BUITENLAND. Plaatselijke berichten. worden aangetast. Werkstakingen zijn bet eenige middel waarover ons volk kan beschikken De Voorzitter verzoekt den Spr. zich te bepalen tot de werkstakingen in de Veenkoloniën. De heer Domela Nieuwenhuis meent dat hij over de werkstakingen in 't alge meen kan spreken. De Voorzitter hernam, dat de Spr. zich heeft te bepalen tot de werkstakin- in de veenkoloniën. De heer Domela Nieuwenhuis kwam daar weer op het misbruik der gedwon gen winkelnering, een der grootste grie ven waaruit deze werkstaking is ont staan. De gedwongen winkelnering heeft ook elders o.a. in de steenfabrieken plaats. Ook in de veenkoloniën. Die winkels zijn zeer lucratief, te winstgevend voor de bazen. De klachten daarover zijn zeer groot. Een ieder keurt dien toestand af. En wanneer zulke misbruiken niet wor den beteugeld, moet althans de regeering eene poging doen om daarin te voorzien. Uit eene opgaaf die Spr. citeerde, trachtte hij aan te toonen wat grove winsten zij bedragen, wel 25 pCt. boven den gewo nen winkelprijs, dus 35 pCt. Aan de grofste misbruiken op dit gebied kan althans een einde worden gemaakt door eene wet. Daarvoor behoeft een onder zoek hoe wenscnelijk ook op zich ze|f niet te worden afgewacht. Er is hier periculum in mora. Eene noodwet is dus noodzakelijk. Hij vroeg derhalve den minister van justitie, of hij ten spoe digste eene wet zal willen indienen, waarbij bepaald wordt, dat de loonen in gangbare Hollandsche munt moeten wor den uitbetaald en dat de hazen de werk lieden niet mogen dwingen in hunne winkels te koopen. Geschiedt zoo iets, dan zal althans aan een der grieven zijn voldaan en zullen allicht nieuwe werkstakingen in het voor jaar worden voorkomen. Is de minister dus bereid in korten tijd zulk eene nood wet in te dienen? De minister van justitie meende dat de bijzonderheden omtrent de veen-in dustrie door den interpellant medegedeeld, vrij algemeen bekend zijn. De toestanden zijn echter door den Spr. veel te donker gekleurd; zij zijn zoo zwart niet. In de dagbladen is het voor en tegen van deze zaak besproken. De Minister zou daarin dus niet treden. Volgens bij de Regee ring ingekomen rapporten omtrent de oorzaken van de werkstakingen en de uitbreiding daarvan in dit jaar, zijn de lage loonen, die de verveeners konden aanbieden, de eetste oorzaak. Zij vloeit voort uit de algemeene malaise. De turf is goedkoop er is nog groote voorraad en sterke concurrentie door petroleum en steenkolen. De verveeners kunnen der halve niet veel laten werken. Trouwens, in de veenstreken zijn de werkstakingen periodiek. Tot dusver kwamen zij echter voornamelijk voor onder de bollenjagers. Vooral dit jaar hebben echter ook de turfmakers zich bij hen aangesloten en behalve de lage loonen, hebben zich nog andere invloeden doen gelden, waarvan de minister op dit oogenblik voor 's hands nog niets wil zeggen. Dat staat vast, dat de werkstaking dit jaar een veel groo- tere uitbreiding heeft gekregen, omdat de goedgezinde bevolking stelselmatig werd bedreigd. Alleen aan het krachtig optreden van de autoriteiten is het te danken dat geene ernstige ongeregeldheden hebben plaats gehad dat de wet is gehandhaafd en de werkstaking thans nagenoeg ge ëindigd is. De regeering neemt voor hare volle verantwoordelijkheid al wat de gestelde machten in deze hebben ge daan zij brengt hulde en dank aan de militaire en burgerlijke autoriteiten voor haar beleid en aan de militaire machten, de plaatselijke- en rijkspolitie voor den betoonden tact. liet goedgezinde deel der bevolking moet merken, dat het steeds op het gezag kan steunen en de Regeering zal in dergelijke gevallen steeds doen optreden voor recht en orde en ter handhaving voor de vrijheid van den arbeid. Applausop de linker banken gesis.) Behalve de lage loonen is de gedwon gen winkelnering een der oorzaken der werkstaking. De gedwongen winkelnering geeft inderdaad aanleiding tot groote misbruiken. Uit de deswege ingekomen officieele rapporten blijkt dat die mis bruiken