Gemengd Nieuws.
BUITENLAND.
Plaatselijke berichten.
De Staats-Courant van 6 April be
val hel eerste bes-luit, dat in den nieuwen
vorm wordt uitgevaardigd. Het betreft
de vaststelling der lichting van de nati
onale militie voor 1889. De aanhef luidt
aldus
«In n3am van Z. M. Willem III, bij
de gratie Gods Koning der Nederlanden,
prins van Oranje-Nassau, groothertog van
Luxemburg, enz. enz enz.
«De Raad van State, krachtens art.
45 2°. van de Grondwet waarnemende
het koninklijk gezag;
»Op de voordracht van de ministers
van Oorlog. Binnenlandsche Zaken en
Marine," enz.
Daarop volgt de tekst van het besluit,
waaraan wij ontleenen dat de lichting
bedraagt 11000 man, waarvan 600 voor
den dienst ter zee. Het aandeel voor elke
provincie is: Noord-Brabant 1325, Gel
derland 1288, Zuid-Holland 2111, Noord-
Holland 1800, Zeeland 529, Utres lit 498,
Friesland 943, Overijsel 764, Groningen
713, Drente 347 en Limburg 682.
Indien wij goed ingelicht zijn
en wij hebben geen reden daaraan te
twijfelen dan valt nog weinig te roe
men over de werking der huidige Staats
machine. Aan de departementen van al
gemeen bestuur wordt steen en been ge
klaagd over de langzame afdoening van
zaken bij den Raad van State en over
de veelvuldigheid der nget allerlei opmer
kingen teruggezonden Staatsstuk ken. Waar
om den drang der omstandigheden, hier
en daar een gordi9ansche knoop zou
moeten doorgehakt worden, trekt eeri
ieder aan een eind van het touw. Dat
zijn de kwade gevolgen eener veelhoof
dige burgerregeering. Wij hopen van
harte dat, in 't waarlijk belang des
lands, het opperste gezag weer spoedig
moge komen in Koninklijke handen.
Dagbl
Door het hoofdbestuur der Veree-
niging ter bevordering van Fabrieks en
Handwerksnijverheid is aan den minister
van financiën een adres gericht, waarin
wordt aangedrongen op afschaffing van
den accijns op suiker, of, zoo dit met het
oog op de bate daardoor der schatkist
onttrokken, te ver mocht gaan, op een
trapsgewijze vermindering, waardoor men
volgens adressante tot op de helft van
dezen accijns kan komen, zonder bezwaar
van 's rijks inkomsten en tot groot voor
deel van den consument, daar de con
sumptie aanmerkelijk zal vermeerderen.
Het hoofdbestuur van het Nederl.
rundvee-stamboek heeft zich met een
adres tot den minister van binnenlandsche
zaken gewend, daarin verzoekende om
een streng toezicht te doen houden op
de verschillende binnenlandsche vee
markten en eene zoo streng mogelijke
keuring te doen plaats hebben van het
vee dat naar Engeland vervoerd wordt.
De burgemeester van Rotterdam
heeft, als hoofd der gemeentepolitie, hei
politiecorps doen weten, dat het verboden
is de dienst-medaille, benevens de me
daille als lid van den Algemeenen Ne-
derlandschen Politiebond van wege den
bond ingesteld, zichtbaar op de uniform
jassen te dragen. Evenzoo is het verbo
den, die medailles in het vervolg in ont
vangst te nemen. Naar de N. 71. Cf.
verneemt, moet dit besluit genomen zijn
uit overweging, dat de bond bevoegdheid,
mist, dienst-medailles voor «trouwen po
litiedienst" aan beambten van politie in
Nederland uit te reiken, en die alleen is
toegekend aan de hoofden (indien zij
daartoe het besluit willen nemen) der
gemeentepolitie.
In verband met de a. s. Palmpaar-
denmarkt te Utrecht, Maandag 15 dezer,
zal op Donderdag a. s. vanwege de Maat
schappij tot Exploitatie var, Veeslallen
een extra trein loopen van Groningen
r.aar Utrecht voor het vervoer van paarden.
De deputatenvergadering der anti
revolutionaire kiesveieenigingen zal niet,
reeds hem deed rillen en toch naar Ar
thur's woorden te oordeelen, grond van
waarheid bevatte.
