Gemengd Nieuws. BUITENLAND. Plaatselijke berichten. Provinciale berichten. geantwoord«dat heb ik niet beweerd. Als gij echter herleest wat gij op 21 Juni j.l. aan ons hebt geschreven, dan zult gij moeten erkennen, dat de heer van Houten het toch niet zoo geheel mis had, en na de woorden in uw schrij ven van 24 Juli jl.«ik poneerde dus en dan rust op den tegenspreker de last te bewtjzen dat ik onjuist poneerde, hebt gij geen recht meer den heer van Houten tegen te spreken, als hij u later weder iets dergelijks toevoegt. Merkwaardig is de wijze waarop gij den bewijslast van u tracht te schuiven als gij schrijft«Gij zegt dat ik gelogen heb. Berust nu op mij de last, te be wijzen dat ik gelogen heb Gij be schouwt ons wel als zeer onnoozele man nen, als gij meent, dat gij door het stellen van die vraag ons zult overtuigen van dwaling. Wij hebben niet gezegd dat gij gelogen hebt, maar al hadden wij het gedaan, dat zegt ons natuurlijk gezond verstand, dat gij zoudt moeten bewijzen dat gij waarheid hebt ge sproken, omdat die door ons geloochende cijfers den grond vormen van eene door u tegen de veenbazen in het algemeen gerichte beschuldiging. Dit laatste ver liest gij bij de mededeeling van de toe dracht der feiten, gelijk gij die nu doet, geheel uit het oog. Gij zegt, dat gij hebt medegedeeld de uitgaven voor de producte en tevens de turfprijzen, gelijk ze u waren verstrekt als resultaat van talrijke inlichtingen te Weststelhngwerf. Bij uwe interpellatie in de Tweede Kamer hebt gij gezegd, dat de door u gedane opgaaf van productie kosten en turfprijzen. door eenen veen baas zeiven aan eenen veenarbeider was verstrekt. Dit klopt niet met hetgeen nu door u wordt verklaard. Doch dit daar gelaten, bij uwe interpellatie hebt gij op de bewering, dat een veenbaas, met 60 man werkende, f 98.40 daags van zijne arbeiders ontvangt, laten volgen de woorden: „Wanneer nu de werkstakers 10 cent loon meer vragen, en hun ge antwoord wordt, de bazen in de onmo gelijkheid zijn, die verhooging toe te staan, dan spreekt het van zelf, dat daar, waar men eene dergelijke becijfering uit eigen ervaring, kan opmaken, men ook het volste recht heeft tezeggen.dat het niet waar is." Deze beschuldiging gegrond op eene uit eigen ervaring op gemaakte becijfering, heeft ons aanleiding gegeven de bekende uitnoodiging tot u te richten, om als vakmannen duidelijk te maken, hoe een vervener, in dezen tijd met 60 man werkende, per dag f 98.40 kan verdienen. Wij wenschen daarbij niets anders dan door uwe tus- schenkomst den veenbaas te leeren ken nen, die, met 60 man werkende in den tegenwoordigen tijd, die ervaring had van de exploitatie van eene veenderij ten einde u daarna ook onze ervaring mede te deelen. Gij verwijst voor de juistheid van de door u opgegeven cijfers naar K. Nieu- wenhuis te Willemsoord en A. van £m- mene, graver en baggerman, thans te 's-Gravenhage. Indien deze mannen wer kelijk uit eigen ervaring de door u ge geven cijfers kunnen bevestigen, dan is het voor ons onbegrijpelijk, waarom gij niet aan onze uitnoodiging wilt voldoen, daar gij immers in de door ons geweDschte vergadering, gesteund door de ervaring van die beide mannen, met de stukken in de hand ons had kunnen overtuigen, dat uwe becijfering juist was, en gij recht hadt te spreken gelijk gij hebt gedaan. Wij meenen dus, dat ons geenszins het verwijt kan treffen, dat wij behendig de zaak zouden omdraaien, als wij op het door ons ingenomen standpunt blij ven en verlangen, dat gij de juistheid van de door u gegeven becijfering zult staven. Zijt gij hiertoe niet instaat, dan ware het meer eervol voor u, dit open lijk te erkennen, dan u van den op u rustenden bewijslast af te maken, door te trachten de boeken van elk onzer tot een voorwerp van beoordeeling