werkelijk bestaan dat te hooge prijzen worden betaald, voor minder goede waren dat het echter moeilijk is dat vraagstuk behoorlijk op te lossen. Vrijheid in dat opzicht kan alleen ver kregen worden als a contant kan worden ingekocht, terwijl credietbanken in de veenstreken weinig zouden baten, omdat de bevolking in de veenstreken te vlot tend is. Het is echter hoogstwenschelijk om in dien toestand verandering te bren gen. Eene voorafgaande enquete wordt daartoe door de plaatselijke autoriteiten noodig geacht. Is nu de tusschenkomst van den wetgever in deze gerechtigd Over het algemeen moeten de contrac- teerende partijen vrij zijn. Maar waar een der partijen niet vrij is, 'kan wet telijke tusschenkomst gewettigd geacht worden. De minister wees hierbij op art. 1637 B. W. Daar waar het truc systeem bestaat, in Duitschland, in En geland, heeft men bepalingen te dien aanzien in het leven geroepen. De Ge- werbe-ordnung bevat strenge verbods- en strafbepalingen. De jongste parlemen- tare enquête in Belgie heeft ten gevolge gehad dat ook daar maatregelen te dezer zake zijn genomen bij de wet van 16 Aug. 1887, waarbij is bepaald, dat de betaling van het loon in klinkende munt moet plaats hebben, behoudens eenige uitzonderingen en beperkingen. De regeling van deze zaak is dus zoo eenvoudig niet en vereisebt eene gezette voorbereiding. In verband daarmede heeft de comm. van enquête bij ons te lande pas een deel van hare taak verricht en onder de punten van het onderzoek behoort ook de quaestie van de uitbetaling en de vrije beschikking van den arbeider over de loonen. Voor zooveel Tilburg en geheel Limburg betreft, komt van ge dwongen winkelnering, in het Enquête verslag niets voor. Nu verklaarde de inleipellatit dat hij geen waarde hecht aan plechtige verzekeringen, dus ook niet aan die betrekkelijk de sociale toestan den, in de openingsrede. De regeering hoopt echter te bewijzen, dat 't met hare toezegging ernst is, maar zij kan thans nog geen uitgewerkte plannen ge reed hebbèn. Men kan dus onmogelijk voldoen aan' den gestelden eisch. De regeering zal intusschen hare aandacht blijven schenken ook aan 't door den interpellant besproken punt en nagaan of door wettelijke regeling daarin is te voorzien. Meer speciaal omtrent de loons- betaling zullen vele uitzonderiugeu noodig zijn en wat de gedwongen winkelnering betreft, deze kan wettelijk worden ver boden, maar dan moet hetzelfde geschie den met het koopen op crediet. De heer van Ilouten zal thans geen lans breken met den Minister over het sociale vraagstuk. De Minister, als lid der Kamer, stelde dat vraagstuk boven het kiesrecht. Spr. vertrouwde het eerste niet als zoo eenvoudig en heeft daarom geen bijzondere verwachtingen uit de optreding van deze regeering geput. De behandeling van het vraagstuk moet tot een gelegener tijd worden uitgesteld. Van de thans besproken werkstaking heeft de regeering terecht alle aanleiding tot ernstige rustverstoringen voorkomen, Dat is beter dan hulp te verleenen a posteriori. Spr. staat dus in deze op het standpunt der regeering. Maar de minister is expli catie schuldig omtrent de uitdrukking „goedgezinden." Omtrent het moreel vraagstuk is reeds in 1872 eene wijzi ging in het strafrecht gebracht, voordat de heer Domela Nieuwenhuis hier zat. Maar de werkstakingen zullen wel van lijd tot tijd onvermijdelijk zijn en wie is nu, naar het oordeel der regeering, in deze goedgezind of kwaadgezind. Hij zou niet gaarne zien, dat de minister dien indruk vestigde, dat de werkstakers altijd a priori de kwaadgezinden zouden zijn. De werkstakingen op zich zelve zijn, na de wet van 1872, een natuurlijk middel geworden. Maar wat bedoelt de minister dan onder goedgezinden of kwaadge zinden De minister van justitie antwoordde dat hij met kwaadgezinden 'l oog had op hen, die den arbeider door dwang van het werk afhielden. Werkstaking is geoorloofd daardoor behoort men nog niet tot de kwaadgezinden. Maar wanneer derden gewelddadig belet worden naar vrijen wil te werken, dan