NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT en GELDERLAND. verschijnt woensdag en zaterdag. DE GELDKOFFER. binnenland. No. 90. Zaterdag 10 November 1888. Zeventiende Jaargang. Be revolutie eo de expositie. Feuilleton. AMEBSFOOBTSCHE GOUBANT. VOOR abonnementsprijs: Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Bijk. Afzondert ij ke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort.. advertentien: Van 1 6 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend» Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Nauwelijks had, lang geleden reeds, de Fransche Regeering het plan vast gesteld, om het eerste eeuwjaar der Omwenteling te bestemmen voor het houden eener internationale tentoon stelling, of in alle landen werd de vraag gesteld«Kunnen wij, kan onze Regeering daar wel aan mee doen Ook ten onzent werd zij meermalen besproken, en zelfs thans nog, nu het tijd wordt om definitieve be sluiten omtrent de inzending te nemen. Een enkel woord over deze »quaestie" zij hier in het midden gebracht. Moesten we zeggen, of naar ons oordeel de Franseben verstandig doen, door de twee zaken, hierboven genoemd, onafscheidelijk aan elkaar te verbinden, dan zou ons ant woord ontkennend luiden. Dit zou het ook, al hechten we nog een weinig aan het denkbeeld, dat der gelijke algemeene wedstrijden op het gebied van industrie en kunst iets kunnen bijdragen om de vriendschap tusschen de volken vaster en inniger te maken, wat misschien aan eenigen twijfel onderhevig is. De on dervinding der laatste jaren is zeker geen bevestiging van dat denkbeeld. Wel leert men op een of ander ge bied zijn minderheid inzien, en ont dekt men liet middel, om zich beter op de hoogte te stellenmaar deze vermeerdering van kennis strekt niet zelden om de maatregelen welke men reeds nam ten einde de con currentie den pas af te snijden, nog te versterken. Nooit is er meer ge- exposeerd dan sinds een jaar of zes, en de zoogenaamde verbroedering der volken openbaart zich het meest door immer hoogere tarieven, het geen het opstellen van geheele douanen-legers langs de grenzen noodig maakt, om van die andere legers, waarvan de samenstelling in de millioenen manschappen loopt, op Een ware geschiedenis uit Thüringen, DOOR ANDRÉ HUGO. 21) «Daarvoor zorgt Klauman. reeds «Klauman?" «Ja. De domme kerel denkt namelijk mij nog altijd dank verschuldigd te zijn." «Omdat ge hem indertijd dertig duizend thaler leende?" «Zeker I Hij moest eens weten dat ik, of liever dat wij hem die dertig duizend thaler gaarne voor onze verandering van naam zouden hebben willen cadeau doen Ho, ho, ho neen, hij behoeft ook niet alles te weten. Overigens is het zeer goed zulk een uitstekend bondgenoot te bezittenVindt ge 't ook niet, Valerian?" «Zeer zeker 1" «Toch zou de voorzichtigheid ons ge bieden, dat wij ons van Klauman nog meer verzekerden. Daar valt mij een gedachte in!" De boekhouder legde zijne gevouwen handen op zijn boek nadat hij de haren dit oogenbiik niet te spreken. Doch waar de Franschen een alge meene deelneming aan haar tentoon stelling van 1889 wenschen, is het begrijpelijk, dat de samenkoppeling van twee onderwerpen, tusschen welke eigenlijk geen verband be staat, niet overal bijval vindt. Hoe kan rnen bijv. verwachten, dat in Oostenrijk sympathie zou bestaan voor de herinnering aan een gebeur tenis, die in haar gevolg een lid van het Habsburgsche Vorstenhuis op het schavot bracht? Volkomen waar is het, dat ook de Oostenrijksch-IIon- gaarsche monarchie, gelijk elke andere staat van Europa, de vruchten der Fransche Omwenteling geniet; dat ook daar een