NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT en GELDERLAND.
verschijnt woensdag en zaterdag.
Een leetepraatje over eea lastig
onderwerp.
binnenland.
No. 18.
Zaterdag 2 Maart 1889.
Achttiende Jaargang.
Zij, die zich met
1 April op dit blad
abonneeren, ontvangen
de voor dien datum ver
schijnende nummers
gratis.
AMEBSFOORTSCHE COURANT.
VOOR
abonnementsprijs:
Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
Van 16 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend»
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Een enkele maal, niet zoo vaak
meer als vroeger, maar 't gebeurt
toch nu en dan, vinden we te
midden van een reeks meerendeels
vrij prozaïsche berichten der Courant
het verhaal van een gewezen koop
man, ten gevolge van een faillissement
uit de zaken geraakt, die naar „het
beloofde land" van Amerika is getrok
ken, daar met stalen vlijt en onder
begunstiging van de fortuin opnieuw
eenig vermogen verwierf, en nu te
rugkeerde om zijn vroegeren schuld-
eischers of hun erfgenamen tot den
laatsten stuiver alles te betalen wat
de eersten bij zijn bankroet zijn te
kort gekomen. Soms is het ook een
zoon, die op deze wijzede nagedach
tenis zijns vaders in eer herstelt.
Ons, gewonen stervelingen, doen
zulke verhalen steeds aangenaam aan.
We zien er het bewijs in, dat goede
trouw en rechtschapenheid de wereld
nog niet uit zijn.
Maar er zijn ook bij uitnemendheid
practische lieden, die er de schouders
bij ophalen. „Wat een malle vent!"
roepen zij uit, en daar blijft het
bij. Van eventueele navolging van dit
voorbeeld zal bij hen waarschijnlijk
geen sprake zijn.
En zeker, wie zal ooit op de ge
dachte komen, aan een assurantie
maatschappij de som terug te beta
len, die deze ten gevolge van een
brand in zijn woning heeft moeten
uitkeeren? Bankroet is in den handel
een normaal verschijnsel, waar nie
mand iets op behoeft aan te merken,
'tls waar, voor de gevolgen van een
brand heeft men zich door zijn premie
gedekt. Doch hetzelfde kan van fail
lissementen ook gezegd worden. Ieder,
die zaken doet, staat bloot aan ver
liezen, doordien schuldvorderingen
geheelofgedeeltelijk onbetaald blijven
en als men wat lang in de affaires
is, kan men op ervaringsgronden vrij
nauwkeurig ook deze risèco in pro
centen van de winst betalen. Welnu,
die procenten zijn ook een soort van
premie, waarvoor men zeker recht
erlangt om, als de ondernemingen
falen, den crediteuren een deel van
het hun verschuldigde te onthouden.
In veel vroeger tijden, toen de
menschen er nog primitieve begrip
pen op nahielden, dacht men over
deze dingen eenigszins anders. Het
woord bankroet zelf is afgeleid van
het Italiaansche banco rotto (gebroken
bank). Ontleent aan de gewoonte,
om in het openbaar de bank of den
lessenaar door beulshanden te doen
verbrijzelen van den handelaar, die
aan zijn verplichtingen niet kon vol
doen. Dan werd ook niet gevraagd,
of tegenspoed, onkunde, zorgeloosheid
of verkwisting de oorzaak was van
het ongeval; de koopman, die zijn
verbintenissen niet nakwam, moest
voor altijd het gilde verlaten.
Hoe geheel anders zijn de opvat
tingen, in onze dagen gehuldigdDc
wet stelt bedriegelijke bankbreuk
(trauduleus bankroet),strafbaar; maar
dan moet ook het rechtstreekse!) be
wijs van schuld geleverd worden.
Daartoe is noodig te constateeren,
dat de boekhouding niet in ordo of
opzettelijk vervalscht is; of, dat er
een gedeelte van het actief, toen het
faillissement reeds in het gezicht was,
aan de crediteuren is onttrokken,
verdonkeremaand zooals de schilder
achtige uitdrukking luidt, ot, dat de
patiënt zulkegrove verteringen maakte
dat zijn zaken er onvermijdelijk door
ten gronde gericht moesten worden.