is dat niet goedgezindheid. In de jongste werksta king is zulk een dwang uitgeoefend, onder bedreiging. De min. verzekert, dat de autoriteiten in deze zaak altijd zeer streng binnen de grenzen harer macht zijn gebleven, n). dat zij de werkstakers, die alleen van hun recht hebben gebruik gemaakt, niet tegenwerkten, maar alleen voor de handhaving des rust zorgden. De heer van der Feltz achtte zich verplicht deel te nemen aan dit debat, omdat hij wil protesteeren tegen som mige stellingen van den interpellant. Deze, als goed tacticus niet naar de waarheid zoekende, maar langs omwegen op zijn doel afgaande, heeft op de gegevens van anderen den toestand in de veenkoloniën zeer donker geschetst, hetgeen spr. deed vermoeden, dat die schets moest dienen om tot de conclusie te komen dat eene werkstaking a priori goed is. De goed keuring sprak hij uit zonder nog inlich ting te hebben verkregen en zij ging gepaard met een zijdelingsche goedkeu ring van geweld en opstand. Dit acht hij misplaatst in 's Landsvertegenwoordi- ging (applaus). De toestand werd don kerder gekleurd dan hij is. Van de veen bazen sprak de interpellant maar niet: dat was gemakkelijk, maar men mag de positie der veenbazen niet uil 't oog ver liezen. Ook zij beleven harde lijden. Ook moet men bij de beschouwing van de lage loonen op verschillende factoren letten. Uit de berekening in een der locale bladen blijkt, dat de interpellant niet met alle uitgaven van de verveeners rekening heeft gehouden. Deze zijn dus niet zoo gemakkelijk in staat hooger loon te geven. Het loon van f 6 per week in de veenkoloniën staat niet gelijk met dat bedrag elders. De arbeider leeft Jaar een groot deel van het genot der vruchten van zijn eigen grond. De levensmiddelen zijn ook veel goedkooper dan vroeger. De arbeidsdag van 10 uur is nog zoo zwaar niet en de verdiensten bedragen dan nog van f 1.60 tot 80 cents; het laatste voor het afzetten. Die loonen dag teekenen ook niet van gisteren; te Nieuw Amsterdam bedroegen zij 6 jaar geleden evenveel als thans. Wat de verplichte winkelnering betreft, zij is een kwaad; maar het eigenbelang drijft ben naar de veenbazen-winkeliers, die hen crediteeren in den tijd dat zij hunne vroegeie ver diensten hebben opgeteerd. De werklie den zijn overigens volkomen vrij, indien zij zich door spaarzaamheid maar onaf hankelijk maakten. De toestand bestaat in onze geheele maatschappij. De boer ruilt zijne pioducten ook voor winkel waren. Voor de afschaffing van de ver plichte winkelnering is dus geen wet noodig en is zij ook niet afdoende. Beter is spaarzaamheid te betrachten en dal de apostelen onder het volk gaan, goed doende, dat zal beter zijn dan wanneer men rond trekt om de werkstakingen rechtvaardig te heeten. De heer Oppedijk verheugt zich er over, dat juist de heer Domela Nieuwenhuis deze interpellatie gedaan heeft, omdat hij, de prediker der socialisten in den lande' zich tol de regeering gewend heeft, om naar middelen te vragen tot- voor ziening in datgene, waarvan hij de groot ste oorzaak is. Tegenover citaten van den heer Domela Nieuwenhuis haalde hij de inededeelingen aan in het Handelsblad, waaruit blijkt dat tot verhooging van liet loon en tot verbetering der inkom sten geen werkstaking kan baten, maar wel spaarzaamheid in den tijd van grootere verdiensten. In ditzelfde schrijven wordt gewezen op de ophitsing en de opruiing van de werkstakers. Een gewezen Lu- thersch predikant behoorde de leer en het voorbeeld der apostelen te volgen, liever dan de werkstakingen te verdedigen. De heer Domela Nieuwenhuis had geen aanleiding gegeven tot bespreking van het communisme en socialisme. Zijn eisch was zeer bescheiden en de minister zelf heeft door voorbeelden uit het bui tenland bewezen, dat dergelijke zaken kunnen verholpen worden zonder com munisme. De heer Oppedijk voert hij uit de schrift tegemoet, dat men den dors tenden os niet mag muilbanden. En de redevoering van den heer v. d. Feltz is ook niet afdoende. De arbeiders lijden het meest onder