«Barmhartige God! gilde de zieke;
-wees mij genadig! Ik kan niet anders
ik moet waartoe zou mij verder het
leven nog dienen? een last
een vloek toch treft den moordenaar
hoort gij hoort gij ik kan
niet en ik moet toch zonder
u nu ook geen leven ik kon trouwe-
looze vrouw
De koortslijder verhief zich op zijne
sponde; zijn blik dwaalde strak door de
kamer.
>Zietgij Gij zijt eene trouwelosze,
een valsch schepsel, een valsche kat
en valsche katten hi! die moeten
sterven Gij hebt medelijden met
mij, Verena Eens waart gij mijn
alles thans ben ik niet meer
zoo
Een kleine pauze volgde.
»Nu moet ik weg.weg van hier
laat mij los
Arthur trachtie uit het bed te sprin
gen. De oude Falkening moest al zijn
krachten inspannen om zijn zoon terug-
tehouden. Toch riep hij niet om hulp
want hij wist dat die opgewondenheid
slechts enkele oogenblikken duurde en
bet ware hem niet aangenaam geweest
zooals eerst gemeld is, worden gehouden
op den 2den maar op den 3den Mei a.s.
De werkzaamheden aan den bouw
van negen nieuwe villa's te Zandvoort,
voor rekening van eene Belgische maat
schappij, zijn druk aan den gang. Een
Belgisch ingenieur, naai wiens plannen
voor een groot gedeelte de badplaats
Blankenbeighe is gebouwd, leid de werk
zaamheden. Reeds heeft hij de plannen
bij zich voor verdere bebouwingen,
't Schijnt dat bovenstaande maatschappij
van Zandvoort een badplaats van den
eersten rang wil maken.
In de gisteren gehouden zitting van
het Engelsche Lagerhuis verklaaide de
heer Smit, dat de Regeering volle ver
trouwen stelt in de toepassing van het
reglement, houdende bepalingen tot voor
koming van de verbreiding van veeziekte
uit Duilschland in Nederland, en meent
dat dit reglement voldoende zekerheid
biedt. Daar evenwel groote bezorgdheid
onder de veehouders in Engeland schijnt
te beslaan, heeft de Regeering aan de
Landbouwvereenigingen voorgesteld eerii-
ge deskundigen naar Nederland te zen
den, om zich van den toestand te over
tuigen. Indien zij hierin toestemmen, zal
de Regeering een verzoek in dien geest
tot de Nederlandsche Regeering richten.
Agencc Havas heeft gemeend het be
richt te moeten tegenspreken, dat Bou-
langer een samenkomst had met prins
Victor Bonaparte in het Bois de Cambre.
De Indépendance houdt haar beweren
vol en verhaalt zoo uitvoerig al wat
Boulanger deed, gedurende Zaterdag en
Zondag dat men niet kan ontkennen,
dal het blad goed op de hoogte is. Boven
dien voegt het Brusselsche blad er bij,
dat Boulanger vroeger vaak in stilte in
Brussel geweest is, waar hij onder ande
ren in het Hotel Gemay logeerde, en
dat het nu niet de eerste maal is, dat
hij prins Victor Bonaparte bezocht.
Ten bewijze, dat Agence Havas wel
eens meer onwaarheid spreekt, herinnert
de Indépendanct aan een verhaal, om
trent een verslaggever van Daily Tele
graphi, dat indertijd veel opspraak ver
wekte. Boulanger was toen nog minister
van oorlog en had zich tegenover dien
verslaggever zeer breedvoerig uitgelaten.
Toen het verslag van de interview in
de Daily Telegraph verscheen, en men
zag, dat Boulanger zich verpraat had,
wist men niet beter te doen, dan het
geheele verhaal voor verzonnen te ver
klaren, waarmede Agence Havas belast
werd. Naar alle oorden der wereld werd
geseind, dat Boulanger wel in geen
maand een verslaggever bij zich ontvan
gen had. Doch de verslaggever had den
brief bewaard, die hem toegang tot hel
ministerie verschaft had.
In de Luxemburgsche Kamer is gis
teren een boodschap voorgelezen van den
hertog van Nassau, waarbij hij zich be
reid verklasit op de grondwet den eed
als regent af te leggen. De Kamer on
derzocht de daarbij gevoegde stukken in
de atdeelingen. De zitting werd ten 4
uur hervat. De vooizitter las de volgende
resolutie voor
„De Kamer van Afgevaardigden, over
wegende dat uit de haar medegedeelde
stukken blijkt, dat de koning-groother
tog in de onmogelijkheid verkeert de
regeeringszaken waar te nemen ten ge
volge zijner ziekte dat dienvolgens een
regentschap noodig wordt en overeen
komstig de familieverdiagen aan den
hertog van Nassau het regentschap met
volle recht toekomt, zal de eedsaflegging
van den regent ontvangen, krachtens art.
