Gemengd Nieuws.
BUITENLAND.
Plaatselijke berichten.
Provinciale berichten.
geantwoord«dat heb ik niet beweerd.
Als gij echter herleest wat gij op 21
Juni j.l. aan ons hebt geschreven, dan
zult gij moeten erkennen, dat de heer
van Houten het toch niet zoo geheel
mis had, en na de woorden in uw schrij
ven van 24 Juli jl.«ik poneerde dus
en dan rust op den tegenspreker de last
te bewtjzen dat ik onjuist poneerde,
hebt gij geen recht meer den heer van
Houten tegen te spreken, als hij u later
weder iets dergelijks toevoegt.
Merkwaardig is de wijze waarop gij
den bewijslast van u tracht te schuiven
als gij schrijft«Gij zegt dat ik gelogen
heb. Berust nu op mij de last, te be
wijzen dat ik gelogen heb Gij be
schouwt ons wel als zeer onnoozele man
nen, als gij meent, dat gij door het
stellen van die vraag ons zult overtuigen
van dwaling. Wij hebben niet gezegd
dat gij gelogen hebt, maar al hadden
wij het gedaan, dat zegt ons natuurlijk
gezond verstand, dat gij zoudt moeten
bewijzen dat gij waarheid hebt ge
sproken, omdat die door ons geloochende
cijfers den grond vormen van eene door
u tegen de veenbazen in het algemeen
gerichte beschuldiging. Dit laatste ver
liest gij bij de mededeeling van de toe
dracht der feiten, gelijk gij die nu doet,
geheel uit het oog.
Gij zegt, dat gij hebt medegedeeld de
uitgaven voor de producte en tevens de
turfprijzen, gelijk ze u waren verstrekt
als resultaat van talrijke inlichtingen te
Weststelhngwerf. Bij uwe interpellatie in
de Tweede Kamer hebt gij gezegd, dat
de door u gedane opgaaf van productie
kosten en turfprijzen. door eenen veen
baas zeiven aan eenen veenarbeider was
verstrekt. Dit klopt niet met hetgeen nu
door u wordt verklaard. Doch dit daar
gelaten, bij uwe interpellatie hebt gij
op de bewering, dat een veenbaas, met
60 man werkende, f 98.40 daags van
zijne arbeiders ontvangt, laten volgen de
woorden: „Wanneer nu de werkstakers
10 cent loon meer vragen, en hun ge
antwoord wordt, de bazen in de onmo
gelijkheid zijn, die verhooging toe te
staan, dan spreekt het van zelf, dat daar,
waar men eene dergelijke becijfering
uit eigen ervaring, kan opmaken, men
ook het volste recht heeft tezeggen.dat
het niet waar is." Deze beschuldiging
gegrond op eene uit eigen ervaring op
gemaakte becijfering, heeft ons aanleiding
gegeven de bekende uitnoodiging tot u
te richten, om als vakmannen duidelijk
te maken, hoe een vervener, in dezen
tijd met 60 man werkende, per dag
f 98.40 kan verdienen. Wij wenschen
daarbij niets anders dan door uwe tus-
schenkomst den veenbaas te leeren ken
nen, die, met 60 man werkende in den
tegenwoordigen tijd, die ervaring had
van de exploitatie van eene veenderij ten
einde u daarna ook onze ervaring mede
te deelen.
Gij verwijst voor de juistheid van de
door u opgegeven cijfers naar K. Nieu-
wenhuis te Willemsoord en A. van £m-
mene, graver en baggerman, thans te
's-Gravenhage. Indien deze mannen wer
kelijk uit eigen ervaring de door u ge
geven cijfers kunnen bevestigen, dan is
het voor ons onbegrijpelijk, waarom gij
niet aan onze uitnoodiging wilt voldoen,
daar gij immers in de door ons geweDschte
vergadering, gesteund door de ervaring
van die beide mannen, met de stukken
in de hand ons had kunnen overtuigen,
dat uwe becijfering juist was, en gij recht
hadt te spreken gelijk gij hebt gedaan.