De lichtere nuanceeringen van
schuld, bijv. het te lichtvaardig
crediet verleenen aan personen van
welker betrouwbaarheid men niet
genoegzaam overtuigd was, het niet
in acht nemen van een juiste verhou
ding tusschen vermogen en crediet,
het drijven van zaken zonder genoeg
zame vakkennis, het aanvaarden eener
zaak met onvoldoend kapitaal, en
meer dergelijken, komen hierbij in
het geheel niet in aanmerking, om
dat zij niet vallen binnen het begrip
fraude.
Er zal zeker wel niemand gevon
den worden, die de gestrenge wetten
van voorheen op dit punt zou terug-
wenschen. Maar wel verneemt men
nu en dan stemmen, die onze wet
geving op dat punt wat heel erg
zacht vinden.
De uitbetaling, die na de homologa
tie van het accoord den crediteuren,
geschiedt, bedraagt somtijds een zoo
luttel aantal procenten, dat men zich
vol verbazing afvraagt, «waar die man
toch zijn crediet van daan haalde."
Toch ziet men hem, korten tijd na
de ramp die aan zijn koopmansleven
voorgoed een eind zou moeten maken,
opnieuw in zaken even alsof er niets
gebeurt is. Dat spelletje schijnt zelfs
eenige malen zonder eenig bezwaar
herhaald te kunnen worden. Loopt
het al te zeer in den kijker, dan is
er nog een mouw aan te passen,
doordien de vrouw, of de zoon, of
een bloedverwant van den failliet zijn
naam aan de aflaire geeft, in welke
voor het overige niets verandert. Wij
hebben voorbeelden gezien van een
vrij uitgebreide zaak, door een firma
gedreven, die, na het faillissement,
door een broeder van een der fir
manten werd aangekocht, voor een
betrekkelijk geringe som, waarna
alles weer precies zoo ging als vóór
de «financiëele operatie."
De jurist zal wellicht zeggen, dat
daartegen niets te doen is; dat de
thans bestaande „milde" bepalingen
door geen scherpere vervangen kun
nen worden, waarbij voornamelijk
het oog gericht is op voorkoming
van misbruiken. Wij nemen dat gaarne
aan. Toch komt het rechtsgevoel van
het groote publiek er tegen op. Het
groote publiek, dat natuurlijk slechts
oordeelt naar hetgeen het ziet, vindt
het ergerlijk, dat lieden van wie be
kend is dat zij twee of drie malen
failleerden, toch maar voortgaan
zich in niets te bekrimpen, al stond
Fortunatus onuitputtelijke geldbuidel
hun dag en nacht ten dienste,
terwijl de man, die stipt en eerlijk
aan al zijn verplichtingen wil voldoen,
in de wielen gereden wordt door de
concurentie van zijn minder nauwge-
zetten, de laatste zou zeggen min
der kleingeestigen mededinger.
Er is reeds dikwijls, ook in rechts
geleerde kringen, gesproken over de
mogelijkheid, om door verzwaring van
de bepalingen betreffende de verant
woordelijkheid van de bij een faillis
sement betrokken personen, meer
waarborgen te hebben, tegen mis
bruiken als hierboven zijn aangeduid.
De weg, om daartoe te komen, schijnt
nog niet gevonden te zijn. In Novem
ber 1879 werd door de Regeering
een Staatscommissie van vijf leden
benoemd, belast niet de taak om de
wetgeving op dit pun't aan een gron
dig onderzoek te onderwerpen. Het
resultaat van haar arbeid was een
ontwerp van wet op liet faillissement
en de surséance van betaling, welk
concept onlangs aan het oordeel van
Kamers van Koophandel en Fabrieken
is onderworpen, en over het algemeen
gunstig is ontvangen. Op menig punt,
vooral wat de formaliteiten betreft,
beveelt het verbetering aan omtrent
de hoofdzaak, de gemakkelijkheid van
accoord en rehabilitatie, verschilt het
weinig van de bestaande bepalingen.
TOESTASD DES KONINGS.
In de St. Ct. van Donderdagavond
is geen officieel bulletin omtrent 'sKonings
toestand opgenomen. Zooveel is zeker,
dat de kwaal des Konings in de laatste
dager, weer is verergerd en de krachten
door de weinige voeding zeer afnemen.
