudant baron Taets
van Amerongen, van Natewitch, kamer
heer; baron van Heeckeren van Moleca-
ten, ordonnance-officier.
De heeten Geveke c. s., conces
sionarissen voor een paardentram van
Loosdrccht naar Hilversum, hebben de
inschrijving opengesteld voor het benoo-
digde kapitaal ad f 60,000, verdeeld in
zestig aandeelen van duizend gulden.
De bankwet zal, volgens het Hbl.,
vermoedelijk in deze zitting der Staten-
generaal niet worden afgehandeld. Het
verslag, dat over het nieuwe onderzoek
in de afdeelingen moet worden uitge
bracht, zal wel nadere onderhandelingen
tusschen do regeering en de bankdirectie
noodig maken, zoodat de beantwoording
geruimen tijd zal uitblijven. Waarschijn
lijk wordt de beraadslaging in de 1 weede
Kamer dus tot October verdaagd.
In de gemeente Schoonhoven tracht
men weder eene kaasmarkt tot stand te
brengen. Daar eene vroeger genomen
proef nagenoeg mislukte, hoopt men
thans beter te slagen.
Onder de vraagpunten, te be
handelen op het Landhuishoudk. Congres
te Assen, komen o.a. voor:
1. Wanneer en waarom kan het win
nen van aardappelen uit zaad wensche-
lijk en zelfs veikieslijk zijn Ingezonden
en waarschijnlijk in te leiden door mr.
D. A. Koenen te Nienwer-Amstel.
2. Is het aanbevelenswaardig, turf-
strooisel te gebruiken in de paarden- en
veestallen, varkenshokken en schaapkooien
in plaats van stroo? Ingezonden en in
te leiden door mr. J. H. Schober te
Putten.
3 Door het vermeerderend gebruik
in de steden van steenkool en cokes
wordt het gebruik vap de compost be
zwarend voor die streken die aardappe
len voor de aardappelmeelfabrieken ver
bouwen' Hoe is hierin te voorzien? In
gezonden door J. E. Scholten te Gro
ningen.
4. Eene aardappelsoort kan slechts
eenige jaren met goed gevolg in de
Groninger en Drentsche veenkoloniën ver
bouwd worden, zonder in vruchtbaarheid
achteruit te gaan. De meeste soorten
verdwijnen geheel door ziekte, andere
brengen langzamerhand minder aan en
leveren minder knollen. Is dat elders ook
zoo, en kan men ook iets aanwenden,
om eene aardappelsoort constanter te
doen zijr. Ingezonden door de landbouw-
veeeniging Yeeridam.
Uit Nunspeet schrijft men aan de
N. R. Ct. van 10 Mei:
Heden morgen had weer de gewone
jaarlijksche tijdelijke verhuizing onzer
arbeiders (houtschillers) naar de noorde
lijke provinciën plaats.
Sedert tal van jaren geschiedde die
optocht op patriarchale wijze, nl. te voet
(de kleinen in eenen kruiwagen), met
geit of schaap achter zich aan, tot El-
burg of Zwolle, en van daar per scheeps
gelegenheid tot de plaats der bestemming.
Thans is daarin eene groote verbete
ring gekomen. De spoorwegmaatschap
pijen hebben besloten de houtschillers
voor half geld te vervoeren.
Ongeveer 100 personen hadden heden
morgen, nadat hunne kisten en hun vee
naar de schepen te Elburg waren be
zorgd, van die gelegenheid gebruik ge
maakt; slechts enkelen, hetzij om de
mindere kosten, hetzij uit gehechtheid
aan het oude", hebben de aartsvaderlijke
boven de nieuwe wijze verkozen, en zijn
al een paar dagen vroeger vertrokken.
Het geeft geen aangenamen indruk,
wanneer men thans op »den Zoom,"
waar de meeste dier houtmakers wonen,
wandelt, en daar, terwijl alle voor ver
bouwing geschikte stukjes grond rondom
de huisjes bezaaid en beplant zijn, de
huisjes zelve gesloten en verlaten vindt.
