BUITENLAND.
Plaatselijke berichten.
Te Bergen-op-Zoom is in het Volks
park het gedenkteeken onthuld, dat door
de leerlingen en leeraars dor R. H. B.
S. der gemeente aangeboden werd. Als
sprekers traden bij deze plechtigheid op
de burgemeester De Roock en de heer
Van de Wijnperse. directeur der H. B. S
Het gedenkteeken is ontworpen door
den heer Gips, leeraar aan bovengenoem
de inrichting, en werd uitgevoerd door
den heer Van Dijk-Petit, aldaar. Het be
staat uit een obelisk van savonnière
(licht gekleurden zandsteen), np piëdestal,
gekroond met een vergulden bol met
doorns, terwijl aan de voorzijde het vol
gende opschrift prijkt: »17 November
18131888. Aan Neerland's onafhanke
lijkheid gewijd en der gemeente Bergen-
op-Zoom opgedragen door leerlingen en
leeraars der R. H. B. S."
Het samenvallen dezer plechtigheid met
het weder aanvaarden der regeering door
Z. M. den Koning, alsmede met de her
innering, dat voor 75 jaren het Fransch
garnizoen de vesting Bergen-op-Zoom
ontruimde, gaf aanleiding tot opgewekte
feestvreugde in de stad. Tot slot van den
feestdag werd een groote militaire taptoe
gehouden, die door duizenden werd bij
gewoond.
De feesten te Parijs beheerschen de
pers en dringen al het andere naar den
achtergrond. Elk blad dat men ter hand
neemt, wijdt meer of minder lange arti
kelen aan de herinneringsfeesten van de
Omwenteling en de openingsfeesten der
Tentoonstelling.
De geestdrift is dan ook groot, en het
schot op den president der Republiek
schijnt het enthousiasme van het volk
slecnts vermeerderd te hebben. Na de
heer Carnot Zondagavond op zijn terug
tocht naar Parijs stormachtig te hebben
toegejuicht, was gisteren weder een groote
menigte bijeen langs den weg, dien de
president nemen moest om de tentoon
stelling te openen. En zelfs de afwezig
heid der gezanten en der leden van de
rechterzijde was niet in staat den glans
van het schouwspel te verdooven. Te
half twee verliet de president het Elysée
te twee uur kwam de stoet op het Champ
de Mars aan. De dichte volksmenigte
langs den weg juichte den president har
telijk toe.
De president werd ontvangen door den
heer Tirard, den minister-president die
zeide, dat de beduchtheid, door sommigen
voor de tentoonstelling gekoesterd, ver
dwenen is dank zij de medewerking
van binnen- en buitenland. De uitkom
sten overtreffen de verwachting en zelfs
de landen, die zelf geen deel wilden
nemen, hebben particulier de inzenders
gesteund. Daarvoor bracht hij allen dank
en besloot met de woorden: Wij zullen
met vreugde aan de vreemde bezoekers
eene feestelijke ontvangst bereiden. Wij
willen hun het bewijs leveren dat het
republikeinsche Frankrijk even gastvrij
als gulhartig is en dat het den arbeid
weet te eeren."
Daarop nam de president Carnot het
woord. Hij begon met het welkom toe
te roepen aan de arbeiders der geheele
wereld, en aan alle vreemdelingen. Parijs
zal hen gastvrij ontvangen en is geluk
kig dat te kunnen doen. Dan zal men
zien welk een waarde te hechten is aan
laster uit blinden hartstocht geboren.
