MIE UWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND. EINDELIJK ONTDEKT. B DE GELDKOFFER. No. 7. Woensdag 23 Januari 1889. Achttiende Jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Aan onze Abonné's I Vjjftig Centen. BINNENLAND. Feuilleton. AMEHSFOO C9E COUBANT. VOOR abonnementsprijs: Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Kijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort. advertentien: Van 1 6 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Tot 15 Februari a.s. wordt door ons de inteekening opengesteld op den prachtigen, ryk geïllustreerden Premie-Roman Deze premie zal ditmaal worden afge leverd, gebonden in keurig linnen stem- pelband, met zwart en goud. In het gewone geval kost zulk een boek f3. Uitsluitend voor onze lezers stellen wij het verkrijgbaar voor slechts Gelieve zoo spoedig mogelijk achter staande BON uit te knippen en met bijvoeging van 50 centen aan ons Bureau in te zenden. Abonné's buiten de stad ontvangen het boek franco per post tegen inzending van een post wissel van 05 cent. egin Maart a.s. wordt deze premie aan alle inteekenaren verzonden. DE UITGEVER. Het bericht van de Staats-Ct. om trent de toestand van Z. 91. den Koning luidt aldus: Ofschoon Z. M. de Koning de laatste 48 uren minder rustig doorbracht, blijft volgens verklaring der geneesheeren de toestand des Konings voor het oogenblik bevredigend. De voeding verbetert iets en de krachten gaan langzaam vooruit. Volgens de residentie-briefschrijver van het Z. D. moet de laatste verslim- mering in den toestand van Z. M. den Koning hieraan worden toegeschreven, dat Z. M. zich driftig had gemaakt op een kamerdienaar, die natuurlijk bui ten zijn schuld een haardstel in de kamer had omvergeworpen. Z. M. schrikte daarvan en de groote prikkelbaarheid, welke gevolg is van Z. M. kwaal had ten gevolge, dat de zenuwen van den Koning geheel overstuur geraakten. De onschuldige oor zaak van den zenuwaanval was juist een der meestgeliefde dienaars des Konings; hij lijdt, tengevolge van den schrik, nu zelf aan zenuwaandoening, j De nieuwe en gelukkige wending welke de ziekte des Konings reeds weder nam, bewijst wel, dat de verslimmering niet in de kwaal, maar in een incident moest worden gezocht. De vraag hoe lang de ziekte nog zal kunnen duren van herstel is geen spiake wordt geheel beheerscht door de quaestie van kracht. En daar Z. M. een een echt Russische, robuste natuur heeft, bestaat minstens do mogelijkheid dat Hij nog eenigen tijd blijft leven. Moge liet zijn zonder te veel smarten. Volgens de geneesheeren des Konings moet Z. M. meer absoluut rust nemen. Hij bemoeit zich in den jongsten tijd veel te veel met buitengewone zaken, nl. zaken, die niet tot de gewone, de zoogenaamde kabinetszaken, behooren. De uitvoering van den «Elias" te Apeldoorn, wegens 's Konings ziekte uit gesteld, is thans bepaald op morgen Donderdag 24 Januari a. s. Hieruit mag meu afleiden, dat men te Apeldoorn het ernstige karakter der ziekte van Z. M. geweken acht. In de Staats-St. wordt ter kennis van de militieplichtigen voor de lichting van 1889 gebracht het Kon. besluit van 29 Febr. 1884 no. 13, zooals het luidt na de wijziging, daarin gebracht bij Kon. besluit van 26 Mei 1888 no. 20, met de daarbij behoorende programma's alsmede de bepalingen, tot uilvoering van eerst genoemd besluit uitgevaardigd bij de be schikking van het dep. vanoorlogdd.il Maart 1884, VII. afd., militie en schut terij, no. 66; Genoemde militieplichtigen. die als te legrafist werkzaam zijn en in aanmerking wenschen te komen voor eene opleiding tot vestingtelegrafist, zoomede diegenen hunner, die tot milicien-opzichter der ge nie wenschen te worden opgeleid, wor den uitgenoodigd, daarvan te doen blij ken, door zich vóór 1 April 1889 schrif telijk tot het dep. van oorlog te wenden, met opgave van naam en voornamen, van woonplaats, met aanduiding van straat en nommer, van de