BUITENLAND.
Plaatselijke berichten.
IN MEMORIAE
de minister van buitenlandsche zaken,
jhr. Hartsen, den lioogen gast bij zijne
komst in de residentie, te Scheveningen
een schitterend dejeuner-dinatoire zal aan
bieden.
De Regeering heeft 455,000 toegestaan
als eersten termijn van twee en een half
millioen gulden, tot krachtige voortzetting
der rivierverbetering op Rijn en Waal,
ter bereiking allereerst van een diepte
van 2.7 M. en later van 3 M. onder den
waterstand, overeenkomstig dien van 1.50
M. aan de peilschaal te Keulen.
Volgens de Regeeting eischen de be
langen van onzen handel en de scheep
vaart, samengaande met die van den
DuitschenRijnhandel, spoedige vet betering.
De Minister van Buitenlandsche Za
ken vestigt de aandacht op het onderstaand
uittreksel uit een schrijven van den
Nederlandschen consul te Warschau
«Sedert een jaar doet een bende op
lichters het mogelijke om buitenlandsche
kooplieden te bedriegen, door hun tegen
billijke prijzen «Siberisch Goud" aan te
bieden.
Het gevaar ligt vooral hierin, dat de
«would be" koopers op het feit opmerk
zaam gemaakt worden dat het verkoopen
van Russisch goud verboden is, omdat de
wasscherijen aan het gouvernement (de
Kroon) toebehooren het is dan ook steeds
door een samenloop van quasi romantische
omstandigheden, dat de verkoopers bewe
ren het artikel in handen te hebben
gekregen.
«Verleden janr hebben zij een landge
noot naar Riga en vandaar naar Warschau
gelokt en ik geloof te mogen zeggen, dat
hij thans f30.000 rijker zoude zijn wan
neer hij zich niet verplicht gevoeld had
op mijne vraag, wat hij hier deed, een
ontwijkend antwoord te geven.
«De verkoopers lokken liefhebbers door
een geheimzinnig gestelde advertentie in
de Duitsche couranten, wellicht ook in
andere. Zij geven echt goud als monster,
maar leveren geel-koper of iets dergelijks
en dit ongestraft, omdat goud niet mag
geëxporteerd worden.
«De beide bedriegers, die bij het hier
boven door mij aangehaalde geval gefigu
reerd hebben, zijn thans wederin Warschau
gezien en dit geeft mij aanleiding op de
zaak de aandacht te vestigen."
Onlangs heeft zich uit Leeuwarden
heimelijk verwijderd de commissionnair
S., nadat hij de stroocartonfabriek aldaar
voor eene niet onaanzienlijke som op be-
driegelijke wijze had benadeeld. De poli
tie te Leeuwarden gelukte het echter, het
spoor van den vluchteling tot Antwerpen
te volgen en te weten te komen, dat hij
zich daar, onder een valschen naam, op
eene stoomboot naar New-York had in
gescheept. Onze regeering vroeg, langs
telegrafischen weg, zijn uitlevering. Toen
de vluchteling te New-York aan land zou
stappen, werd hij dadelijk in art est ge
nomen en per stoomschip Obdam naar
Nederland gezonden. Donderdag is hij
door de rijkspolitie per spoor naar Leeu
warden geleid en overgebracht in het
huis van bewaring, zoodat de behandeling
der zaak nu spoedig kan worden te ge-
moet gezien.
Te Haarlem zal op 28, 29 en 30
Juli a.s. de 4e jaarlijksche algemeene
vergadering plaats hebben van den Ned.
Schutterij Kaderbond. De waarnemende
commandant der d.d. schutterij, inr. J.
Jager Gerlings is tot eere-voorzitter be
noemd en door de gemeente is een sub
sidie toegestaan tot het geven van fees-
telijkeden.
Men schrijft ons: «De laatste dagen
was de tabakshandel van weinig betee-
kenis. Alleen te Kist, bij Amerongen,
werden eenige partijen 1888er best goed
verkocht tegen den geringen prijs van
f7.50 per 50 K.G.
Op verschillende plaatsen bleef van het
laatste tabaksgewas alles nog onverkocht,
o. a. te Wageningen circa 180.000 en te
Nijkerk pl. m. 300.000 halve kilo's, ter
wij! te Woudenberg en Helenaveen de
gewassen van 1887 en 1888 nog in han
den der planters bleven.
