NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT en GELDERLAND. binnenland. DE GELDK0FFER. No. 40. Zaterdag 18 Mei 1889. Achttiende jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Een raad. Feuilleton: AMEBSFOORTSCIE COURANT. VOOR abonnementsprijs: Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Kijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort. ADVERTENTIE Ni Van 1 6 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Nu het schoone jaargetijde zijn in trede heeft gedaan, komen de ver schillende soorten van lichaamsoefe ningen weer aan de orde van den dag. Men zal onze jongelui zien wiele ren, voetballen, roeien, we hopen ook zwemmen, naar hartelust en in het zweet huns aanschijns. ten einde door versterking der spieren ook de moreele kracht te verhoogen. Geluk kige jeugd, die zich aan deze dingen kan verlustigenZij bereidt zich een mannelijken leeftijd voor, vrij van kwalen en organische gebreken, zij waarborgt zich, menschelijkerwijs gesproken, het behoud van alle ver mogens. Alleen, we hebben er vroeger reeds op gewezen, hoede men zich voor de, in haar gevolgen dikwijls zoo noodlottige overdrijving, waartoe de wedstrijden dikwijls aan leiding geven, die bovendien nog het nadeel hebben dat men, om als overwinnaars uit het strijdperk te treden, zich een voorbereiding moet geven die geen tijd overlaat voor studie of beroepsbezigheden, en van de krachten meer vergt dan men haar kan opleggen. Men kan dat zeer kort en duidelijk zeggen: sport moet middel blijven, geen doel worden. Als we de rij der liefhebberijen nagaan, waaraan de jeugd, en vooral de jongelingschap zich wijdt, dan treft het ons, dat een der voornaamste, der meest loonende, we kunnen er bijvoegen der onmisbaarste, nog zoo weinig wordt beoefend. Deze tot haar recht te doen komen, althans op te wekken tot nadenken over hetgeen gedaan zou kunnen worden om haar te bevorderen, is hel doel van dit artikel. Bij de oude Perzen moest de jeugd drie dingen leerenwaarheid spreken, paardrijden en met den boog schieten. Onze hedendaagsche opvoeding stelt geheel andere eischenaan het eerste wordt veel te weinig gedaan, het tweede is niet meer van algemeen nut, maar het derde? We stammen af van een ras, dat om zijn schutters beroemd was: de Batavier Soranus schoot een pijl aan stukken terwijl deze de lucht doorkliefde. Hoevele vau onze landgenooteu leggen zich op juist schieten toe? Toch kunnen wij deze oefening niet genoeg aanbevelen, om meer dan één reden. Vooreerst als sport. De schutter oefent oog en hand en zenuwen. Dat laatste is van overwegend belang. Kalm zijn, zichzelven volkomen kun nen beheerschen, geen spier doen trillen als 't noodig is, hoevelen zijn er toe in staat? De schutter die met een geweer tegen den schouder, met het oog langs het vizier, voor de schijf staat, wetende dat de gering ste beweging hem zijn doel doet mis sen, oefent zich op de meest geschikte wijze in de kunst, zichzelven meester te zijn. In de tweede plaats moeten we, om dit groote formeele nut, het ma- terieele niet voorbijzien. Een land als het onze, dat niet licht in een aanvallenden oorlog zal gewikkeld worden doch wel gevaar loopt ver plicht te worden tot gewapende ver dediging over te gaan, hangt geheel en al af van de hoedanigheid zijner schutters. Er is in den laatsten tijd verbazend veel geschreven en ook gepraat over de quaestie of het mo gelijk is dat Nederland met hoop op goed gevolg een overmachtigen vijand weerstand bieden zal. De Regeering is verplicht zorg te dragen, dat onze legerorganisatie zoo goed mogelijk zij, maar noch uit breiding en betere regeling|der leven de strijdkrachten, noch persoonlijke