Wij meenen dus, dat ons geenszins
het verwijt kan treffen, dat wij behendig
de zaak zouden omdraaien, als wij op
het door ons ingenomen standpunt blij
ven en verlangen, dat gij de juistheid
van de door u gegeven becijfering zult
staven. Zijt gij hiertoe niet instaat, dan
ware het meer eervol voor u, dit open
lijk te erkennen, dan u van den op u
rustenden bewijslast af te maken, door
te trachten de boeken van elk onzer tot
een voorwerp van beoordeeling eener
commissie te maken.
Wij herhalen alzoo nogmaals onze uit
noodiging en indien gij volhoudt bij uwe
aanvankelijke weigering om daaraan ge
volg te geven, dan sluiten wij van onze
zijde de correspondentie over dit onder
werp met u, in het vertrouwen dat daar
uit voldoende is gebleken uwe onmacht
om te bewijzen, dat de door u in de
Tweede Kamer gegeven cijfers aan de
werkelijkheid zijn ontleend, waaruit volgt,
dat de door u uit de cijfers gemaakte
gevolgtrekkingen alle waarde missen.
Namens verveners, wonende in het
district Schoterland,
(volgen twee onderteekeningen)
De leden van de «Holland Society
of New-York," die den 28 Juli jl. aan
boord gingen, om een bezoek te bren
gen aan het stamland, waaruit hun bet
overgrootvaders ruim 2'/, eeuw geleden
vertrokken om aan de overzijde van den
Oceaan den grondslag te leggen tot de
volksplanting Nieuw-Amsterdam op het
Manhattan-eiland, waaruit de groole re
publiek der Vereenigde Staten zich heeft
ontwikkeld, bevinden zich sedert gister
namiddag 4 uur op Nederlandschen bo
dem. Hunne zeereis, die zij deden aan
boord van de «Amsterdam," van de Kon.
Nederl.-Amerikaansche stoomvaartmaat
schappij, is vooispoedig geweest
zigers vol lof, en zij hebben hunne te
vredenheid daarover uitgedrukt jn eene
resolutie, die, op den 8. Augustus
1888, toen de boot In het Kanaal op de
hoogte van Brighton was, na behoorlijk
beraadslaging is aangenomen en ter ge
dachtenis in de scheepspapieren van de
«Amsterdam" is neergelegd.
De reizigers werden nog op de Maas
voor Maassluis, verwelkomd door den
heer Reuchlin, directeur van de N. .4
S M., die lien met eenige heeren van
zijn personeel en een paar vertegenwoor
digers van de pers was tegemoet gestoomd
Zeiven hebben zij een reporter van de
New-York Herald in hun gevolg, den
heer D- Israels, broeder van den beken
den schilder Jozet Israels.
Biijkens de inlichtingen, welke een
medewerker van het libl.die hen mede
verwelkomde, van hen verkreeg, is liet
doel van hunne reis louter hun genoegen
Voor zaken komen zij niet; iedere ge
dachte aan zaken hebben zij uit het hoofd
gezet't is niets dan een «quite senti
mental tour" naar het geboorteland hun
ner voorvaderen. Sommigen blijven maar
een dag of tien, anderen tot 1 Septem
ber, en sommigen zelfs nog langer. De
meesten kwamen hier voor 't eerst en
toonden eene naïve belangstelling in de
eigenaardigheden, die zij opmerkten, en
die, voot ons zeer alledaagsche, bij hen
oude herinneringen en overleveringen
wakker riepen
Twee hunner, de heeren Voorhees en
Van de Bogert, kunnen zich een beetje
in het Hollandsch uitdrukken. De laatste
komt voor 't eerst over, houdt ten zijnent
geen kennis met Nederlanders, maar
heeft het mondjevol Nederlandsch van
zijn grootvader geleerd, die het alweer
van den zijnen had.
