BUITENLAND.
Plaatselijke berichten.
Provinciale berichten.
nabij de Beulingsluis. In de onmiddellijke
nabijheid, op de brug, stond een vigelante
met geopend portier. Toen hei meisje
het rijtuig passeerde, greep de jeugdige
onverlaat haar eensklaps aan, sleurde haar
het rijtuig in en schreeuwde den koetsier
toe: «Vooruit! Vooruit!" De ontvoerde
deed onophoudelijk pogingen om het por
tier te openen, doch werd hierin door
haar ontvoerder verhinderd. Zoo reden
ze een wijl voort: het meisje gillend en
spartelend om los te komen, haar ont
voerder al hare bewegingen bespiedende
en haar met geweld belettende om te
ontvluchten.
Het rijtuig passeerde eindelijk in volle
vaart het viaduct van den Centraal-Spoor-
weg; ziende, waar zij zich bevond, wendde
de ontvoerde in haar doodsangst een
nieuwe poging aan om het portier te
openen, en goddank, het week
het volgende oogenblik had het meisje
den gevaarlijken sprong gedaan en lag
uitgestrekt op den weg. Hoewel zich vrij
ernstig bezeerde, behield zij echter haar
bewustzijn, zoodat zij haar ontvoerder
den koetsier hoorde gelasten: rrTerug
naar de Mamixstraat!"
Onbegrijpelijkerwijze heeft rnen de po
litie onkundig gelaten van deze brutale
oplichting; zonder den aanslag op Zater
dag jl. zou er misschien nooit een haan
naar gekraaid hebben.
De gelijkenis tnsschen dit individu en
den jeugdigen booswicht, die het slacht
offer der laatste aanranding het eerst
aangesproken en haar later tweemalen
geschreven heeft want waarschijnlijk
waren beide brieven van hem is te
treffend en de omstandigheden, waaron
der beide aanslagen geschiedden, zijn te
overeenstemmend, om het verband niet
voor het grijpen te hebben.
De commissaris van politie in de -ie
sectie verzoekt bekend te worden gemaakt
met de naam van den koetsier, die II.
Zaterdagavond (25 Mei) tusschen 9 en '10
uur een heer met een burgervrouw ver
voerd heeft per vigilante of coupé van
de Egelantiersgracht tusschen de le en
2e dwarsstraat.
Dat die koetsier zich nog niet uit eigen
beweging heeft aangemeld, versterkt ons
in het vermoeden dat hij een medeplich
tige was. Onmogelijk is het zeker niet
dat het dezelfde is, die bij de eerste ont
voering zijn diensten leende.
Aan de Rijks-kweekschool voor on
derwijzers te Deventer worden thans sol
licitanten opgeroepen voor tien rijksbeur
zen elk ad f300.
De heeren Lippmann, Rosenthal
Co. en Wertheim Gompertz te Am
sterdam, hebben per telegraaf oöicieuse
mededeeling ontvangen uit St. Petersburg,
dat de minister van financiën het voorste!
tot verwisseling der aandeelen Riaschk-
Wiasma en Morschansk Sysran in 3 pet.
Staatsobligatiën thans in den Rijksraad
heeft aanhangig gemaakt. Men hoopt,
dat de zaak nog in deze zitting, welke
tot 15 dezer duurt, zal worden afgedaan.
De Zutfensche rechtbank heeft een
jongeheer uit Deventer, oud 16 jaar, die
met zijn rijwiel een meisje op den weg
naar Apeldoorn had aangereden, met het
gevolg dat zij lichamelijk letsel kreeg en
tijdelijk ziek werd, veroordeeld tot 7 da
gen hechtenis.