Werkt het prachtige weder bijzonder
gunstig op land en tuinbouwvoortbreng-
selen, niet minder gunstig is zijne werking
op onze veenproductie. In de veenderijen
onder Sloten en naburige gemeenten
heerschtdan ook nog groote bedrijvigheid,
terwijl het den veenbazen zeer naar den
zin gaat. Het drogen geschiedt uitnemend,
zPodat de turf van goede qualiteit belooft
te worden.
De vrouw van den man, die te
Stolpwijk bij den twist met de Haagsche
visschers gedood werd, moet ontijdig be
vallen en aan de gevolgen overleden zijn.
Ook het kindje is gestorven.
De trein, die om 3 uur 5 min.
van Leeuwarden naar Zwolle vertrekt
en ongeveer te 4 uur te Heerenveen moet
zijn, is Zaterdag bij Stobbegat, op onge-
veei drie kwartier afstands van Heeren
veen, ontspoord.
Wegens de veemarkt te Leeuwarden,
werd deze trein getiokken door twee
locomotieven, die door den schok uit de
rails weiden geworpen en ondersteboven
langs de spoorbaan kwamen te liggen.
Verder werden nog een viertal wagens
verbrijzeld.
Gelukkig heeft men geen dooden te
betreurentoch hebben een zestal rei
zigers eenige, zij 'took niet zeer ernstige
wonden bekomen, die zoo spoedig moge-
Itjk zijn verbonden door geneeskundigen
uil Heerenveen.
De oorzaak van het ongeluk moet
worden geweten aan niet vroegtijdig ge
noeg seinen.
Men was bezig den weg te herstellen
en heeft vergeten de roode vlag, onvei
lig, op te steken. Toen de machinisten
het gevaar bemerkten, werd met alle
kracht gebruik gemaakt van den rem,
waardoor het ongeluk, wel is waar niet
is voorkomen, doch de gevolgen onge
twijfeld zeer zijn verminderd.
Volgens het jaarverslag over 1888
van het iiYlagdalenahuis" te Zetten, is
't aantal verpleegden in het laatste jaar
zeer toegenomen. In 1886 telde men
12,500 verpleegdagenin '87 12,235 en
in '88 reeds 17,474 of ongeveer 47 ver
pleegden per dag. In het Kinderziekenhuis,
behoorende bij 't «Magdalenahuis", wor
den thans meer dan 30 kinderen ver
pleegd. De financiëele toestand van beide
inrichtingen, vooral die van 't «Kinder
ziekenhuis", laat te wenschen over. Steun
is dringend noodig.
In «Bethel" te Zetten, werden in het
afgeloopen jaar 22 meisjes ter verpleging
opgenomen, waarvan 12 uit Amsterdam.
Van de 23 meisjes die vertrokken, zijn
15 in diensten geplaatst en 5 keerden
naar familie terug, 23 meisjes zijn tot
lidmaten der Ned. Herv. kerk aangeno
men. De financiëele toestand is vrij gun
stig, daar er een saldo van f 183 is.
De Dorlr. Ct. meldt, dat aan de
algemeene vergadering van aandeelhou
ders der Maatschappij tot Exploitatie van
Staatsspoorwegen zal worden voorgesteld,
over 1888 een dividend van 5.57 of
ƒ13.93 per aandeel, uit te keeren.
De mazelen zijn te Haarlem epide
misch heerschende verklaard.
Een heer uit Purmerend, voor zaken
te Nieuwediep zijnde, verloor de vorige
week Vrijdag zijn portefeuille, inhoudende
aan bankpapier f6000 en meer, en ver
dere papieren van waarde.
De portefeuille werd gevonden door
een nog jeugdig meisje, wonende te Koe-
gias, die met behulp van een officier,
dezelve aan den heer terugbezorgde.
Op de vraag van den heer X wat hij
haar schuldig was, antwoordde het meisje,
dat zij dit geheel aan hem overliet; hij
gaf haar twee gulden, met welke be
scheiden vergoeding het meisje zich zeer
ingenomen betoonde.
Een paar dagen later echter ontving
het meisje een schrijven van den heer
X, (die naar haar ouders en omstandig
heden geïnformeerd had), met uitnoodi-
diging om den volgenden dag te zijnen
huize te komen, aan welke uitnoodiging
zij in gezelschap van haar zuster voldeed.