Aan het oranjelint, dat aller borst
tooide, hing eene getrouwe kopij van de
geuzenpenning.
Te Rotterdam stapten de reizigers in
een extra-trein van de Rijnspoor, die hen
te 7 unr naar Amsterdam bracht. Daar
werden zij begroet door eene deputatie
van de Amsterdamsche commissie van
ontvangst: 's avonds recipieerde hen de
geheele commissie in het Amstel-hotel.
Logies was voor hen besproken in
Brack's Doelen-hotel.
Men kondigt het bezoek aan te
s Gravenhage van Kroonprins Alexander
van Servië bij zijne moeder, de Koningin.
De Prins zou vergezeld zijn van een
generaal en een bisschop.
Iu het hotel «De Wereld" te Wage-
ningen is afgestapt de Russische Prins
Bariatinsky met gevolg, die, met zijn
prachtig vierspan eene reis door Europa
heeft gedaan en thans op weg is naar
Rusland. De Prins denkt te Wageningen
een paar dagen te vertoeven, om de om
streken te bezoeken, en gaat alsdan
rechtstreeks naar Tyrol.
Een geheimzinnig stuk, Atjeh be
treffende, is, naar ons uit particuliere
bron wordt gemeld, bij de Regeeiing in
Nederland ingekomen. Het is een memorie
van den gepensioneerden kapitein Schultz,
een Duitscher, die het Indische leger
heeft verlaten met een buitengewoon
eervollen staat van dienst, gedecoreerd
en een zeer kundig en bekwaam officier.
In die memorie worden verschillende ver
ongelijkingen, aan officieren en minderen
te Atjeh gepleegd, aan het licht gebracht
en aan hooggeplaatste militaire autori
teiten verweten. De Minister van Koloniën
moet het stuk hebben opgezonden naar
het legerbestuur te Batavia, waar men
thans druk bezig is, de daarin genoemde
feiten te onderzoeken. (Locomotief.J
Naar wij vernemen, zijn door de
Holl. IJzeren- en Nederl. Rhijnspoorweg
maatschappijen aan de Regeering voor
stellen gedaan, om, bij wijze van proef,
gedurende de maanden December, Januari
en Februari a. s. op de Zondagen aan
het personeel meer rust te geven door
op die dagen eenige treinen te laten
uitvallen.
Eenige te Maastricht wonende grond
eigenaars maken in de aldaar verschij
nende bladen bekend, dat zij, uithoofde
der verwoestingen die het wild bij toe
neming op hunne eigendommen in de ge
meente St. Geertruid aanricht, jagers
zullen aanstellen ter beveiliging. Zij noe
men de vermenigvuldiging van het wild
in die streken schrikbarend, zoodat lan
derijen, gelegen in de nabijheid der bos-
schen, schier niet meer vatbaar zijn voor
bebouwing, terwijl zij als onmiddelijke
oorzaak daarvan opgeven het uitgestrek
te jachtterrein, dat door eenige te Meer
en Eisden gevestigde gioote grondeige
naars tot hun persoonlijk gerief en ge
noegen beschikbaar gehouden wordt. Zij
noodigen andere grondeigenaars uit, met
hen gezamelijk bjj de Wetgevende Macht
stappen te doen ter verkrijging eener
jachtwet, in overeenstemming met het
algemeen belang.
Te Wageningen is naar aanleiding
van eene oproeping door mr. H.J. Wun-
der, burgemeester dier gemeente, eene
vergadering gehouden, om de wijze van
feestviering ter gelegenheid van den ver
jaardag van H. K. H. prinses Wilhelmina
nader te bespreken. In die vergadering
de bediening aan booid waren de rei- is eene commissie benoemd, onder eere
voorzitting van den burgemeester om
verder de festiviteiten te regelen.