de werkstakingen; zij zullen er dus niet lichtvaardig toe over gaan. Maar werkstakingen zijn dikwijls noodig om tot algemeene verbetering te geraken en in dat opzicht hebben zij hier niet veel gemist, men kan hier dus niet spreken van lichtzinnige eischen en van spaarzaamheid kan men moeilijk spreken bij het leven van de veenarbeiders, waar het zeer zwaar is, al worden zij ook begroet door broeders en zusters in Den Heere. Veeleer heeft spr. onderdreven dan overdreven en hij beriep zich dan ook voornamelijk op de gegevens in de liberale bladen. Men wordt in de veen streken nog holbewoners, menschen die onder den grond wonen. En aan zulke toestanden voornamelijk moet men de werkstakingen toeschrijven. Het is de klassenstrijd, die zich openbaart bij de elkander weersprekende opgaven van de werkgevers en de werknemers. Spr. hand haafde dan ook ten volle zijne mededee- lingen. Wat des ministers rede betreft diens conclusie was niet in overeenstemming met zijne praemisse. Hij erkende den slechten toestand maar stelde voorzie ning uit. Als de officieele rapporten zeg gen, dat de grieven wel geheel ongegrond zijn, dan zijn zij zeker gegrond. Het is dus zeker noodig zoo spoedig mogelijk een vooiziening te nemen. Een onder zoek kan worden ingesteld en inmiddels kan eene Noodwet het door iedereen- erkende misbruik wegnemen. Later kun nen meerdere pertieele voorzieningen ge nomen worden. Intusschen is nu gecon stateerd dat de regeering geen dadelijke voorziening wil nemen en weet Spr. hoe zich daarnaar te gedragen. De interpellatie liep hiermede af. Het gevolg van Z. M. bij het verblijf op het Loo zal in de eerste maand be staan uit generaal-majoor Dumonceau, adjudant en particulier secretaris; kapt. ter zee jhr. Röell, adjudant baron Taets van Amerongen, van Natewitch, kamer heer; baron van Heeckeren van Moleca- ten, ordonnance-officier. De heeten Geveke c. s., conces sionarissen voor een paardentram van Loosdrccht naar Hilversum, hebben de inschrijving opengesteld voor het benoo- digde kapitaal ad f 60,000, verdeeld in zestig aandeelen van duizend gulden. De bankwet zal, volgens het Hbl., vermoedelijk in deze zitting der Staten- generaal niet worden afgehandeld. Het verslag, dat over het nieuwe onderzoek in de afdeelingen moet worden uitge bracht, zal wel nadere onderhandelingen tusschen do regeering en de bankdirectie noodig maken, zoodat de beantwoording geruimen tijd zal uitblijven. Waarschijn lijk wordt de beraadslaging in de 1 weede Kamer dus tot October verdaagd. In de gemeente Schoonhoven tracht men weder eene kaasmarkt tot stand te brengen. Daar eene vroeger genomen proef nagenoeg mislukte, hoopt men thans beter te slagen. Onder de vraagpunten, te be handelen op het Landhuishoudk. Congres te Assen, komen o.a. voor: 1. Wanneer en waarom kan het win nen van aardappelen uit zaad wensche- lijk en zelfs veikieslijk zijn Ingezonden en waarschijnlijk in te leiden door mr. D. A. Koenen te Nienwer-Amstel. 2. Is het aanbevelenswaardig, turf- strooisel te gebruiken in de paarden- en veestallen, varkenshokken en schaapkooien in plaats van stroo? Ingezonden en in te leiden door mr. J. H. Schober te Putten. 3 Door het vermeerderend gebruik in de steden van steenkool en cokes wordt het gebruik vap de compost be zwarend voor die streken die aardappe len voor de aardappelmeelfabrieken ver bouwen' Hoe is hierin te voorzien? In gezonden door J. E. Scholten te Gro ningen. 