De president wees op de geestkracht,
waarmede Frankrijk zich van wreede be
proevingen heeft hersteld. Het vindt in
zijne instellingen de kracht om den ar
beid op te wekken, om den handel en
de nijverheid aan te moedigen. Door de
groolsche feesten van den arbeid, zooals
wij hier thans vieren, vinden de volken
het middel om elkander te naderen, om
elkander te begrijpen; daardoor moeten
gevoelens van achting en welwillendheid
ontstaan, die niet kunnen nalaten een
gunstigen invloed te oefenen op de lots-
men, zoodra de slede door de tweede
poort op het binnenplein zou zijn geko
men, daar hij iets noodzakelijks in huis
te verrichten had en hem dus eenige
oogenblikken alleen moest laten. Daarop
was hij, na den portier eenige woorden
te hebben toegefluisterd, met een zij -
delingschen blik op Arthur weggesneld.
Het scheen Arthur toe alsof de por
tier met op2et aarzelde de tweede deur
te openen, want het duurde een gerui-
men tijd alvorens de slede met schel ge
klingel het binnenplein inreed.
Toen de slede voor het gebouw stil
hield, klonk een verschrikkelijke kreet
uit een der bovenste verdiepingen.
«Wat is dat, dokter? Ik meen eerie
vrouwenstem te hooren."
iWel mogelijk, mijnheer Falkening.
De arme ongelukkige die op de tweede
verdieping woont, zal een aanval hebben
gehad. Doch kom nu, opdat ik u aan
mijne echtgenoote voorstelle."
Arthur liep met den dokter den bree-
den trap op naar de ontvangkamer waar
mevrouw Marcuet. die wij reeds als Ve
rena's vriendin onder den naam van
Clara Huth hebben leeren kennen, den
nieuw aangekomene op de lieftalligste
manier welkom heette.
Dokter Marcuet, die naar eenige pa-
tienten moest zien, vertrok, nadat hij den
wisselingen der wereld; daardoor zal het
tijdstip worden vervroegd, waarop de
hulpbronnen der volken en de opbrengst
v3n den arbeid uitsluitend en alleen zul
len gewijd worden aan de werken des
vredes. Deze rede van den heer Carnot
werd met daverende toejuichingen begroet.
Daarna bezochten de president en zijn
gevolg de verschillende afdeelingen. De
particuliere correspondent van het Han
delsblad seint, dat, toen de president dei-
Republiek de Nederlandsche afdeeling
der tentoonstelling voorbijging, het Nedei-
landsch comité hem werd voorgesteld
door den heer Berger, directeur der ten
toonstelling, die daarbij tevens wees op
de geestkracht van eene kleine natie als
Nederland, eene geestkracht, die vooral
op- deze tentoonstelling bleek, daar de
inzenders geen subsidie genoten. Daarna
ging de president langs den kampong,
waar de Javanen hem groetten en toe
juichten.
Terwijl Frankrijk het vredesfeest viert,
is Duitschland nog steeds in strijd ge
wikkeld het schijnt, dat de toestand in
Zanzibar nog lang niet rooskleurig is.
Dit Wijkt uit het feit, dat dr. Peters het
niet raadzaam acht met zijne expeditie
de streken door te trekken, wier bewo
ners vijandig tegen Duitschland gestemd
zijn. De Engelsche consul, de kolonel Evan
Smith, is in Londen teruggekeerd en heeft
een uitvoerig verslag over den toestand
in Zanzibar uitgebracht; doch de inhoud
van dat verslag is nog niet bekend. Doch
uit particuliere berichten blijkt, dat er
talrijke complotten worden gesmeed, om
de Duitschers veen beentje te lichten".
Een troep svisibotes"' ongeregelde troe
pen van den sultan, zou zich des nachts
van deD Duitschen consul meester maken
en alle Europeanen, zonder onderscheid
van nationaliteit, vermoorden. De consul
van Duitschland is van dit complot in
kennis gesteld en drong bij den sultan
aan op het in hechtenis nemen der
schuldigen.