Waar kleinere plaatsen voor
gaan, moet Amersfoort (laar ach
terblijven
De Regeering der Fransche Republiek
heeft, naar aanleiding der woelingen,
voorloopig de arbeidersbeurs te Parijs
gesloten. Onder de gearresteerde te Pa
rijs behoort de anarchist Soudrey, oud
algemeen secretaris van den bond tot ver
delging der bureaux de placements. Hij
wordt beschuldigd van ophitsing tot moord
en plundering. Drie aardwerkers-werksta-
kers zijn tot 24 uur gevangenisstraf ver
oordeeld wegens poging tot vrijheid-
beneming.
Uit Amiens komen geruststellende be
richten. In de stad is het rustig en de
troepen zijn in de kazernes teruggekeerd,
doch houden zich gereed voor elke ge
beurlijkheid.
De verschillende besluiten van de maire
betreffende samenscholingen en het over
straat gaan zijn ingetrokken, maar de
koffiehuizen moeten nog gesloten blijven.
Het aantal gearresteerden bedraagt 70
waaronder vele vreemde werklieden.
Des avonds worden de politieposten
nog op dubbele sterktp gebracht.
De glasblazers te Lyon hebben een
vergadering gehouden, waarin besloten is
tot eene algemeene werkstaking, te be
ginnen op Zaterdag a. s. indien hunne
patroons, Je heeren Mesmer en Jayet,
hun eisch van de hand wijzen om de
ovens in ééne fabriek te vereenigen en
de arbeiders alzoo in staat te stellen er
bij afwisseling werkzaam te zijn.
Keizerin Friedrich heeft de beschikking
over niet minder dan vijf paleizen: dat
hetwelk zij te Berlijn bewoonde sedert
haar huwelijk; de villa Carlotte te Pots
dam; het kasteel te Wiesbaden; het
oude kasteel te Homburg en het kasteel
te Bornstadt. De Keizer vermaakte haar
1.800.000 gulden, in Engelsche fondsen
belegd, die na haar dood onder de
jongere kinderen zullen worden verdeeld.
Koningin Victoria, De Koning van België
en de Hei tog van Saksen-Coburg-Gotha
zijn belast met het beheer.
Oostenrijks diplomatie in de Bulgaar
sche quaeslie schijnt duidelijk te worden.
Te Sofia spreekt men het openlijk uit
dat Prins Ferdinand zal vertrekken.
Het schijnt waar te zijn dat de grond
slagen om tot oplossing der Bulgaarsche
quaestie te komen te Peterhoff bespro
ken zijn, maar Oostenrijk heeft bezwa
ren opgeworpen. Niets bepaalds zal be
sloten worden, voor de Keizers van
Duitschland en Oostenrijk elkaar ontmoet
zullen hebben.
Uit Rome wordt aan de Daily News
gemeld, dat de gedachtenwisselingen over
Bulgarije tusschen Bismarck, Kalnoky,
Giers en Crispi vermoedelijk in het be
gin der volgende maand te Kissingen
zullen plaats hebben.
De Bulgaarsche roovers hebben, nadat
zij het losgeld ontvangen hadden, de ge
vangenen in vrijheid gesteld. De regeering
heeft maatregelen genomen om hen te
vervolgen,
In het Lagerhuis zeide Sir Fergusson,
dat de Engelsche regeering verklaard
heeft, niet voornemens te zijn, den Por-
tugeeschen Delagoabaai-spoorweg te koo-
pen, noch het gezag daarover in vereeni-
ging met anderen te verwerven. De
Transvaalsche regeering verklaarde, dat
het niet in haar plan ligt, rechten te
heffen op invoeren langs de koloniale
wegen, buiten die op den Delagoaweg.
Het is der Engelsche regeering niet be
kend, dat de regeeringen van de Kaap
en Natal tot dergelijke overeenkomst zijn
toegetreden maar men gelooft, dat het
niet in de bedoeling dezer regeeringen
ligt, stappen te doen, om den spoorweg
te koopen, of de controle daarover te
erlangen.