Naar aanleiding van het incident-Wohl-
gemuth schrijft Le Voltaire: De heer
Bismarck, die zoo goed grof weet te zijn
tegen kleinen en zwakken, heeft een on-
verwachten tegenstand gevonden bij de
Zwitsers. De Duitsche regeering ver
klaarde, dat de arrestatie van Wohlge
muth onwettig was en geheel het karak
ter van een hinderlaag droeg. De Bonds
raad antwoordde fier, dat de houding
van de politie eu het kantonnaal bestuur
van Aargau volkomen in den haak was.
niets om een van hen gevende, en altijd
gereed om elke minuut met zijn benden
los te barsten.
Er was echter iets waarop de ouden en
wijzen niet gerekend hadden, zooals gij
in het volgende hoofdstuk zult zien.
Hoe zij van den vreeselijken Dwerg
verlost werden.
Binnen in het land waar dit alles ge
beurde, leefde een machtig koning. Hij
was het van wien ik u al gesproken heb,
de eenige in het rijk, die meer kracht
had dan de Dwerg. Want het was een
feit dat de Dwerg alléén kon doen, wat
de Koning hem gebood. Hij was des ko-
ning's slaaf, zoodat hij niets kon doen
zonder verlof van den Koning, ja hij kon
niet eens voor zich zelf spreken of den
ken. Al het kwaad dat hij deed, was dus
zijn schuld niet. Als de gewapende ben
den uittrokken, was het de Koning
die hen uilzond. Nacht en dag moest de
Dwerg aan de bevelen van zijne Maje
steit gehoorzamen, en kon niets anders
doen.
Nu gebeul de het dat een van de oude
re wijzen uit het dorp een vreemd en
wonderlijk boek vond, dat hem veel ge
heimzinnigs verklaarde, waar hij zich al
meermalen in verdiept had. Het was een
Ja, nog meerhij laat twee Duitsche
colporteurs, die opruiende geschriften
tegen de sociaal-democraten verkoopen,
in hechtenis nemen. Protesten van de
zijde der Duitsche regeering. De Bonds
raad toont zich niets bevreesd doch
antwoordt op de bestraffende nota uit
Berlijn met de aanneming van drie mil-
lioenen voor den aankoop van oorlogs
materiaal. «Onze Alpen zijn onze ves
tingen" zegt een oud Zwitsersch liedje.
De heer Bismarck, die altijd zoo aan
matigend was tegenover het kleine Zwit-
sersche volk, moet nu wel eens achter
zijn ooren krabben, en vragen: «Wat ben
ik begonnen?"
De Duitsche regeering heeft in West-
falen een onderzoek doen instellen naar
alle omstandigheden, die de werkstaking
zijn voorafgegaan en gevolgd, of die
haar hebben begeleid. Het schijnt dat de
Keizer nauwkeurig op de hoogte wil
komen van de betrekkingen tusschen
werklieden en werkgevers, zoowel als
van den geheelen maatschappelijk en en
ecor.omischen toestand in de mijndistric-
ten. Eerst na het ontvangen van dit
verslag, zal de Keizer bepalen, of er ook
aanleiding is, om zooals de heerBismaik
in den Rijksdag zeide «maatregelen te
nemen om de natie te beschermen tegen
de ongemakken uit ontevredenheid eener
mindeiheid voortspruitend." Voorloopig
is reeds van 's Keizers wege een aan
schrijving gericht aan alle besturen, om
zoo spoedig mogelijk verandering te bren
gen in bestaande wanverhoudingen, voor
zoover de wettelijke bepalingen dit toe
laten en verder zoodanige maatregelen
voor te bereiden, als tot tegemoetkoming
aan de billijke aanspraken der arbeiders
kunnen strekken.
In de gisteren door het Engelsch Hoo-
ger-huis gehouden zitting heeft lord Knuts-
ford verklaard, dat de Regeering het
ontslag van sir Herkules Robinson als
gouverneur der Kaapkolonie heeft aange
nomen. Verder zeide hij, dat b ij de regeling
der in Zuid-Afrika opgekomen vraagstuk
ken de Regeering zich zal beijveren, de
vi iendschappelijke betrekkingen met de
Transvaal en den Oranje-Vrijstaat te
handhaven.
