BUITENLAND. Plaatselijke berichten. IN MEMORIAE de minister van buitenlandsche zaken, jhr. Hartsen, den lioogen gast bij zijne komst in de residentie, te Scheveningen een schitterend dejeuner-dinatoire zal aan bieden. De Regeering heeft 455,000 toegestaan als eersten termijn van twee en een half millioen gulden, tot krachtige voortzetting der rivierverbetering op Rijn en Waal, ter bereiking allereerst van een diepte van 2.7 M. en later van 3 M. onder den waterstand, overeenkomstig dien van 1.50 M. aan de peilschaal te Keulen. Volgens de Regeeting eischen de be langen van onzen handel en de scheep vaart, samengaande met die van den DuitschenRijnhandel, spoedige vet betering. De Minister van Buitenlandsche Za ken vestigt de aandacht op het onderstaand uittreksel uit een schrijven van den Nederlandschen consul te Warschau «Sedert een jaar doet een bende op lichters het mogelijke om buitenlandsche kooplieden te bedriegen, door hun tegen billijke prijzen «Siberisch Goud" aan te bieden. Het gevaar ligt vooral hierin, dat de «would be" koopers op het feit opmerk zaam gemaakt worden dat het verkoopen van Russisch goud verboden is, omdat de wasscherijen aan het gouvernement (de Kroon) toebehooren het is dan ook steeds door een samenloop van quasi romantische omstandigheden, dat de verkoopers bewe ren het artikel in handen te hebben gekregen. «Verleden janr hebben zij een landge noot naar Riga en vandaar naar Warschau gelokt en ik geloof te mogen zeggen, dat hij thans f30.000 rijker zoude zijn wan neer hij zich niet verplicht gevoeld had op mijne vraag, wat hij hier deed, een ontwijkend antwoord te geven. «De verkoopers lokken liefhebbers door een geheimzinnig gestelde advertentie in de Duitsche couranten, wellicht ook in andere. Zij geven echt goud als monster, maar leveren geel-koper of iets dergelijks en dit ongestraft, omdat goud niet mag geëxporteerd worden. «De beide bedriegers, die bij het hier boven door mij aangehaalde geval gefigu reerd hebben, zijn thans wederin Warschau gezien en dit geeft mij aanleiding op de zaak de aandacht te vestigen." Onlangs heeft zich uit Leeuwarden heimelijk verwijderd de commissionnair S., nadat hij de stroocartonfabriek aldaar voor eene niet onaanzienlijke som op be- driegelijke wijze had benadeeld. De poli tie te Leeuwarden gelukte het echter, het spoor van den vluchteling tot Antwerpen te volgen en te weten te komen, dat hij zich daar, onder een valschen naam, op eene stoomboot naar New-York had in gescheept. Onze regeering vroeg, langs telegrafischen weg, zijn uitlevering. Toen de vluchteling te New-York aan land zou stappen, werd hij dadelijk in art est ge nomen en per stoomschip Obdam naar Nederland gezonden. Donderdag is hij door de rijkspolitie per spoor naar Leeu warden geleid en overgebracht in het huis van bewaring, zoodat de behandeling der zaak nu spoedig kan worden te ge- moet gezien. Te Haarlem zal op 28, 29 en 30 Juli a.s. de 4e jaarlijksche algemeene vergadering plaats hebben van den Ned. Schutterij Kaderbond. De waarnemende commandant der d.d. schutterij, inr. J. Jager Gerlings is tot eere-voorzitter be noemd en door de gemeente is een sub sidie toegestaan tot het geven van fees- telijkeden. Men schrijft ons: «De laatste dagen was de tabakshandel van weinig betee- kenis. Alleen te Kist, bij Amerongen, werden eenige partijen 1888er best goed verkocht tegen den geringen prijs van f7.50 per 50 K.G. Op verschillende plaatsen bleef van het laatste tabaksgewas alles nog onverkocht, o. a. te Wageningen circa 180.000 en te Nijkerk pl. m. 300.000 halve kilo's, ter wij! te