Uit Durban meldt rnen, dat Dinizulu
en Undabecku zich met 200 man te
Cézacush bevinden.
De regeering der Transvaalsche Repu
bliek heeft opnieuw aan Sir Arthur
Havelock de verzekering gegeven, dat
afdoende maatregelen genomen worden,
om te beletten, dat de Boeren met de
opstandelingen gemeene zaak maken.
Omtrent het ontslag, door officie
ren der d.d. Schutterij alhier aan Z. M.
den Koning aangevraagd, naar aanleiding
eener toespraak door den burgemeester
gehouden zegt de Arnh. Ct
«Nader vernemen wij, dat de volgende
woorden in deze toespraak hiervan voor
namelijk de reden zijn; de burgemeester
zeide, dat daar, waar het grootste ge
deelte der officieren ongeschikt geacht
moet worden voor hun taak, er een kun
dig kader bestond om hen voor te lichten.
Deze woorden te richten tot een 35-tal
officieren der schutterij, waaronder ook
gepensioneerde officieren van het leger,
die thans bij de schutterij functiën ver
vullen, mag, zoo ze al niet met kwet
sende bedoeling zijn uitgesproken, verre
van handig genoemd worden."
Door Z. M. den Koning zijn bij de
d.d. schutterij alhier benoemd tot kapitein
de heeren P. A. J. Blom en G. J. Slot
houwer beiden thans le luitenant.
Zondag 12 Augs. e. k. wordt de
godsdienstoefening in de Ev. Luth. Kerk
geleid, door Ds. J. Molenaar van Zaandam.
Op de gisteren geopende Bloemen
tentoonstelling te Nijmegen, verwierf L.
Kortbeek, bloemist alhier, de beide uit
geloofde prijzen voor bloemtafels mei
bloeiende- en bladplanten gevuld, en een
getuigschrift 3e kl. voor het meest smaak
volle veld-bouquet.
Lijst van brieven, geadresseerd aan
onbekenden, verzonden van het Post
kantoor te Amersfoort, over de le helft
der maand Juli 1888.
1. Mej. E. v. Biene Amsterdam.
2. N. v. As, Delft.
3. Konings, Haag.
4. B. v. Beek, Naarden.
5. Fijal, Rotterdam.
6. R. v. Hoeve, Weesp.
7. Wed. G. Fokkens, 1
8. Wenekus,
328ste STAATSLOTERIJ.
Tweede klasse.
Trekking van 8 en 9 Aug.
(600 loten.)
Ten kantore van den Collecteur te
Amersfoort zijn aan de navolgende num
mer te beurt gevallen
Prijs Tan f1500.
No. 427.
Prys van flOOO.
No. 19103.
Prjjzen Tan f30.
13, 64, 408, 974, 989, 998, 2714, 4026,
4029, 4040, 4046, 5031, 5052, 5063,
5909, 5954, 7919, 7963, 11726, 11730
11755, 11761, 11776, 11925, 11928,
11940, 13447, 14647. 14689, 14692,
18028, 18068, 18077, 18092, 19133,
19134 en 19166.
Te zamen 39 prijzen.
Volgende trekkingen geschieden:
20-23 Aug., 3—6,17—20, 25—28 Sept.,
2—5 en 9—13 Oct.
Loten zijn nog verkrijgbaar.
Benswondo. In de alhier gehouden
raadsvergadering is de rekening over
1887 voorloopig vastgesteld, bedragende
in ontvangst f 6072,28% en in uitgaaf
f 5581,21% sluitende alzoo met een
batig saldo van ƒ1491,07.
Selierpenzeel. In de alhier gehouden
Raadsvergadering werd mededeeling ge
daan van het proces-verbaal van opne
ming der gemeentekas.
Voorts werd behandeld de reclame van
den heer J. Sterk tegen zijn aanslag
in den hoofdelijken omslag van 1888,
waarop besloten werd dien aanslag te
handhaven.