In het westelijk deel der staat Penn
sylvania: (Noord-Amerika) zijn de ri
vieren, tengevolge van zware regens, zoo
danig gezwollen, dat geweldige overstroo
mingen er het gevolg van waren; naar
men zegt zijn tienduizend menschenlever.s
te betreuren en werd eene schade van
meer dan zestig millioen gulden veroor
zaakt.
Het meest leed de stad Johnstown door
den ramp die, nagenoeg geheel werd ver
woest! door het breken van een dam
liep de stad in een paar minuten onder
en de ongelukkige bewoneis, die op zulk
een onheil niet waren voorbereid, werden
door het woedende water verrast; tal
van menschen, men spreekt van twee
duizend, werden ouder de puinhoopen der
instortende woningen bedolven en kwamen
om liet leven slechts twee huizen bleven
onbeschadigd.
Ook van andere plaatsen komen aller-
treuiigste berichten en de verslagenheid
is in de zoo zwaar bezochte staten zeer
groot.
Zondag 9 Juni op de gewone uren
en Maandag 10 Juni des morgens ten
half tien ure zal bij de vrije Ger. Gem.
gepredikt worden door den Heer Plug
van Rotterdam.
Vrijdagavond zal in het gebouw
«Volksheil" alhier een bidstond worden
gehouden.
Naar men verneemt, zullen op het
chr. nat. zendingsfeest, dat 3 Juli a. s.
op het buitengoed Nimmerdor alhier
zal gehouden worden o. a. als sprekers
optreden de predikanten Hogerzeil, Bui
tendijk, Voorhoeve en van Gheel Gilde-
heel oud boek, rnet een vreemde oude
drukletter en vreemde oude plaatjes. Het
was gebonden in donker bruin lederen
band met koper slot. De schoenmaker
had het in de naburige stad op een stal
letje gevonden, weinig vermoedende welk
een schat het voor hem zijn zou. Het
was een soort Tooverboek, dat hun alle
geheimen des levens verklaarde, hoe men
rijk kon worden, hoe men wijzer werd,
hoe wij onze vijanden konden dooden en
hoe wij landen konden regeeren. Het kon
ook waarzeggen en voorspellen wat de
menschen zou overkomen, hoe arme lie
den tot koningen konden verheven wor
den en zelfs bedeelden in paleizen kon
den wonen. Het was ook eeD boek van
het noodlot, dat voorspelde wat er na
jaren gebeuren zou. Het sprak over reu
zen, en de wijze waarop hen te verslaan,
over de wapenen die gij mee moest ne
men, over de middelen die gij aan kondt
wenden om ze te betooveren, zoodat zij
u nacht en dag konden dienen. Ik kan
u niet alles vertellen van al wat die
oude man in dat wonderlijke boek vond
noch hoe wijs hij werd zoodat de men
schen naar hem toestroomden om hem
om raad te vragen. Hoe rijk hij was
wist niemand, maar niet één hielp zijn
naasten zoo gul en vriendelijk als hij.
Daarenboven vond hjj nog een grooter
meester. Het zingen zal begeleid worden
door een muziekkorps van 33 personen.
De openingsrede zal gehouden worden
door prof. J. J. P. Valeton Jr. uit Utrecht
en de slotrede door Dr. J. Th. de Visser
van Rotterdam.
De j.l. Zaterdag alhier gehouden
aanbesteding voor de levering van aard
appelen aan de menages der troepen al
hier, tijdvak 15 Juni tot 1 Nov. 1889,
was ingeschreven door de h.h. H. Azijnman
a f2.18 en J. Meijer a f2,16 per heet.
De levering is niet gegund. Dinsdag
11 Juni e. k. zal een herbesteding plaats
hebben.