Woudenberg en Helenaveen de gewassen van 1887 en 1888 nog in han den der planters bleven. Werkt het prachtige weder bijzonder gunstig op land en tuinbouwvoortbreng- selen, niet minder gunstig is zijne werking op onze veenproductie. In de veenderijen onder Sloten en naburige gemeenten heerschtdan ook nog groote bedrijvigheid, terwijl het den veenbazen zeer naar den zin gaat. Het drogen geschiedt uitnemend, zPodat de turf van goede qualiteit belooft te worden. De vrouw van den man, die te Stolpwijk bij den twist met de Haagsche visschers gedood werd, moet ontijdig be vallen en aan de gevolgen overleden zijn. Ook het kindje is gestorven. De trein, die om 3 uur 5 min. van Leeuwarden naar Zwolle vertrekt en ongeveer te 4 uur te Heerenveen moet zijn, is Zaterdag bij Stobbegat, op onge- veei drie kwartier afstands van Heeren veen, ontspoord. Wegens de veemarkt te Leeuwarden, werd deze trein getiokken door twee locomotieven, die door den schok uit de rails weiden geworpen en ondersteboven langs de spoorbaan kwamen te liggen. Verder werden nog een viertal wagens verbrijzeld. Gelukkig heeft men geen dooden te betreurentoch hebben een zestal rei zigers eenige, zij 'took niet zeer ernstige wonden bekomen, die zoo spoedig moge- Itjk zijn verbonden door geneeskundigen uil Heerenveen. De oorzaak van het ongeluk moet worden geweten aan niet vroegtijdig ge noeg seinen. Men was bezig den weg te herstellen en heeft vergeten de roode vlag, onvei lig, op te steken. Toen de machinisten het gevaar bemerkten, werd met alle kracht gebruik gemaakt van den rem, waardoor het ongeluk, wel is waar niet is voorkomen, doch de gevolgen onge twijfeld zeer zijn verminderd. Volgens het jaarverslag over 1888 van het iiYlagdalenahuis" te Zetten, is 't aantal verpleegden in het laatste jaar zeer toegenomen. In 1886 telde men 12,500 verpleegdagenin '87 12,235 en in '88 reeds 17,474 of ongeveer 47 ver pleegden per dag. In het Kinderziekenhuis, behoorende bij 't «Magdalenahuis", wor den thans meer dan 30 kinderen ver pleegd. De financiëele toestand van beide inrichtingen, vooral die van 't «Kinder ziekenhuis", laat te wenschen over. Steun is dringend noodig. In «Bethel" te Zetten, werden in het afgeloopen jaar 22 meisjes ter verpleging opgenomen, waarvan 12 uit Amsterdam. Van de 23 meisjes die vertrokken, zijn 15 in diensten geplaatst en 5 keerden naar familie terug, 23 meisjes zijn tot lidmaten der Ned. Herv. kerk aangeno men. De financiëele toestand is vrij gun stig, daar er een saldo van f 183 is. De Dorlr. Ct. meldt, dat aan de algemeene vergadering van aandeelhou ders der Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen zal worden voorgesteld, over 1888 een dividend van 5.57 of ƒ13.93 per aandeel, uit te keeren. De mazelen zijn te Haarlem epide misch heerschende verklaard. Een heer uit Purmerend, voor zaken te Nieuwediep zijnde, verloor de vorige week Vrijdag zijn portefeuille, inhoudende aan bankpapier f6000 en meer, en ver dere papieren van waarde. De portefeuille werd gevonden door een nog jeugdig meisje, wonende te Koe- gias, die met behulp van een officier, dezelve aan den heer terugbezorgde. Op de vraag van den heer X wat hij haar schuldig was, antwoordde het meisje, dat zij dit geheel aan hem overliet; hij gaf haar twee gulden, met welke be scheiden vergoeding het meisje zich zeer ingenomen betoonde. Een paar dagen later echter ontving het meisje een schrijven van den heer X, (die naar haar ouders en omstandig heden geïnformeerd had), met uitnoodi- diging om den volgenden dag te zijnen huize te komen, aan welke uitnoodiging zij in gezelschap