NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
DE ERFGOEDBEZITTER,
UTRECHT EN GELDERLAND.
No. 80.
Zaterdag 5 October 1889.
Achttiende jaargang.
abonnementsprijs:
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
advertentien:
De persoonlijke dienstplicht
en de Rechterzyde.
BINNENLAND.
Feuilleton.
HMÏRSFOORTSCRE COURANT.
VOOR
Per 3 maanden 1.Franco per post door het peheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort.
Van 1 6 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend»
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
De toepassing van het parlementair
stelsel levert het groote bezwaar op,
dat zij een zuivere oplossing van de
voornaamste vraagstukken in den
weg staat. Immers, de tegenstrijdige
meeningen bevinden zich niet alle
aan denzelfden kantWe hebben,
bijvoorbeeld, in onze eigen Volks
vertegenwoordiging mannen gezien,
die in alle quaesties, de binnenland-
sche staatkunde betreffende, zicli bij
de rechterzijde aansloten, doch on
middellijk in de voorste gelederen
der liberalen stonden zoodra er een
onderwerp van koloniaal beheer aan
de orde was. Desgelijks kunnen bij
Afgevaardigden, die hun mandaat
ontvangen hebben uit de handen
derzelfde soort van kiezers, zeer be
langrijke meening verschillen, aange
wezen worden ten aanzien van de
onderscheiden onderwerpen van wet
geving. Die verschillen laten zich
niet wegcijferen door de phrasen
van een verkiezingsprogram, waarbij
men gewoonlijk meer te letten beeft
op hetgeen er niet in staat ot tus-
schen de regels te lezen is, dan op
de gebezigde woorden. Kon een
stelsel ingevoerd worden, volgens het
welk ieder groot vraagstuk, waaraan
inderdaad een beginsel ten grondslag
ligt, geheel op zichzelf werd behan
deld, buiten eenig verband met din
gen die er niet bij behooren, zoodat
de kiezers, voorgelicht door deskun
digen, op de hoogte gebracht van
wat er over het onderwerp geschre
ven en gesproken is, door de pers
met de bijzonderheden bekend ge
maakt, bij het uitbrengen van hun
stem alleen te beslissen hadden, welke
regeling van de aan de orde gestelde
quaestie hun het wenschelijkst voor-
J kwam, dan zou de beslissing zuiver-
der en de partijvorming, ofschoon
meer afwisselend, wat volstrekt geen
kwaad is, stellig zuiverder zijn. Wel
licht zou op die manier ook meer
stabiliteit van Regeering komen.
Of ooit een systeem van die strek
king onze parlementaire zeden zal
beheerscben, durven we niet zeggen
bet onderstelt althans een hoogere
mate van politieke ontwikkeling, dan
we tot nog toe bij een groot deel
van de kiezers mogen aanteekenen.
Doch onze bedoeling zal duidelijker
worden, als we wijzen op een sterk-
sprekend voorbeeld. Pas is, in de
Tweede Kamer, door toenadering
van de beide partijen en door het
beleid van den Minister van Binnen-
landsche Zaken, de onderwijsquaestie
zoo geregeld dat zij nu wel eenigen
tijd van de politieke tafel verwijderd
kan blijven, of dadelijk wordt, door
de toongevende organen der rechter-
zijde, de strijd heropend over het
vraagstuk, welke oplossing wel zoo
lang mogelijk wordt verdaagd, doch
dat onderhanden moet genomen wor
den, bet koste wat het wil, zoodat
er alle reden is om er nu maar niet
langer gras over te laten groeien.
Dat vraagstuk heetpersoonlijke
dienstplicht. Zou men nu niet denken
dat, indien eensom welke(reden ook,
de Kamer werd ontbonden, terwijl,
hetzij de loop der gebeurtenissen in
bet buitenland, hetzij de veldwinnende
overtuiging, de regeling van onze
levende strijdkrachten op den voor
grond had geplaatst, de verkiezingen
heel andere resultaten zouden ople
veren en vooral heel andere personen
een mandaat zouden doen verkrijgen,
dan toen »de schoolstrijd" schering
en inslag was van alle politieke be
schouwingen De uitslag zou reeds
een soort van volkstemming zijn, al
thans uitdrukken, welke richting de
meerderheid der natie gevolgd wil
zien.