Maar bij voortduring blijkt, dat het
leven der Europeanen in de hoofdstad
van het sultanaat geen oogenblik zeker
is, en dat zij voortdurend blootstaan aan
de aanslagen van moordenaars. Boven
dien schijnen de vijandelijkheden tusschen
de Duitschers en Bushiri binnen kort
hervat te zullen warden. Uit een bericht
van den zendeling Hooper, de laatste
die Bushiri nog gevangen hield, doch die
nu vrijgelaten en te Zanzibar aangeko
men is, blijkt, dat de negervorst geene
levensmiddelen meer heeft. Hij zal dus
wel maatregelen moeten nemen, om de
kust te naderen.
Zondag heeft reeds een klein gevecht
tusschen ir.booi hngen en Duitsche ma
trozen plaats gehad een Duitscher werd
gekwetst en een oogenblik verkeerde het
Duitsche consulaal in gevaar. De Leip
zig heeft een gewapend detachement ge
zonden om de orde te herstellen.
Zondag 12 Mei zal bij de Vrije
Ger. Gem. op de gewone uren gepredikt
worden door Ds. Plasscher van Gouda.
De gemeenteraad welke j.l-Maan
dag bij elkander kwam om te spreken
over het Koningsfeest besloot met alge-
meene stemmen voor dat doel 800 Gld.
beschikbaar te stellen. Ziet verder het
gemeen terands-verslag.
Uit goeden bron vernemen wij dat
de bewoners van het Havik alhier voor
nemens zijn, bij het as. Koningsfeest
hunne gracht te illumineeren; dat het
weder iets prachtigs zal zijn, behoeven
wij niet te zeggen; het Havik toch was
bij vorige feestvieringen een der netst
versierde punten onzer stad, vooral de
verlichting maakte een schoon effect.
Er wordt gespioken, naar men ons
meldt, dat de bewoners van den Hof, hun
hof, zooals zij zeggen, willen versieren;
als dat waar is, dan zijn wij wat schoons
gast nogmaals aan zijne vrouw had aan
bevolen. Deze begreep hem.
Arthur was blijkbaar verstrooid, want
op alle vragen tot hem gericht ant
woordde hij ontwijkend of zoo dat het
haar bleek dat zijn geestvermogens ge
krenkt waren. Vooral werd mevrouw Mar
cuet in die meening versterkt door de
omstandigheid dat Arthur in het minste
niet zijne vroegere vriendschappelijke be
trekking tot haar herdacht, maar, naar
het scheen, met opzet het gesprek eene
andere wending gaf, wanneer het ge
bracht was op vroegere tijden.
Zoodra echter Arthur zich terugdacht
in den tijd toen mevrouw Marcuet nog
zijne vriendin en de vertrouwelinge van
zijne Verena was geweest en de natuur
lijkheid in haar toon en stem van toen
vergeleek met die van nu, dan scheen
het hem toe alsof zich ouder de uitwen
dige vriendelijkgeid eene zekere terug
houding verboig, ja alsof haar toon ge
dwongen en gemaakt was. En wanneer
hij dan over de waarschijnlijke oorzaak
van dit verschijnsel dacht en zijn blik tot
zijn vroegere vriendin ophief, dan schouwde
hij telkens in een scherp waarnemend
oog, waarin een soort medelijden zich
afspiegelde.
Onder allerlei gesprekken vloog de voor
middag voorbjj. Kort voor het middag.
te wachten; wij weten, dat de mannen
van den Hof. wanneer zij zich op dat gebied
iets voorgenomen hebben het niet alleen
ten uitvoer brengen maar flink en goed
voor den dag komen.
De Hagenaars, bewoners van de ngroote
Haag" in deze gemeente, waren steeds
de eerste wanneer liet Koningsfeesten
gold, het hunne bij te dragen tot op
luistering daarvan; thans waren zij weder
om de eersten die hun voornemen daar
toe ter kennis brachten het zijn
trouwens trouwe vereerders van het huis
van Oranje. Da: zij op het a. s. feest
zich ordelijk zullen gedragen, zullen zij
toonen, door in hunne buurt geen mis
bruik van sterken drana te maken.