dienstplicht, zullen ons kunnen helpen als de verdedigers de wapens niet behoorlijk kunnen gebruiken. Men is nu bezig bij ons legers, in navolging van andere natiën, het repeteerge weer in te voerenhet gevolg kan worden dat in het gevecht de soldaten, in zenuwachtige overspanning en overgroote haast, een ongeloofelijke hoeveelheid lood wegblazen zonder dat den vijand een haar wordt ge krenkt. Indien een deel van de kosten aan de herhaalde verandering van de bewapening verbonden, werd besteed aan de vorming van goede scherp schutters; indien men bij de wapen oefeningen van hetgeen het voornaam ste is ook werkelijk de hoofdzaak maakte, we zouden geruster zijn. Ieder weet, dat de Transvalers het behoud hunner onafhankelijkheid te danken hebben aan hun juist schie ten. De kans is groot dat wij in oor logstijd in eenigszins gelijke positie geraken als onze Zuid-Afrikaansche stamverwantenwij zullen in de «vesting Holland" dé toegangen langs de smalle wegen en dijkkruinen moe ten beschermen, en dat kan geschie den met een betrekkelijk klein getal wakkere mannen, mits die zoo kunnen schieten dat geen enkele kogel mist. Ge herinnert u het geval van den kapitein 't Hoen met zijn troepje Geuzen in 1572, op den smal- len weg langs welken een Spaansch detachement ruiterij van Amsterdam naar de belegeraars van Haarlem werd afgezonden Geen man bereikte zijn bestemming, dank zij de nooit falende schoten uit de vuurroeren van de hen bestokende vrijbuiters. Met den vurigsten wensch dat ons de beproevingen eener guerilla mo gen worden bespaard, is zeer goed het besef vereenigbaar dat we in staat moeten zijn dien op gelijke wijze te voeren. De toestand is nu zoodanig, dat van ons leger slechts een gedeelte, van onze burgerij, die toch ook tot de landsverdediging geroepen kan worden, maar weinigen op afstand juist kunnen schieten. Wij veroorlo ven ons, dat een onhoudbaren, een hoogst gevaarlijken toestand te noe men. Zijn er geen schietbanen? Men make ze. 't Is eenvoudig een quaestie van moeten. Men vereenigt alle jaren de liefhebbers uit de burgerij, met inbegrip der schutters, in een groot kamp, waar op tal van banen voortdurend schietoefeningen worden gehouden de Staat steune door toe lagen en verstrekking van wapenen en ammunitie; uit plaatsen, die op niet te grooten afstand van een ge schikt terrein zijn gelegen, vereenige men zich, bijv. als de Zwitsers op gezellige feestdagen, voor Concour sen waaraan ieder kan deelnemen; men make er zijn Zondagnamiddag- vermaak van, nuttiger en verheffen der dan biljartenkortom, men doe al wat mogelijk is, om het schieten te maken tot een populaire en nati onale zaak. Eerst dan zullen we op weg zijn om een weerbaar volk te worden. Men zegge het voort In de Staat.-Ct. is het volgende opgenomen «De Koning heeft den ondergeteekende opgedragen om, door middel van de Nederlandsche Staats-Courant, Zijner Majesteits meest hartelijken dank te be tuigen voor de zoo algemeene blijken van hulde en gehechtheid van het Neder landsche Volk ontvangen, ter gelegenheid van Zijner Majesteits herstel, en van de herinnering aan Hoogst Deszelfs veertig jarige Regeering 's Gravenhage, 14 Mei 1889. De Directeur van het Kabinet des Konings, Alewijn." Een Amsterdammer was toevallig ooggetuige van het kinderfeest op Het Loo, waarbij de Koningin, het Prinsesje en gevolg tegenwoordig waren. De Koningin en de Prinses waren daar bij gezeten tusschen de vrouwen en kin deren van het kroondomein en reikten aan de kleinen eigenhandig krentebollen en sinaasappelen uit. Onze zegsman was diep getroffen over de eenvoudige en hartelijke wijze waarop de vorstin met haar ondergeschikten omging en hoeveel