staatkundige vrijheid is verkregen, die in geen vergelijking kan treden met het despotisme der vroegere Habsburgsche Keizers en hun tyrannieke staatsliedenmaar men kan dat erkennen, en niettemin een deelneming aan het herinnerings feest ongepast noemen tegenover de Keizerlijke familie, terwijl het verder voor de Regeering een totale onmogelijkheid is. Dan, dergelijke redenen van ont houding bestaan voor menige andere natie niet. Evenwel, wanneer er over de beteekenis van het feit der Om wenteling zeer verschillend wordt ge dacht, niet slechts van het stand punt der partij waartoe men behoort, maar ook in den boezem der partijen zelve, is van zelf voor de Regeering de weg aangewezen. Onthouding van officiëele deelneming is dan voorge schreven. Of die deelneming wenschelijk is, wanneer het uitsluitend een tentoon stelling geldt zonder eenige politieke of historische bijgedachte Daar zijn er, die in zulke gevallen onthouding scherp veroordeelen, als een openlijke belijdenis van onmacht of van onverschilligheid. Wij behooren tot dat getal niet. Het is ons niet recht duidelijk, hoe het nationaal belang, de nationale eer in die mate betrokken kunnen zijn bij het figuur, hetwelk we in de zalen der snel op elkander volgende exposities maken, dat daarom offers gebracht moeten worden uit de schatkist. Wel achten wij het van veel belang, dat de Regeering, en be palen we ons thans tot de onze, omdat wat wij te zeggen hebben haar in het bijzonder geldt, alle maatregelen neemt die op haar weg liggen ten behoeve van hen die ge heel op eigen initiatief en risico aan de tentoonstelling deelnemen, door de samenwerking te begunstigen, faciliteiten te bedingen ten opzichte van het vervoer en de bewaking der goederen, en aan haar diplomatieke, en consulaire agenten de bijzondere zorg voor de belangen der inzenders op te dragen. Veel verder kan zij niet gaan. De zoogenaamde «officiëele vertegenwoordiging" geeft wel drukte en maakt eenig vertoon, maar over liet algemeen kan gezegd worden dat onze handelaars en industriëelen mans genoeg zijn om voor hun eigen be langen te waken. De tentoonstelling komt er nu een maal, en al zeiden we tot de Fran sche Regeering en den Parijschen GemeenteraadWacht nog liever een jaartje, de mannen van de kunst en van de hij verheid zijn het expo- seeren haast moede, laat hen eerst wat op hun verhaal komen, dan kunnen zij later wat extramoois vertoonen, 't zou, vreezen we, niemendal helpen. Men staat dus eenvoudig voor een feit, en heeft, zonder veel praatjes, de vraag te be antwoorden Zullen we van Parijs wegblij ven Ieder voelt wel, hoe moeielijk het is, deze gelegenheid om zijn relaties uit te breiden, ongebruikt te laten. Parijs is jan en alleman nietvlak in de buurt, trekt het nog altijd meer vreemdelingen dan welke wereld stad gij noemen wilt. En dan 't is thans een beetje mode geworden, van de Franschen veel kwaad te spreken gelijk wijlen de heer Uilen spiegel hebben ze 't er misschien een beetje naar gemaakt, doch, als gastheeren hebben we van hen geen slechte verwachting. Nadrukkelijk wenschen we hier te doen uitkomen dat we niet mede gaan met die organen, die roepen Exposeert nietwant daardoor zoudt ge instemming betuigen met de verfoeielijke denkbeelden der Fransche Revolutie. Eerstens behoeft men zich dat niet aan te trekken een industrieel die een stuk werk naar liet tentoonstellingsgebouw zendt kan zich zijn oordeel over een histo risch ieit en een politiek beginsel geheel voorbehouden. Maar verder, smalen op de beginselen van 1879 is de grofste ondankbaarheid. Het zijn de groote denkbeelden van