MIE UWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT EN GELDERLAND.
No. 67.
Woensdag 22 Augustus 1888.
Zeventiende Jaargang.
VOOR
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort.
BINNENLAND.
Feuilleton.
DE STRANDJUTTER.
AMEBSFOORTSCIE COURANT.
abonnementsprijs:
Per 8 maanden 1.— Franco per post door liet geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
advertentien:
Van 16 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Omtrent den gezondheidstoestand
van Z. M. den Koning kunnen wij me-
dedeelen, dat Z. M. ten gevolge eener
zware koude, die hij gevat heeft, tijdelijk
het bed moet houden. ReJen van dade
lijke bezorgdheid is er niet, maar met
'toog op Zr. Ms. gevorderden leeftijd
wordt meer dan gewone zorg vereischt.
Utr. DU.
Naar Het Vad. verneemt, is bij
den Raad van State in onderzoek een
wetsontwerp tot regeling van kinder- en
vrouwenarbeid, welk ontwerp in hoofd
zaak is gebouwd op de gevolgtrekkingen
waarmede de meerderheid van de com
missie voor de arbeids-enquète haar rap
port heeft besloten.
Bij beschikking van den Minister
van Waterstaat enz. is bepaald dat met
ingang van 1 September a, s. de afdee-
ling «spoorwegen" bij zijn departement
wordt opgeheven, en dat de daaraan
verbonden werkzaamheden zullen worden
overgebracht naar de afdeelingen Water
staat, Handel en Nijverheid en compta
biliteit.
In verband daarmede zullen de hoofd
commies jhr. van Citlers, de sectie
ingenieur jhr. Repelaar van Driel, de
hoofdopzichter van Roosendaal en de
commies Putters naar die afdeelingen
overgaan.
Voorts is bepaald dat de heer Michaë-
lis, chef aan de opgeheven afdeeling, met
de voltooiing van het spoorwegnet blijft
belast en als technisch adviseur voor
spoorwegzaken zal optreden. Aan hern
wordt een kleine staf van ambtenaren,
nl. de heeren van den Berckhof, van
Tricht, Haring, Bom en Duymaer van
Twist toegevoegd, terwijl de overigen,
zijnde de heeren Witsen Elias, Simon
Weenink, Stortenbeker, Danner, Lind-
hout, Riel. Riko, Dewald en Le Comte,
respectievelijk met I Januari, 1 April
en 1 Juli 1889, van hunne betrekking
bij de spoorwegen zullen worden ont
heven.
Een den 18 dezer bij het Departe
ment van Koloniën ontvangen telegram
van den Gouverneur-GeDeraal van Neder-
landsch-Indië bevat het volgende bericht:
«Op aanwijzing uit Solo zijn aldaar,
zoomede in de residentiën Kediri.'Pasoe-
roean en Madioen, ettelijke geestdrijvers
met hunne aanhangers gevat, als ver
dacht van onrust te stoken. Het bestuur is
overal waakzaam. Rustverstoring on
waarschijnlijk."
Op de vraag naar nadere berichten
omtrent den toestand in Solo en Sragen
(het laatste genoemd naar aanleiding
van een door particuliere dagbladen mede
gedeeld telegram), is door den Gouverneur-
Generaal van Nedl.-Indië bij telegram van
20 dezer aan den Minister van Koloniën
geantwoord
«Toestand Sragen en Solo rustig. Na
arrestatie van ettelijke verdachten niets
gebeurd." Staats-Ct.
Bij de familie J. M. Hondius, te
Wageningen, is het treurig bericht ont
vangen van het overlijden van den oud
sten zoon, 34 jaar oud, administrateur
bij de Deli-Maatschappij in Ned.-Indië, en
zulks door een noodlottig toeval: het
omslaan met paard en rijtuig.
De militaire manoeuvres waarbij
proeven met wielrijders zullen worden
gehouden, zullen plaats hebben van 3 tot
7 September in het land van Altena tus-
schen Heusden en Woudrichem en van
3 tot 12 September in westelijk Noord-
Brabant tusschen Wouw en Rozendaal.