De Anti-revolutionaire kiesvereeni-
ging «Nederland en Oranje" alhier heeft
j I. Maandag met algemeene stemmen
tot candidaat gesteld voor het lidmaat
schap der Prov Staten van Utrecht Mr.
W. J. M. Bosch van Oud-Amelisweerd
ter voorziening der vacature ontstaan
wegens bedanken van den heer M. van
Beek.
die gisterenavond vergadeide, houdt he
den avond te 8 uur wederom eene ver
gadering om de al dan niet candidaat-
stelling voor het lidmaatschap der Prov.
Staten te bespreken.
De directie van de Amersfoortsche
Beiersch-bierbrouwerij bericht, dat de
navolgende obligatiën zijn uitgeloot No.
93, 103, 139, betaalbaar ter aflossing
a pari den len Juli a.s. te kantore van
H. Ovens Zonen te Amsterdam, tevens
dat de Coupon No. 6 met f50 den len
Juli uitbetaald wordt.
Naar men verneemt is tot lid der
Jury voor de afdeeling «hoefbeslag"
van de tentoonstelling, welke gedurende
Juli en Augustus a. s. door de Harddrn-
verij-Vereemging te Groningen word ge
houden, o.a. benoemd, de Opperwacht
meester-Hoefsmid W. Kamerbeek van de
Rij- en Hoefsmidschool alhier.
De paardenarts 2e klasse A. Fre-
derikse van het le Regl. Veld-Artilleric
alhier, is van af 4 Juni voor veertien da
gen gedetacheerd naar de legerplaats bij
Milligen, ten einde gedurende de afwezig
heid van den paardenarts 3e klasse baron
M. E. Bentinckden vétérinairen dienst
bij het Remonte Depot waar te nemen.
Aan den opperwachtmeester H.
Timmermans, van het escadron ordon-
nancen, is de bronzen medaille voor 12-
jarigen trouwen dienst uitgereikt.
Wij verwijzen onze lezers naar de
opgaaf turen van vertrek, en aankomst
der algemeene communicatie middelen
alhier' voorkomende op de vierde pagina
van dit blad. Met de zomerdienst is er
eene wijziging gebracht in de plaats van
aankomst van den Oosterspoor, van en
naar Amsterdam: de treinen welke van
hier vertrekken en aankomen zijn aange
duid, met (St.) zijnde Staatspocr (nieuw
station) en (C.) Centraalspoor-station.
Het traject van de Hollandsche
IJzeren Spoorwegmaatschappij Amster
damAmersfoortKleef is geopend.
Tusschen Kestercn en Nijmegen worden
de treinen getrokken door machines van
den Staatsspoorweg, terwijl tusschen die
twee stations een conducteur van genoemde
Maatschappij wordt toegevoegd. Op alle
treinen heeft men doorgaande rijtuigen
Van de vier rijtuigen AmsterdamAmers
foortKeulen behooren twee aan de
Duitsche Maatschappij, welke in netheid
die van de Hollandsche zeer overtreffen.
Bij de heeren W. P. van Stockum en
Zoon te 's-Gravenhage is verschenen een
derde goedkoope uitgaaf van „Schetsen uit
den Atjéh-oorlog", door J. P. Schoemaker,
Luit. der Infanterie, Ned. O.-I. Leger. Eon
deel in post-octavo voor slechts 75 cents.
Onder meer bladen zegt het Alg. Han
delsblad hiervan
geheim uit, de kunst om altijd gelukkig
te zijn. Er was dan ook geen tweede in
het land, die zulk een prettig, vroolijk
zonnig gezicht had. Zoo zat hij weer
eens in zijn wonderboek te bladeren toen
zijn oog viel op een verhaal san dien
zelfden rooden Dweg, die de plaag van
het dorp was. Hij schoof zijn bril naar
de hoogte en lei zijn werk neer, opdat
hij er eens beier over zou kunnen den
ken. Ja, hij had het geheim gevonden
van dien Koning en zijn armen slaaf.