Naar wij vernemen wil de heer Schmidt,
eigenaar van het hotel „Amersfoortschen
Berg," die reeds menigmaal onze inge
zetenen eenen genotvollen muzikalen avond
bezorgde, ter gelegenheid van de veertig
jarige regeering van Z. M. onzen gc-
eerbiedigden Koning een concert geven,
terwijl de terreinen om het nette hotel
smaakvol verlicht zullen worden, enz. enz.
Om het welslagen hiervan te bevorde
ren zal de ondernemer inteekenlijsten
doen rondgaan of dezelve op geschikte
plaatsen ter teekening neder leggen
Voor matigen prijs zal men een genoe-
gelijken avond kunnen doorbrengen.
De dag der uilvoering zal zijn Zater
dag 11 Mei of acht dagen later.
Bij Koninklijk besluit zijn o. a
benoemd tot le Luit. bij de d.d. Schut
terij alhier, W. Croockewit en C. M. M.
Vermolen, tot 2e Luit. G. Beins en J.
R. van de Gumster.
De adjudant-onderofficier, dienst
doend officier Plijnaar, van het 3e regi
ment veld-artillerie te Bergen op Zoom,
wordt, op zijn verzoek, overgeplaatst bij
het le. regiment, en zal alhier den ad
judant-onderofficier, dienstdcend officier
D, C. Smeulders, die den dienst verlaat
vervangen.
De commissie tot keuring van fou-
rages zal gedurende de maanden Mei en
Juni bestaan uit den kapitein jhr. W. P.
Barnaart, den 1. luit. G. M. J. Turk en
den paardenarts 2e. kl. St. Frederikse.
Als plaatsvervangende leden zijn aange
wezen de ritmeester H. P. van Raden,
de 1. luit. J. Eek en de paardenarts 2e.
klasse J. B. H. Moubis.
De miliciens der veld-artillerie van
de lichting 1887 zijn den 30 April jl.
met groot verlof naar hunne haardsteden
teruggekeerd.
Door Z.E.'.c. den Commissaris des
Konings in deze provincie zijn benoemd
tot schatters voor de personeele belasting,
Controle Amersfoort, voor dit dienstjaar
de heeren: J. van Bottenburg, C. J. Ja
cobs J. A. Hoksbergen, G. Prins en T.
van Daaldezelfde heeren die in het af-
geloopen jaar en vorige jaren met deze
betrekking waren belast.
Morgen, 9 Mei, heeft, de Spaarbank
alhier 30 jaren bestaan; zij werd opge
richt door de afd. Amersfoort van de
Maatschappij tot Nut van 't algemeen en
mag zich lerheugen in een bloeiende
toestand.
Aan de Christelijke Nationale school
le Naaldwijk is benoemd als onderwijzeres
Mejuffrouw T. van der Linden, leerling
van de Chr Nat. School alhier.
Aan het postkantoor te Amersfoort
en de, daaronder ressorteerende, hulp
kantoren werd gedurende de maand April
ingelegd f8010.98; terugbetaald f4565.
Het laatste, door dat kantoor uitgege
ven, boekje draagt het nummer 1777.
No. 339,
Gisteren is door den keurmeester van
het slachtvee alhier een uit nood ge
slachte koe bij v. E. voor de consumptie
maal bracht de dokter, terwijl diens vrouw
in de keuken bezig was, Arthur naar
zijne kamer, die hij gedurende zijn ver
blijf te St. Wolgang zou bewonen, be
wonderde met hem het heerlijke verge
zicht, dat zich heden, begunstigd door
het heldere winterweder, voor Arthui's
blik ontvouwde en begaf zich, toen de
etensbel door het oude gebouw weer
klonk, met Arthur naar de huiskamer.