Door den Alg. Ned. Wielrijders-Bond
is voorgesteld, dat door het Rijk voor
logies zal worden gezorgd, hetzij door
inkwartiering, hetzij door het verschaffen
van veldtenten met toebehooren, en waar
zulks niet kan geschieden aan de deel
nemers f 1.25 per nacht en der hoofd
uit te keeren. Aan hen, die zulks verlan
gen, zullen van wege den Bond reiskos
ten en levensonderhoud worden vergoed.
Onder de vele bewijzen van instem
ming en belangstelling, die het Bestuurvan
verschillenden zijde mocht ontvangen, is
ook een schrijven van den luitenant der
infanterie jhr. H. W. Storm van 's-Gra-
vesande te Arnhem, die aan de manoeu-
zal deelnemen. In dit schrijven worden
zeer vele raadgevingen en wenken voor
de wielrijders, die aan de oefeningen
deelnemen, ten beste gegeven, wat be
treft o.a. hunne kleeding en bewapening
en de diensten, die aan hen kunnen wor
den opgedragen.
Door de beide generaals-commandan-
ten, die de oefening zullen leiden, zijn
voorloopig aan de deelnemers de volgen
de eischen gesteld De wielrijder is ge
heel en al soldaat. Hij moet de grootst
mogelijke geheimhouding in acht nemen
ten aanzien van mondeling ontvangen
berichten en mag de hem toevertrouwde
brieven aan niemand anders dan aan de
geadresseerde ter hand stellen. Hij moet
de constructie van zijn wiel goed ken
nen en zich vertrouwd hebben gemaakt
met het lezen der kaart.
Door het bestuur is voor elke twee
of drie wielrijders een oppasser aange
vraagd. Verschillende goede rijders heb
ben zich bereids aangemeld. Door het
Bestuur is daaruit reeds eene keuze van
zestien personen gedaan, zijnde het be-
noodigde getal. (IV. R. Ct
Het opleidings-schip Anna Paulow-
na, te Rotterdam, wordt 1 October a.s.
buiten dienst gesteld. De commandant
van dien bodem, de kapt. ter zee Arriens,
wordt op denzelfden datum eervol van
het bevel ontheven.
Alle houten bakens, ten dienste
der Marine, langs de Texelsche kust ge
plaatst, worden door ijzeren vervangen.
De stevige ijzeren gevaarten, welke men
thans bezig is te plaatsen, worden ver
vaardigd aan de ijzerfabriek van den heer
Van Spall, te Alkmaar.
De bevolking van Nederl. Mettray
vierde jl. Zaterdag een harer jaarlijksche
feesten. De heer J. P. Adelink, directeur
van deze stichting, herdacht zijn geboor
tedag. 's Ochtends vroeg reeds begon de
pret. De reveille werd nu geblazen door
het aldaar bestaande muziekcorps, waarna
de jongens in vroolijke troepjes hunne
woningen verlieten, om het fraai versier
de terrein in oogenschouw te nemen.
Eindelijk verscheen de directeur, en nu
verdrong groot en klein zich, om hem,
hun aller vriend de hand te drukken en
geluk te wenschen. Na den middag be
gonnen de feestelijkhedenwandelen,
mastklimmen, verschillende wedloopen,
tonnetje steken enz., alles opgeluisterd
door muziek en afgewisseld door het
gebruiken van versnaperingen. Alom
heerschte groote vroolijkheid en toch
orde. De voornaamste pret echter zou
nog komen, 's Avonds hadden alle jon
gens zic^op zeer uiteenloopende en ver
makelijke wijze gecostumeerd en gegri
meerd en nu ging het zingende,en dan
sende rond het terrein. Een vuurwerk
besloot de feestelijkheden, waarna de
muziek het snaar bed" blies en allen
zich ordelijk ter ruste begaven. Bij velen
in den lande is «Mettray" onbekend.