Ja, ja, zeide de oude man zijn werk
weer opnemende, «als wij maar een an
deren Koning hadden, dan kon alles heel
anders zijn. Als hij goed, wijs en edel
moedig was, dan zou die Dwerg meer
een zegen dan een vloek zijn.
Niét lang daarna zat de schoenmaker
op een mooien morgen aan zijn werk,
toen hij verrast door een vroolijk klokgelui
van den ouden kerktoren, opsprong, om
aan zijn naasten buurman te gaan vragen
wat dit te beduiden had. Hij rolde dus
zijn voorschoot om zijn middel, en dacht
in tusschen dat op zijn minst des burge
meesters dochter trouwde. Maar toen hij
buiten kwarn, zag hij een kleine volksme-
voor de deur van den blauwen beer, en
te midden daarvan een vieemdeling. druk
pratende. Een oogenblik later hoorde hij
dat de oude koning dood was. En dat is
„Oud Hollands heldenmoed vindt ge op
elke bladzijde terug. En dit is vooral ook
daarom zoo merkwaardig en verblijdend te
vens, omdat zoo ooit een soldaat onder on
gunstige omstandigheden zijn Vaderland
diende, het wel de Nederlander in Atjch is.
De Van Speijk's vochten ouder het oog van
hun volk, ze 6treden voor een zaak, die
niemand kond liet, ze wisten, dat, zoo zij
zich onderscheiden, hun naam op aller lip
pen zou zijn. dat. duizenden vrouwen en
kinderen hen,zou zegenen. Hoe geheol an
ders die helden, die ver van het Vaderland,
in een tropisch klimaat voor een zaak, die
hun dikwijls hopeloos moet schijnen, een
langzamen uitputtenden oorlog voeren tegen
een vijand, die in wreedheid en valschheid
zijne meerdere niet heeft, en die onze man
nen duizend dooden doet lijden zoo zij hem
in handen vallen.
Geeu grootc veldslagen met de opwinding
daaraan verbonden, die tot iets leiden en na
de grootste krachtsinspanning een tijdelijko
rust gevenneen, stoeds schermutselingen,
met weinig roe-m maar des to meer gevaar,
nooit rust, noch bij dag noch bij nacht.
De eerste luitenant Schoemaker nu komt
zijn landgenooten vertellen, hoe het daar in
Atjeh toegaat en hoe Jan Cordaat zelfs den
Atjehers vaak bewondering afdwingt door zijn
leeuwenmoed.
Dit boek behoort in ieder huisgezin. Men
late het zijn kinderen lezen, opdat ze later
niet door het geld, dat de oorlog kost, zul
len vergeten, hoeveel offers daar gebracht
zijn voor het Vaderland.
De directeur van het Postkantoor
alhier maakt bekend, dat van af 2 Juni
e. k. op Zon- en algemeen erkende Chris
telijke Feestdagen na de buslichting aan
dit kantoor ten 1.35 av. geen verzending
zal plaats hebben dan met de spoortrei
nen richting Utrecht en richting Zutfen,
waarvoor de buslichting geschiedt ten
5.20 en 6.40 av.
Gelegenheid tot afhalen van brieven
bestaat o. a. des avonds van af 7 45 tot
8 uur.
De lichting der bijbussen ten 7.50 av.
vervalt op die dagen.
Amersfoort, 1 Juni 889.
De Directeur.
C. SMITT.
330ste STAATSLOTERIJ.
Vijfde klasse. (Vierde of laatste week.)
Trekking van 4 Juni
(1000 loten.)
Ten kantore van den Collecteur te
Amersfoort zijn aan de navolgende num
mers te beurt gevallen
Prijs van flOÓO. (2%>)
No. 9696.
Prijs van 1' 400.
No. 20805.
Prijs van f 200.
No. 10930.
Prijzen van f ÏOO.