gelijkheid van recht van gelijkheid voor de luet, waarvoor de groote denkers van Frankrijk heb ben gestreden en geleden, en die toen eerst een vasten vorm verkregen, waarna alle beschaafde volken dei- aarde ze hebben overgenomen en toegepast. Dat in Frankrijk zelf de kort daarop gevolgde heerschappij van het gepeupel, het Caesarisme, de restauratie en andere politike ge beurtenissen de ontwikkeling van die onsterfelijke beginselen hebben tegen gehouden, dat in ons vaderland bijv. een lange lijdensgeschiedenis moest voorafgaan eer een Van Hogen- dorp ze in onze Grondwet bracht, dat alles vermindert niets aan de groote waarde van de wereld gebeurtenis, die in den val der Bastille slechts haar symbolisch beeld, doch in de erkenning van de rechten van den mensch en van den staats burger haar hoogere wijding ontving. De Minister van Buitenlandsche Zaken heeft ter kennis van de Commis sarissen des Konings in de provinciën gebracht, dat, blijkens rnededeeling van den Turksehen gezant, door diens Re geering maatregelen zijn genomen tegen het verblijf in Palestina van een groot aantal gezamenlijk derwaarts trekkende Israëlieten, doch dat die maatregelen niet van toepassing zijn op enkele reizigers. De Minister meent, dat het van belang zou kunnen wezen van het vorenstaande onderricht te zijn, voor het geval Neder- larjdsche Israëlieten zich mochten aan melden tot verkrijging van een paspoort voor de reis naai Palestina. De Standaard schrijft over het ontwerp-wet op den kinder- en vrouwen arbeid «Met een spoed, dien we waardeeren, heeft Minister Ruvs van Beerenbroek zijn eerste ontwerp rakende de Sociale Wetgeving ingediend. Dit ontwerp begroeten we met vreugde en ingenomenheid, om drieërlei oorzaak. Vooreerst omdat het zich aandient als eene eerste stap in de goede richting. Ten anderen omdat het gezond is in gericht, en niet het leven unificeert, maar met de variation van het leven rekent; in Engelschen, niet in Franschen stijl is opgezet. En ten derde, omdat het de Zondags- quaestie op het tapijt brengt, en toch daarbij rnet de rechten onzer Joodsche landgenooten rekent. We hebben onze bedenkingen. Verwijzing naar elders uiteengezette beginselen stelt te leur, waar we liever een uiteenzetting van 's Ministers eigen zienswijze hadden gehad. Aan restrictie voor contractsluiting tus schen arbeiders en loongevers hadden we de voorkeur gegeven boven reclitstreek- sclie regeling van de Overheid. liet ontwerp had verder kunnen gaan. Maar in weerwil van deze bedenkingen hopen we toch van harte, dat den Mi nister Ruys van Reereubroek spoedig de eere moge te beurt vallen, dit ontwerp in liet Staatsblad te zien." Deze week promoveerde te Utrecht tot docter in de Nederlaodsche Letter kunde (met lof), de heer H. Logeman, geboren te Haarlem, na verdediging van een proefschrift, getiteld: «the rule of St. Benet, Latin and Anglo-Saxon inter linear version." Naar men verneemt is deze heer be- van zijn pruik op nieuw over zijn oor gestreken had en zag den chef vol ver wachting aan. «Arthur heeft met het meisje, met Christine, de dochter van Klauman, een vrijerij gehad en die plotseling afgebro ken," zeide de chef. «Zoo de jongen voor dat afbreken geen anderen grond heeft gehad dan een plotselinge gril, dan moet hij doodeenvoudig dat meisje trouwen!" «Als hij wil!" «Wat willen? Arthur moet gehoorzamen ik ben zijn vader!" «Ja, maar liefde is een quaestie van smaak en over smaak valt niet te twisten ten minste niet met zulke jonge driftkop pen als Arthur." «Ik zal hem wel door mijn vaderlijk gezag dwingen I" «Ik geloof niet dat het veel zal hel