van haar zuster voldeed. Zij werden door den heer X. allervrien delijkst ontvangen en gul onthaald. La ter maakte hij een wandeling met hen door Purmerend, trad een goudsmidswin kel binnen en kocht twee gouden dames horloges, die hij" aan de twee zusters present gaf. Daarna ging hij met hen naar een meubelmagazijn en kocht voor het meisje, dat hem zijn verloren eigendom had te ruggebracht, een prachtig linnenkastje. Tegenstreven der meisjes, die deze ge schenken haast niet durfden aanne men, hielp niet. Ten slotte heeft de heer X. de kroon op zijn goedhartigheid gezet, met voor het meisje vast te stellen f3 per week zoo lang zij leeft, en de voorwaarde daarbij gemaakt dat zij dit geld iedere drie maan den zelf zal komen halen. Een schoon voorbeeld voorwaar, dat er nog goede karakters woi den gevonden. De eerlijkheid en bescheidenheid van het meisje zijn hier schitterend beloond door den edelmoedigen man, wiens loffelijke en roijale handelwijze verdient in breeder kring bekend te woiden. Het tweede gedeelte der geldleening ten behoeve van de provincie Utrecht, groot f 10.000 ad 3'/, pet., heeft plaats gehad op 4 Juni jl. te Utrecht. Tegen den hoogsten prijs werd ingeschreven door den kassier Zellerhof, aldaar, voor het geheele bedrag van f 10.000, nl. 10 schuldbrieven van f 1000, ad IOO'Aj pet. Deze inschrijving is aangenomen tegen den aangeboden koers. De viering van het zestigjarig be slaan van het regiment grenadiers en ja gers zal, met het oog op de Zondagsrust, niet op 7, maar op 8 Juli plaats hebben. De heer Willink Ketjen zal aan staanden Woensdag terechtstaan wegens opzettelijke beleediging van den minister van koloniën. Bij een hevig- onweder, dat Zondag over Helmond en Helenaveen woedde, is een turfwerker, tijdens hij werkzaam was, door den bliksem getroffen en ge dood. Hij laat eene vrouw met zes kin deren achter. Op den openbaren weg van Dulkan naar Viersen, niet ver van Venloo, vond men Vrijdag morgen het [lijk van eene 35-jarige ongehuwde dame, mej. Maria Holz, uit Duiken. Het schijnt, dat zij op den weg aangevallen en vermoord is. De politie zoekt den nog onbekenden dader. N. R Ct. De Servische spoorweggeschiedenis gaat gewoon voort; de heer Spuller zeide het in den ministerraad en men kan den heer Spuller gelooven. De Servische gezant te Parijs doet allerlei schoone verklarin gen, de regenten zweren bij hun liefde voor Frankrijk, dat steeds de Serviërs be schermde, maar zij behouden den spoor weg. Over eenigen tijd spreekt niemand meer over de zaak der Servische sporen en dan is het er mee, als met zoovele zaken, die eenmaal «kwestie" waren, waar nu niemand meer over spreekt en die ten nadeele van den rechthebbende geregeld zijn. •Toevallig zeker, niets meer dan toevalig is het, dat op den 5den Juni de eeiste trein van de «Oriënt Express"- lijn van Berlijn naar Constantinopel ver trok; terwijl op 1 Juni de Fransche spoorweg in Servië onteigend werd. Het is zuiver toeval, doch leest men de lof liederen in de Duitsche bladen, dan zou men er wat anders achter zoeken. Duitsch- land is nu meester van een rechten weg naar Constantinopel. Juist! En Constan tinopel is de hoofdstad van Turkije, dat een Duitsch leger heeft, onder Duitsche officieren (of ten minste zoo goed als) en op voortdurend gespannen voet met Rus land staat. Heel toevallig natuurlijk! En de geheele handel uit het Oosten is nu. door onteigening van de Servische sporen, in handen van Duitschland overge gaan. Zou men niet zeggen, dat het toe val iemand rare parten spelen kan? Uit Frankrijk komen tijdingen over zeer compromitleerende