eener commissie te maken. Wij herhalen alzoo nogmaals onze uit noodiging en indien gij volhoudt bij uwe aanvankelijke weigering om daaraan ge volg te geven, dan sluiten wij van onze zijde de correspondentie over dit onder werp met u, in het vertrouwen dat daar uit voldoende is gebleken uwe onmacht om te bewijzen, dat de door u in de Tweede Kamer gegeven cijfers aan de werkelijkheid zijn ontleend, waaruit volgt, dat de door u uit de cijfers gemaakte gevolgtrekkingen alle waarde missen. Namens verveners, wonende in het district Schoterland, (volgen twee onderteekeningen) De leden van de «Holland Society of New-York," die den 28 Juli jl. aan boord gingen, om een bezoek te bren gen aan het stamland, waaruit hun bet overgrootvaders ruim 2'/, eeuw geleden vertrokken om aan de overzijde van den Oceaan den grondslag te leggen tot de volksplanting Nieuw-Amsterdam op het Manhattan-eiland, waaruit de groole re publiek der Vereenigde Staten zich heeft ontwikkeld, bevinden zich sedert gister namiddag 4 uur op Nederlandschen bo dem. Hunne zeereis, die zij deden aan boord van de «Amsterdam," van de Kon. Nederl.-Amerikaansche stoomvaartmaat schappij, is vooispoedig geweest zigers vol lof, en zij hebben hunne te vredenheid daarover uitgedrukt jn eene resolutie, die, op den 8. Augustus 1888, toen de boot In het Kanaal op de hoogte van Brighton was, na behoorlijk beraadslaging is aangenomen en ter ge dachtenis in de scheepspapieren van de «Amsterdam" is neergelegd. De reizigers werden nog op de Maas voor Maassluis, verwelkomd door den heer Reuchlin, directeur van de N. .4 S M., die lien met eenige heeren van zijn personeel en een paar vertegenwoor digers van de pers was tegemoet gestoomd Zeiven hebben zij een reporter van de New-York Herald in hun gevolg, den heer D- Israels, broeder van den beken den schilder Jozet Israels. Biijkens de inlichtingen, welke een medewerker van het libl.die hen mede verwelkomde, van hen verkreeg, is liet doel van hunne reis louter hun genoegen Voor zaken komen zij niet; iedere ge dachte aan zaken hebben zij uit het hoofd gezet't is niets dan een «quite senti mental tour" naar het geboorteland hun ner voorvaderen. Sommigen blijven maar een dag of tien, anderen tot 1 Septem ber, en sommigen zelfs nog langer. De meesten kwamen hier voor 't eerst en toonden eene naïve belangstelling in de eigenaardigheden, die zij opmerkten, en die, voot ons zeer alledaagsche, bij hen oude herinneringen en overleveringen wakker riepen Twee hunner, de heeren Voorhees en Van de Bogert, kunnen zich een beetje in het Hollandsch uitdrukken. De laatste komt voor 't eerst over, houdt ten zijnent geen kennis met Nederlanders, maar heeft het mondjevol Nederlandsch van zijn grootvader geleerd, die het alweer van den zijnen had. Aan het oranjelint, dat aller borst tooide, hing eene getrouwe kopij van de geuzenpenning. Te Rotterdam stapten de reizigers in een extra-trein van de Rijnspoor, die hen te 7 unr naar Amsterdam bracht. Daar werden zij begroet door eene deputatie van de Amsterdamsche commissie van ontvangst: 's avonds recipieerde hen de geheele commissie in het Amstel-hotel. Logies was voor hen besproken in Brack's Doelen-hotel. Men kondigt het bezoek aan te s Gravenhage van Kroonprins Alexander van Servië bij zijne moeder, de Koningin. De Prins zou vergezeld zijn van een generaal en een bisschop. Iu het hotel «De Wereld" te Wage- ningen is afgestapt de Russische Prins Bariatinsky met gevolg, die, met zijn prachtig vierspan eene reis door Europa heeft gedaan en thans op weg is naar Rusland. De Prins denkt te Wageningen een paar dagen te vertoeven, om de om streken te bezoeken, en gaat alsdan rechtstreeks naar Tyrol. Een geheimzinnig stuk, Atjeh be treffende, is, naar ons uit particuliere bron wordt