NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND. DE GELDKOFFER. No. 86. Zaterdag 27 October 1888. Zeventiende Jaargang. abonnementsprijs: VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. advertentien: Loterij. BINNENLAND. Feuilleton. AMERSFODRTSCHE C1DBAN7. VOOR Per 5 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort. Van 16 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Een toongevend dagblad in de residentie kwam onlangs aanzetten met de bewering, dat de staatsloterij overeenstemt met de christelijke be ginselen, want «de kansen zijn onderworpen aan een Ifooger Bestuur." De slotsom van het betoog was een uitdrukking van den wensch, dat deze Regeering voor »het nietsbe- duidend papegaaien-geklap van anti- loterijmannen" eenvoudig het oor ge sloten zou blijven houden. Wat dat betrelt gelooven we, dat de schrijver van het zotte artikel tamelijk gerust kan zijn van een voornemen onzer tegenwoordige be windslieden, om deze «nationale in stelling" op te ruimen, is nog hoe genaamd niets gebleken. Waar men, in deze treurige dagen van huichelachtig woordenspel, het «christelijk beginsel" al niet bij durft halenHebben zij, die den moed bezitten zoo iets te schrijven, wel eenig flauw begrip van wat men daaronder moet verstaan «De kansen zijn onderworpen aan Hooger BestuurOch, er zijn in dit wereldje een aantal dingen, waar van zulks door zekere individuen gezegd wordt. In Calabrië, op Sicilië en op Corsica gebeurt liet soms dat struikroovers, alvorens op hun bedrijf uit te gaan, zekere plechtigheden verrichten door welke zij meenen of voorgeven, den zegen des Hemels aan hun onderneming te verzekeren en de Portugeesche zee vaarders, vóór zij naar de Westkust van Afrika stevenden, waar zij men- schen gingen stelen om die als slaven te verkoopen, verzuimden nooit het zelfde te doen. Zou iemand thans hersenloos of zedelijk bedorven ge noeg zijn, om te zeggen dat hierdoor de beraamde euveldaden in overeen stemming waren met «het christe lijk beginsel Natuurlijk komt het ons niet in de gedachte, hier eenige vergelijking te willen maken. Iets bepaald mis dadigs kunnen wij in het loterijspel niet zien. Doch wij protesteeren tegen de ongelukkige manie, die tegenwoordig wel een epidemisch karakter dreigt aan te nemen, om zaken, over welke men slechts op économische gronden kan redeneeren, den maatstaf aan te leggen van het geen men «den godsdienst" gelieit te noemen. Wij hebben daar geen zachter oordeel over dan huiche larij, en vragen verlof dat woord te handhaven. Wij erkennen slechts één staat huishoudkundige Grondwet. Meer dan honderd jaar geleden werd zij door Benjamin Franklin volgender wijs geformuleerd «Indien iemand tot u zegt, dat er een ander middel is om tot welvaart te komen dan arbeid en spaarzaam heid, luister niet naar hem, hij is een leugenaar Met deze Grondwet is alie hazard spel, van het dobbelen om een kwartje tot de beursspeculatie om duizenden, in strijd. En indien we hier dan mogen spreken van een «christelijk beginsel", laat ons het dan doen in eerlijkheid en oprecht heid, en zeggenHet streven, om winst te behalen uit het verlies van een ander, stemt daar niet mede overeen. Het is niet geoorloofd, ande ren toe te wenschen, wat men zelf liefst niet zou willen ondergaan. Doch deze overtuiging heeft niets te maken met de vraag, of de Staat wèl doet, met een gelegenheid tot hazardspel van welken aard ook te openen, en daaruit linanciëele voor- deelen te trekken. Kon het Staats gezag door een streng te handhaven wet, aan