Anderen meenen, dat het eene straf
kolonie is, bepaald bestemd voor ondeu
gende jongens. Die de kolonie bezocht
heeft en zij is een bezoek overwaard
of zich de beschrijving herinnert, die wij
er in ons feuilleton van 1 Februari tot
17 Maart 1884 van gaven, weet beter,
en die op een feestdag als Zaterdag II.
de kweekelingen in recht feestelijke
stemming aantreft, zal met ons die 142
knapen moeten bewonderen, die te mid
den van de grootste pret zich zóó weten
te gedragen, dat geen enkele wanklank
wordt gehoord. Alles wat men hoort en
ziet, brengt tot de overtuiging, dat er
op Mettray ernstig naar wordt gestreefd,
om de stichting te doen zijn wat zij
moet wezen eene opvoedingsplaats in
gezonden zin en daardoor een zegen voor
velen, die anders verstandige, mensch-
lievende leiding zouden moeten missen.
Utr. DU.
Aan het Groot Internationaal Concours
te Tilburg voor Harmonie- en Fanfare
gezelschappen zullen aan 't Concours 31
verschillende Muziekvereenigingen mede
dingen in de volgende afdeelingen: 12 3
en 4e afdeeling voor uitvoering, le en
2e Afdeeling «Lecture a Vue" en ééne
Afdeeling «Concours de Soli". Iedere af
deeling is in twee Secties gesplitst. In
Sectie A. kampen de Harmonie- en in
Sectie B de Fanfare-Vereenigingen. In
iedere Sectie zijn buiten de prijzen in
medailles één prijs in geld en één be
staande in een kunstvoorwerp, terwijl
in de le Afdeeling «Lecture a Vue" een
kunstvoorwerp is gesteld, geschenk dei-
meest beroemde Instrumenten-Fabriek
L'association générale des Ouvriers réunis.
L. Francois, Maitre en Co te Parijs, ter
waarde van fl. 150. In de 2e Afd. «Lecture
a Vue" in iedere Sectie een kunstvoor
werp, geschenk der Tilburgsche Dames,
ieder ter waarde van fl100. In de Af
deeling «Concours de Soli" in Sectie A
een kunstvoorwerp geschenk van de Socië
teit Philharmonie en in de Sectie B een
kunstvoorwerp, geschenk der werkende
leden beide van circa 75 gld. waarde.
Bovendien heeft de Stad Tilburg een
prijs van 150 gld. gesteld.
Hét-feest begint des Maandag-avonds
27 Augustus met een Feestconcert der
Jury aangeboden door de Nieuwe Konink
lijke Harmonie, dat tegen 8 uur in den
tuin der Sociëteit plaats heeft. 28 Augustus
tegen 101/2 uur heeft er een Optocht
plaats; na afloop, omstreeks 1 uur begint
de Wedstrijd voor Fanfare-sociëteiten,
's Avonds te 7 uur heeft de «Concours
de Soli" plaats en 29 Augustus 's morgens
te 10 uur de «Lecture a Vue" voor Fanfare
gezelschappen.
Te 1 uur beginnen de Harmonie
gezelschappen den Wedstrijd, te 7 uur
voor de Afd. Lecture a Vue en te 8 uur
de «Concours de Soli". lederen avond zal
de tuin der Sociëteit prachtig verlicht
worden.
De Jury bestaat uit de volgende heeren:
Rich. Hol, Directeur der Sted. Muziek
school enz. Utrecht. Alex. W. A. Heijblom,
Hoofd-redacteur v. «De Muziekbode" enz.
Rotterdam. Joh. il. Coenen, Directeur
v. h. Paleis v. Volksvlijt. Officier Kapel
meester Amsterdam. D. Dagnelies, Com
ponist Officier der Academie Charleroi.
G. Tack, Kapelmeester v. h. le Regt.
Lanciers Namen. IV. Van Hemelrijk,
Ridder der Leopoldsorde, Officier der
Academie enz. Brussel. O. Wolf, Directeur
der Sted. Muziekschool Maastricht. Fr.