gemeld, bij de Regeeiing in Nederland ingekomen. Het is een memorie van den gepensioneerden kapitein Schultz, een Duitscher, die het Indische leger heeft verlaten met een buitengewoon eervollen staat van dienst, gedecoreerd en een zeer kundig en bekwaam officier. In die memorie worden verschillende ver ongelijkingen, aan officieren en minderen te Atjeh gepleegd, aan het licht gebracht en aan hooggeplaatste militaire autori teiten verweten. De Minister van Koloniën moet het stuk hebben opgezonden naar het legerbestuur te Batavia, waar men thans druk bezig is, de daarin genoemde feiten te onderzoeken. (Locomotief.J Naar wij vernemen, zijn door de Holl. IJzeren- en Nederl. Rhijnspoorweg maatschappijen aan de Regeering voor stellen gedaan, om, bij wijze van proef, gedurende de maanden December, Januari en Februari a. s. op de Zondagen aan het personeel meer rust te geven door op die dagen eenige treinen te laten uitvallen. Eenige te Maastricht wonende grond eigenaars maken in de aldaar verschij nende bladen bekend, dat zij, uithoofde der verwoestingen die het wild bij toe neming op hunne eigendommen in de ge meente St. Geertruid aanricht, jagers zullen aanstellen ter beveiliging. Zij noe men de vermenigvuldiging van het wild in die streken schrikbarend, zoodat lan derijen, gelegen in de nabijheid der bos- schen, schier niet meer vatbaar zijn voor bebouwing, terwijl zij als onmiddelijke oorzaak daarvan opgeven het uitgestrek te jachtterrein, dat door eenige te Meer en Eisden gevestigde gioote grondeige naars tot hun persoonlijk gerief en ge noegen beschikbaar gehouden wordt. Zij noodigen andere grondeigenaars uit, met hen gezamelijk bjj de Wetgevende Macht stappen te doen ter verkrijging eener jachtwet, in overeenstemming met het algemeen belang. Te Wageningen is naar aanleiding van eene oproeping door mr. H.J. Wun- der, burgemeester dier gemeente, eene vergadering gehouden, om de wijze van feestviering ter gelegenheid van den ver jaardag van H. K. H. prinses Wilhelmina nader te bespreken. In die vergadering de bediening aan booid waren de rei- is eene commissie benoemd, onder eere voorzitting van den burgemeester om verder de festiviteiten te regelen. Waar kleinere plaatsen voor gaan, moet Amersfoort (laar ach terblijven De Regeering der Fransche Republiek heeft, naar aanleiding der woelingen, voorloopig de arbeidersbeurs te Parijs gesloten. Onder de gearresteerde te Pa rijs behoort de anarchist Soudrey, oud algemeen secretaris van den bond tot ver delging der bureaux de placements. Hij wordt beschuldigd van ophitsing tot moord en plundering. Drie aardwerkers-werksta- kers zijn tot 24 uur gevangenisstraf ver oordeeld wegens poging tot vrijheid- beneming. Uit Amiens komen geruststellende be richten. In de stad is het rustig en de troepen zijn in de kazernes teruggekeerd, doch houden zich gereed voor elke ge beurlijkheid. De verschillende besluiten van de maire betreffende samenscholingen en het over straat gaan zijn ingetrokken, maar de koffiehuizen moeten nog gesloten blijven. Het aantal gearresteerden bedraagt 70 waaronder vele vreemde werklieden. Des avonds worden de politieposten nog op dubbele sterktp gebracht. De glasblazers te Lyon hebben een vergadering gehouden, waarin besloten is tot eene algemeene werkstaking, te be ginnen op Zaterdag a. s. indien hunne patroons, Je heeren Mesmer en Jayet, hun eisch van de hand wijzen om de ovens in ééne fabriek te vereenigen en de arbeiders alzoo in staat te stellen er bij afwisseling werkzaam te zijn. Keizerin Friedrich heeft de beschikking over niet minder dan vijf paleizen: dat hetwelk zij te Berlijn bewoonde sedert haar huwelijk; de villa Carlotte te Pots dam; het kasteel te Wiesbaden; het oude kasteel te Homburg en het kasteel te Bornstadt. De