alle dobbelspel een eind maken, wij zouden niet aarzelen om daartoe te adviseeren, minder nog omdat wij het in de eerste plaats de roeping van den Staat achten, tot onthouding van ondeugden of verkeerdheden te dwingen, dan wel wegens de économische nadeelen, aan het spel verbonden. Wij kennen personen uit den handwerkstand, die bijv. een gat in de lucht slaan als men hun spreekt van contributie aan een pensioenfonds, doch er geen bezwaar in zien geregeld, jaar in jaar uit, in de loterij te spelen. Kon men zulke dingen coupeeren, het zou wel aan te bevelen zijn. Maar met opheffing van de Staats loterij ware dit doel toch niet te he reiken. Het wemelt overal van men- schenvrienden, die ons gelukkig wil len maken, ondanks onszelven, en menigmaal zuchten de postkantoren onder den last van circulaires uit het buitenland, waarin aanbiedingen worden gedaan die door haar schit terende cijfers ons duizelig maken. Er is in de Afdeelingen der Tweede Kamer meermalen gevraagd of de Regeering niets kan doen tegen den wassenden stroom dier loterijen. Ja, eigenlijk is het verboden, binnen onze grenzen tot deelneming uit te lokken, maar van de vele bepalingen, aan welke de hand niet wordt ge houden omdat zij niet uitvoerbaar zijn, is dat er één. Als iemand uit Hamburg u een circulaire in huis stuurt, met een enveloppe voor het antwoord, en gij zendt hem uw goede Hollandsche geld in de verwachting het tien- of twintigvoudig terug te zullen krijgen, wie ter wereld kan daar iets tegen doen Vergeet de een of andere buitenlandsche geldindustriëel u de behaalde winst toe te zenden, hetzij dat hij uw adres kwijt raakte ol met de Noorderzon vertrokken is, of heeft hij u voorspiegelingen ge daan van voordeelen die uit de lucht zijn gegrepen, dan kunt gij, en dat is het eenige practisch effect van deze wettelijke voorschriften, bij geen enkele rechtbank gehoor vinden om u te beklagen of uw aanspraken te doen gelden, maar verder kan de Staat zich daarbij niet bemoeien. De zucht tot dobbelen is, helaas 1 bij vele menschenkinderen zeer sterk. In één opzicht zijn we, vergeleken bij onze Germaansche voorouders, vooruitgegaandezen verspeelden zelfs hun vrouw, en dat gevaar heb- bee onze dierbare wederheliten thans niet meer te duchten, maar anders Dat de Staat nu iets doet, om door het wettelijk organiseeren eener loterij de nadeelen, uit deze ver keerde hebbelijkheid voortvloeiende, eenigermate te verminderen, is waar lijk nog zoo kwaad niet. De spelers hebben dan ten minste de zeker heid, dat het eerlijk toegaat, en wat de gezamenlijke verliezers meer be talen dan de gezamenlijke winners opstrijken, vloeit in de schatkist en komt dus allen ten goede. Is deze bron van inkomsten r.iet van dien aard, dat er een krachtig pleidooi vooi' de zedelijkheid onzer natie door geleverd wordt, uit een écono misch oogpunt beschouwd, kan men de opbrengst der Staatsloterij niet anders aanmerken dan als een weelde belasting, waaraan niemand genood zaakt is zich te onderwerpen. Wel zouden we een andere organi satie wenschen, een waarbij de tus- schenkomst van collecteurs en debitan- ten en hoe die heeren, die geheel of gedeeltelijk van de loterij leven verder heeten mogen, verviel. Maar dat is hier op dit oogenblik de quaéstie niet. Wanneer de Rijks ontvangers met het plaatsen der loten of liever met het beschikbaar stellen daarvan belast werden, zou de bate voor 's lands financiën ver meerderd worden zonder nadeel voor de liefhebbers van het loterijspel. Voor het overige bepleiten wij het behoud