Hier was de tafel gereed, zoodat zij
zich terstond kon nederzetten. Onder het
eten werd een drnk gesprek gevoerd,
waaruit het bleek hoe lief de omgang
van zijne vroegere vriendin met haar man
was en hij zulk een liefelijk beeld voor
zich zag een echte huiselijkheid en een
gelukkig familieleven dat hij met dubbele
droefgeestigheid zijne vroegere gelukkige
dagen herdacht en zoo peinzende al stil
ler en stiller werd, totdat eindelijk de
smart over zijn ongeluk hem zoo overwel
digde dat hij't niet langer kon uithouden,
maar hij zoo aangedaan werd dat hij van
tafel moest opstaan.
Het gelukkige echtpaar zag elkander
beteekenisvol aan toen Arthur naar het
venster trad, eerst zijn vcroi hoofd met de
hand wreef, toen zijn hoofd tegen het
vensterglas drukte en eindelijk een dof
gesnik deed hooren.
De dokter verliet de kamer.
afgekeurd en onder politietoezicht ver-v
voerd en verbrand.
Het hevig onweder dat gisteren
namiddag vergezeld van hagelbuien, boven
onze stad zich onlastte, en van 2'/j tot
6 uur in den namiddag aanhield, heeft
gelukkig alhier weinig schade veroor
zaakt; de bliksem kwam in het station
van de Centraalspoor achter in en sloeg
voor weder uit zonder veel schade
aan te richten; een schoorsteen zegt
men. zoude getroffen en vernield zijn.
In het naburige Nijkerk werd een per
soon op het stations-perron getroffen en
terstond gedood.
De gemeenteraad was Maandag
namiddag bijeengeroepen tot bespreking
van de herdenking der 40-jarige regee
ring van Z. M. den Koning.
De vergadering werd geopend met de
volgende toespraak van den burge
meester
Mijne heerenl
Den 16. Januari van dit jaar waren
wij geheel onder den indruk der treurige
lijdingen, welke van het Loo tot ons
kwamen, en was de bede, dat het Gode
mocht behagen nog uitkomst te geven,
te steunen onze geliefde Koningin en
den Koning le dragen op de gebeden
van het aan Oranje zoo gehechte volk.
Welke slingeringen van hoop en vrees
sedert dien dagwelke pijnlijke ver
plichting opgelegd aan de leden der
Staten-Generaal maar ook welk een
dankbaarheid bij het geheele Nederland
sche volk, toen de heugelijke tijdingen
kwamen van herstel, en Z. M. onze ge-
eerbiedigde Koning, onze geliefde Vorst,
weder de regeering kon waarnemen.
»Hoe geheel anders dan de mannen
der wetdnschap verwachtten maar ook
in deze wachte men er zich wel voor
om de wetenschap daarom gering te
achtenneen de wetenschap blijve bij
ons in eeremaar boven alle weten
schap staat, gelijk bij vernieuwing bleek,
een God, Die het gebed verhoort; Die
alle menschelijke wijsheid in het niet
doet verzinken, wanneer in Zijn Raad
anders is beslist.
»Wie onzer meende voor enkele weken
dat met opgewektheid, met bijzondere
dankbaarheid zou kunnen worden her
dacht de dag, waarop Willem de Derde
als Koning werd gehuldigd wie voor
enkele dagendat Z. M. de Koning bij
de herdenking van het 40-jarig koning
schap, zelf de regeering zou uitoefenen?
dNu de verwachtingen zijn beschaamd,
is er bij allen een sterke aandrang, om
dien dag feestelijk te herdenken, en
Amersfoorts ingezetenen toonden reeds
den 2en en 3en Mei, door het zonder
eenige officieele opwekking uitsteken
der vlaggen, hun vreugde over den
terugkeer van 's Konings gezondheid.