Keizer vermaakte haar 1.800.000 gulden, in Engelsche fondsen belegd, die na haar dood onder de jongere kinderen zullen worden verdeeld. Koningin Victoria, De Koning van België en de Hei tog van Saksen-Coburg-Gotha zijn belast met het beheer. Oostenrijks diplomatie in de Bulgaar sche quaeslie schijnt duidelijk te worden. Te Sofia spreekt men het openlijk uit dat Prins Ferdinand zal vertrekken. Het schijnt waar te zijn dat de grond slagen om tot oplossing der Bulgaarsche quaestie te komen te Peterhoff bespro ken zijn, maar Oostenrijk heeft bezwa ren opgeworpen. Niets bepaalds zal be sloten worden, voor de Keizers van Duitschland en Oostenrijk elkaar ontmoet zullen hebben. Uit Rome wordt aan de Daily News gemeld, dat de gedachtenwisselingen over Bulgarije tusschen Bismarck, Kalnoky, Giers en Crispi vermoedelijk in het be gin der volgende maand te Kissingen zullen plaats hebben. De Bulgaarsche roovers hebben, nadat zij het losgeld ontvangen hadden, de ge vangenen in vrijheid gesteld. De regeering heeft maatregelen genomen om hen te vervolgen, In het Lagerhuis zeide Sir Fergusson, dat de Engelsche regeering verklaard heeft, niet voornemens te zijn, den Por- tugeeschen Delagoabaai-spoorweg te koo- pen, noch het gezag daarover in vereeni- ging met anderen te verwerven. De Transvaalsche regeering verklaarde, dat het niet in haar plan ligt, rechten te heffen op invoeren langs de koloniale wegen, buiten die op den Delagoaweg. Het is der Engelsche regeering niet be kend, dat de regeeringen van de Kaap en Natal tot dergelijke overeenkomst zijn toegetreden maar men gelooft, dat het niet in de bedoeling dezer regeeringen ligt, stappen te doen, om den spoorweg te koopen, of de controle daarover te erlangen. Uit Durban meldt rnen, dat Dinizulu en Undabecku zich met 200 man te Cézacush bevinden. De regeering der Transvaalsche Repu bliek heeft opnieuw aan Sir Arthur Havelock de verzekering gegeven, dat afdoende maatregelen genomen worden, om te beletten, dat de Boeren met de opstandelingen gemeene zaak maken. Omtrent het ontslag, door officie ren der d.d. Schutterij alhier aan Z. M. den Koning aangevraagd, naar aanleiding eener toespraak door den burgemeester gehouden zegt de Arnh. Ct «Nader vernemen wij, dat de volgende woorden in deze toespraak hiervan voor namelijk de reden zijn; de burgemeester zeide, dat daar, waar het grootste ge deelte der officieren ongeschikt geacht moet worden voor hun taak, er een kun dig kader bestond om hen voor te lichten. Deze woorden te richten tot een 35-tal officieren der schutterij, waaronder ook gepensioneerde officieren van het leger, die thans bij de schutterij functiën ver vullen, mag, zoo ze al niet met kwet sende bedoeling zijn uitgesproken, verre van handig genoemd worden." Door Z. M. den Koning zijn bij de d.d. schutterij alhier benoemd tot kapitein de heeren P. A. J. Blom en G. J. Slot houwer beiden thans le luitenant. Zondag 12 Augs. e. k. wordt de godsdienstoefening in de Ev. Luth. Kerk geleid, door Ds. J. Molenaar van Zaandam. Op de gisteren geopende Bloemen tentoonstelling te Nijmegen, verwierf L. Kortbeek, bloemist alhier, de beide uit geloofde prijzen voor bloemtafels mei bloeiende- en bladplanten gevuld, en een getuigschrift 3e kl. voor het meest smaak volle veld-bouquet. Lijst van brieven, geadresseerd aan onbekenden, verzonden van het Post kantoor te Amersfoort, over de le helft der maand Juli 1888. 1. Mej. E. v. Biene Amsterdam. 2. N. v. As, Delft. 3. Konings, Haag. 4. B. v. Beek, Naarden. 5. Fijal, Rotterdam. 6. R. v. Hoeve, Weesp. 7. Wed. G. Fokkens, 1 8. Wenekus, 328ste STAATSLOTERIJ. Tweede klasse. Trekking van 8 en 9 Aug. (600 loten.) Ten kantore van den Collecteur te Amersfoort zijn aan de navolgende num mer te beurt gevallen Prijs Tan f1500. No. 427. Prys van flOOO. No. 19103. Prjjzen Tan f30. 