Zij werden door den heer X. allervrien
delijkst ontvangen en gul onthaald. La
ter maakte hij een wandeling met hen
door Purmerend, trad een goudsmidswin
kel binnen en kocht twee gouden dames
horloges, die hij" aan de twee zusters
present gaf.
Daarna ging hij met hen naar een
meubelmagazijn en kocht voor het meisje,
dat hem zijn verloren eigendom had te
ruggebracht, een prachtig linnenkastje.
Tegenstreven der meisjes, die deze ge
schenken haast niet durfden aanne
men, hielp niet.
Ten slotte heeft de heer X. de kroon
op zijn goedhartigheid gezet, met voor het
meisje vast te stellen f3 per week zoo
lang zij leeft, en de voorwaarde daarbij
gemaakt dat zij dit geld iedere drie maan
den zelf zal komen halen.
Een schoon voorbeeld voorwaar, dat
er nog goede karakters woi den gevonden.
De eerlijkheid en bescheidenheid van het
meisje zijn hier schitterend beloond door
den edelmoedigen man, wiens loffelijke
en roijale handelwijze verdient in breeder
kring bekend te woiden.
Het tweede gedeelte der geldleening
ten behoeve van de provincie Utrecht,
groot f 10.000 ad 3'/, pet., heeft plaats
gehad op 4 Juni jl. te Utrecht. Tegen
den hoogsten prijs werd ingeschreven
door den kassier Zellerhof, aldaar, voor
het geheele bedrag van f 10.000, nl. 10
schuldbrieven van f 1000, ad IOO'Aj pet.
Deze inschrijving is aangenomen tegen
den aangeboden koers.
De viering van het zestigjarig be
slaan van het regiment grenadiers en ja
gers zal, met het oog op de Zondagsrust,
niet op 7, maar op 8 Juli plaats hebben.
De heer Willink Ketjen zal aan
staanden Woensdag terechtstaan wegens
opzettelijke beleediging van den minister
van koloniën.
Bij een hevig- onweder, dat Zondag
over Helmond en Helenaveen woedde, is
een turfwerker, tijdens hij werkzaam
was, door den bliksem getroffen en ge
dood. Hij laat eene vrouw met zes kin
deren achter.
Op den openbaren weg van Dulkan
naar Viersen, niet ver van Venloo, vond
men Vrijdag morgen het [lijk van eene
35-jarige ongehuwde dame, mej. Maria
Holz, uit Duiken. Het schijnt, dat zij op
den weg aangevallen en vermoord is.
De politie zoekt den nog onbekenden
dader. N. R Ct.
De Servische spoorweggeschiedenis
gaat gewoon voort; de heer Spuller zeide
het in den ministerraad en men kan den
heer Spuller gelooven. De Servische gezant
te Parijs doet allerlei schoone verklarin
gen, de regenten zweren bij hun liefde
voor Frankrijk, dat steeds de Serviërs be
schermde, maar zij behouden den spoor
weg. Over eenigen tijd spreekt niemand
meer over de zaak der Servische sporen
en dan is het er mee, als met zoovele
zaken, die eenmaal «kwestie" waren,
waar nu niemand meer over spreekt en
die ten nadeele van den rechthebbende
geregeld zijn.
•Toevallig zeker, niets meer dan
toevalig is het, dat op den 5den Juni
de eeiste trein van de «Oriënt Express"-
lijn van Berlijn naar Constantinopel ver
trok; terwijl op 1 Juni de Fransche
spoorweg in Servië onteigend werd. Het
is zuiver toeval, doch leest men de lof
liederen in de Duitsche bladen, dan zou
men er wat anders achter zoeken. Duitsch-
land is nu meester van een rechten weg
naar Constantinopel. Juist! En Constan
tinopel is de hoofdstad van Turkije, dat
een Duitsch leger heeft, onder Duitsche
officieren (of ten minste zoo goed als) en
op voortdurend gespannen voet met Rus
land staat. Heel toevallig natuurlijk! En
de geheele handel uit het Oosten is nu.
door onteigening van de Servische sporen,
in handen van Duitschland overge
gaan. Zou men niet zeggen, dat het toe
val iemand rare parten spelen kan?