Een door vele notarissen en can-
didaat-notarissen onderteekend adres,
houdende bezwaren tegen de zaakwaar-
nemerij is aan de ministers van Binnen-
landsche zaken, Justitie eri Financiën aan
geboden door de commissie, die zich met
de redactie belast heeft, en die zeer wel
willend door den minister van Justitie
ontvangen is. De Minister heeft haar ver
zekerd, dat de herziening van de wetten
en besluiten op het notarisambt voort
durend nog een onderwerp ran ernstige
studie bij zijn departement uitmaakt.
Men schrijft:
»Het gouvernement van den Oranje-
Vrijstaat roept personen op, die genegen
zijn den spoorweg van Norval's Point
naar Bloemfontein en dien van Harrismith
naar van Reenen's pas aan te leggen en
te exploiteeren. De eerste baan moet
eene lengte hebber van 117' Engelsche
mijl, de tweede eene van 22 Eng. mijl.
Inschrijvingsbiljetten moeten voor of op
den 20. April aan het kantoor van den
gouvernements-secretaris zijn ingeleverd.
Verder wordt door hetzelfde gouverne
ment aanbesteed: de bouw van eene
stalen of steenen brug over de Caledon-
rwier, bij Jammerbergsdrift. De prijzen
moeten afzonderlijk gegeven worden. De
stalen brug moet zes bogen hebben van
153 voet elk, en de steenen brug 10
spannen van 95 voet elk en een van 89
voet. Inschrijvings-biljelten worden voor
of op 27 April a.s. ingewacht op het
kantoor van den auditeur-generaal met
het opschrift: tender voor brug te Jam-
merbergsdiift. Is er geen Hollandsche
firma, die het laatste werk aandurft, en
geen Nedcrlandsche maatschappijdie
den spoorweg wil leggent anders kapen
de Engelschen ons ook dit groote en
zeker winstgevende werk in Zuid-Afrika
weer voor den neus weg. Er is haast hij."
Het bericht, als zou de onderwijswet
van den Raad van State bij de regeei ing
zijn teruggekeerd, kan het Dagblad ten
stelligste tegenspreken.
Het advies van den Raad van State
werd tot heden door dat college nog niet
aan den Koning gezonden.
De postduiven-vereeniging ade
Snelvlieger" te Haarlem is voornemens,
bij genoegzame deelneming eene tentoon
stelling te houden van postduiven, op
Zondag 1 September a.s.
Daarbij worden prijzen uitgeloofd voor
den schoonsten doffer, de schoonste duif,
het schoonste paar duiven, voor de schoon
ste en voor de grootste inzending
Op denzelfden dag zal, bij genoegzame
deelneming, een nationale wedvlucht van
Keulen uit gehouden worden, (uitsluitend
voor vereenigingen), te houden met jonge
postduiven (broed '89).
Ook hiervoor zijn vele prijzen uitge
loofd, bestaande, evenals voor de tentoon
stelling, in medailles en diploma's.
In een huisgezin in den omtrek
der Tonnenbrug te Vlissingen heeft zich
opnieuw een geval van pokken voorge
daan, en wel bij een bakkersknecht, in
eene bakkerij werkzaam, gelegen naast
het perceel waar het eerst een geval van
pokken is voorgekomen.
Naar men verneemt, zullen de ver
trekuren der treinen van de nieuwe halte
bij de Bildtstraat te Utrecht (Holl. IJzeren
Spoorwegmaatschappij), in de spoorweg-
gidsen niet worden vermeld, doch zullen
alleen die van het station aan de Malie
baan worden aangegeven. Het verschil in
tijd bedraagt dan ook slechts2 a3 minuten.
De mineraalwateibron welke aan
den IJweg op een particulier erf opwelt,
zal door een Amsterdamsche firma nader
in exploitatie woiden gebracht. Het water,
dat in gehalte dat der Duitsche bronwa
teren overtreft, zal alsdan worden opge
vangen en in kruiken of flesschen ver
voerd.
Op den Rodesleinschen berg bij
Amerongen is het aan den jachtopziener
J. Beekhuis gelukt een prachtige vrouwe
lijke boommarter te schieten. In de laatste
jaren hield zich in de bosschen aldaar
bijna geen wild meer op. als gevolg vari
de aanwezigheid dier roofdieren.
De eenige militie-luitenant, een der
zeldzaamste voortbrengselen van ons mili
tie-leger, is met groot verlof! De heer
F. Rothe, milicien van de lichting 1884
werd in Januari 1886 bij liet le regement
huzaren tot militie-luitenant benoemd, en
is sedert in dien rang in verschillende
garnizoensplaatsen geweest. Zijn tijd is
gekomen en hij heeft de huzarenatilla
weder verwisseld met den gekleeden jas.