13, 64, 408, 974, 989, 998, 2714, 4026, 4029, 4040, 4046, 5031, 5052, 5063, 5909, 5954, 7919, 7963, 11726, 11730 11755, 11761, 11776, 11925, 11928, 11940, 13447, 14647. 14689, 14692, 18028, 18068, 18077, 18092, 19133, 19134 en 19166. Te zamen 39 prijzen. Volgende trekkingen geschieden: 20-23 Aug., 3—6,17—20, 25—28 Sept., 2—5 en 9—13 Oct. Loten zijn nog verkrijgbaar. Benswondo. In de alhier gehouden raadsvergadering is de rekening over 1887 voorloopig vastgesteld, bedragende in ontvangst f 6072,28% en in uitgaaf f 5581,21% sluitende alzoo met een batig saldo van ƒ1491,07. Selierpenzeel. In de alhier gehouden Raadsvergadering werd mededeeling ge daan van het proces-verbaal van opne ming der gemeentekas. Voorts werd behandeld de reclame van den heer J. Sterk tegen zijn aanslag in den hoofdelijken omslag van 1888, waarop besloten werd dien aanslag te handhaven. Daarna had de aanbieding der reke ning en verantwoording van inkomsten en uitgaven over het jaar 1887 plaats. De ontvangsten bedragen f 8056.77% De uitgaven-7936.11% Batig saldo f 120.66. welke rekening tot onderzoek in han den gesteld werd van de leden de hh. H. Berendse, G. van Leersum en J. van Wolfswinkel als commissie Aan den heer G. van IJzendoorn, con cierge van het gemeentehuis, werd resti tutie verleend van personeele belasting. Veeneiidaal. Het geachte hoofd de zer gemeente, de heer P. de Wijs, is be noemd tot burgemeester van Brummen. Hier betreurt men zijn aanstaand vertrek ten zeerste. Van 20 Mei 1884 stond hij aan het hoofd dezer gemeente én rust èn welvaart waren de vruchten van zijn bestuur. Algemeen geacht, streefde hij er steeds naar den bloei en den vooruit gang van Veenendaal te bevorderen en het vertrouwen, dat men in hem stelt, is dan ook groot. Somtijds geven de blikken inmaakbus- sen aan de groenten enz. een vreemden smaak, die veroorzaakt wordt door de aanraking met het metaal. Om hierin verbetering aan te brengen, heeft men beproefd de bussen inwendig met pa- pierstof te bekleeden en, na gevuld te zijn, met een dergelijk plaatje te bedek ken, waarna zij op de gewone manier worden dichtgesoldeerd. In zoodanige bussen bewaarde groen ten hebben zich uitmuntend gehouden en hadden bij bet gebruik niet den min sten bijsmaak. Mijn eerste sigaar Onlangs ver telde een oud geestelijke, die met blijk baar welbehagen zijn Gouwenaar zat te rooken, het volgende van zijn eerste sigaar: «De tijd was gekomen," zeide hij, «dat ik mij oud genoeg voelde om mijn eerste sigaar te rooken. Ik was de gelukkige bezitter van twee cents en spoedde mij naar een tabakswinkel. Toen de winke lier het kistje opende en ik voor het eerst een sigaar bezat, kon mijn trots, mijn gevoel van waardigheid niet beschre ven worden en ik achtte de wereld te klein, toen ik een lucifer aanstreek en krachtig begon te trekken. De sigaar brandde niet te best. Er was een groote spierkracht noodig om er rook uit te halen, maar 't was ook maar een sigaar van twee cent! Zoo ging ik de dorpstraat door. Langzamer hand voelde ik mij minder wel in mijn hoofd, de straten begonnen voor mijn oogen te zwaaien, zoodat ik niet wist in welke straat ik was. Ik ontmoette een vriend, die mij vroeg waarom ik zoo bleek zag, waarop ik verontwaardigd uitriep, dat ik volstrekt niet bleek was, rnaar dat hij zelf wit was. Eindelijk zette ik mij neer bij een brug en begon na te denken over de onzekerheid van alle aardsche dingen. Ik was besloten de sigaar geheel op te rooken, om alle waar voor mijn twee twee cents te hebben, maar toch was ik genoodzaakt drie kwart er van weg te gooien, maar ik wist precies waar ik het neergooide, om het den volgenden dag terug te kunnen vinden. Thuis gekomen, waren mijn ouders verschrikt door mijn