blijken zij gaf van liefde voor de kleinen. Amst. Ct. Aan 's Rijks munt te Utrecht, zijn gedurende 1888 vervaardigd en afgeleverd voor rekening van den Staat, Nederland en overzeesche bezittingen nietsvoor rekening van particulieren: 35,585, 10 guldenstukken, uitmakende eene nomi nale .waarde van f355,850. Een der laatste veteranen van 1813 is overleden: te Leiden is nl. in 97-jarige ouderdom ontslapen Anthony Bijl, drager van de St. Helena-medaille (voor deelneming aan den tocht naar Rusland in 1812) en van het Metalen Kruis. Aan de N. R. Ct. werd uit Gouda het volgende geschreven «Er heerscht hier op het oogenblik eene onbeschrijfe lijke geestdrift. Wij zijn hier ter stede zoo weinig gewoon aan overwinningen bij de stembus door de liberalen, dat die van heden met ongekende vreugde werd begroet. Het feit vooral, dat onze hooggeachte burgemeester herkozen is, niettegenstaande mannen als mr. Bahl- rnann en dr. Kuyper persoonlijk over kwamen om de kiezers te bewerken en ir. anti-liberalen zin te stemmen, deed eene opgewondenheid ontstaan, als hier, zonder overdrijving, nooit geheerscht heeft. In de vestibule van het Raadhuis was het den geheelen dag eene drukte van be lang, en daar meestal vroegere verkie zingen om 3 a vier uur afliepen, werd het tegen dat uur zdö vol met belang stellenden, dat er geen doorkomen aan was. En om half 6 uur was er nog niets beslistDe verschillende candidaten zaten elkaar lang zód op de hielen, dat er bijna tot het laatste oogenblik niets van den uitslag te zeggen viel. De gekozen candidaten zijn meer dan eens in de minderheid geweest, totdat zij eerst op het allerlaatst eenige meerderheid kregen. Nauwelijks was het bekend dat de bur gemeester gekozen was, of in alle straten werd de vlag uitgestoken, en hier en daar heeft men lieden avond ook illumi naties ontstoken. De Goudsche jeugd bracht den Burgervader een warme ovatie, en er heerscht eene vroolijkheid en drukte op de straten als op eenen algemeenen feestdag Jammer genoeg moet hierbij vermeld worden, dat het niet zonder ongeregeld heden afliep. Een anti-revolntionnaire Een ware geschiedenis uit Thiiringen, door ASDBÉ HUGO. 64) Vooral door den omgang met eene verstandige jonge dame werd deze veran dering in mij teweeggebracht en nog heden dank ik het aan uwe echtgenoote I «Mijne vrouw?" vroeg de dokter ver wonderd. «Ja, uwe echtgenoote, de toenmaals gevierde tooneelspeelsterClara Huth, breng ik die hulde; want ware ik niet binnen getreden in den kring, die zich elke week in hare salons vereenigde, en had ik niet door het geestig en genoegelijk onderhoud aldaar mijn toestand filosofisch gaan be schouwen wie weet wat er dan uit mij zou geworden zijn. Toen riep mijn eerste handelsreis, die ik op last mijns vaders moest maken, mij uit dien kring... O, ware dit toch nooit gebeurd I" Arthur zuchtte en zweeg. «Waarom niet mijnheer Falkening?" «Omdat ik op die reis, haarhaar, mijne Verena heb leeren kennen en voor de eerste maal moest leeren verlie zen. De bijzondere omstandigheden die daarbij plaats hadden, zal uwe echtge noote u zeker al wel hebben medege deeld!" De dokter knikte zwijgend. «In dien tijd vfng eigenlijk mijn treu rige toestand aan I" Er heerschte een oogenblik pauze. Het scheen den dokter toe alsof het Arthur moeielijk viel zijn verhaal verder voort- tezetten. «Gelooft gij," hervatte hij eindelijk «dat op onrechtmatig verkregen goed een vreeselijke vloek rust; gelooft gij dat dit mogelijk is?" «Zeker, mijnheer Falkening, reeds de ouden waren van die meening. Denk slechts aan de plaats uit Hesiodus, waar gezegd wordt: «Goed door roof verkregen, gedijt nietl en ook aan ons volksgezegde «Onrechtmatig verkregen goed gedijt niet Arthur liet zijn matten blik door de kamer zwerven wendde zich toen tot den dokter. «Het moet wel zijn, zooals gij zegt," zeide Arthur «want nadat ik buiten mijn wil, deel heb gekregen van den vloek, die op het geld kleeft, heeft mij, nadat mijn leven even door een zonnestraal ver helderd werd, ongeluk en rampspoed ach tervolgd." Arthur's gemoed werd diep bewogen bij de herdenking aan het verleden. Hij vulde zijn glas op nieuw en dronk het in een teug uit. «Mijn vader bezat namelijk een kleinen zwartlederen koffer die mijne moederza liger de «geldkofTer" noemde. Ik kende ook de onzalige geschiedenis die met den koffer samenhangt; ik wist, hoe die in mijns vaders bezit was gekomen en toch liet ik mij verleiden tot vermeerdering van ons kapitaal medetewerken en met een kolossale som gelds in dien koffer geborgen, naar Italië te reizen, om daar de zaken voor mijn vader in orde te bren gen. Het gelukte mij. Ik keerde terug naar Duitschland en vond toen mijne Ve rena terug. Ge weet zeker nog wel, dok ter, onder welke omstandigheden rnijn huwelijk met Verena plaats greep en zult gewis uit haar eigen mond vernomen hebben dat wij of zeker ik gelukkig wa ren, en dit geluk alleen getemperd werd door de stijfhoofdigheid van mijn vader. O, dokter, kon ik slechts nog een enkel uur dien gelukkigen tijd terugkoopen, van harte gaarne zou ik er mijn geheele ver mogen voor geven! Toen klopte het noodlot ten tweeden male bij mij aan!... Ik gehoorzaamde, zonder naar de waar schuwende stem in mijn binnenste te hooren Doch alvorens dat ik mijn ver haal voortzet, moet ik u nog opmerken dat een tot heden mij nog niet bekende persoon reeds tijdens mijn eerste samen komst met Verena mij argwaan heeft deen opvatten, die, hoe langer ik aan zijn per soon «William" noemde Verena hem dacht, meer en meer versterkt werd. Wonderlijk is het dat de mensch, juist wanneer hij zich te midden eener onge stoorde gelukzaligheid bevindt, zich zoo gaarne smartelijke gebeurtenissen voor den geest haalt, uit enkele mogelijke ge vallen een geheel maakt en met een ze kere voorliefde aan dit schrikbeeld blijft hechten. Mij althans ging het aldus. Terwijl ik namelijk Verena in haar stille huiselijke leefwijs, in haar liefde, trouw en opoffering zoo sterk bewonderde en mij in stilte gelukkig heette, zulk eene vrouw te bezitten, was het mij dikwijls alsof een booze demon mij influisterde: «Hoe, zoo deze gehechtheid, deze opoffe rende liefde, eens huichelarij ware, zoo zij u toch bedroog?" Eu als dan het beeld van dien onbekende mij voor den geest kwam en ik over alles wat mogelijk kon zijn, nadacht, dan, dokter, gevoelde ik zulk eene ongekende smart, zulk eene hevige opbruihing mijner hartstochten, dat ik mij moest inhouden, om bet haar niet te laten bemerken." «Dan zou ik in uwe plaats als man hebben gehandeldik zou tot haar zijn gegaan en haar mijne gedachten hebben geopenbaard!" sprak de dokter, terwijl hij de glazen weder volschonk, het zijne ledigde en Arthur het zijne weder weg schoof. «Dit was ik ook eens op een dag vast van plan, maar de daarop gevolgde ver zoening met mijn vader bracht mij van het voornemen af, althans deed mij het uilstellen. Toen werd ik plotseling verrast door mijns vaders opdracht nogmaals met dien ongelukkigen geldkoffer dezelfde reis te doen als ik reeds eenmaal had gedaan. Zooals ik u reeds zeide, ik luisterde niet naar de waarschuwende stem van mijn geweten, die mij het ontried, en willigde in. Mijn reis voerde mij over Parijs. Hier ontstal mij een schurk den geldkoffer met den kostbaren inhoud. Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1889 | | pagina 1