Daarna had de aanbieding der reke
ning en verantwoording van inkomsten
en uitgaven over het jaar 1887 plaats.
De ontvangsten bedragen f 8056.77%
De uitgaven-7936.11%
Batig saldo f 120.66.
welke rekening tot onderzoek in han
den gesteld werd van de leden de hh.
H. Berendse, G. van Leersum en J. van
Wolfswinkel als commissie
Aan den heer G. van IJzendoorn, con
cierge van het gemeentehuis, werd resti
tutie verleend van personeele belasting.
Veeneiidaal. Het geachte hoofd de
zer gemeente, de heer P. de Wijs, is be
noemd tot burgemeester van Brummen.
Hier betreurt men zijn aanstaand vertrek
ten zeerste. Van 20 Mei 1884 stond hij
aan het hoofd dezer gemeente én rust
èn welvaart waren de vruchten van zijn
bestuur. Algemeen geacht, streefde hij
er steeds naar den bloei en den vooruit
gang van Veenendaal te bevorderen en
het vertrouwen, dat men in hem stelt,
is dan ook groot.
Somtijds geven de blikken inmaakbus-
sen aan de groenten enz. een vreemden
smaak, die veroorzaakt wordt door de
aanraking met het metaal. Om hierin
verbetering aan te brengen, heeft men
beproefd de bussen inwendig met pa-
pierstof te bekleeden en, na gevuld te
zijn, met een dergelijk plaatje te bedek
ken, waarna zij op de gewone manier
worden dichtgesoldeerd.
In zoodanige bussen bewaarde groen
ten hebben zich uitmuntend gehouden
en hadden bij bet gebruik niet den min
sten bijsmaak.
Mijn eerste sigaar Onlangs ver
telde een oud geestelijke, die met blijk
baar welbehagen zijn Gouwenaar zat te
rooken, het volgende van zijn eerste sigaar:
«De tijd was gekomen," zeide hij, «dat
ik mij oud genoeg voelde om mijn eerste
sigaar te rooken. Ik was de gelukkige
bezitter van twee cents en spoedde mij
naar een tabakswinkel. Toen de winke
lier het kistje opende en ik voor het
eerst een sigaar bezat, kon mijn trots,
mijn gevoel van waardigheid niet beschre
ven worden en ik achtte de wereld te
klein, toen ik een lucifer aanstreek en
krachtig begon te trekken.
De sigaar brandde niet te best. Er
was een groote spierkracht noodig om
er rook uit te halen, maar 't was ook
maar een sigaar van twee cent! Zoo
ging ik de dorpstraat door. Langzamer
hand voelde ik mij minder wel in mijn
hoofd, de straten begonnen voor mijn
oogen te zwaaien, zoodat ik niet wist in
welke straat ik was. Ik ontmoette een
vriend, die mij vroeg waarom ik zoo
bleek zag, waarop ik verontwaardigd
uitriep, dat ik volstrekt niet bleek was,
rnaar dat hij zelf wit was.
Eindelijk zette ik mij neer bij een
brug en begon na te denken over de
onzekerheid van alle aardsche dingen.
Ik was besloten de sigaar geheel op te
rooken, om alle waar voor mijn twee
twee cents te hebben, maar toch was
ik genoodzaakt drie kwart er van weg
te gooien, maar ik wist precies waar ik
het neergooide, om het den volgenden
dag terug te kunnen vinden.
Thuis gekomen, waren mijn ouders
verschrikt door mijn bleek gelaat en
vroegen wat ik mankeerde. Niet noodig
oordeelende in bijzonderheden te treden,
zeide ik maagpijn te hebben. Ik kreeg
een mosterdpap en moest naar bed.
Eindelijk viel ik in slaap en vergat zoo
mijn ergenis dat ik genoodzaakt was drie
kwart van mijn sigaar weg te gooien."