pen nu, wij zullen hopen dat alles naar wensch zal gaan I" De binneukomst van een kantoorbe diende, die eenige brieven overhandigde, deed het onderhoud afbreken. Nadat de bediende zich had verwijderd, brak Falkening de brieven open en las ze door, terwijl de boekhouder zijn gewo nen arbeid hervatte. «Hm, hm, dat zou zeker een plan zijn I" zeide Falkening, nadat hij een brief had gelezen, bij zicli zeiven. «Maar daar moet over gedacht worden!" Peinzend keek Falkening een poos door het venster, sprong toen eensklaps van zijn stoel, ging naar de groote ijzeren geldkist en opende die. Hij drukte op een veer, waardoor een afzonderlijk slot open sprong, waarachter men een kleinen zwart lederen koffer zag staan. Hij nam dien koffer uit de kist en bekeek dien nauwlettend. «De abt Boisserée en de prins van Beaufort moeten toch geen domme kerels zijn geweest, dat zij zulke sloten hebben kunnen uitvinden!" zeide Falkening toen hij met de hand over hel slot streek en het toen met alle aandacht beschouwen b'ing- De boekhouder wierp een sluwen blik op den koffer om zich vervolgens met buitengewonen spoed, alsof hij een op stijgende gedachte wilde bestrijden, weder in zijn arbeid te verdiepen. De koffer was met een van die beken de lettersloten voorzien, waarbij 25 knop pen op een koperen plaat zijn aange bracht. Op het eerste gezicht zou men denken dat de plaat er is voor sieraad, daar zij op de oppervlakte en niet ter zijde van den koffer is gehecht, maar zoo men de knoppen nauwkeuriger beschouwt, ziet men dat op eiken knop een letter is gesneden. Naar goedvinden van den eigenaar kan deze de letters zoo stellen dat alleen hij, die weet welk woord men heeft aangenomen en dus in welke volg orde de knoppen zijn neergedrukt, in staat is dit slot te openen. De chef had den koffer geopend. »Pa1ermol" zeide hij, toen hij de letterknoppen in deze volgorde neder- diukte, om den koffer te openen; hij sloeg het deksel open en onderzocht de zijwanden. Ze schenen in goeden staat te zijn, te oordeelen naar zijn goedkeu rend hoofdknikken. «Het is wel mogelijk dat wij den kof fer nog eenmaal zullen moeten gebruiken. Valerian I" De aangesprokene scheen geheel en al in zijn werk verdiept te zijn. «Hoort gij mij niet, Valerian?" «Wat zegt ge?" vroeg deze zonder op te kijken. «Het zou kunnen gebeuren dat wij dezen koffer nog eens in ons leven zullen moeten gebruiken!" herhaalde Falkening. De boekhouder loosde een diepen zucht. «Waarom?" vroeg hij. «Polignano en Cie. te Milaan vragen mij of ik 300.000 thaler in geld kan leve ren. Uit de bijzonderheden, die ze mij opgeven, blijkt dat de zaak in ieder ge val winstgevend zal zijn. In Italië is 't op het oogenbiik onrustig, het geld is schaars en verpanding van de koninklijke goede ren is voldoende borgstelling dus I" «Wanneer moet het geld worden ge leverd «Voorloopig vragen zij slechts of ik liet doen kan, verder zullen zij mij tele- grafeeren I" «En denkt ge het te doen?" «Zeker I" «In dien koffer?" «Waarom niet?" »Ik zou dien koffer daarvoor niet ge bruiken... ik heb een voorgevoel dat die ons nog eens een ongeluk zal aanbren gen I Buitendien kan ik mij niet begrij pen," ging de boekhouder, na zich omge keerd te hebben, voort, «waarom gij den koffer niet reeds lang vernietigd hebt..." «Ach wat.. Papperlapap I Onzin De koffer is goed; waarom zou ik dien dan vernietigen Het gesprek werd afgebroken door het gedruisch dat zich uit het aangrenzend kantoor deed vernemen. Boeken werden toegeslagendeuren knarsten en men hoorde eenige stemmen. Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1888 | | pagina 1