geschriften, die ten nadeele van generaal Boulanger bij een huiszoeking ontdekt zouden zijn. De gebeurtenis heeft zich als volgt toegedra gen Toen de generaal naar Londen vertrok droeg hij zijn tweeden secretaris, den heer Breuillé op, drie kistjes in ze kerheid te brengen, waarin brieven, aanteekeningen en kaarten geborgen waren. De secretaris liet deze kistjes door tusschenkomst van zijn moeder bij zekeren winkelier Becker brengen, waar men ze veilig waande. Later gaf de generaal den heer Rreuillé last alles te verbranden, maur deze meende beter te doen ze naar Londen te brengen. Vrijdagavond zou dit moeten gebeuren; doch Vrijdagmiddag werd er tegelijkertijd huiszoeking gedaan bij den oud-secretaris en bij Becker. De kistjes werden in beslag genomen en aan den Senaat, als Hooggerechtshof overgegeven. De heer Breuillé verklaart niet te be grijpen hoe men op hel denkbeeld kwam, er bij Becker naar te zoeken, tenzij men hem bespied heeft. De politie geeft voor, door een naamloos schrijven inge licht te zijn De vrienden van Boulanger hechten volstrekt geen waarde aan dezen vondst. «Geen papier ter wereld," verklaarde Laguerre, «is in staat de schuld te be wijzen van den generaal of van de hee- ren Rochefort en Dillon." Ook een tele gram uit Londen aan den Figaro, door een der vertrouwden van den generaal, den heer Bois-Glavy, geteekent, zegt, dat Boulanger voor zich niets vreest, doch alleen onaangenaamheden ducht voor de genen die de brieven geschreven hebben. Reeds zijn eenige inhechtenisnemingen op de ontdekking gevolgd, doch alle ge arresteerden zijn weder in vrijheid gesteld, behalve de kapitein Fleuchat van den generalen staf. Te Angoulème werden 34 personen, waaronder Déroulède, La guerre, Laissant en Richard, in hechtenis genomen, maar na een verhoor voor den procureur der Republiek weder losgelaten, lieden zal in de Kamer van Afgevaardig den wel over dit incident worden gesproken en nader nieuws daaromtrent aan den dag komen. Op het 26ste Christelijk Nationaal Zendingsfeest 3 Juli op het buitengoed «Nimmerdor" alhier te houden, zullen als sprekers optreden Dr. J. J. P. Valeton, hoogleeraar; W, baron van Doorn van WestkapelleDs. C. F. Gronemeijer; Ds. H. A. E. Hei- necken; Dr. Ph. Hoedemaker; Dr. M. F. van Lennep; Ds. A. Loeffde heer T. M. Looman, de heer J. Ph. Marmelstein, Ds. L. C. Schuller tot Peursum, Ds. A. Voorhoeve, Ds. A. Wartena, Ds. J. H. Wiersma; Ds. P. van Wijk Jr., Dr. J. Th. De Visser en Dr. O. Schriecke. Zondag 16 Juni zal bij de Vrije Ger. Gem. op de gewone uren gepredikt worden door Ds. van der Spek van Dirksland. Bij de gisteren alhier gehouden stemming ter verkiezing van een lid voor de Provinciale Staten, zijn uitgebracht 938stemmen. Van onwaarde 11. Volstrekte meerderheid 464 stemmen. Wederom is een onzer beste bur gers uit ons midden heengegaan. Onze geachte stadgenoot, de heer P. Hondius, is na eene ernstige ongesteldheid, door den dood aan zijne familie en vele vrienden I ontnomen. Bij een zeer werkzaam leven, tot op zeventigjarigen leef tijd, heeft hij de taak welke hij op zich genomen had, met den meesten ijver en stiptheid vervuld. Van de rust welke hij genomen had, mocht hij helaas niet lang gebruik maken, op bijr.a 73 jarigen leeftijd ging hij van ons weg. gloeiende van Vader landsliefde, wist hij op rechten tijd en plaats, ook voor de belangen zijner geboorteplaats, waaraan hij gehecht was, op te komen en in I ronde taal zijne denkbeelden te ont wikkelen toch wist hij daarbij de inzichten van tegenstanders, als echt humaan man, te eerbiedigen. Op het gebied van het godsdienstig