NIEUWS
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT en GELDERLAND.
B
EINDELIJK ONTDEKT.
Nog eens de Boterwet.
binnenland.
DE GELDKOFFER.
No. 12,
Zaterdag 9 Februari 1889.
Achttiende Jaargang.
voör
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Aan onze Abonné's I
Vijftig Centen.
Feuilleton.
IMEBSFOORTSCHE COURANT.
abonnementsprijs:
Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Kijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien!
Van 1 6 regels 0,40; iedere regel meer 5 Cent.
Adrertcnticn viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Tot 15 Februari a.s. wordt door
ons de inteekening opengesteld op den
p r a c htigen^rijk geïllustreerden
Premie-Konian
Deze premie zal ditmaal worden afge
leverd, gebonden in keurig linnen stem-
pelbandmet zwart en goud. In het
gewone geval kost zulk een boek f3.
Uitsluitend voor onze lezers stellen wij
het verkrijgbaar voor slechts
Gelieve zoo spoedig mogelijk achter
staande BOK uit te knippen en met
bijvoeging van 50 centeu aan ons
Bureau in te zenden. Abonné's buiten
de stad ontvangen het boek franco
per pont tegen inzending van een post
wissel van 65 eeut.
egin Maart as. wordt deze premie
aan alle inteekenaren verzonden.
DE UIT GE VEE.
Mr. D. Van Eek bestrijdt in het
«Maandblad van de Hollandsche Maat
schappij van Landbouw" de onder
scheiding tusschen „natuurboter" en
„kunstboter". Dat doen wij ook, maar
op eenigszins andere gronden, zoo
dat we wellicht tot een geheel an
dere conclusie komen. Natuurboter is
er niet, zegt Schr., alle boter is kunst
boter, want zij wordt door kunst ver
kregen, dat is door kunstmatige
bewerking, hetzij uit melk, in
welk gevai zij roomboter, of pok met
behulp van (lees: voor verreweg bet
grootste gedeelte uit) dierenvet, als
wanneer zij margarineboter moet
heeten.
„Dat betoog komt ons juist voor,"
zegi Het Vaderland. Op die juistheid
is, gelooven we, wel iets af te dingen.
De naam natuurboter is onzin, dat
geven we toe. Maar men vergete niet
dat zij pas in de wereld gekomen is
bij wijze van tegenstelling, toen de
margarinefabrikanten, we zullen niet
vragen met welke bedoelingen, ter
kwader ure hun ook door ons zeer
gewaardeerde product onder den naam
van kunstboter in den handel brach
ten, of, zoo zij dit niet deden, zich
toch dien naam lieten opdringen. De
gelijkstelling van kunst met kunst
matige bewerking laten wij geheel
voor rekening van den heer Van Eek.
Als hij eens bij een manufacturen-
handelaar wil vragen, wat deze onder
kunsttaken verstaat, zal het eerste
wat hij verneemt, wel zijn: „Mijn
beer, zulk bocht is in onzen winkel
niet voorbanden." en dan volgt wel
licht een explicatie, die den vrager
tot andere, gedachten brengt. Of hij
ooit zal besluiten, zich willens en
wetens te verkwikken aan een glaasje
Kunstwijnzijnde een preparaat aan
welks samenstelling het druivennat
totaal vreemd is, betwijfelen wij zeer.
In sommige plaatsen van ons land
noemen de vrouwtjes soda kanstzeep.
De gevolgtrekking ligt voorde hand.
Laat ons toch zorgen, dat de woor
den eener taal hun oorspronkelijke
beteekenis behouden, anders oritsjaat
er allerlei begripsverwarring. De door
Multatuli geconstateerde moeielijkheid
van definitiën behoeft ons niet af te
schrikken, als we pogen het woord
boter aldus te om schrijven Een door
karnen of daarmee overeenkomende
werktuigelijke bewerking uit melk
vervaardigd vet Daarmee is over alle
voorvoegsels de staf gebroken, en kan
men evenmin spreken van margarine-
boter als van aardappelmeelboter. Al
wat door dat vet wordt gewerkt en
niet bepaald noodig is om bederf te
voorkomen of het de door bet ge
bruik gewenschte kleur te geven, is
vervalscliing, surrogaat, zoodra het
onder den naam van boter, boe ook
gevavieërd, in den handel wordt ge
bracht.