6 der Grondwet."
De discussie over dit besluit wordt ge
opend verklaard, doch daar niemand het
woord vraagt, wordt de resolutie met
algemeene stemmen aangenomen.
De voorzitter geeft daarop voorlezing
van de volgende verklaring:
zoo de dienstboden de verwarde taal van
den zieke zouden hebben gehoord.
Dit ijlen hield telkens met langer tus-
schenpoozen tot in den namiddag aan.
Toen kwam er rust en werd het den
ouden man mogelijk bij de overbrenging
van het lijk zijner vermoorde schoon
dochter naar het station tegenwoordig te
kunnen zijn.
Nog eenmaal beschouwde hij dat en
gelengelaat, dat veeleer scheen te slapen,
dan dood te zijn. Het leven was uit het
lichaam geweken, maar de doodsbleekte
had nog niet geheel en al de kleur des
levens vervangen, want over den als door
lichte smart saarngepersten mond lee-
kenden zich tusschen dezen en de anders
zoo vroolijk en vriendelijk starende, nu
gesloten oogen twee rozenkleurige plekken
op de wangen, als twee verbleekte rozen
op cararisch marmer.
Een traan rolde over de verdroogde
wangen van den ouden man, toen hij een
pooslang de teedere gestalte had aange
zien. Toen hij nu beval, dat het deksel
op de gladde doodkist moest bevestigd
worden hij had de order te Br...
achtergelaten het lijk bij aankomst uit de
kist te nemen en het in een der ledig-
staande kisten in den familiegrafkelder te
leggen en de vriendin van Verena, die
wij reeds kennen onder den naam van
De Kamer, zich vereenigende met de
gevoelens door de regeering uitgedrukt,
betreurt, dat zij door een wreede nood
zakelijkheid genoopt werd tot het nemen
van het besluit, dat zooeven is goedge
keurd en waarbij een voist is betrokken,
die gedurende veertig jaren aan liet land
voorspoed, geluk en vrijheid bezorgde.
De minister van slaat, de heer P. Eys-
sclien, deelde aari de Kamer mede, dat
de regent aanstaanden Donderdag den
eed wenscht af te leggen, en stelde der
Kamer voor, hare zitting op dien dag te
3 uur vast te stellen.
Dit voorstel werd aangenomen.
Toen hij de stukken, die op de zaak
betrekking hebben, aan de Kamer over
handigde, zeide de heer Evsschen
«Het leven der volken, evenals dat van
ieder mensch, heeft zijne dagen van srnart
en het openbaar belang eischt vaak of
fers. Zeer pijnlijk was de vervulling der
taak, welke thans aan de raadgevers der
Kroon was opgelegd. Doch wij zouden
gehandeld hebben in strijd met den geest,
welke onzen geliefden en ongelukkigen
sonverein in zijne langdurige regeering
bezielde, indien wij vergaten, dat men in
het openbaar leven slechts heeft te let
ten op het algemeen belang en de uit
voering der wet."
Het geiucht loopt, dat Boulanger plan
heeft zijn verblijf in Luxemburg te ves
tigen. Doch de regeering heeft volstrekt
geen plan gastvrijheid te verleenen aan
iemand, die in een naburig en bevriend
land van politieke misdrijven beschuldigd
is, en de regeering van dat land omver
wil werpen.
Ter herdenking van den geboorte
dag van H. K. H. prinses Sophia, zuster
des Konings, wapperden Maandag van
alle openbare gebouwen en van enkele
particuliere woningen alhier de Neder
landsche driekleur.
Zondag 12 April zal bij de Vrije Ger.
Gemeente op de gewone uren gepredikt
worden door den Heer Wolbers, van
Ambt-Deutichem.
Ten administratie-kantore der 11.
IJ. S. M. werd Maandag aanbesteed: het
ophoogen van een gedeelte spoot weg, het
wijzigen van de spoorinrichtingen en het
maken van een verhoogd perron met
abri-ijzeren overkapping enz. enz., op het
station-emplacement Amersfoort. Van 28
biljetten was de minste inschrijver de
heer F. Verhoeven van Deventer voor
f26.400.