gemeente, waarvoor geloot is, van het lotingsnommer, van de lengte (zonder schoeisel) en van hunne tegenwoordige betrekking. Tot uitvoering van art. 187 der Grondwet is een ontwerp van wet, om trent den staat van oorlog en beleg door het Departement van Oorlog in gereed heid gebracht. De indiening van dit ont werp bij de Tweede Kamer kan spoedig worden tegemoet gezien. Het hoofd-comilé der Nederlandsche vereeniging tot het verleenen van hulp aan zieke en gewonde krijgslieden in tijd van oorlog heeft aan liure comités en correspondenten eene circulaire gericht, waarin het mededeelt, door het cen traal comité van het Duitsche Roode Kruis te zijn uitgenoodigd openbaar te willen maken, dat de prijs, ad. 6000 tnark, welke keizerin Augusta heeft be schikbaar gesteld aan de 4e internationale conferentie, van het Roode Kruis te Karlsiuhe, voor de beste inrichting van eene vervoerbare hospitaal-barak, doch die evenmin als de prerniën, wegens on voldoende deelneming niet is toegekend, thans opnieuw is uitgeloofd dat de me dedinging naar dien piijs en prerniën wordt opengesteld te Berlijn, in Juni a.s. en dat de mede te dingen voorwerpen tot 1 Mei e. k. kunnen worden ingezon den aan genoemd centraal-comité, Wil- helmstrasse 73. Ook slechts een gedeelte van de voor werpen, benoodigd voor de inwendige inrichting eener barak, kan worden in gezonden. De noodige inlichtingen en programma's worden door liet Nederlandsch hoofd comité gaarne beschikbaar gesteld. De Spectator bericht, dal Vosmaer's bijzondere vriend, de beroemde schilder Alma Tadema, te Londen het ontwerp en de teekening zal leveren voor het fon tein-monument, dat ter eere van Vos- maer in de Scheveningsche boschjes even tueel zal woiden opgelicht, en waarom trent de commissie van uitvoering spoedig nadere mededeeling hoopt te doen. De Standaard bericht: De uitslag der tusschen de synoden van Utrecht en Kampen gevoerde onderhandelingen is: 1. dat beide synoden het beginsel van vereeniging hebben aanvaard. Te Kampen was een kleine fractie, die hiertegen was, maar deze verwierf slechts 4 stem men2. dat beide synoden het eens zijn geworden over de formuleering der con- sideranten, en over elf van de veertien punten van regeling; 3. dat beide syno den het eens werden over de combinatie van kerkeraden en de regeling daarvooi en 4. dat de synode te Kampen bereid bleek, het reglement van 1869 optelos sen. Alleen over twee punten, t. w. tiet oprichten van doleerende kerkformatiën in plaatsen, waar reeds een chr. geref. kerk gevestigd was, en de regeling van de opleiding der leeraars, kwam men nog niet tot eenstemmigheid. De synode van Kampen oordeelde met de voorslagen van Utrecht te dien opzichte, met liet oog op haar gemeenten, niet te kunnen me degaan. Zij heeft daarom depulaten be noemd, om te zien wat hier verder van j komen zal. Naar men verneemt, is bij het be stuur der rijkskweekschool voor onder wijzers te Nijmegen van regeeringswege officieus bericht ontvangen, dat deze school vóór den aanvang van den nieuwen cur- sus zal worden opgeheven. Een medewerker van het Nieuws- i blad voor Nederland zal voor rekening der directie de reis naar Argentienië doen, om zich op de plaats zelve op de hoog te te stellen: 1. van de ontvangst die den landverhuizers te beurt valt; 2. van de wijze waarop hun een tijdelijk onder- komen wordt verschaft; van al de om standigheden en bijzonderheden, waarop landverhuizers bij aankomst in een vreemd j land dienen te letten, om zich de hen 1 toekomende rechten te verzekeren. Den 5 Februari zal bij vertrekken, om in 't begin van Mei weder terug te zijn. i Maandag 14 dezer zou zich de boerenknecht G. J. S. naar het gemeen te-huis te Laren, in Gelderland, begeven, om zijn trouwpapieren af te halen. Sinds is hij spoorloos verdwenen. Te Leeuwarden werd Zaterdag middag een gevangene, die door de recht bank reeds tol een jaar gevangenisstraf was veroordeeld en op nieuw