NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad ÖE ERFGOEDBEZITTER, UTRECHT en GELDERLAND. ~hi nnenl aS&. No. 62. Zaterdag 3 Augustus 1889. Achttiende jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. De wet, de politie, en het publiek. Feuilleton. iMERSFOOHTSCHE C0C1ANT. VOOR abonnementsprijs: Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort. ADVERTENTIE Ni Van 1 6 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend, firoote letters en vignetten naar plaatsruimte. Met volkomen instemming lazen wij dezer dagen in Het Nieuws van den Dag een aikeurend oordeel, uit gesproken over zekere handelingen van de Rijks-politie, die zich meer malen voordoen en waartegen het wenschelijk is dat algemeen wordt geprotesteerd. De geschiedenis is dezeIn de buurtschap Goor, gemeente Steen- wijkerwold, woont een arme weduwe, die er een slijterijtje op nahoudt, waarin zij voor acht kinderen den kost moet verdienen. Zij mag dus wel sterke drank in het groot ver- koopen, maar, daar zij geen vergun ning heeft, niet in het klein tappen. Men houdt haar echter verdacht, dat zij nu en dan weieens in 't geheim een glaasje schenkt. Nu zijn dergelijke overtredingen altijd heel moeielijk te cor.stateeren en op min of meer afgelegen plaat sen schijnen zij niet zelden voor te komen. Dat de politie er op uit is, degenen te snappen die de wet niet eerbiedigen, dat is haar plichtmaar het scheelt machtig veel op welke wijze zij dat doet. Op een ochtend komen een paar heeren binnen, er uitziende als han delsreizigers. Zij vragen en bekomen een glas bier. »Een lekker biertje, juffrouw, vrij wat beter dan ik het gisteren in Rotterdam heb gedronken. Geef ons nu een cognacje." «Dat mag ik niet schenken, hee ren, ik heb geen vergunning." »Och kom, wat zou dat, daar kan je immers geen kwaad van over komen »Kan ik er geen kwaad bij?" »Wat kwaad zou het kunnen Het vrouwtje gaat naar binnen, komt terug met twee glaasjes cognac de heeren drinken ze uit, betalen veertig centen voor hun vertering, staan op, maar bij de deur ge komen keeren zij terug en zeggen »Je bent er bij, vrouwtje; je hebt proces-verbaalwij zijn de mare chaussees van Steenwijk." Men verbeelde zich den schrik van de arme ziel. «Och heeren, hebt meelij. Van morgen is mijn schaap gestorven, en nu dit weer. Maakt me toch niet ongelukkig. Ik wil de heeren graag ieder een gulden geven, als ik er daarmee af ben." «Nogmaals proces-verbaal wegens poging tot omkooping van een amb tenaar in lunctie." Daarmee vertrek ken de heeren. Is er iemand, die niet verontwaar digd is over zulk een wijze van han delen? De officier van Justitie te Heerenveen betuigde, toen de aan klacht in behandeling kwam, zijn af keuring, en eischte voor het eerste vergrijp slechts het minimum van straf, n.l. 50 ct. boete, voor het tweede 3 dagen gevangenisstraf. We zouden gaarne als advocaat voor het arme vrouwtje zijn opgetre den o. i. waren er alleszins termen om voor de tweede overtreding vrij spraak te pleiten. Wie zal uitmaken, dat zij niet in haar angst maar wat zei, of wel, dat zij niet weieens had gehoord van het betalen van zeker maximum van boete, waardoor men in sommige gevallen, bij over treding van gemeentelijke politie-ver- ordeningen, een gerechtelijke vervol ging kan voorkomen? In elk geval betwijfelen wij het bestaan van het wettig bewijs eener poging tot om kooping. Maar hoe dit zij, de valstrik, haar gespannen door mannen, op wie de plicht rust eerbied voor de wet in te boezemen, kan niet anders genoemd worden dan een verraad, waarvoor een man zich diep moest schamen. Zij zijn het, die het misdrijf uitlokten, zij zijn de ophitsings agenten, en terecht herinnert Het Nieuws aan het bestaan