Hennen, oud-Kapelmeester der Engelsche
Opera enz. te London, Heerlen. F. L. Van
den Bogaerde, Ridder der Leopoldsorde,
oud-officier Kapelmeester Aalst. N. A. Bou-
man, Kapelmeester 3e Regt. Inf. Bergen-
op-Zoom. Joh. van Dam, Kapelmeester
v. h. 2e Regt. Huzaren. Venlo. II. Reuland,
Componist Verviers. M. Edzard Crefe,
Directeur der Muziekschool Sneek. G. K.
Van Aken. Kapelmeester v, h. 5e Regt.
Inf. Nijmegen.
Het valt niet te betwijfelen, of het
zal een der schitterendste feesten zijn op
dit gebied, ooit in ons land gegeven en
zal gewis voor duizenden muziekliefheb
bers een bezoek waard zijn.
Te Purmer is een der laatste vete
ranen van 1S13, J. de Vries, die echter
behalve bij Waterloo, ook op de Citadel
bij Waterloo streed, in 95-jarigen ouder
dom overleden.
(Schets uit het Texelsche Volksleven.)
DOOR
D. DEKKER.
6) 't Was opmerkelijk, hoezeer de blinde
de liefde bezat, nipt alleen van al de
huisgenooten maar ook van al wie in zijne
omgeving leefden. Vader en Moeder had
den lang geschreid en getreurd over het
ongeluk hun eenigen zoon getroffen, maar
ze hadden zich langzamerhand aan 't
droevig denkbeeld zijner blindheid gewend
en de tijd lenigde hunne smart.
Jansje, zijne pleegzuster, deed al wat
in haar vermogen was on haren onge-
lukkigen broeder zijn leed, zoo veel mo
gelijk te doen vergeten. Zij kwam 't eerst
op het denkbeeld, dat hij tot verpozing
van zijn eentonig werk, het vlechten,
zich op een muziek instrument moest
oefenen, en dat denkbeeld verwezenlijkte
zij ook zeer spoedig, daar zij voor hare
spaarpenningen, hem een accordeon kocht
en hem in zijne oefeningen bijstond. Hoe
verheugde zich de blinde over dat denk
beeld zijner znster, vooral toen hij door
hare goede hulp zulke uitmuntende vor
deringen maakte en er vroolijkheid door
in de huishouding bracht. Dirk Scherrel,
die het timmeren leerde, bracht bijna al
zijn vrijen tijd bij zijn blinden vriend
door, en was altijd bereid hem voor te
lezen en alles te doen wat hij wist dat
hem kon behagen.
Meermalen, als Scherrel met hem over
zijn ongeluk sprak en zich beklaagde dat
zijne onbezonnenheid er de oorzaak
van was, sloot hij hem den mond met een
woord, dat van zijne onderwerping ge
tuigde of speelde op zijn instrument de
melodie van een der evangelische gezan
gen, waarvan de inhoud spreekt van be
rusting in den wil der Voorzienigheid.
Zoo leefde hij in zijne blindheid vrij
gelukkig, en bij feestelijke gelegenheden,
ook aan den avond van den dag, waarop
de hooibouw eindigde, was hij bij 't feest
dat ten huize van Jan Volkert gevierd
werd, de ziel, zoo door zijn spel, als door
zijn verstandig en geestig onderhoud.