bleek gelaat en vroegen wat ik mankeerde. Niet noodig oordeelende in bijzonderheden te treden, zeide ik maagpijn te hebben. Ik kreeg een mosterdpap en moest naar bed. Eindelijk viel ik in slaap en vergat zoo mijn ergenis dat ik genoodzaakt was drie kwart van mijn sigaar weg te gooien." Uit Suakim (aan de Roode Zee) werd op den 17. Juli toen het hier koud en najaarachtig was geschreven, dat daar gedurende de laatste 14 dagen een sterke zuidwesten wind woei, die letter lijk de huid verschroeide, en een gevoel veroorzaakte alsof men voor een groot vuur stond. De thermometer steeg tot 108 gr., kameelen vielen dood neer, en allerwege vond men de lijken van ver schillende dieren op 't land. Aan boord van de Engelsche kanonneerbooten «Del- phin" en «Albacovi" kwamen verscheiden gevallen van zonnesteek voor, en op een dier bodems werden 20 zeelieden door de hitte zoo ziek, dat weldra twee hun ner gestorven waren. Een Egyptisch officier viel aan den oever der zee dood neer. Menschen, die jaren lang te Sua kim gewoond hebben, verklaarden dat daar in de maand Juli nog nimmer zulk eene ontzettende en aanhoudende hitte geheerscht heeft. En wat het ergste was, de nachten waren zoo mogelijk nog er ger dan de dagen. Aan slapen viel haast niet te denken. Het meest van allen hadden de lieden op zee er onder te lijden. Ook uit Bukarest wordt 5 Aug. gemeld, dat daar sinds dagen eene ondragelijke hitte heerschte, en zij daar verlangend het tijdperk te gemoet zagen, dat de sluizen des hemels, die zich over westelijk Europa zoo overvloedig uitstortten, ook over hen eindelijk eens zouden geopend worden 1 Men schrijft uit het Zwitsersche berg- station Rigi aan de Maasbode: Voor ons, Hollanders, die hier notabene voor ons pleizier vertoeven, is de koude, welke In de laatste dagen heerscht, hoogst onaangenaam. Dagelijks zitten wij in ons hotel bij den haard, en wie zich naar buiten begeeft, trekt de winterjas aan. Het is volstrekt geen zeldzaamheid, dat het 's nachts vriest, en een der laatste dagen is zelfs acht duim sneeuw geval len, een ontzaglijk verschil met andere jaren. Dientengevolge is hier lang zulk een vertier niet als in andere jaren de vreemdelingen, die bier nog zijn, zijn grootendeels zonen Albion's. Vele touristen, die eerst voornemens waren hier den «zomer" door te brengen, zochten een ander oord op of keerden naar hunne haardsteden terug. De lucht schijnt echter verandering van weer aan te toonen, maar of wij nog een restje zomer zullen krijgen dan wel of de win ter ons nu reeds zijn opwachting wil maken, is niet te voorzien." Te Sevilla is den 1 Augustus de prach tige, wereldberoemde kathedraal, wier vermaard klokkenspel voor eenige jaren reeds door een bliksemstraal zwaar be schadigd werd, opnieuw door een, nog niet te berekenen ongeluk getroffen, dat onder Sevilla's bevolking veel schrik verspreid heeft, en door geheel Spanje met ondub belzinnige smart vernomen is. Op 't oogen- blik nl., dat 's namiddags ten 2 ure de deuren der kathedraal voor het publiek geopend werden, stortte een der vier zuilen, en wel die bij het rechter koor, welke het machtige koepelgewelf dragen, onder een oorverdoovend geraas in en be groef met bet mede instortende deel van het schip het rijk bewerkte choorgestoel- te en het orgel onder eene dikke ig puin.Gelukkig was bij den aan vang der verwoesting nog niemand in de kerk, zoodat geen enkel menschenle- ven te betreuren is. Het leven dat de instorting maakte, was zoo verschrikke lijk, dat het de gansche stad door gehoord werd en velen aan eene sterke aardbe ving deed denken. Uit Nizza meldt men, dat onlangs de politie uit Montpellier bericht ontving, dat uit laatstgenoemd stad eene groote partij

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1888 | | pagina 2