Uit Suakim (aan de Roode Zee) werd
op den 17. Juli toen het hier koud en
najaarachtig was geschreven, dat daar
gedurende de laatste 14 dagen een
sterke zuidwesten wind woei, die letter
lijk de huid verschroeide, en een gevoel
veroorzaakte alsof men voor een groot
vuur stond. De thermometer steeg tot
108 gr., kameelen vielen dood neer, en
allerwege vond men de lijken van ver
schillende dieren op 't land. Aan boord
van de Engelsche kanonneerbooten «Del-
phin" en «Albacovi" kwamen verscheiden
gevallen van zonnesteek voor, en op een
dier bodems werden 20 zeelieden door
de hitte zoo ziek, dat weldra twee hun
ner gestorven waren. Een Egyptisch
officier viel aan den oever der zee dood
neer. Menschen, die jaren lang te Sua
kim gewoond hebben, verklaarden dat
daar in de maand Juli nog nimmer zulk
eene ontzettende en aanhoudende hitte
geheerscht heeft. En wat het ergste was,
de nachten waren zoo mogelijk nog er
ger dan de dagen. Aan slapen viel haast
niet te denken. Het meest van allen
hadden de lieden op zee er onder te
lijden.
Ook uit Bukarest wordt 5 Aug. gemeld,
dat daar sinds dagen eene ondragelijke
hitte heerschte, en zij daar verlangend
het tijdperk te gemoet zagen, dat de
sluizen des hemels, die zich over westelijk
Europa zoo overvloedig uitstortten, ook
over hen eindelijk eens zouden geopend
worden 1
Men schrijft uit het Zwitsersche berg-
station Rigi aan de Maasbode:
Voor ons, Hollanders, die hier notabene
voor ons pleizier vertoeven, is de koude,
welke In de laatste dagen heerscht, hoogst
onaangenaam. Dagelijks zitten wij in ons
hotel bij den haard, en wie zich naar
buiten begeeft, trekt de winterjas aan.
Het is volstrekt geen zeldzaamheid, dat
het 's nachts vriest, en een der laatste
dagen is zelfs acht duim sneeuw geval
len, een ontzaglijk verschil met andere
jaren. Dientengevolge is hier lang zulk
een vertier niet als in andere jaren
de vreemdelingen, die bier nog zijn,
zijn grootendeels zonen Albion's. Vele
touristen, die eerst voornemens waren
hier den «zomer" door te brengen,
zochten een ander oord op of keerden
naar hunne haardsteden terug. De lucht
schijnt echter verandering van weer aan
te toonen, maar of wij nog een restje
zomer zullen krijgen dan wel of de win
ter ons nu reeds zijn opwachting wil
maken, is niet te voorzien."
Te Sevilla is den 1 Augustus de prach
tige, wereldberoemde kathedraal, wier
vermaard klokkenspel voor eenige jaren
reeds door een bliksemstraal zwaar be
schadigd werd, opnieuw door een, nog niet
te berekenen ongeluk getroffen, dat onder
Sevilla's bevolking veel schrik verspreid
heeft, en door geheel Spanje met ondub
belzinnige smart vernomen is. Op 't oogen-
blik nl., dat 's namiddags ten 2 ure de
deuren der kathedraal voor het publiek
geopend werden, stortte een der vier
zuilen, en wel die bij het rechter koor,
welke het machtige koepelgewelf dragen,
onder een oorverdoovend geraas in en be
groef met bet mede instortende deel van
het schip het rijk bewerkte choorgestoel-
te en het orgel onder eene dikke
ig puin.Gelukkig was bij den aan
vang der verwoesting nog niemand in
de kerk, zoodat geen enkel menschenle-
ven te betreuren is. Het leven dat de
instorting maakte, was zoo verschrikke
lijk, dat het de gansche stad door gehoord
werd en velen aan eene sterke aardbe
ving deed denken.
Uit Nizza meldt men, dat onlangs de
politie uit Montpellier bericht ontving, dat
uit laatstgenoemd stad eene groote partij