Uit Frankrijk komen tijdingen over
zeer compromitleerende geschriften, die
ten nadeele van generaal Boulanger bij
een huiszoeking ontdekt zouden zijn. De
gebeurtenis heeft zich als volgt toegedra
gen Toen de generaal naar Londen
vertrok droeg hij zijn tweeden secretaris,
den heer Breuillé op, drie kistjes in ze
kerheid te brengen, waarin brieven,
aanteekeningen en kaarten geborgen
waren. De secretaris liet deze kistjes door
tusschenkomst van zijn moeder bij zekeren
winkelier Becker brengen, waar men ze
veilig waande. Later gaf de generaal den
heer Rreuillé last alles te verbranden,
maur deze meende beter te doen ze naar
Londen te brengen. Vrijdagavond zou dit
moeten gebeuren; doch Vrijdagmiddag
werd er tegelijkertijd huiszoeking gedaan
bij den oud-secretaris en bij Becker.
De kistjes werden in beslag genomen
en aan den Senaat, als Hooggerechtshof
overgegeven.
De heer Breuillé verklaart niet te be
grijpen hoe men op hel denkbeeld kwam,
er bij Becker naar te zoeken, tenzij
men hem bespied heeft. De politie geeft
voor, door een naamloos schrijven inge
licht te zijn
De vrienden van Boulanger hechten
volstrekt geen waarde aan dezen vondst.
«Geen papier ter wereld," verklaarde
Laguerre, «is in staat de schuld te be
wijzen van den generaal of van de hee-
ren Rochefort en Dillon." Ook een tele
gram uit Londen aan den Figaro, door
een der vertrouwden van den generaal,
den heer Bois-Glavy, geteekent, zegt, dat
Boulanger voor zich niets vreest, doch
alleen onaangenaamheden ducht voor de
genen die de brieven geschreven hebben.
Reeds zijn eenige inhechtenisnemingen
op de ontdekking gevolgd, doch alle ge
arresteerden zijn weder in vrijheid gesteld,
behalve de kapitein Fleuchat van den
generalen staf. Te Angoulème werden
34 personen, waaronder Déroulède, La
guerre, Laissant en Richard, in hechtenis
genomen, maar na een verhoor voor den
procureur der Republiek weder losgelaten,
lieden zal in de Kamer van Afgevaardig
den wel over dit incident worden gesproken
en nader nieuws daaromtrent aan den
dag komen.
Op het 26ste Christelijk Nationaal
Zendingsfeest 3 Juli op het buitengoed
«Nimmerdor" alhier te houden, zullen als
sprekers optreden
Dr. J. J. P. Valeton, hoogleeraar; W,
baron van Doorn van WestkapelleDs.
C. F. Gronemeijer; Ds. H. A. E. Hei-
necken; Dr. Ph. Hoedemaker; Dr. M. F.
van Lennep; Ds. A. Loeffde heer T.
M. Looman, de heer J. Ph. Marmelstein,
Ds. L. C. Schuller tot Peursum, Ds. A.
Voorhoeve, Ds. A. Wartena, Ds. J. H.
Wiersma; Ds. P. van Wijk Jr., Dr. J.
Th. De Visser en Dr. O. Schriecke.
Zondag 16 Juni zal bij de Vrije
Ger. Gem. op de gewone uren gepredikt
worden door Ds. van der Spek van
Dirksland.
Bij de gisteren alhier gehouden
stemming ter verkiezing van een lid voor
de Provinciale Staten, zijn uitgebracht
938stemmen. Van onwaarde 11. Volstrekte
meerderheid 464 stemmen.
Wederom is een onzer beste bur
gers uit ons midden heengegaan.
Onze geachte stadgenoot, de heer
P. Hondius, is na eene ernstige
ongesteldheid, door den dood aan
zijne familie en vele vrienden
I ontnomen. Bij een zeer werkzaam
leven, tot op zeventigjarigen leef
tijd, heeft hij de taak welke hij op
zich genomen had, met den meesten
ijver en stiptheid vervuld. Van de rust
welke hij genomen had, mocht hij
helaas niet lang gebruik maken, op
bijr.a 73 jarigen leeftijd ging hij
van ons weg. gloeiende van Vader
landsliefde, wist hij op rechten tijd
en plaats, ook voor de belangen
zijner geboorteplaats, waaraan hij
gehecht was, op te komen en in
I ronde taal zijne denkbeelden te ont
wikkelen toch wist hij daarbij de
inzichten van tegenstanders, als
echt humaan man, te eerbiedigen.