Voor de verkiezing van een hoofd
ingeland in het district Amersfoort voor
het heemiaadschap de rivier de Eem,
beken en aankleve van dien. moet eene
herstemming plaats hebben tusschen de
heeren A. M. Tromp van Holst te Amers
foort, die 126 en G. van den Hengel YYz.
te Leusden, die 87 van de 251 geldige
stemmen bekwatn.
Ten raadhuize is Maandag door B.
en W. aanbesteed: 1. het maken en le
veren van een mesjpraam ten behoeve
van de gemeentereiniging. Laagste in
schrijver E. J. Overmars te Hasselt, voor
f523; en 2. het baggeren van de haven
en grachten. Laagste inschrijver P.
Schimmel te Amersfoort, voor f597. Aan
genoemde inschrijvers zijn de werken
gegund.
Van wege de afdeeling Amersfoort
van het Utreclitsch Genootschap voor
landbouw en kruidkunde, werd Vrijdag
op het terrein van de Beestenmarkt eene
keuring van stieren en beervarkens ge
houden. Als keurmeesters fungeerden de
heeren J. P. Koning, te Wageningen,
N van Leeuwen te Eenigenburg, gemeente
St. Maarten, en F. J. Lindeboom te Dalf-
sen. 12 stieren met kalvertanden, van
inlandsch ras, waren aangevoerd. De 1.
prijs, f40, verwierf S. van Maanen te
Woudenberg; de 2. f30, S. Bloemendal
Wilmann, zich over de levenlooze gestal
te onder heftig snikken heenboog, toen
moest hij zich omkeeren, want zijn inge
houden smart werd hem nu te drukkend
en hij moest zijn gemoed lucht geven.
Lang, lang weende de oude man, als
een kind, totdat hij rustiger werd en hij
de toeschouwers overzag. Toen zag hij
ook een jongen man, die blijkbaar diep
getroffen was, toen de schrijnwei ker
omzichtig het deksel op de kist legde en
vastspijkerde. En toen de kransen en
bloemen op de kist gelegd waren en de
dragers haar ophieven, toen trad de jonge
man in een hoek en weende, zoodat de
omstanders onwillekeurig naar hem keken.
Falkening vroeg aan verschillende omstan
ders naar den naarn van dien man, nie
mand echter wist hem dien te noemen.
De kist werd nu de trappen van
de veranda opgedragen: de treurige
tocht ving aan naar het daarbijgelegen
station.
Nogmaals fluisterde de oude man met
zijne verdorde lippen een vaarwel toe,
alvorens de deur van den goederenwagen,
waarin de kist geplaatst was, gevloten
werd; toen keeide hij zich om en wilde
weggaan.
In dit oogenblik riep een der conduc
teurs tot dienzelfden jongen man, dien
Falkening bij het lijk zijner schoondochter
aldaar; de 3., f20, W. van de Glind te
Maarsbergen, en de 4., f10, J. de Lange
te Woudenberg. Een bestuursprijs werd
aan W. van Daatselaar, te Leusden, toe
gekend voor den aanvoer van een slier,
afstammeling van de Donderdagmorgen
voor 275 verkochte kalf koe.Vier stieren
met twee breede tanden waren pange-
bracht, waarvoor W. Meiling, te'Slouten-
burg, den 1. a f15 en H. van Reel: te
Hoogland, den 2 prijs, a f10 verwierf.
Slechts 1. Varkensbeer van buitenlaridseh
ras was aangevoerd. De 1. prijs is niet
toegekend; de 2. prijs, ad f5. werd toe
gekend aan P. Kuijt, te Stoutenburg.
Van inlandsch ras waren er acht aan
gevoerd. De 1. prijs daarvoor, a f 10,
verwierf A. van Dijk, te Hoogland, en
de 2., a f 5, C. Ederveen, te Woudenberg.
In de Vrijdag gehouden algemeene
Vergadeiing, van genoemd Genootschap,
afdeeling Amersfoort is tot lid van het
hoofdbestuur benoemd mr. J. L. baron
Nepveu, alhier, en tol bestuurslid van
de afdeeling Amersfoort de heer J. van
van den Hengel Mz., te Stoutenburg.
Beide benoemingen geschieden ter voor
ziening in de vacaturen, door het over
lijden van den heer J. E. baron van
Hardenlroek van Lookhorst ontstaan
De aanbeveling voor het lidmaatschap
van het hoofdbestuur bestond uit de hee
ren mr. J. L. baron Nepveu, alhier, dr.