van zekere artikelen van het Strafwetboek, die degenen, die een strafbaar ieit op zettelijk uitlokken, als daders aan merken en strafbaar stellen. Iets dergelijks moet dezer dagen in de residentie hebben plaats gehad. Volgens de «Haagsche Courant" was het aan een kiosk te Scheveningen, dat een «mijnheer" er een meisje liet inloopen, na herhaald verzoek, en onder voorgeven, dat hij het zoo koud had. Commentaren zijn bij deze dingen overbodig. Men beweert dat valsch- heid aan het Nederlandsch volkska rakter vreemd is, dat het spannen van verraderlijke strikken niet tot onze gewoonten behoort. Geen hon derdduizend glaasjes cognac, buiten vergunning getapt, wasschen de schan de weg, die dergelijke daden aan kleven, noch blusschen zij de veront waardiging, die ze bij ons verwekken. Er wordt geklaagd, dat de politie zich niet mag verheugen in een vol doende mate van populariteit, om te alle tijden haar moeielijke taak naar behooren te kunnen vervullendat zij bij het publiek meer tegenwer king dan steun vindt. Wij zijn de eersten, om deze verhouding te be treuren de handhavers van het open baar gezag hebben volle aanspraak op de medewerking van allen, die in eerbied voor de wet den grond slag van het burgerlijk leven zien. Maar wanneer politie-ambtenaren zich da den veroorloven, die elk rechtschapen man moet afkeuren; wanneer zij zich plaatsen op het standpunt van de sbirren der voormalige despotische gouvernementen, waarvan de geschie denis melding maakt, en in wier op treden in vroegere tijden van dwin gelandij misschien de oorzaak ligt van het nog niet verdwenen vooroor deel van sommigen tegen het ambt en tegen hen die het uitoefenen, dan moeten we vragen, of dit de rechte manier is om tusschen politie en publiek de gewenschte samenwer king te verkrijgen, en om een wet, die juist niet hoog bij velen staat aangeschreven, ondanks haar nood zakelijkheid, met minder tegen zin te doen aanvaarden. liet zijn, meenen we, de Heeren ambtenaren van het Openbaar Mi nisterie, op wier weg het ligt om door middel van een «geheime" cir culaire, waar geen haan naar kraait, de mannen van de politie aan het verstand te brengen, dat overmaat van zekere soort van dienstijver niet gewenscht wordt. Dan, hopen we, zal het uit zijn. Of wellicht wil de Minister van Justitie zich er weieens mee bemoeien. Al zullen er dan eenige processen-verbaal minder gemaakt worden, in s' hemelsnaam. Daar mee zal het vaderland niet te gronde gaan. Z. M. de Koning heeft vergunning verleend, langs het domein Soestdijk een paardentramweg te leggen. Dadelijk daarna is men begonnen de noodige af metingen te doen. Hoogstwaarschijnlijk zal Soest dus nog \oór het einde van dit jaar in het genot zijn van eene tram die rijden zal van den gemeentetoren van Soest naar het station Baarn. Thans rijdt er een omnibus vijfmaal daags. Krachtens machtiging des Konings is aan het bestuur van de Vereeniging tot christelijke verzorging van krankzin nigen en zenuwlijders in Nederland, gevestigd te Utrecht, vergunning verleend tot uitbreiding van liet krankzinnigenge sticht «Veldwijk" te Ermelo met drie paviljoenen. Uit goede bron wordt verzekerd, dat 's Rijks Veeartsenijschool te Utrecht het volgend jaar tot Hoogesehool zal worden verheven. Bij het ministerie van oorlog is een voorstel aanhangig, om te bepalen, dat de bij het legerh.t.l. gedetacheerde le luitenants van het O. I. leger bij be vordering tot kapitein d la swiiegevoeid zullen worden en dus niet ten nadeele van de zoo trage promotie van de officie ren h. 1.1. eene plaats van kapitein innemen. Het Geïllustreerd Volksblad voor Nederland (Rotterdam, D. van Sijn Zoon) huldigt H. M. de Koningin, bij gele genheid van haar