4. Eene aardappelsoort kan slechts eenige jaren met goed gevolg in de Groninger en Drentsche veenkoloniën ver bouwd worden, zonder in vruchtbaarheid achteruit te gaan. De meeste soorten verdwijnen geheel door ziekte, andere brengen langzamerhand minder aan en leveren minder knollen. Is dat elders ook zoo, en kan men ook iets aanwenden, om eene aardappelsoort constanter te doen zijr. Ingezonden door de landbouw- veeeniging Yeeridam. Uit Nunspeet schrijft men aan de N. R. Ct. van 10 Mei: Heden morgen had weer de gewone jaarlijksche tijdelijke verhuizing onzer arbeiders (houtschillers) naar de noorde lijke provinciën plaats. Sedert tal van jaren geschiedde die optocht op patriarchale wijze, nl. te voet (de kleinen in eenen kruiwagen), met geit of schaap achter zich aan, tot El- burg of Zwolle, en van daar per scheeps gelegenheid tot de plaats der bestemming. Thans is daarin eene groote verbete ring gekomen. De spoorwegmaatschap pijen hebben besloten de houtschillers voor half geld te vervoeren. Ongeveer 100 personen hadden heden morgen, nadat hunne kisten en hun vee naar de schepen te Elburg waren be zorgd, van die gelegenheid gebruik ge maakt; slechts enkelen, hetzij om de mindere kosten, hetzij uit gehechtheid aan het oude", hebben de aartsvaderlijke boven de nieuwe wijze verkozen, en zijn al een paar dagen vroeger vertrokken. Het geeft geen aangenamen indruk, wanneer men thans op »den Zoom," waar de meeste dier houtmakers wonen, wandelt, en daar, terwijl alle voor ver bouwing geschikte stukjes grond rondom de huisjes bezaaid en beplant zijn, de huisjes zelve gesloten en verlaten vindt. Tegen het laatst van Juli of het begin van Augustus begint de streek weer te herleven; wanneer het weder hun gunstig is geweest, komen dan gewoonlijk de arbeiders blijmoedig terug, met een aar dig, hoewel zuur verdiend, sommetje geld. Daarmee wordt dan huishuur of land pacht betaald, en met het overschot, gevoegd bij hunne eigen verbouwde aard appelen en rogge, de winter afgewacht. Jhr. Mr. A. J. Th. H. van den Bergh, voor weinige weken afgetreden procureur- generaal bij het Hof te 's-Hage, is door een hevige beroerte getroffen en daar aan bezweken. De overledene bereikte den ouderdom van 69 jaren en had een bijna veertig jarige loopbaan bij de rechterlijke macht achter zich. Tien jaar lang was hij pro cureur-generaal te 's-Hage na alvorens in Limburg en Noord-Brabant de hoogste ambten van het openbaar ministerie te hebben bekleed. De toestand van den Keizer van Duitsch land wordt voortdurend gunstiger. De Keizer was gisterenochtend volko men vrij van koorts, stond om half negen op en verrichte den gewonen arbeid. Prins Bismark is gisterenochtend naar Varzin vertrokken. Professor Virchow, die uit Egypte te Berlijn is teruggekeerd, verklaarde, dat het ook nu nog niet mogelijk is met zekerheid uit te maken, dat Keizer Fre- derik aan kanker lijdt. De uitwassen, welke zich onlangs bij de keelopening, waar het buisje zich bevindt, vertoonden, waren niet kankerachtig. De Nordd. Zeit. geeft onder den titel van «Een Russisch fort op Turksch grond gebied" een artikel, waarin gezegd wordt dat de Russische pelgrims in het klooster van den Berg Athos allen soldaten zijn. Soms zijn er 10,000 en men beweert dat er wapenen en ammunitie zijn ver borgen. Het blad noemt dit een gevaar voor de rust in de Balkanstaten, vooral voor Macedonië. Naar men verzekert, heeft Duitschland geweigerd, zich bij der, nieuwen stap van Rusland tegen prins Ferdinand van Saksen-Coburg aan te sluiten. De diplo matieke verhouding tusschen beide landen zou daardoor zeer gespannen zijn ge worden. Zondagavond had te Lyon een mani festatie van socialisten plaats. Onder de kreet van ïleve het socialisme I" trok een troep van 500 manifesteerenden door de stad, verbrijzelde de ruiten van het blad le Progrès en de telegraaftoestellen. De politie maakte aan het rumoer een einde. De Intransigeant en andere Boulangis- tsiche bladen verzekeren, dat de reis van den generaal een triomftocht was. De Radical verhaalt daarentegen, dat toen generaal Boulanger te Rijssel kwam, een verschrikkelijk kabaal begon, waarbij het gefluit verreweg de overhand behield. Trouwens sedert Donderdag waren te Rijssel 20,000 fluitjes verkocht, welke door venters in de straten te koop werden geboden. Nauwelijks zette het rijtuig zich in beweging, of uit de ramen en van de daken regende het van kleine stukjes papier, waarop spotprenten op Boulanger waren afgedrukt. De generaal verbleekte, Want weldra was het geheele rijtuig vol dergelijke papiertjes. De aan hangers van den generaal trachten