M. C. Verloren van Themaat, te Hoogland
en Mr. J. Cock Blomhof!, te Amersfoort,
en die voor het lidmaatschap van het
bestuur der afdeeling uit de heeren mr.
C. J. W. Loten van Doelen Grothe, te
Soest, J. van den Hengel Mz. te Stouten
burg, en L./Woudenberg te Eemnes.
Lijst van brieven geadresseerd aan
onbekenden, veizonden van het Postkan
toor te Amersfoort, over de 1. helft der
maand Maart '89.
1. C. de Boer, Marken.
Van Woudenberg.
2. Langestraat B. 22. Amersfoort.
Amerika.
1. A. v. Gelder, Yerseij City.
Italië enz.
2. C. E. Ditlinger, Vincent.
Jan. Dat is den 3den April een ge
zoek geweest in Parijs!
Piet. Naar wat?
J. Naar wien? moet je vragen. Naar
Boulanger, den dapperen generaal.
P. Meen je dien?
J. Zeker. Hij zou bij Jollivet komen
dirieeren. Men wachtte, men wachtte,
en toen 's avonds te halftien de zaal
vol genoodigderi was, bleef de dappere
weg. Eindelijk vernam men dat hij uit
vrees voor een rechterlijke vervolging
naar Brussel was gevlucht.
P. En den vorigen dag had hij nog
aan zijn vriend Naquet gezegd, dat hij
niet bang was en niet zou vluchten.
J. Nog mooier. Zijn vrienden hadden
hein geraden, iemand op den uitkijk
te zetten vóór zijn huis, en een hunner
had aangeboden dat postje waar te nemen
maar de dappere had gezegd: «Als er
gevaat is, moet het alleen voor mij zijn
P. En nu is hij toch gegaan.
J. Het schijnt, dat zijn vriend Bouchez
die de stukken van aanklacht heeft in
gezien, hem de vlucht heeft aangeraden.
P. Dan heeft de Slager den Bakker
geholpen.
KERKNIEUWS.
Ned. Herv. gemeente:
Beroepen naar Zoelmond, ds. G. van Kem
pen, te Soesterberg.
Bedankt voor de vnursche, ds. H. Bax, te
Doornspijk. Voor Nijmegen, ds. L. J. van Rhijn,
had gezien »U moet in den derden wa
gen instijgen, mijnheer, zoo u naai Br.
wilt reizen!"
Op liet gelaat van den jongen man
spiegelde zich nog duidelijk de smart af
die hij gevoelde, toen hij om keerde en
riaar den aangewezen wagen keek. Hij
wilde er heen gaan, toen een logement
houder hem nariep «Mijnheer Obermann,
mijnheer Obermann, wilt ge dan uw
goed niet medenemen?"
De jonge man knikte toestemmend,
terwijl hij zijn lippen nogmaals vast op
elkander drukte toen zijn blik op den
goederenwagen viel, die het overschot
van Verena bevatte; daarop wenkte hij
den bediende hem te volgen en geraakte
uit het gezicht.
«Obermann Obermann?..." zei
Falkening bij zichzelven«ik meen
den naam meer gehoord te hebben!..."
De locomotief zette zich in beweging;
het gefluit klonk heden den ouden man
niet zoo schel in de ooren als anders
Met een weemoedigen blik zag hij den
trein na, luisterde naar liet gedruisch dat
wegstierf en toen werd alles kalm en
rustig rond hem heen.
Falkening begaf zich naar de woning
van zijn zoon om daar zijn taak als zie
kenverpleger voorttezetten en het ijlen
aantehooren. Was dit ook niet zoo erg
te Muiderberg. Voor Oostcrhesselen, ds. J. H.
Tijl, te Terheijden.
Drietal te Geesteren: A. Vcenhuizen. te Ne-
derhort den Berg; J. Steenbeek, te Nieuw Leusden
en C. A. ten Bokkel Huinink, te Wezepe. Idem
te HaarlemM. Göpner, te HarderwijkC. Hattink
te Apeldoorn; en J. C. Montijn, te Schiedam.
Ned. Ger. gemeente (doleerende)
Bedankt voor Bodegraven, de heer K. Boon,
te 's Gravezande.
Door kelkvoogden en notabelen
der herv. gemeente te Zoeterwoude is de
jaarweede van den beroepen predikant
aldaar vastgesteld op f1500.