Op het gebied van het godsdienstig
leven, kon hij met zooveel vuur
de nieuwere denkbeelden verdedigen,
dat zelfs zijne tegenstanders hem
moesten waardeeren, om het vatte
geloof dat uit den overtuiging sprak.
Op zijne laatste rustplaats, leggen
wij een palmtak met de bede dat
zijn assche in vrede rusten.
ter zijr. stoel niemand dan zijn ouden
dienaar John, wiens trouwe en langdurige
diensten zoo erkend werden dat hij zich
wel wat meer mocht veroorloven dan
een ander, maar wiens onverschillige
houding, voldoende aantoonde dat hij die
vermetele woorden niet zou hebben dur
ven uitspreken althans zoo dacht de
overste, die zich spoedig daarna ter ruste
begaf.
Den volgenden ochtend, toen de overste
met koeler hoofd nadacht over zijn over
ijlde belofte, gevoelde hij zijn ziel daar
over toch bezwaard. Want had hij ook
al zijne dochter gehoorzaamheid als eer
sten plicht ingescherpt, had hij niettemin
sinds geruimen tijd de neigmg opgemerkt
die Richard en Clara voor elkander koes
terden. Weinig kon hij bevroeden dal
die neiging intusschen tot een gloeienden
haitstochl was gestegen, maar al had
hij het geweten, hij had zijn woord ver
pand, en voor iemand van zijn karakter
had hij daardoor eene verplichting op
zich genomen, wier nakoming niets ter
wereld zou kunnen verhinderen.
Daarom zocht hij Clara op en vond
haar in een afgelegen gedeelte, dat de
grens uitmaakte van zijn goed en dat
van zijn buurman. Wie beschrijft den
schrik en de vertwijfeling van Clara,
toen zij de plannen van den overste ver
nam. Eenige oogenblikken bleef zij zwij
gend, als door den bliksem getroffen
staan, toen greep zij de handen haars
vaders en zeide:
«O I laat mij denken dat het slechts
een harde proef is waarop gij mijne kin
derlijke toegenegenheid hebt willen stel
len; want gij zult toch nimmer het ge
luk uwer dochter toevertrouwen aan een
man, dien zij niet bemint en gij weet
het, Sir Charles bemint zij niethare
liefde behoort Richard Clark toe en hem
zal ze eeuwig toebehooren. Maar daaren
boven wie, wat is die man, dien ge zegt
mij tot echtgenoot te hebben verkozen?
Gij weet het zelf niet. Eenige weken ge
leden kwam hij hier, zonder u te ken
nen. Was zulk een kort tijdsbestek vol
doende dat hij hem uw vei trouwen, uw
vriendschap mocht schenken, ja dat ge
hem zelf» uw eenig kind om den hals
werpt, zonder natedenkeu of angst
te koesteren dat gij een schuldeloos we
zen wellicht aan een onwaardige zoudt
verbinden."
«Zwijg, zwijg Clara! Denkt er aan dat
de wil des vaders door zijn kind dient
te worden opgevolgd."
«Genadige Hemel, zijt gij het dan niet
zelf die vergeet dat ge mijn vader zijt?
01 dwing mij toch niet tot dit huwelijk
ik bezweer het u op myn knieën I"
De overste zag het schoone smeekende
meisje aan met een blik die slechts al
te duidelijk zijn leedgevoel deed uitko
men: hij streed met zichzelf en moest
zich geweld aandoen deze weinige woor
den te uiten
«Clata, ik vertrouw dat gij zult weten
te gehoorzamen!"
Toen bedekte het arme meisje haar
hoofd met beide handen en weende van
spijt en droefenis. Zij gevoelde het, haar
levensgeluk was vernietigd.
«Almachtige God!" riep zij uit, «hebt
Gij dan medelijden met mij, daar mijn
vader mij vei laat!"
De grijsaard verbleekte en zweeg; het
was de eerste maal dat een hard en
dreigend woord de schoone overeenstem
ming met zijne dochter verstoorde. Acht
tien jaren lang had geen wanklank die
heilige samensmelting hunner gemoede
ren ontstemd. Nu zou dit voor het eerst
geschieden. Frederik Davidson gevoelde
het diep; snel moest hij zich verwijde
ren om niet toe te geven aan hetgeen
eene inwendige stem hem toefluisterde
omhels uwe dochter en zeg haar, liever
wil ik een meineedige worden dan u
ongelukkig maken!"