»Om te bespreken op welke wijze de
herinnering aan het 40-jarig koningschap
te Amersfoort zal plaats hebben, is deze
raadsvergadering belegd maar alvorens
tot onze werkzaamheden over te gaan,
heb ik de eer u voor te stellen, dat de
raad, namens Amersfoorts ingezetenen
aan Z. M. den Koning bij telegram zijn
dankbaarheid uitspreke met 's Konings
herstel, en dat telegram te doen luiden
als volgt
»AAN DEN KONING.
„Sire
De raad der gemeente Amersfoort,
heden in buitengewone vergadering bij
eengeroepen om te bespreken de wijze,
waarop zal worden herdacht het veer
tigjarig koningschap van Uwe Majesteit
over het aan U en Uw Huis zoo innig
verknocht volk, gevoelt behoefte, alvorens
tot zijne werkzaamheden over te gaan,
Uwer Majesteit de gevoelens van dank
baarheid over te brengen, die alle inge
zetenen van t mersfoort bezielen, nu het
Gode behaagd heeft Uwe Majesteit de
gezondheid terug te geven, en de regee
ring weder door Uwe Majesteit kan wor
den waargenomen.
Het hart van een brave, goede vrouw
wordt eerder en in veel lioogeren graad
van medelijden getroffen bij het zien van
de smart die een mannenhart lijdt, dan
wanneer zich die smart bij een barer
eigene sekse openbaarde De vrouw des
dokters wischte zich met het witte
schortje de oogen af, trad toen naar den
in diep gepeins verzonken Arthur en sprak
tot hem, terwijl zij haar zachte hand op
zijne schouders legde:
«Wat deert u, mijn vriend?"
Arthur werd getroffen door den ge-
voelvollen blik der schoone jonge vrouw,
die haar vraag herhaalde om hem moed
te geven.
»Weet gij dat niet?"
ïSpreek!"
>Ik ben ziek, doodziek. Een Kaïnstee-
ken brandt op mijn voorhoofd o, waar
om keert ge u niet van mij af? Boezemt
het u dan geen schrik in, dat vreeselijk
teeken. Vergeef het mij zoo ik mijn ge
laat omwend, gij moogt de brandende
wonde niet zien, gij moogt niet zien hoe
ik lijd! En niemand, niemand is in staat
die wonde te heelen, mij te genezen."
ïGeef den moet niet op," viel de bin
nentredende dokter den zieke in de rede.
sHerinner u ons gesprek. Ik heb meer
malen zulke wonden met gelukkig
gevolg geheeld. Waarom zoudt gjj alleen
«Moge het Uwe Majesteit gegeven zijn
nog langen tijd over het Nederlandsche
volk te regeeren
»De Voorzitter van den raad
»T. A. J. van Asch van Wijck."
Aan 's voorzitters uitnoodiging, om het
besluit tot het zenden van dit telegram
te bekrachtigen, door het aanheffen van
den kreet: »Leve de Koning werd door
de vergadering eenparig met geestdrift
voldaan.
Aan het oordeel van den raad werd
daarna onderworpen een voorstel van
B. en W. nopens de feestviering op den
berinneringsdag van de aanvaarding van
het gezag door Z. M. den Koning. Daar
de tijd te kort is om te kunnen ver
wachten, dat zich vóór 12 Mei a. s. nog
eene commissie uit de burgerij met dat
doel zal vormen, achten B. en W, het
wenschelijk, dat het gemeentebestuur de
regeling zal op zich nemen van de feest
viering, waartoe thans gereede aanleiding
bestaat, nu Z. M. op 3 Mei jl. de regee
ring weder op zich heeft kunnen neuïen>\
B. en W. geven het navolgende pro
gramma aan den raad in overweging:
Zondag 12 Mei.
a. bespeling van het carillon van 's mid
dags 12 tot 1 uur;
b. uitsteken der vlaggen van alle open
bare gebouwen.