tever geefs het gefluit met hun Vive Boulanger le overschreeuwen. Het rijtuig ging slechts zeer langzaam vooruit en toen .begon het volk den generaal en zijn ge volg te bestoken met eieren, die brekende een alles behalve aangenamen geur ver spreiden. Van alle kanten wierp men ook met zakjes, gevuld met meel, die de kleeren bevlekten, en evenmin een aan genamen geur hadden. De Boulangisten omringden het rijtuig en trachtten al deze projectielen af te weren, maar toen werd de heer Deroo getroffen door een ei en kreeg Boulanger een stuk kaas tegen de borst. Aldus bereikte Boulanger zijn hotel, waarvoor de menigte post vatte en een oorverdoovend gefluit aanhief. Dit duurde een half uur. Toen eenige men schen het vair des Lampions" aanhieven, verscheen de generaal op het balkon. Hij was zeer bleek en trachtte minzaam te lachen, maar het gefluit verdubbelde, zoodat Boulanger onmiddelijk heenging. De National voegt er bij, dat de stem ming onder het volk zoo vijandig was, dat Boulanger, toen hij naar het feest maal reed, zich door een achterdeur uit het hotel verwijderde. Een der bladen meldt zelfs, dat een persoon op de treê van het rijtuig sprong en den generaal in het gezicht spuwde. In het Engelsche Lagerhuis verklaarde Sir Fergusson, dat het unie-verdrag tus schen de Transvaal en de nieuwe republiek nog niet door de Engelsche RegeeriDg is bekrachtigd. Naar aanleiding van de concessie, door de Regeering van Trans vaal aan een Duitsch-Nederlandsch syndi caat verleend voor een spoorweg van de Portugeesche grens naar Pretoria, deelde de spreker mede, dat een der voorwaar den den vrijen invoer van koopwaren bepaalt, en dat de Engelsche Regeering onderzoekt of dergelijke concessie be staanbaar is met de aan Engeland bij tractaat verzekerde rechten. De briefwis seling, over dit onderwerp met de Trans vaal gevoerd, kan eerst na afloop der zaak aan het Parlement overgelegd wor den. Bij de op gisteren in het district Amersfoort gehouden verkiezing van een lid voor de Tweede Kamer der Staten- Generaal zijn uitgebracht 1727 stemmen, waarvan blanco en van onwaarde 14, zoodat het aantal geldige stemmen 1713 bedraagt. Gekozen J. E. Abaron SCIIIMMEEPENNINCK VANDER OTE met '1326. Mr. J. Heemskerk Az. verkreeg 342 en H. J. H. baron van Boetzelaer van Oosterhout 36 stemmen. In hare vergadering van Vrijdag jl. heeft de Ridderschap van Utrecht o. a. admissie verleend aan den heer Jhr. Mr. T. A. J. van Asch van Wijck, lid der Tweede Kamer en burgemeester van Amersfoort. Z.Exc. de Commissaris des Konings in deze Provincie heelt benoemd tot Schatters voor de personeele belasting, dienstjaar 1888/89 in dc controle Amers foort, de heeren J. van Bottenburg, C. J. Jacobs, J. A. Hoksbergen, G. Prins en T. van Daal. Voor het afleggen van het eind examen der hoogere burgerscholen in de prov. Utrecht zijn dit jaar bij den voor zitter der commissie ingeschreven 19 jongelieden en wel 13 van Utrecht en 6 van Amersfoort. De examens zullen plaats hebben in de maand Juli, het mondeling gedeelte aan de hoogere burgerschool te Utrecht. In de Zaterdag hier gehouden ver gadering van het heemraadschap de rivier de Eem, beken c. s. werden de heeren W. van de Kuindert, H. Tolboom en G. van 't Klooster als hoofdingelanden, ge ïnstalleerd, nadat zij den eed hadden af gelegd. Met algemeene stemmen is tot heem raad herkozen mr. W. H. de Beaufort, lid van de Tweede Kamer der Staten- generaal voor Amsterdam, die mede met algemeene stemmen tot waarnemend watergraaf van het heemraadschap her kozen werd. De rekening en verantwoording werd na onderzoek accoord bevonden met ba tig saldo ƒ1343,61* voor afdeeling I en ƒ1033,155 voor afd. III. Daarna werd het jaarverslag ter tafel gebracht. Aan H. W. Stol, die op 8 Mei jl. gedurende 40 jaren als bode van dat waterschap werkzaam was geweest, is door de aanwezige bestuursleden, uit eigen beurs, eene gratificatie verstrekt, waarmede de jubilaris zeer ingenomen was. Hbl,

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1888 | | pagina 2