Tegen het laatst van Juli of het begin
van Augustus begint de streek weer te
herleven; wanneer het weder hun gunstig
is geweest, komen dan gewoonlijk de
arbeiders blijmoedig terug, met een aar
dig, hoewel zuur verdiend, sommetje geld.
Daarmee wordt dan huishuur of land
pacht betaald, en met het overschot,
gevoegd bij hunne eigen verbouwde aard
appelen en rogge, de winter afgewacht.
Jhr. Mr. A. J. Th. H. van den Bergh,
voor weinige weken afgetreden procureur-
generaal bij het Hof te 's-Hage, is door
een hevige beroerte getroffen en daar
aan bezweken.
De overledene bereikte den ouderdom
van 69 jaren en had een bijna veertig
jarige loopbaan bij de rechterlijke macht
achter zich. Tien jaar lang was hij pro
cureur-generaal te 's-Hage na alvorens
in Limburg en Noord-Brabant de hoogste
ambten van het openbaar ministerie te
hebben bekleed.
De toestand van den Keizer van Duitsch
land wordt voortdurend gunstiger.
De Keizer was gisterenochtend volko
men vrij van koorts, stond om half
negen op en verrichte den gewonen
arbeid.
Prins Bismark is gisterenochtend naar
Varzin vertrokken.
Professor Virchow, die uit Egypte te
Berlijn is teruggekeerd, verklaarde, dat
het ook nu nog niet mogelijk is met
zekerheid uit te maken, dat Keizer Fre-
derik aan kanker lijdt. De uitwassen,
welke zich onlangs bij de keelopening,
waar het buisje zich bevindt, vertoonden,
waren niet kankerachtig.
De Nordd. Zeit. geeft onder den titel
van «Een Russisch fort op Turksch grond
gebied" een artikel, waarin gezegd wordt
dat de Russische pelgrims in het klooster
van den Berg Athos allen soldaten zijn.
Soms zijn er 10,000 en men beweert
dat er wapenen en ammunitie zijn ver
borgen. Het blad noemt dit een gevaar
voor de rust in de Balkanstaten, vooral
voor Macedonië.
Naar men verzekert, heeft Duitschland
geweigerd, zich bij der, nieuwen stap
van Rusland tegen prins Ferdinand van
Saksen-Coburg aan te sluiten. De diplo
matieke verhouding tusschen beide landen
zou daardoor zeer gespannen zijn ge
worden.
Zondagavond had te Lyon een mani
festatie van socialisten plaats. Onder de
kreet van ïleve het socialisme I" trok een
troep van 500 manifesteerenden door de
stad, verbrijzelde de ruiten van het blad
le Progrès en de telegraaftoestellen. De
politie maakte aan het rumoer een einde.
De Intransigeant en andere Boulangis-
tsiche bladen verzekeren, dat de reis van
den generaal een triomftocht was. De
Radical verhaalt daarentegen, dat toen
generaal Boulanger te Rijssel kwam, een
verschrikkelijk kabaal begon, waarbij het
gefluit verreweg de overhand behield.
Trouwens sedert Donderdag waren te
Rijssel 20,000 fluitjes verkocht, welke
door venters in de straten te koop werden
geboden. Nauwelijks zette het rijtuig
zich in beweging, of uit de ramen en
van de daken regende het van kleine
stukjes papier, waarop spotprenten op
Boulanger waren afgedrukt. De generaal
verbleekte, Want weldra was het geheele
rijtuig vol dergelijke papiertjes. De aan
hangers van den generaal trachten tever
geefs het gefluit met hun Vive Boulanger
le overschreeuwen. Het rijtuig ging
slechts zeer langzaam vooruit en toen
.begon het volk den generaal en zijn ge
volg te bestoken met eieren, die brekende
een alles behalve aangenamen geur ver
spreiden. Van alle kanten wierp men
ook met zakjes, gevuld met meel, die de
kleeren bevlekten, en evenmin een aan
genamen geur hadden. De Boulangisten
omringden het rijtuig en trachtten al
deze projectielen af te weren, maar toen
werd de heer Deroo getroffen door een
ei en kreeg Boulanger een stuk kaas
tegen de borst. Aldus bereikte Boulanger
zijn hotel, waarvoor de menigte post vatte
en een oorverdoovend gefluit aanhief. Dit
duurde een half uur. Toen eenige men
schen het vair des Lampions" aanhieven,
verscheen de generaal op het balkon.