van de Staatsloterij alleen op opportuniteitsgronden, en kennen haar geen hoogere beteekenis en waarde toe dan een noodzakelijk kwaad. Quasi-vroom geteem komt daar niet bij te pas. Indien al onze landgenooten wijs genoeg worden om de les van Franklin in toepas sing te brengen, zal de veelbespro ken instelling vanzelf verdwijnen. In dien tusschentijd mogen de émitten- ten van buitenlandsche loterijen ook omzien, of zij geen nuttiger baantje kunnen vinden. Dat het hun hiertoe niet aan tijd zal ontbreken, is een waarschijnlijk heid die we met leedwezen toegeven. Voor zoover men op hot oogenblik weet en indien de omstandigheden het toelaten, zal de koninklijke familie als naar gewoonte tegen het einde desjaars van het Loo in de residentie terugkeeren. De staatscommissie voor de mili taire wetten houdt heden en de volgende dagen dezer week weder te 's Gravenhage zitting. De Minister van Binnenl. Zaken, overwegende dat de heer mr. J. G. Patijn, wegens zijne benoeming tot advocaat-ge neraal bij den Hoogen Raad der Neder landen, ontslag heeft genomen als lid der Tweede Kamer van de Stalen-Generaal, en dat dientengevolge de verkiezing van een lid dier Kamer in het hoofdkiesdis- trict Schiedam moet plaats hebben; heeft goedgevonden te bepalen; 1. dat de ver kiezing van een lid der Tweede Kamer van de Staten-Generaal in het hoofdkies district Schiedam zal plaats hebben op Dinsdag 20 Nov. e.k.; 2. dat de her stemming, zoo noodig, zal geschieden op Dinsdag 4 Dec. d.a.v. Blijkens bericht van Zr. Ms, minis ter-resident te Madrid heeft de Spnansche regeering de havens der Staten Florida, Mississippi en Alabama met gele koorts besmet verklaard. Herkomsten van die plaatsen worden derhalve bij aankomst in Spanje aan quarantaine onderworpen. De Gemeenteraad van Dordrecht heeft voor de daar te vieren November feesten een bijdrage van f600 toege staan. De bezoekers van de hulp-koren beurs te Amsterdam werden gisteren middag onaangenaam verrast, doordien een der schragen, waarop de dakbalken van het overdekte deel der Beurs ru.sten, naar beneden kwam. De Beurs was op Een ware geschiedenis uit Thüringen, DOOR ANDRÉ HUGO. 17) Hoewel de inhoud van dezen brief, zoowel als van een anderen brief, dien Arthur nog in een zijtakje vond, voor ons verhaal niet zonder gewicht is, moe ten wij toch den inhoud voorloopig nog voor den lezer verzwijgen om dien ter zijner tijd mede te deelen. Arthur had de brieven doorgelezen. De inhoud moest hem hebben opgewon den, althans hij doorliep met groote stappen de kamer, bleef meermalen, den blik in gedachten half naar den grond, half naar de hoogte geslagen staan, totdat hij zwijgend zich weder op zijn stoel plaatste en de brieventasch weder in de hand nam. Daarop deed hij de negen banknoten van tien thaler in een enveloppe en adresseerde dit aan zijn firma te Br zonder opgave van waarde. De overige voorwerpen bond bij ook tot een pakje te zamen; daarop nam hij pen en inkt en schreef met verdraaide hand tGeëerde heer Oberman! «Zooals ik uit de bladen gelezen heb, zijt u degene, dien ik beroofd heb. Ik heb dat misdrijf in hoogen nood begaan, hetgeen hieruit kan blijken, dat ik u met uitzondering van uwe portefeuille alle voorwerpen terugzend. Ik zal u het geld met de intrest weder terugzenden, zoodra mijne omstandigheden gunstiger zijn en ik verzoek u dus van verdere vervolging af te zien, die voor u geen vruchten zou dragen. «Belovende u het geld zoo spoedig mogelijk weder ter hand te zullen stel len, teeken ik mij Een ongelukkige