No. 8613 en 20013.
Prijzen van f"70.
102, 2010, 2037, 3640, 3676, 3697,
8619, 8683, 8689. 8696, 9700, 18035,
18046, 18878, 2U034, 20087, 20832 en
20858.
Te zamen 23 prijzen.
Zonder prijs zijn uitgetrokken.
101. '114, 139, 140, 211, 233, 269, 275,
292, 3616, 3644, 5724, 5746 5787
8652, 8670, 9706, 9715, 9759, 9765,
9796, 10916, 10947, 11704, 11710,
11713, 11716, 11748, 11774, 117S0.
17118, 17180, 18003. 18009, 18040
18042, 18068, 18822, 18831, 18841,
18847, 18859, 18904, 18924, 20043
20074, 20729, 20753, 20850, 20869
en 20926.
maar goed ook zeiden de dorpelingen
elkander toeknikkende. Luidt dus maar
lustig vooi den nieuwen koning! Ja ja
goeie lièn luidt maar lustig, zei de wijze
schoenmaker, want als de oude koning
dood is, heeft de roode Dwerg zooveel
macht niet meer.
Ach wat riep Hein de timmerman, die in
de deur van de herberg stond; Wal kan
de nieuwe Koning met onzen dwerg te
maken hebben
Dat zult ge eens zien zei de schoenma
ker die weer aan zijn werk ging.
Daar kwam juist van der Drilt aan om
het nieuws te hooren. Hij was juist op
het punt om al grommende en brommende
te vragen wat of dat nu weer beteekende,
hij betaalde toch zijn belasting; toen hij
hoorde dat de koning dood was.
Dan behoede de hemel Zijne Majesteit riep
hij, zóó van harte, dat zijn buren hem nog
eens aan moesten zien, [of dat wel van der
Drift was, die daar sprak en ja, werkelijk
zelfszijn hond durfthem aanzien enkwispel-
staarten. Daar het bijna etenstijd was,
ging Hein gauw naar huis om Bet het nieuws
mee te deelen. Hij deed de deur open en
begon. Maar Bet was hierover zoo ver
baasd, dat zij geen woord verstond van
al wat hij zei. Het was haar alsof zij
oude geliefde muziek hoorde, zooals zei
in jaren niet gehoord had, want Hein's
Jan. Heb je gelezen, waar volgens prof.
Buys ons land een wonde plek heeft?
Piet. Neen, wat zegt hij?
J. »Ik' ken geen bedenkelijker teeken
«des tijds, dan het toenemend egoïsme
«onzer hoogere klassen, dan haar onver-
«schilligheid voor de publieke zaak, het
«lage peil van hare beschaving, de on-
«beduidendheid en de platheid van het
«leven, waarin zooveel mannen van goe-
«den aanleg tot haar kring behoorende,
«opgaan en zich verliezen."
P. Die is raak. Ik kan wel uitzonde
ringen aanwijzen, maar ook lui, die wer
kelijk zijn zooals je ze daar hebt geschil
derd.
J. Die moesten maar eens een voor
beeld nemen aan de Engelsche aristocra
ten. Daar loopen er ook wel rare onder,
maar er zijn er toch heel wat, die eer
zij zich als renteniers of grondbezitters
vestigen, gedurende een jaar of wat eên
nuttigen werkkring aanvaarden, bijv. als
officier in Britsch-Indië, om de wereld te
leeren kennen en nuttig te zijn voor hun
vaderland.
P. En juist zulke menschen zijn later
beter geschikt om als lid van het parle
ment of in eene andere hooge betrekking
het welzijn hunner medeburgers te be
vorderen, dan wanneer zij in den tijd,
dat zij kennis en ervaring moeten op
doen, hoofdwerk maken van lekker eten
en drinken, uitgaan en meer of minder
gepaste aardigheden.
KERKNIEUWS.
Ned. Herv. Kerk.