Hij was zeer bleek en trachtte minzaam
te lachen, maar het gefluit verdubbelde,
zoodat Boulanger onmiddelijk heenging.
De National voegt er bij, dat de stem
ming onder het volk zoo vijandig was,
dat Boulanger, toen hij naar het feest
maal reed, zich door een achterdeur uit
het hotel verwijderde. Een der bladen
meldt zelfs, dat een persoon op de treê
van het rijtuig sprong en den generaal
in het gezicht spuwde.
In het Engelsche Lagerhuis verklaarde
Sir Fergusson, dat het unie-verdrag tus
schen de Transvaal en de nieuwe republiek
nog niet door de Engelsche RegeeriDg
is bekrachtigd. Naar aanleiding van de
concessie, door de Regeering van Trans
vaal aan een Duitsch-Nederlandsch syndi
caat verleend voor een spoorweg van de
Portugeesche grens naar Pretoria, deelde
de spreker mede, dat een der voorwaar
den den vrijen invoer van koopwaren
bepaalt, en dat de Engelsche Regeering
onderzoekt of dergelijke concessie be
staanbaar is met de aan Engeland bij
tractaat verzekerde rechten. De briefwis
seling, over dit onderwerp met de Trans
vaal gevoerd, kan eerst na afloop der
zaak aan het Parlement overgelegd
wor den.
Bij de op gisteren in het district
Amersfoort gehouden verkiezing van een
lid voor de Tweede Kamer der Staten-
Generaal zijn uitgebracht 1727 stemmen,
waarvan blanco en van onwaarde 14,
zoodat het aantal geldige stemmen 1713
bedraagt. Gekozen J. E. Abaron
SCIIIMMEEPENNINCK VANDER
OTE met '1326. Mr. J. Heemskerk Az.
verkreeg 342 en H. J. H. baron van
Boetzelaer van Oosterhout 36 stemmen.
In hare vergadering van Vrijdag jl.
heeft de Ridderschap van Utrecht o. a.
admissie verleend aan den heer Jhr. Mr.
T. A. J. van Asch van Wijck, lid der
Tweede Kamer en burgemeester van
Amersfoort.
Z.Exc. de Commissaris des Konings
in deze Provincie heelt benoemd tot
Schatters voor de personeele belasting,
dienstjaar 1888/89 in dc controle Amers
foort, de heeren J. van Bottenburg, C. J.
Jacobs, J. A. Hoksbergen, G. Prins en
T. van Daal.
Voor het afleggen van het eind
examen der hoogere burgerscholen in de
prov. Utrecht zijn dit jaar bij den voor
zitter der commissie ingeschreven 19
jongelieden en wel 13 van Utrecht en 6
van Amersfoort. De examens zullen plaats
hebben in de maand Juli, het mondeling
gedeelte aan de hoogere burgerschool te
Utrecht.
In de Zaterdag hier gehouden ver
gadering van het heemraadschap de rivier
de Eem, beken c. s. werden de heeren
W. van de Kuindert, H. Tolboom en G.
van 't Klooster als hoofdingelanden, ge
ïnstalleerd, nadat zij den eed hadden af
gelegd.
Met algemeene stemmen is tot heem
raad herkozen mr. W. H. de Beaufort,
lid van de Tweede Kamer der Staten-
generaal voor Amsterdam, die mede met
algemeene stemmen tot waarnemend
watergraaf van het heemraadschap her
kozen werd.
De rekening en verantwoording werd
na onderzoek accoord bevonden met ba
tig saldo ƒ1343,61* voor afdeeling I en
ƒ1033,155 voor afd. III.
Daarna werd het jaarverslag ter tafel
gebracht. Aan H. W. Stol, die op 8 Mei
jl. gedurende 40 jaren als bode van dat
waterschap werkzaam was geweest, is
door de aanwezige bestuursleden, uit
eigen beurs, eene gratificatie verstrekt,
waarmede de jubilaris zeer ingenomen
was. Hbl,