in andere hem ten laste gelegde zaken door den rechter-cornmissaris was gehoord, door een rijksveldwachter van de stoep van het paleis van justitie geleid naar den ge- reedstaanden gevangeniswagen, die hem naar het huis van bewaring moest terug brengen. Hij wist echter in een onbe waakt oogenblik aan zijn geleider te ont komen en ontvluchtte in vliegende vaart, over het land, waar hij echter spoedig door eenige burgers werd achterhaald en gevat, om weder aan den verbluften rijks veldwachter te worden overgeleverd. Te Zuid-Beierland waagden eergis ter namiddag twee broeders van 8 en 14 jaar zich op hel broze ijs in de binnen haven. Een hunner viel er doorde ander die hem wilde helpen, zakte er ook door beiden verdronken. In de buurtschap Vorden, onder Apeldoorn, heeft Zaterdag een vooival plaats gegrepen, dat ernstige gevolgen na zich had kunnen slepen. Aan zekeren R. P. was opgedragen, aldaar in de heide een waterput te graven. Op ongeveer twintig voet diepte had hij water aange treden, de gebruikelijke ton gesteld en klom weder naar boven om de put af te maken. Nauwelijks halfweg werd hij weder nedergedrukt; de glooiende wan den zand hadden losgelaten, en bedolven hem; gelnkkig nog, dat zijn hoofd boven bleef. Verbijsterd, verschrikt, beangst, wist hij eerst niet wat te doen. Eindelijk be gon hij om hulp te roepen, maar niemund hoorde hem in die onbewoonde streek. Na bij gissing een half uur in dien onhoud- baren toestand te hebben doorgebracht, werd het ongeval eindelijk opgemerkt, en trachtte men hem er uit te trekken, maar liet opborrelende water had hein vastgezogen. Toen aan het graven, en eindelijk had men één been vrij, en de arme man, zóó innig beangst voor zijn leven, smeekte het andere been maar af te hukken, opdat hij ten minste hel leven hield. Natuurlijk stoorde men zicli hieraan niet eri baalde hem er spoedig heelhuids uit. De bijna levend begravene kwam er met den ernstigen schrik en lichte]kneu- z'ngen af. Het gerechtshof te 's Gravenhage heeft j.l. Maandag arrest gewezen in zake het kerkelijk conflict te Leiderdorp. Het hof neemt aan, dat hel niet aangaat orn thans nog bindende kracht te ontzeggen aan het algemeen reglement V3n 1816 eu vereenigt zich overigens met het vonnis Een ware geschiedenis uit Thüringen, DOOR ANDRÉ HUGO. 41) Dat waren klanken en wooiden, die alleen door teedere moederliefde kunnen worden ingegeven. Had zij niet dien donkeren trek om de oogen gehad, de kleine Arthur zou hebben kunnen denken, dat hij een van den hemel afgedaalde engel vol zachtheid, liefdeen geduld voor zich zag; en ach! hoe smartelijk was die trek om den fijn besneden mond toen een ruwe mannenstem door den tuin klonk en «Dorothea" riep en hem terstond een weemoedig «Hier" antwoordde. En hoe donker zag de man er uit die thans op het pad aankwam. De kleine Arthur kende hem zeer goed, maar hem liefhebben? neen, dat kon hij niet, want waarom zou hij anders zijn kleinen, blonden krullekop zoo vol vertrouwen in moeders schoot verborgen hebben? Er moesten harde wooiden door den vader zijn gesproken, want terstond daarop hadden de zoo zachte en treurige oogen der moeder tranen gestort en toen de man op snijdenden toon doorging, toen had de arme vrouw haar gelaat vei bor gen en haar kleinen zoon dichter tot zich getrokken De herinnering deed Arthur die voor vallen uit zijne jeugd met snelheid over springen. En daar de plantasie in hare beelden nimmer- een samenhangenden draad afwei kt, maar huppelend en sprin gend beeld op beeld uit het leven grijpt en het den opgewekten geest getrouwe lijk teruggeeft, zoo stond ook plotseling voor Arthur' s oogen het laatste uur van een door veelvuldig lijden gebroken moe derhart. Het was hem als voelde hij op nieuw die zachte gloeiende hand zacht de zijne drukken, als opende zich weder haar mond, als deed zich op nieuw de matte stem der stervende hooien: »Ik gevoel het, Arthur, dat het uur