Beroepen: Te deu Ham, J. W. F.
Gobius du Sart, te Nieuw- en St. Joostland.
Te Denekamp, C. L. Voorhoeve, caud. te
Rotterdam. To Everdingen, C. van Koets
veld tc Oosterhout. Te Noord-Zijpe, C. Wout-
man, te Berkhout. Te Wilsum, VV. de Leeuw,
caud. te Oosterwolde. Te Wijngaarden, P.
Bokma, caqd., te Utrecht. Te lthenen, H.
J. L. Poort, te Harmeien.
Bedankt: Voor Hontenisse, door C.
van Koetsveld, te Oosterhout. Voor Jutphaas,
door W. A. Houbolt, te Veenendaal. Voor
Kolummerzwaag en voor Meteren, door P.
Bokma, cand. te Utrecht. Voor Goudswaard,
door C. L. Voorhoeve, cand. te Rotterdam.
Voor Zoelmond, door W. VYesthoff, cand. te
Vorchten. Voor Muiden, door E. A. Lazon-
der, te Oosterwolde.
Ned. Geref. Kerk.
Beroepen: Te Oosterend, M. R. Pol
man, Chr. Ger. pred. te Houwerzijl, Te
Anjum, W. J. Draijer, Chr. Ger. pred. te
Oudega (Sm.).
Bedankt: Voor Hilversum, door J.
Schotel, Chr. Ger. pred. te Haarlem. Voor
Dokkum, door T. H. Woudstra, te Maassluis.
Chr. Ger. Kerk.
Beroepen: Te Strijen, B. Loman te
Heruïjneu.
Bedankt: Voor Nieuwendijk, door M.
J. van der Hoogt, te Zaandam.
Het Kiescollege der Herv. Gemeente
te Amersfoort zal a.s. Vrijdag bijeenkomen
tot het kiezen van vier ouderlingen en twee
diakeuen. Drie ouderlingen moeten gekozen
worden in de plaats van de heeren A. J.
Bos, Mr. H. J. H. Baron van Boetzelaer
van Oo9terhout en Prof. J. J. P. Valeton,
die aan de beurt van aftreding zijn en één
ouderling in de plaats van deu heer W.
Froger, overleden. Voorts zijn mede aan de
beurt van aftreding de diakenen H. E. van
Sweden en W. van Zalingen.
Baarn. Het ontbrak den stationschef,
den heer D. van Wichen, j.l. Zaterdag
bij zijn 25-jarig jubilé niet aan bewijzen
van belangstelling.
-
stem was vol teederheid.
«En hij zeide, Bet, dat die vreeselijke
roode Dwerg nu wel bedaren zou. Je be
grijpt dat ik hem braaf uitgelachen heb.
Maar wat scheelt er aan beste meid en
Hein nam haar hand in de zijne.
O, Hein vergeef mij pleitte zij, en de
'oude glans kwam haar weer in de oogen.
Vergeef het verléden, en met Gods hulp
zal de roode Dwerg bedaren.
Dienzelfden dag nog begon Hein weer te
fluiten, alsof hij zijn schade moest inha
len, en de krullen vlogen weer even lus
tig van de planken.
Dat zult ge eens zien, had de oude
schoenmaker* gezegd, dit deed ook de
weduwe. Het was maar een brief van
haren Jaap. Maar waarom zei zij telkens
«God zegen hem?" En waarom veegde zij
telkens haar bril af, als geloofde zij niet
dut zij goed had gelezen? Was dit wel
van haar Jaap, die nooit ongelijk wilde
bekennen? En toch het was in zijn brief
dat zij las. «Zeg aan den landheer, dat
ik dikwijls aan zijn goedheid voor mij
denk, en dat ik nu heb leeren inzien
hoe dwaas en onrechtvaardig ik dikwijls
gesproken heb, en dat ik hem om ver
geving vraag.
(Wordt vervolgt.)