Waarom nu komen de margarine
fabrikanten met zooveel ijver tegen
het aanhangig wetsvoorstel op? De
goede eigenschappen, (foor welke het
product hunner industrie zich heeft
doen kennen, worden zoo binnen- als
buitenlands op haar voile waarde ge
schat, zoodat zelfs in Engeland, waar
toch wettelijke bepalingen verhinder-
ren het artikel als boter aan de markt
te brengen, de -omzet van jaar tot
jaar toeneemt. Zou de reden van
hun verzet voornamelijk te vin
den zijn in de vrees, dat het binnen-
landsch debiet zal verminderen met
de hoeveelheid, die tot dusver gebe
zigd wordt om er boter mee te ver
mengen Maar dat is dan een motiet,
dat zij niet kunnen aanvoeren en ook
niet aangevoerd hebben, omdat liet
juist een reden zou zijn. om met het
hoofdbeginsel dezer wet ingenomen
te zijn.
Iets anders, is hel-t v in dit op
zicht schijnen hun bezwaren niet ge
heel ongegrond, dat de wet eenzij
dig werkt. Zij bestrijdt alleen de ver
valscliing van boter, maar niet die
van margarine. Maar dat laatste is
ook niet bedoeld. Met evenveel recht
kunnen de heeren cr zich op beroe
pen, dat de wet do vervalscliing van
suiker ot van saffraan geheel buiten
behandeling laat. Indien in een win
kel een monster boter wordt opge
vraagd, en liet blijkt met aardappel
meel en stroop of wat het ook zijn
moge verknoeit te zijn, dan is de
winkelier evenzeer strafbaar, als wan
neer hij daartoe margarine heeft ge
bezigd, en terecht, want liet eerste
is veel erger dan het laatste. Ja maar
zeggen de margarinefabrikanten, nu
kan het best gebeuren dat men aller
lei verknoeid spul onder den naam
van margarine in den handel brengt,
en zijn wij liet kind van de reke
ning. Volkomen waar, en als het
werkelijk blijkt dat zulks geschiedt,
in zoodanige mate dat de handel in
laatstgenoemd product er schade door
lijdt, dan is de tijd gekomen om te
overwegen, of het niet noodzakelijk
is wettelijke bepalingen tot het tegen
gaan van knoeierijen in den marga-
rinehandel vast te stellen. Uit een
oogpunt van recht is daar niets tegen
te zeggen. Zelfs zouden wij het leven
dig toejuichen, als de Regeering, op
het voetspoor der Belgische, een al-
gemeene wet tegen vervalscliing van
voedingsmiddelen in het leven riep
met een flinke regeling van een spe
ciaal en zaakkundig toezicht. Docli
wanneer men niet kan krijgen wat
men wenscht, is dat nog geen reden
om niet aan te nemen wat men kan
krijgen. Deze wet is een soort van
noodwet, en moet ook als zoodanig
worden beoordeeld. Het publiek zal
voortaan weten, dat hetgeen voor
botei gekocht wordt, werkelijk boter
is, en dat is al veel gewonnen. Of de
invloed op den buitenlandschen han
del groot zal zijn, zal de tijd moeten
leeren: voorshands gelooven wij bet
niet.
Wij gaan dus niet mee met hen.
die beweren dat de Regeering ten
onrechte ontkent, „dat deze wet is
een begin van agrarische wetgeving,
een eenzijdige bescherming der zui
velbereiding, daar zij de concurentie
wil vrijlaten, maar alleen bedrog en
oneerlijke concurentie wil voorkomen,
door te verbieden dat het ééne pro
duct onder den naam van liet andere
in den handel wordt gebracht." Het
Vaderland is wel van die meening,
wanneer dat blad schrijft: „Indiende
bedoeling werkelijk niets anders was
dan „de onderscheiding te bevorderen
tusschen twee producten, die, ofschoon
uiterlijk op elkander gelijkende en
tot een soortgelijk oogmerk gebezigd,
nochtans in aard en samenstelling
van elkander verschillen,"-dan zou
zij de soorten van boter niet enkel
naar de vetbestandeelen hebben on
derscheiden, dan zou zij even groote
zorg getoond hebben voor den goe
den naam van de Ned. magarineboter
als voor den goeden naam van den
Ned. roomboter, dan zou zij niet toe
laten, dat slechts roomboter als mar
garine wordt verkocht, dan zou zij
in de eerste plaats verbieden eenige bo-
tersoorl onder een anderen naam te
verkoopen dan waarop zij volgens
haar bestanddeelen werkelijk aan
spraak heeft, enz."