Het geluk, dat de familie Volkert ge
durende eenige jaren had genoten, bleef
niet steeds haar deel. Eene reeks van
rampen trof haar. De allereerste was de
dood van moeder Volkert, die, in nog
krachtvollen leeftijd, na eene hevige maar
kortstondige ziekte, overleed. Dat gaf
wat rouw m het huisgezin. De goede
vrouw, ze scheen voor haar verscheiden
een voorgevoel te hebben van dit wee
dat hare dierbaarste betrekkingen be
dreigde. Zij had op haar sterfbed over
de moeilijkheid gesproken dat hare pleeg
dochter nog eenmaal door hare bloed
verwanten kon worden wedergevonden,
en had haar onderscheidene malen op
het hart gedrukt, om haar man en zoon
in geen geval te verlaten. Het meisje
dat een dankbaar en gevoelig hart be
zat en de weldaden, die zij van hare
pleegouders had genoten, zoo zeer er
kende en waardeerde, had haar geheel
vrijwillig beloofd, dat zij Volkert en haren
broeder steeds dezelfde hartelijke liefde
zou toedragen, dat zij hem nimmer zou
verlaten, al ware het ook dat hare dierste
wenschen, om hare afkomst en verwanten
te kennen, verwezenlijkt werden, waarop
zij trouwens zeer weinig hoop had.
't Scheen dat dit de arme vrouw kracht
schonk om haar einde meer getroost te
verbeiden. De oude Volkert was door de
smart vernietigd bij dit onverwacht sterf
geval; 't scheen of zijn levensgeluk ge
heel was vervlogenlangen tijd zag men
in dit huisgezin, waar anders gulle scherts
en vreugde den zetel scheen gevestigd
te hebben, zelfs geen glimlach meer op
't gelaat-
Niet dat men ongevoelig was voor de
troostgronden, die de godsdienst in deze
droevige omstandigheden aanbood, maar
de sombere gedachte aan het verlies der
geliefde vrouw deed de vroegere vreugde
en vroolijke toon, die in 't huisgezin
heerschten, in diepe ernst en droefheid
veranderen.
Nauwelijks was men eenigszins van den
geleden slag bekomen, of een ramp,
maar van den anderen aard, trof de
oude Volkert. Op zijn stal brak de be
smettelijke ziekte onder 't rundvee uit,
die in ons vaderland zoo vele welgezeten
veehouders ten onder heeft gebracht.
Het eene dier na 't andere bezweek er
aan, en in korten tijd zag hij zich vun
vee, zijne voornaamste bezitting, beroofd.
Alsof de maat zijner rampen nog niet
vol was, verloor hij kort hierna, door de
zelfde oorzaak, waardoor de vader van
Jan Volkert zijne hut zag vernielen, door
den bliksem, zijne woning en meubelen,
die in een oogenblik eeDe prooi der vlam
men werden. Er was kracht noodig bij
de familie Volkert, om zoo vele verliezen,
zulk eene opstapeling van ongelukken,
met gelatenheid te dragen, en toch de
laatste rampen troffen niet zoo zeer als
het verlies van de dierbare afgestorvene.
Thans kwam de kunst door den blinde,
vroeger meer beoefend om werkzaam
heid dan gewin, eerst recht te stade,
want in de hut, die men na dit onheil
betrok, ontbrak genoegzaam alles, en
vader Volkert was door die smart te veel
ter neer geslagen, om dadelijk te arbei
den of middelen tot onderhoud te zoeken.
Hij, zoowel echter als Jansje, ondersteunde
den blinde naar zijn vermogen in zijn
werk, en zij wonnen door dit bedrijf
althans zoo veel, als voor hunne drin
gendste behoeften noodig was. 't Scheen
wel dat Volkert, door al deze ongelukken
wezenloos was geworden, maar de liefde
zijner kinderen, die zeiven zooveel opbeu
ring noodig hadden, die er zelve zoo veel
onder leden, behoedde hem wel voor te
groote overgave aan de smart, maar
kon niet verhinderen, dat hij kwijnde
en leed.
Met bezorgdheid zag de pleegdochter
den oude dikwijls aan; met diepe smart
ontdekte zij op zijn gelaat de sporen van
verval zonder dat zij dit haren blinden
broeder durfde openbaren. Wel heerschte
er sedert dien tijd dolfe wanhoop en
smart in het gezin, dat vroeger zoo ge
zegend en welvarend was. De krachten
van den gewezen «strandjutter," die reeds
bij den dood zijner echtgenoote meer
hadden geleden dan hij zelf, en zij die
met hem leefden, wisten, waren niet be-