verjaardag, in een ge dicht, waarhoven het portret der koningin in een lauwerkrans. Het slotcouplet van dit gedicht luidt aldus: 't Erkenllyk Hollandsch hart wijt aan uw lief derijk zorgen, Naast God, 't geluk dat nog zijn Koning heeft, Zóó dat uw naarn op aller lippen zweeft, Met een: God zegene U! op 't blijde feest van morgen, En uwe Beeltenis, reeds zuo schoon, Voor ons verschijnt met straleukroon! Op de internationale veetentoon stelling ie Parijs heeft het Ned. Rund- veeslamboek nog een eere-diploma verkre gen. Op voorstel van den heer Bauduin, jurylid, werden toch alle beesten, die in dat stamboek waren ingeschreven, bijeen gezet en gezamenlijk onderworpen aan het oordeel der jury, nadatzij reeds ieder afzonderlijk gekeurd waren. Dientengevol ge werd het eere-diploma toegekend. Aan de Weezeninrichting te Neer bosch wordt bijzonder veel werk gemaakt van den zang. Al de weezen moeten no ten leeren lezen van het bord en in alle klassen op de school wordt 1 a 2 uur in de week aan liet onderwijs in den zang gewijd. Ook werden door den heer A. Sneep een 3-tal zangvereenigingen opge richt, gemengde koren van jongens en meisjes. De zangvereeniging Oefening baart Kunst telt 38 leden en bestaat uit weezen van 11 tot 13 jaar; de zangver eeniging Hosanna telt 42 leden, jongens en meisjes van 13 tot 16 jaar, de ver eeniging Halleluja telt 29 leden, weezen van boven de 16 jaar oud. Naast deze zangvereenigingen bestaat nog een muziekgezelschap onder de wee zenonderwijzer hiervan is de heer Gotz uit Nijmegen. Te Millingen werd dezer dagen in den Rijn, door den heer W. van Lent, weder een snoekbaars gevangen, en wel een bijzonder groote, ter lengte van 41 centimeter. Lloor tusschenkomst van den lieer van den Berg, hoofd der school, werd hij naar het Aquarium te Amster dam opgezonden. EEN VERHAAL DOOR GUST A A F BTIERITZ. 14) Jaren lang leeft hij reeds, ver van het rumoer van den spoortrein, op een jachtslot, dat van alle zijden door een dicht bosch wordt ingesloten. Zijn be schermers, verplegers en gezelschap zijn zijne dochter Serena en eenige trouwe bedienden, door welke hij zich als een gehoorzaam kind laat leiden. Serena, die afstand heeft gedaan van alle aanspraak op wereldsche genoegens, waarop jeugd, schoonheid, rijkdom en hooge geboorte haar 't recht geven, begraaft zich met haar boven alles beminden vader in de eenzaamheid, en ik had 't alleen aan een gelukkig toeval te danken dat ik in de gelegenheid gesteld werd haar herhaalde malen te zien en te spreken en bare zeld zame hoedanigheden te leeren kennen. Mjjne verlegenheid tegenover haar, die ik nooit tegenover eenige vrouw beloond had, en mijn opkomende en stille maar hartstochtelijke liefde konden voor haar niet verborgen blijven. Zij wist die echter door baar verstandig gedrag bir.nen de grenzen te houden, hetgeen mijn eerbied jegens haar nog meer aanwakkerde. Haar geheele gedrag wees mij, dat al haar gevoel zich oploste in de eenige, teedere liefde voor haren vader. Deze hield zich een maand of negen geleden hier in zijn voorvaderlijk kasteel op, waarin Serena de stralende zon was, terwijl de andere meisjes matte bijzonnen en de jonge man nen de planeten waren, die rondom haar heen draaiden." «Waar houdt mijne betoovcrende nicht zich op 't oogenblik op vroeg Hans glim lachend. «Het uitgestrekte bosch met het jacht slot ligt op de grenzen van de heerlijk heid Durrenstein in zuidwestelijke richting van hier. Het verwondert mij dat gij, als directeur van dit landgoed, nog niet in die streek gekomen zijt." «Mijn taak," antwoordde Hans, «ge bood mij het eerst te beginnen met de veranderingen en verbeteringen in mijne naaste omgeving, waarin ik volop te doen had, om