derscheiding nadert, waarin ik op de vleugelen van den geest tot den oorsprong van het leven terugkeeren moet, om bij de herinnering aan den vreugdeloozen pelgrimstocht op aarde met zijn kwelling gen, kommer en smart, die zaligheid te smaken, die door het geloof aan de on sterfelijkheid is gelouterd. «Voor dat ik echter deze aarde verlaat, voel ik mij gedrongen u een geheim medetedeelen, dat gij bewaren moet en dat gij mij in den naanp van den Al- machtigen God moet beloven, nimmer te te zullen verraden!" En hij beloofde dit met de heiligste belofte; hij gevoelde hoe de rechterhand der haar einde naderende lijders zijn hand krampachtig drukte en hoe zij, als door inwendigen angst gedreven, snel het volgende zeide: «Gij zijt nu achttien jaar, Arthur; ik ben zeker dat ge uw belofte zult nako men, ge hebt het mij daareven voor God gezwoien. Hoor dan Uw vader is een vermogend, zelfs een rijk en dus volgens de naar buiten ooideelende wereld, geacht man. Gij zelf gevoelt, zooals ik weet, weinig of geen neiging voor hem, zoodat ik door mijne openbaring niet te vreezen heb uw kinderlijk gemoed van hem te vervreemden. Datgene wat uw vader zijn vermogen noemt bestaat uit twee deelen het kleinste is op eerlijke wijze in zijn bezit gekomen, het is mijn erfdeel van 40.000 thaler die ik voor eenige jaren ontving. Wanneer gij meerderjarig zijt, zal het u worden uitbetaald. Beloof mij in mijn laatste uur dat gij dit vermogen zoo goed mogelijk zult besteden om armen en ongelukkigen bijstand en hulp te ver leenen. Wellicht zal daardoor de vloek l worden afgewend, die op het andere deel 'van het vermogen rust, want weet," ging zij op zwakken toon voort, »het grootste deel van het vermogen heeft hij door diefstal en misschien zelfs door een moord verkregen Namen en papieren vindt ge" de stervende keerde zich in haar kussens om «in mijn kleinen lessenaar in het middelste vak haal die nu niet later! Het geld heeft hij in een met koperen spijkers beslagen koffer medegebracht en het hem hem afgenomen De ongelukkige heeft uw vader vervloekt! De geldkoffer is verdwenen Vaarwel, mijn zoon ik ik sterf! Nog een poos bewogen zich hare lippen alsof zij bad toen opende zich het ver glaasde oog nog eenmaal om de omstan ders want de vader was nu ook ge komen en stond zwijgend aan het bed naast zijn zoon aantezien. O, het klonk schrikkelijk, toen zij zich nog eenmaal in het bed oprichtte, de hand van haar zoon greep en zeide- «Wees den eed indach tig!" en toen, zich tot haar echtgenoot keerende, voortging: «Ik vergeef u Mau- rits, moge de eigenaar van den geldkof fer Wonderlijke visioenen kwamen nu Ar thur in zijn droom voorden geest, totdat hij plotseling ontwaakte. Het droombeeld was verdwenen, daarentegen klonk het schel gefluit van de locomotief hem in 't oor, terwijl liet stooten van den wagon bij het inrijden van het station hem in zoover zijn helderheid van geest teruggaf, dat hij zich duidelijk bewust gevoelde dat hij gedroomd had. De trein hield stil, het portier werd opengedaan en de conducteur liet een vreemdeling instijgendaarop werd het portier weer gesloten. De vreemdeling plaatste zich tegenover Arthur in den anderen hoek, zonder een woord te spre ken, sloeg den kraag van zijn mantel op en drukte zich vaster in zijn hoek, alsof hij trachtte te slapen. Na weinige minuten hervatte de trein zijn snellen loop. Weder werkte het een tonig geratel der wagens op Arthur en nam Morpheus hem weder in zijn ar men. Arthur was var. meening dat zijn over buurman ook sliep; had hij evenwel de vuiige oogen en de onbezorgde trekken van dien man kunnen zien, bad hij kun nen opmeiken hoe diens gelaat scherper werd en zich tot een sluwen glimlach vertrok: hij zou zeker van zijn rreening teruggekomen en verschrikt zijn opge sprongen. Toen de vreemdeling zich overtuigd had dat zijn overbuurman werkelijk sliep

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1889 | | pagina 1