Dat lieele betoog draait om een val-
sehe spil. Er wordt gesproken van
botersoorten. en die zijn er eenvoudig
niet. Die lieele onderscheiding naar
verschillende vetbestanddeelen is iets
onbestaanbaars.
Er is boter, er is margarine, al
thans, een beteren naam voor dit
gemengd fabrikaat is op dit oogen-
blik nog niet aan de hand gedaan,
en er zijn knoeisels van zeer uiteen-
loopcnde samenstelling. De wet tracht
te voorkomen, dat deze laatste onder
den naam van boter in den handel
worden gebracht. Vei langt men te
verhinderen, dat men ze onder dien
Van m.°rgHrino n:m rlon mnn_sLoolct to
brengen, best, dat is misschien een
quaestie van latere zorg, ofschoon
nog met geen enkel voorbeeld is aan
getoond, dat die noodzakelijkheid wer
kelijk bestaat.
De Vereeniging tot bestrijding van
knoeierijen in den botei handel heeft
op eenige verscherping aangedrongen,
in dien zin, dat het toezicht niet
slechts tot den handel op markten
en openbare verkoopplaatsen, maar
ook tot het debiet „langs de huizen"
wordt uitgestrekt. Ons dunkt, het
publiek moet daar nu maar voor
zorgen, door die manier van boter-
koopen af te schaften. Wenschelijk
schijnt het ons toe, dat de fabrieken
die veel aan particulieren verzenden,
zelf waarborgen stellen, om liet ver
trouwen der afnemers te winnen. Op
die wijze kan in alle opzichten aan
de goede bedoelingen des wetgevers
worden te gemoet gekomen.
Wellic-lit herinnert zich menig lezer,
dat indertijd ten kiezer te Varseveld, die
zijn stem luid uitgebracht en in de zaal
Een ware geschiedenis uit Thüringen,
DOOR
ANDRÉ HUGO.
46) Nadat hij zeer kort de woorden
Ik ben gelukkig te Parijs aangekomen en
tot dusver is mij nog niets gebeurd, wat
mij argwaan zou kunnen opwekken," had
teruggeseind, keerde hij met kloppend
hart in een fiacre naar zijn hotel terug.
De tocht heen en weer naar het tele
graafbureau, en het oponthoud aldaar
had hem ruim een uur tijds gekost. Wat
kon er al niet gedurende dien tijd zijn
voorgevallen? En wien zijner reisgenoo-
ten kon hij vertrouwen? Was het Bauern-
feld? of zijn neef? of Wallner? of alle
drie? of dreigde hem nog gevaar van een
anderen kant? Toen hij uit de fiacre sprong,
reed er juist een licht, open wagentje
door den ingang op het binnenplein van
het hotel en hield aan den anderen kant
stil. "Wie hield de leidsels? Hetjongmensch
kwam hem zoo bekend voor. Juist! dat
was dezelfde, die onder de jongelui aan
het station te St. Quentiri het woord
voerde.
Ongerust snelde Arthur de beneden
zaal in. Hier liep Bauernleld met groote
stappen heen en weer. Toen hij Falkening
zag liep hij naar hem toe, en zeide haastig
tot hem: «mijnheer Falkening, uw goud
loopt groot vader!"
Arthur verstomde. Nu begreep hij niet
wien hij moest verdenken.
Bauernfeld scheen zijn gedachten te
begrijpen want hij legde zijn rechterhand
geruststellend op Arthur's schouders en
zeide:
«Vrees niets! Ik. zoowel als mijn zoo
genaamde neef, zijn geheime politiea
genten, die u uit Br.... zijn nagezonden
om één der grootste schurken en dieven
te vangen."