daarna de verbetering in wijder kring uit te strekken. Wat echter die afgelegen houtvesterij met het jachtslot aangaat, mijn oom, de kamerheer, had mij bepaald verboden ofschoon hij me daarvoor geen nadere reden meedeelde zonder zijn uitdrukkelijk bevel mij daar heen te begeven of daar eenige verande ring aan te brengen. De omstandigheid dat de rijke, hoog- adelijke, en anders niet zoo licht ver trouwelijke baron van Audigast den onder geschikten, onbemiddelden Hans zulk een buitengewone deelneming bewees, ja dat hij na zulk eene korte kennismaking reeds met hem als een broeder omging, verhoogde in Bertha's oogen de waarde van haar neef Hans, en haar aanvankelijk trotsche bejegening ging van lieverlede over tot eene innemende hartelijkheid en vertrouwelijkheid. In den omgang met Hans vertoonde zich nog slechts zelden de spotachtige trek om den mond, liet toe knijpen der oogleden wende zij zich geheel af, en de afschuwelijke haat kogel verdween voor altijd. Dit laatste was wellicht een gevolg van de woorden door Hans in zijn wondkoorts uitgesproken. Eveneens liet zij voortaan na eenige spotachtige aan- meikirig le maken op den onbemiddelden neef dat deze zoo schraal in de kleeren zat, dat hij maar een eenvoudig pak voor de week en een fijner voor den Zondag bezat. Als Bertha wilde kon zij zeer lieftallig zijn, en dat was zij jegenshaar neefHans. Het streelde hare eigenliefde toen zij opmerkte hoe de anders zoo bedaarde, verstandige en onverschillige opzichter door zijn schoone nicht hoe langer hoe meer in Amor's netten verstrikt raakte. Dat dit zoo was voelde en wist Hans maar al te goed en hij streed dapper met zijn gevoelens om zich van die strikken te bevrijden. Hij meende zijn opkomende liefde voor Bertha een groote dwaasheid, daar eene nauwere verbintenis met haar hern ietsonmogelijks toescheen. Herhaalde malen nam hij zich voor zooveel mogelijk allen omgang met Bertha te vermijden, en verdiepte zich daarom in een menigte bezigheden, die hij even goed aan aridei en had kunnen overlaten. Doch al zijn voor nemens smolten ineen als een lichte ijs korst voor de verkwikkendezonnestralen. En die zon wasBeilha. Wanneer zij met haar betooverend lachje, haar welluidende stern, met den gloed barer oogen en met bevallige beweging zich tot Hans wendde om hem te verzoeken haarpianospel met zijn viool te begeleiden, en zij daarbij baar kleine hand op zijn schouder legde, kon hij er geen weerstand aan bieden, al had Bertha ook zijn liartebloed verlangd. Zijn blikken volgden haar rozenroode vingertoppen, die luchtig over de toetsen gleden en als Bertha met de wegslepend. beid barer heldere stem een lied bij haar spel zong, hing zijn oog onafgewend en in verrukking aan haar kleinen mond. Een klein voorval bewerkte echter plot seling meer dan alle goede voornemeus van den verliefden Hans. De schemering begon te vallen, toen deze op zekeren dag bet aan het slot grenzende tuinhuis bin nentrad. De steike geur van bloeiende hiacynlhen en andere lentebloemen wekte in hem een zoet verlangen, waarvan hij zich geen rekenschap wist te geven. Het was hem alsof de lente reeds was aange broken met haar zoele lucht, haar geve derde zangers, inet haar jonge groeiende akkers en velden, met ontluikende bloe men en in bloei staande struiken, met de op nieuw ontwaakte en vroolijk jube lende natuur een tijd, waarin het verlangen naar liefde en wederliefde wordt opgewekt. Om de bedwelmende geuren langer te genieten, zette Hans zich in een hoek van het tuinhuis neder, alwaar hij achter de donkergroene reu zenbladeren van uitliecmsche gewassen bijna geheel en al verscholen was. Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1889 | | pagina 1