leven, kon hij met zooveel vuur de nieuwere denkbeelden verdedigen, dat zelfs zijne tegenstanders hem moesten waardeeren, om het vatte geloof dat uit den overtuiging sprak. Op zijne laatste rustplaats, leggen wij een palmtak met de bede dat zijn assche in vrede rusten. ter zijr. stoel niemand dan zijn ouden dienaar John, wiens trouwe en langdurige diensten zoo erkend werden dat hij zich wel wat meer mocht veroorloven dan een ander, maar wiens onverschillige houding, voldoende aantoonde dat hij die vermetele woorden niet zou hebben dur ven uitspreken althans zoo dacht de overste, die zich spoedig daarna ter ruste begaf. Den volgenden ochtend, toen de overste met koeler hoofd nadacht over zijn over ijlde belofte, gevoelde hij zijn ziel daar over toch bezwaard. Want had hij ook al zijne dochter gehoorzaamheid als eer sten plicht ingescherpt, had hij niettemin sinds geruimen tijd de neigmg opgemerkt die Richard en Clara voor elkander koes terden. Weinig kon hij bevroeden dal die neiging intusschen tot een gloeienden haitstochl was gestegen, maar al had hij het geweten, hij had zijn woord ver pand, en voor iemand van zijn karakter had hij daardoor eene verplichting op zich genomen, wier nakoming niets ter wereld zou kunnen verhinderen. Daarom zocht hij Clara op en vond haar in een afgelegen gedeelte, dat de grens uitmaakte van zijn goed en dat van zijn buurman. Wie beschrijft den schrik en de vertwijfeling van Clara, toen zij de plannen van den overste ver nam. Eenige oogenblikken bleef zij zwij gend, als door den bliksem getroffen staan, toen greep zij de handen haars vaders en zeide: «O I laat mij denken dat het slechts een harde proef is waarop gij mijne kin derlijke toegenegenheid hebt willen stel len; want gij zult toch nimmer het ge luk uwer dochter toevertrouwen aan een man, dien zij niet bemint en gij weet het, Sir Charles bemint zij niethare liefde behoort Richard Clark toe en hem zal ze eeuwig toebehooren. Maar daaren boven wie, wat is die man, dien ge zegt mij tot echtgenoot te hebben verkozen? Gij weet het zelf niet. Eenige weken ge leden kwam hij hier, zonder u te ken nen. Was zulk een kort tijdsbestek vol doende dat hij hem uw vei trouwen, uw vriendschap mocht schenken, ja dat ge hem zelf» uw eenig kind om den hals werpt, zonder natedenkeu of angst te koesteren dat gij een schuldeloos we zen wellicht aan een onwaardige zoudt verbinden." «Zwijg, zwijg Clara! Denkt er aan dat de wil des vaders door zijn kind dient te worden opgevolgd." «Genadige Hemel, zijt gij het dan niet zelf die vergeet dat ge mijn vader zijt? 01 dwing mij toch niet tot dit huwelijk ik bezweer het u op myn knieën I" De overste zag het schoone smeekende meisje aan met een blik die slechts al te duidelijk zijn leedgevoel deed uitko men: hij streed met zichzelf en moest zich geweld aandoen deze weinige woor den te uiten «Clata, ik vertrouw dat gij zult weten te gehoorzamen!" Toen bedekte het arme meisje haar hoofd met beide handen en weende van spijt en droefenis. Zij gevoelde het, haar levensgeluk was vernietigd. «Almachtige God!" riep zij uit, «hebt Gij dan medelijden met mij, daar mijn vader mij vei laat!" De grijsaard verbleekte en zweeg; het was de eerste maal dat een hard en dreigend woord de schoone overeenstem ming met zijne dochter verstoorde. Acht tien jaren lang had geen wanklank die heilige samensmelting hunner gemoede ren ontstemd. Nu zou dit voor het eerst geschieden. Frederik Davidson gevoelde het diep; snel moest hij zich verwijde ren om niet toe te geven aan hetgeen eene inwendige stem hem toefluisterde omhels uwe dochter en