huisvader." Arthur voegde dezen brief bij het pakje en deed alles in een couvert, zoo dat het pakje meer geleek op een dikken briefdaarop schreef hij het adres en stond juist op het punt de pen weg te leggen, toen men haastige schreden op den corridor vernam die voor zijne deur stilhielden. Er werd geklopt. Arthur wist niet wat te doen. Men klopte op nieuw. Een verschrikkelijke gedachte kwam in hem op. Zoo er eens verraad in 't spel was? Zooals gewoonlijk in derge lijke omstandigheden doorkruiste een reeks van gedachten aan de mogelijkheid er van, door zijn hoofd en deden hem verschrikkelijke beelden aanschouwen. Hij zag zich reeds ontdekt, gevat, aan geklaagd, veroordeeld, in den dompigen vochtigen kerker, verstooten uit de ge meenschap met eerlijke lieden, gesmaad en geschandvlekt. En al die droevige beelden grepen zijn zenuwgestel zoodanig aan dat hij met ingehouden adem en sidderende leden daar zat zonder dat het hem op dat oogenblik mogelijk was, op het herhaald geklop te antwoorden. «Mijnheer Falkening!" riep nu een stentorstem op den gang. Die harde stem kon die iemand anders toebehooren dan aan een dienaar van het gerecht, een politieagent. Het koude angstzweet kwam Arthur op het voorhoofd toen de stem op dezellde wijze nogmaals zijn naam noemde. «Terstond I" perste hij door zijn klap perende tanden heen. Hij stond op, drukte zijn hand tegen zijn kloppend hart, terwijl zijn linkerhand het blad san de secretaire krampachtig vasthield. Het duurde echter slechts een oogenblik, toen j wierp hij al de voorwerpen in de secre taire, sloeg het blad toe, nam het licht in de hand, ging naar de deur, trok den I grendel weg en opende. Hij was op alles voorbereid. De trekking, het gevolg van de open deur en het openstaand venster, blies het licht tot een klein blauw vlam metje te zaam en blies terzelfder tijd de vlam uit van de op tafel staande lamp; niettegenstaande dit zwakke licht kon Arthur de vergulde knoopen aan den uniform van den binnenkomende opmer ken. «Zijt u mijnheer Falkening?" vroeg de binnenkomende op den toon, waarvan men den soldaat of den oud-gediende herkent. Juist dit versterkte Arthur in de meening dat de man een gerechtsdienaar was. «Ja, ik ben het," antwoordde hij op onvasten toon. «Ik ben de overbrenger van een tele gram uit Br. Een centenaarslast viel van het hart van Arthur. Op dat oogenblik was hij niet in staat het telegram te openen, zoo was hij van schrik aangedaaD. Hij zonk in een hoek van de sopha en vouwde zijne handen, totdat hij langzamerhand tot bedaren kwam, zijn koortsachtige toestand verminderde toen zijn bloed den gewonen loop had genomen en hij door al die vreeselijke gedachten heen, weder vrijelijk kon denken. Nu eerst opende hij het couvert en las «Terstond naar Augsburg reizen. Bleich- hammer en Knöpfen failliet. Tracht u met de firma Mundlinger te verstaan. Volmacht en verdere instructie op de genoemde plaats. Spoed. Maurits Falke ning." Hoe gewenscht hem aan een kant deze plotselinge reis voorkwam om ver van de plaats te zijn, waar hem wellicht eenig gevaar zou kunnen bedreigen, zoo onaan genaam was hem aan den anderen kant dit bevel zijns vaders, daar het hem de gelegenheid en de mogelijkheid afsneed met Verena, die hij nu meer dan als eene vriendin beschouwde, te spreken en verdere stappen te doen tot voortzetting der vriendschappelijke verstandhouding tusschen haar en hem. Na kort beraad plaatste hij zich voor de schrijftafel en schreef: Wordl vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1888 | | pagina 1