Maandag 13 Mei.
a. bespeling van het carillon 's voor
middags van 8—9, 's namiddags van
121 en van 56 uur
b. uitsteken der vlaggen van alle
openbare gebouwen, versiering van de
Utrechtsche Poortsbrug en muziektent
op den Hof
c. muziekuitvoering des namiddags
van 34 en des avonds van 68 uur
op den Hof
d. verlichting van de Langestraat bij
de Varkenmarkt en van de openbare ge
bouwen
e. vuurwerk op het terrein der te
bouwer, kazerne, daartoe welwillend door
den kapitein-eerstaanwezend-ingenieur be
schikbaar gesteld 's avonds te 9 uren,
met muziekuitvoering;
f. inrichting van het terrein.
Tot bestrijding der kosten van deze
feestviering vragen B. en W. een crediet
aan van f800.
Van de bekende liefde der ingezetenen
voor het Huis van Oranje, verwachten
B. en W. dat niemand zal achter blijven,
om het zijne bij te dragen tot opluiste
ring van het feest door 't uitsteken van
vlaggen en door op andere wijze hunne
dankbaarheid te toonen.
Dit voorstel werd, op voorstel van den
voorzitter, spoedeischend verklaard en
kwam, nadat eene bespreking in be
sloten vergadering was voorafgegaan, in
de openbare vergadering in behandeling.
De heer v. d. Wall Bake motiveerde
met een kort woord zijne stem voor het
voorstel. Toegevende, dat de tijd ontbrak,
om het initiatief van de burgerij te
doen uitgaan, verklaarde deze spr. in te
stemmen met het denkbeeld van B. en
W., om voor dezen keer af te wijken
van de gewoonte, die anders steeds hier
werd gevolgd, om de burgerij te laten
voorgaan en van gemeentewege slechts
helpend op te treden. Te eerder was er
reden, dat de gemeente de leiding van
deze feestviering op zich nam, om den
aard van het feit, dat zal worden her
dacht. Wat men zal herdenken, ligt
toch zoozeer in ieders geheugen 's konings
veertigjaiige regeering heeft zoo menig
vuldige zegeningen over het Nederland
sche volk gebracht, dat geen Nederlander
koud kan blijven bij 't herdenken van
een dergelijk tijdvak. Daarom verklaarde
Spr., dat hij aan het vrij groote crediet,
dat B. en W. voor de feestviering aan
vroegen, zijne stem gaarne zou geven.
De voorzitter betuigde zijne hartelijke
instemming met deze woorden er. ver
klaarde, dat het dagelijksch bestuur van
de tot dusver bij feestvieringen gevolgde
gewoonte was afgeweken, omdat het de
zekerheid had, geheel in den geest der
ingezetenen te zullen handelen, door de
niet kunnen genezen? Stel in mij ver
trouwen I Binnen twee, hoogstens drie
weken zult gij van uw pijnen bevrijd
zijn."
Arthur schonk den dokter een dank
baren blik, en deze ging voort:
«Kom, mijnheer Falkening, ik zal u
naar uw kamer heleiden, waar gij kunt
uitrusten. Misschien zijt gij van de reis
vermoeid. Tracht een weinig te slapen
en maak het u zoo gemakkelijk als gij
kunt. Een bediende staat tot uw dienst,
die uwe orders zal vervullen en u be
hulpzaam zal zijn. Vindt gij dat goed?"
Arthur boog zwijgend voor mevrouw
Marcuet, en volgde toen den dokter naar
de voor hem bestemde kamer, die net
gemeubileerd en gemakkelijk ingericht
was.
De dokter belde een bediende en gaf
hem in tegenwoordigheid van Arthur last
om dezen in alles bijtestaan.
Arthur, alleen gelaten, maakte het zich
gemakkelijk. Hij zette zich in een prach-
tigen fauteuil, en begon een Fransch
boek door te bladeren, dat hij op een
zijtafel had vinden liggen. Het bevatte
boeiende reisbeschrijvingen.
Arthur bracht den nacht onrustig door
de onzichtbare wond deed hem weder
veel smart.
Wordt vervolgd.)