zeg haar, liever wil ik een meineedige worden dan u ongelukkig maken!" Ter nauwernood had de oude man zich verwijderd, toen een jongeling van achter de struiken te voorschijn trad waarin hij zich gedurende het gesprek verborgen had. «Ween niet, Clara," zeide hij «nimmer zal Sir Charles u zijne gade noemen; nog een middel blijft er open en dat zul ik beproeven." Clare sloeg haar oogen, door tranen verduisterd, naar haar minnaar op en zag hem met angst aan. «Gij wilt hem dus uitdagen, Richard, hem dooden of zelf getroffen worden. Maar beseft gij dan niet dat zelfs als gij als overwinnaar uit een bloedig tweege vecht met hem zoudt treden, zijn dood een hinderpaal tusschen ons zou stellen, die niet te overkomen ware?" «Maar wat moeten wij dan doen riep Richard op een toon van vertwijfeling uit. «Wachten!" antwoordde een stem vlak achter hen. Beiden stonden als versteend van schrik. Zij keerden zich om en zagen in hunne onmiddellijke nabijheid John, den ouden dienaar van den overste, die ongemerkt naderbij was gekomen en hun geheel gesprek had gehoord. Er zijn woorden, die zoo overtuigend klinken dat men er zonder aarzeling een gewillig gehoor aan geeft. Zoo werkte ook dit op vasten, zekeren toon uitge sproken woord «wachten" op het gemoed GekozenMr. W. J. M. Bosch van Oud-Amelisweerd te Utrecht met 841 stemmen. Jhr. Mr. B. P. de Beaufort verkreeg 41, en Mr. H. J. H. baron van Boetze- laer van Oosterhout verkreeg 31 stemmen. In onze gemeente zijn van de 757 kiezers 234 opgekomen. «30ste STAATSLOTERIJ. Vijfde klasse. (Vierde week.) Laatste trekking van 8 Juni. ('100 loten.) Ten kantore van den Collecteur te Amersfoort zijn aan de navolgende num mers te beurt gevallen Prijzeii vau f70. No. 3606 en 17157. Zonder prys is uitgetrokken No 241. 4 Jan. Ken jij den Franschen bakker? Piet. Natuurlijk! Dat is Boulanger, die er van door is naar Engeland. J. Een mensch kan moeilijk hooren of er een kapitale of een kleine b wordt uitgesproken. Ik bedoelde met Fran schen bakker de dubbele vier uit het domi no-spel. P. Ik wist niet dat die steen zoo heette. Op zoo'n manier kan iemand er leelijk inloopen. J. Dat zeg ik met je. Als er sprake is van den beer W. II. de Beaufort, is het moeilijk te gissen of de Treeksche of de Driebergsche bedoeld wordt. P. Nog gekker is het, alsjedenkt.dat er maar één persoon van dien naam is. Men kan toch niet te voorzichtig zijn. J. Hoogklimmers en diepzwemmers kennen geen voorzichtigheid. KERKNIEUWS. Ned. Here. Kerk. Beroepen: naar Lunteren, G. Boer, te Ermelo naar Terneuzen, D. H. Teljor, te Hellevoetsluis naar Kortenhoef (toez.) F. Bokma, te Utrechtnaar 's Graven- van Richard en Clara. Zij trachten niet te verklaren hoe het mogelijk kon zijn dat een bediende den wil van zijn mees ter zou kunnen dwarsboomen en iets aan hun lot veranderen; dat ééne woord was voldoende om hun met al den gloed der jeugd, met al de lichtgeloovigheid der liefde de hoop te doen koesteren die dat raadselachtig woord uitsprak. De oude dienaar echter, die de vragen ^vaarmede men hem nu bestormde, niet £on of wilde beantwoorden, keerde zich spoedig om en juist toen hij het bordes van het kasteel opsteeg vond hij daar boven Sir Charles staan, die tegen de muur geleund, scheen te peinzen. De harde, duistere trekken van dezen man, zijne donkere diepliggende oogen, zijn bruine kleur, zijn zware baard en lang haar, dat eerder kunstig dan schoon op zijne schouders neerhing, dit alles gaf aan zijn geheele voorkomen iets terug- stootends en onaangenaams. Slot volgt.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1889 | | pagina 2