Ter nauwernood had de oude man
zich verwijderd, toen een jongeling van
achter de struiken te voorschijn trad
waarin hij zich gedurende het gesprek
verborgen had.
«Ween niet, Clara," zeide hij «nimmer
zal Sir Charles u zijne gade noemen;
nog een middel blijft er open en dat zul
ik beproeven."
Clare sloeg haar oogen, door tranen
verduisterd, naar haar minnaar op en
zag hem met angst aan.
«Gij wilt hem dus uitdagen, Richard,
hem dooden of zelf getroffen worden.
Maar beseft gij dan niet dat zelfs als gij
als overwinnaar uit een bloedig tweege
vecht met hem zoudt treden, zijn dood
een hinderpaal tusschen ons zou stellen,
die niet te overkomen ware?"
«Maar wat moeten wij dan doen riep
Richard op een toon van vertwijfeling
uit.
«Wachten!" antwoordde een stem vlak
achter hen.
Beiden stonden als versteend van schrik.
Zij keerden zich om en zagen in hunne
onmiddellijke nabijheid John, den ouden
dienaar van den overste, die ongemerkt
naderbij was gekomen en hun geheel
gesprek had gehoord.
Er zijn woorden, die zoo overtuigend
klinken dat men er zonder aarzeling een
gewillig gehoor aan geeft. Zoo werkte
ook dit op vasten, zekeren toon uitge
sproken woord «wachten" op het gemoed
GekozenMr. W. J. M. Bosch van
Oud-Amelisweerd te Utrecht met 841
stemmen.
Jhr. Mr. B. P. de Beaufort verkreeg
41, en Mr. H. J. H. baron van Boetze-
laer van Oosterhout verkreeg 31 stemmen.
In onze gemeente zijn van de 757
kiezers 234 opgekomen.
«30ste STAATSLOTERIJ.
Vijfde klasse. (Vierde week.)
Laatste trekking van 8 Juni.
('100 loten.)
Ten kantore van den Collecteur te
Amersfoort zijn aan de navolgende num
mers te beurt gevallen
Prijzeii vau f70.
No. 3606 en 17157.
Zonder prys is uitgetrokken
No 241.
4
Jan. Ken jij den Franschen bakker?
Piet. Natuurlijk! Dat is Boulanger,
die er van door is naar Engeland.
J. Een mensch kan moeilijk hooren of
er een kapitale of een kleine b wordt
uitgesproken. Ik bedoelde met Fran
schen bakker de dubbele vier uit het domi
no-spel.
P. Ik wist niet dat die steen zoo heette.
Op zoo'n manier kan iemand er leelijk
inloopen.
J. Dat zeg ik met je. Als er sprake is
van den beer W. II. de Beaufort, is het
moeilijk te gissen of de Treeksche of de
Driebergsche bedoeld wordt.
P. Nog gekker is het, alsjedenkt.dat
er maar één persoon van dien naam is.
Men kan toch niet te voorzichtig zijn.
J. Hoogklimmers en diepzwemmers
kennen geen voorzichtigheid.
KERKNIEUWS.
Ned. Here. Kerk.
Beroepen: naar Lunteren, G. Boer, te
Ermelo naar Terneuzen, D. H. Teljor,
te Hellevoetsluis naar Kortenhoef (toez.)
F. Bokma, te Utrechtnaar 's Graven-
van Richard en Clara. Zij trachten niet
te verklaren hoe het mogelijk kon zijn
dat een bediende den wil van zijn mees
ter zou kunnen dwarsboomen en iets
aan hun lot veranderen; dat ééne woord
was voldoende om hun met al den gloed
der jeugd, met al de lichtgeloovigheid der
liefde de hoop te doen koesteren die dat
raadselachtig woord uitsprak.
De oude dienaar echter, die de vragen
^vaarmede men hem nu bestormde, niet
£on of wilde beantwoorden, keerde zich
spoedig om en juist toen hij het bordes
van het kasteel opsteeg vond hij daar
boven Sir Charles staan, die tegen de
muur geleund, scheen te peinzen.
De harde, duistere trekken van dezen
man, zijne donkere diepliggende oogen,
zijn bruine kleur, zijn zware baard en
lang haar, dat eerder kunstig dan schoon
op zijne schouders neerhing, dit alles gaf
aan zijn geheele voorkomen iets terug-
stootends en onaangenaams.
Slot volgt.)