Bij deze merkwaardige gebeurtenis moet
ons een opmerking van het hart. Toen,
onder den minister Weitzel het Koninklijk
Besluit van 14 Dec. 1883 uitgevaardigd
werd, waarbij de instelling van militie-
officieren werd bepaald, werd als een der
hoofdmotieven voor de verdediging dier
instelling gewezen op het groote nut, dat
deze officieren later zouden kunnen be
wijzen als ze schnlterplichtig waren ge
worden. Het was de eerste schrede op
den weg, om de schutterjj van goed ge
oefende, deugdelijk onderlegde officieren
te voorzien.
Sinds gingen ruim vijfjaren voorbij en
de maatregel droeg vrucht. De militie
leverde één, zegge één officier, en wel
bij de huzaren.
Wat zal die cavalerie-scbutterij profi-
teeren van dien goedgeoefenden, deugde
lijk onderlegden huzaren-luitenant!
Amst. Ct.
Naar het Vad. verneemt, kan bin
nen enkele dagen de memorie van ant
woord op het verslag betreffende het
ontwerp tegen overmatigen arbeid van
vrouwen en kinderen verwacht worden.
Een gewijzigd ontwerp, waarbij de fa-
brieks-inspectie is opgenomen, zal de
memorie vergezellen.
Niettegenstaande alle tegenspraak
schrijft men uit den Haag aan de N.
R. Ct. kan ik u verzekeren, dat het
wetsontwerp op het lager onderwijs in de
vorige week bij den Raad van State is
afgedaan.
Het Vad. bevestigt ook het bericht en
voegt er bij, dat het advies van den Raad
van State met een afzonderlijk advies van
den staatsraad mr. J. Heemskerk Azn.
aan den Koning verzonden wordt.
Nu door de politie nauwkeurig
toezicht wordt uitgeoefend op kwartjes
vinders, hazardspelers enz., die voort
durend over de grenzen zijn gebracht,
zien die individuen geen kans meer in
Holland hun slag te slaan. Velen dier
lui zijn Duitschers, waarvan enkelen zich
in Emmerik ophouden. Twee daarvan
komen zeer veel met den trein af, doen
zich voor als paardenhandelaren en trach
ten reeds in den trein den een of ander
aan te klampen, hetwelk hun zoo nu en
dan ook gelukt. Zoo hadden zij een land
genoot op weg naar Amerika overgehaald
te Zevenaar met hen uit te stappen,
speelden met hem en beroofden hem met
hun valsch spel van 260 mark, zijn reis
geld, en een gouden horloge met ketting.
De bestemde burger voor Amerika was
zoodanig uitgeschud, dat hij als zonder
middel van bestaan over de grenzen moest
worden gezet. (Arnh. Ct.)
Omtrent het onderzoek aangaande
het schieten op visscbcrs uit Heyst door
Nederlandsche strandbewoners, wordt be
richt, dat de officier van Justitie te Mid
delburg thans den man heeft ontdekt,
die het schot loste, waardoor een der
Belgen, Leopold Edelinck, ernstig werd
verwond.
Het is een schaapherder, die meende
de veldwachters te hulp te moeten komen,
toen deze revolverschoten losten, om de
visschers te verschrikken, en zijn met een
kogel geladen geweer afschoot.
De gewonde vei keert nog altyd in
levensgevaar.
Door twee der te Nieuweschans
gestationeerde kommiezen is eene be
langrijke aanhaling gedaan van manufac
turen, die door twee personen op eene
slede zonder daarvan aangifte te doen
uit Pruisen wei den ingevoerd. De goede
ren en het vervoermiddel werden ten
kantore van den ontvanger te Nieuwe
schans opgebracht, en de aangehouden
personen als hebbende geene den amb
tenaren bekende woonplaats binnen het
rijk, ter beschikking gesteld van den
officier van justitie te Winschoten.
De Minister van Oorlog brengt ter
kennis van belanghebbenden
lo. In de maanden Augustus en Sep
tember e.k. zal een examen worden ge
houden tot toelating van onderofficier,-n
a. van het wapen der infanterie: bij den
hoofdcursus te Kampen en te 's-Herto-