Uit de oude doos.
Onfeylbaar remedie voor de beet van
een dolle hond,
neemt een hand vol fleriaan
Magistrantie of Ne-
genkragd
Wijmkruyd
t> d Salie
Abroduim of Abru
«ju Hysot
Belonica
Cardie of kannen-
wasser
Wippedoornhet blad
dit alles gekookt de helft in water en
asyn tot een ordinaire Wijnboetelje vol
voor een mensch
de afgekookten kruyden gebruyklmen
voor een beest voor een mensch allen
morgen nucliteren 1 goede wynkelk vol
te gebruyken 9 dagen lang.
Indien er gebeten wonden zijn moeten
dezelve alle dagen 9 dagen lang met
een bast of spaantje van eykenhoud
opengewreven worden tot dat er bloed
uytkomt en met de bovenstaande drank
gewassen worden
de genezing nog de herstelling heeft
van 100 menschen niet een gemist al
heeft de lijder de watervrees reeds op
het lijf mits men daar in 24 uren daar
noch maar bij is.
N.B. dit is 't zelfde recept dat men te
utregt aan de bilt in gelderland op het
dorp Heerde en in Overijssel gereed
maak en onfeylbaar is.
te Amsterdam bij I Verlem 1785.
Klef.rmakerswinkel in een spookweg-
wagon. Een jonge man te Kolditz, in
Saksen, die een bruiloftspai tij te Leipzig
inoest gaan bijwonen, had zijn kleeder
maker opdracht gegeven om hem den
zwarten rok, dien de man reeds acht
dagen in den maak had, op zijn aller
laatst des morgens vroeg, vóór het ver
trek van den eersten trein te bezorgen.
De wakkere snijder beloofde plechtig
dat het kleedingstuk des morgens vóór
zes uur gereed zou zijn, maar ongelukkig
dronk hij 's avonds een extra glaasje bier
en kwam wat opgewonden en niet in
staat om te werken te huis »'t Is niets,"
voegde hij zijne vrouw toe, «ik zal van
nacht om drie uur opstaan, de rok is in
twee uur klaar."
De kleermaker sliep als een roos en
toen hij wakker werd, was hetIialfzes
In de eerste oogenblikken was hij zeer
ontsteld, maar de sliminert wist raad te
schallen. Hij droeg zijn knecht op den
onvoltooiden rok in te pakken, stak zijn
gereedschap bij zich, stapte met zijn
klant in den trein en maakte gedurende
de twee uren, dat de reis duurde, de rok
keui ig netjes af. Aan 't voorlaatste station
gekomen, had de wakkere snijder enkel
nog maar de knoopen aan te zetten. Te
Leipzig snelde de kleermaker naar een
vakgenoot, waar liet feestgewaad werd
gestreken en een half uur later zat de
rok als gegoten aan het lijf van den
bruiloftsgast.
Lücillus komt in den Spectator op voor
de „rechten der dieren". Wel heeft een
afgevaardigde onlangs openlijk de mee
ning uitgesproken, dat de dieren geen
rechten hebben, omdat zij redelooze
schepselen zijn, maar met meerder zin
meer als gedurende de twee laatste da
gen, toch vervulden die verwarde woor
den, door hun inhoud, hel vaderlijk hart
met bange twijfeling.
De zonderlingste en elkaar geheel en
al tegensprekende geruchten liepen in de
kleine residentie omtrent den raadsel-
achligen moord op de schoone jeugdige
mevrouw Falkening. Zoo wisten eenige in
woners met alle zekerheid te vertellen
dat de moordenaar een onlangs ontvluchte
boosdoener uit de staatsgevangenis van
het aangrenzend hertogdom was, die reeds
sedert eenigen lijd de omstreken onveilig
maakte. Anderen beweerden daarentegen
dat er geen grond hoegenaamd bestond
om aan moord uit roofzucht te denken,
daar er niet het minste gestolen was,
hoewel de moordenaar in zijn misdaad
niet was gestoord; men moest veeleer
aannemen dat de moord uit wraakzucht
gepleegd was en dat de geheimzinnige
sluier die er over uitgespreid lag eerst
dooi den tijd, misschien door de genezing
van den wellicht doodelijk verwonden
echtgenoot, zou worden opgelicht. Zoo
gingen de praatjes in de stad, zonder dat
iernaud in de verste verte de waarheid
nabij kwam.
Wordt vervolgd