Arthur keek op en zag tot zijne niet
geringe verbazing dat de kleeding vafi
den zoogenaamden neef geheel en al was
veranderd.
«Snel, snel nu naar boven!" sprak
de neef. «Hij is reeds in uw kamer
het is hoog tijd I"
Arthur snelde met beide de trappen
op.
«Hebt ge een wapen bij u?" vroeg
Bauernfeld aan Arthur, die van opge
wondenheid beefde.
«Mijn hemel I" riep deze uit; »ik heb
mijn revolver in mijn kamer laten liggen!"
«Dat is dom!" zeide Bauernfeld ont
steld. «Want hij kan hem vinden, niet
waar
«Hij ligt op mijn tafel!"
«Dan zal onze taak niet gemakkelijk
zijn! Zacht loopen wij moeten
den schurk op beeterdaad betrappen!"
Thans stonden de drie voor de deur
van Arthur's kamer.
«Nu, hebben wij geen sleutel I" fluis
terde de metgezel van Bauernfeld.
Arthur gaf hem dien.
Reeds wilde de zoogenaamde neef den
sleutel in het slot steken, toen Bauernfeld
zijn arm vasthield, den vinger op den
mond legde en zijn oor voor het sleutel
gat hield.
De beide anderen volgden zijn voor
beeld.
«Ha, ha! Wat heeft die ezel 't mij
gemakkelijk gemaakt! Met vette vingeis
heeft hij zijn nagels op het letterslot ge
drukt en de letters daardoor aangewezen.
Hoe kan het anders zijn dan het woord
Palermo?"
«Pa1ermo
Een welbekend geluid gaf Arthur nu
de zekerheid dat het deksel van den geld-
koffer was opengesprongen.
Arthur gaf een teeken om de deur te
openen.
Bauernfeld hield zijn metgezel terug.
«Ha, ha, ha, kling, klang! kling,
klang! Wat schittert en fonkelt dat
goud I"
«Thans is het tijd I" fluisterde Bauern
feld tot zijn metgezel.
Deze stak den sleutel zoo zacht en
voorzichtig in het slot, dat Wallner er
in de kamer niets van hoorde, want deze
vervolgde zijn alleenspraak.
«Nu kan Verena ook naar den drommel
loopen, nu heb ik haar niet meer van
noode I"
Arthur rilde. Zijne polsen klopten al
sneller en sneller; zijne blikken hingen
aan de bewegingen van den politiebe
ambte, die juist den sleutel voor de
eerste maal had omgedraaid; en nu die
beweging herhaalde en de hand op den
knop legde.
Een stoot aan de deur moest deze
openen.
Bauernfeld verbleekte, toen hij zag dat
de poging mislukte.
«Hij heeft er den grendel voorgescho-
ven I" knarste hij tusschen zijne tanden
terwijl zijn blik radeloos in 't rond zwierf.
Hij snelde naar Wallner's kamer ook
deze was afgesloten. Hij keerde terug.
Nog een sloot aan de deur en de kruk
met een deel van het slot sprong er af.
«Geef je over schurk!" riep Bauernfeld
toen hij door de gemaakte opening Wall
ner aan het venster bezig zag.
Deze gaf geen antwoord, maar haastte
zich zijn werk te voltooien.
Nog een stoot en de deur sprong
uit haar hengsels.
Alle drie stortten juist op hetzelfde
oogerrblik de kamer binnen toen Wallner,
buiten het venster verdween.
Bauernfeld greep den op tafel liggende
revolver en snelde er mede naar het
venster, waaraan een sterk touw beves
tigd was, waar langs de koffer in het
rijtuig naar heneden was gelaten. Thans
moest het touw denzelfderi dienst aan
Wallner bewijzen. Deze scheen zich in
de haast met de voeten in het touw te
hebben verward, want toen Bauernfeld
aan het venster verscheen, zag hij zijn
reisgezel nog aan het touw hangen-
Een schol een doffe val weg
rijden vari deii wagen, hiermee vet liepen
de volgende seconden.
Wordt vervolgd.)