Nauw was, in de Tweede Kamer,
het onderwijsdebat gesloten, of het
hoofdorgaan der antirevolutionaire
partij kwam ten aanzien van den
persoonlijken dienstplicht, geheel on
gevraagd, zijn meening zeggen, op
een wijze, die geen plaats voor twij
fel open laat. Wij zullen niet zoover
gaan, dat we in die daad de aan
kondiging van een ophanden zijnde
opzegging van het verbond der beide
rechterfracties zienmaar toch, een
kennisgeving dat aan de samenwer
king grenzen zijn, ligt er wel in op
gesloten. Het hoofdblad der Katho
lieke partij schijnt dat ook te gevoe
len; het vat terstond den handschoen
op en zegt even beslist zijn meening
over de quaestie.
De «Standaard" noemt den per
soonlijken dienstplicht een drukkend
stelsel, een noodzakelijk kwaad, met
den vollen nadruk op het woord
noodzakelijk. Doch het blad acht,
zonder dat stelsel, de onafhankelijk
heid van het vaderland niet veilig.
De geschiedenis der laatste kwart
eeuw leert, dat zelfs machtige staten,
die de remplaceering behielden, het
onderspit moesten delven; waarom
zij zich haasten haar al te schaffen
zoodra zij van den eersten schrik be
komen waren. Of wij willen of niet
we moeten. Als de andere mogend
heden goedvinden ook de vrouwen
in de gelederen op te nemen, dan
zal ook de Nederlandsche vrouw er
aan moeten.
Het spreekt van zelf dat een zoo
handige redactie als die van «De
Tijd" terstond partij trekt van het
gemis aan logica, dat in de overdrij
ving van dat laatste argument valt
op te merken; en de vraag is dan
ook niet overbodig, of wij inderdaad
verplicht zijn de groote Mogendheden
ook zelfs in de meest roekelooze
uitingen van het militairisme, te vol
gen. Bovendien wordt de kenschet
sing van den persoonlijken diensplicht
als «een noodzakelijk kwaad",
vroeger heette de afschaffing der
plaatsvervanging «een zaak van be
ginsel," beschouwd als een toe
nadering tot het door «De Tijd"
voorgestane gevoelen. Erg groot kun
nen wij die toenadering niet noemen,
en over woorden twisten is tamelijk
onvruchtbaar. Wij zien er volstrekt
geen bezwaar in, het gansche krijgs
wezen, met militie en staand leger
en wat men maar wil «een kwaad"
te noemen, mits men maar niet be-
proeve, op de noodzakelijkheid af te
dingen.
We kunnen alzoo verwachten, dat
ten aanzien van het militaire vraag
stuk de grens tusschen meerderheid
en minderheid zich verplaatsen zal.
Dat behoeft de Regeering niet te
nopen, de oplossing tot een verwij
derd tijdstip uit te stellen: krachtig
in de overtuiging dat voor het va-
derlandsch belang alle andere over
wegingen moeten wijken, zal zij doen
wat de noodzakelijkheid haar als
plicht voorschrijft.
De bezwaren tegen den persoon
lijken dienstplicht ingebracht, en dié
zich natuurlijk ook in andere landen
in dezelfde mate doen gelden, zie
men moedig onder de oogen, trachte
men bij wederzijdsch overleg uit
den weg te ruimen. Met «de Stan
daard" zeggen ook wij«Het is geen
quaestie, van liever of niet liever.
De eenige vraag, die beslissen mag,
isAcht ge met een minder druk
kend stelsel uw vaderland veilig?
De voornaamste wijzigingen die
door aanneming van de wet Mackay in
ons lager onderwijs zullen komen, mogen
hier nog eens kortelijk gememoreerd
worden
De lijst der verplichte vakken van het
lager onderwijs is uitgebreid en gewij
zigd. Vervallen is het vak «beginselen
der vormleer" en daarvoor in de plaats
gesteld«de eerste oefeningen in het
handteekenen"(amendementBorgesiusc.s.)
De Regeering had er steeds, op aandrang
in en buiten de Kamer, bijgevoegd «de
vrije en orde-oefeningen der gymnastiek."
Beide wijzigingen zijn zeer zeker belang
rijke verbeteringen.
Als kweekelingen worden nu ook toe
gelaten personen boven de 19 jaar, die
teeds de onderwijs-akte hebben verkregen
(amend. Bool). In plaats van het voor
schrift, dat de kweekeling slechts werk
zaam mag zijn onder het rechtstreeksch
toezicht en de leiding van een bevoegde
is nu gesteld, dat hij voor geene werk
zaamheden in de school mag gebezigd
worden dan «onder het toezicht en de
leiding van een in hetzelfde scboolvet trek
aanwezige bevoegde."
Volgens een nieuw art. kunnen jonge
lieden, die als kweekelingen zijn toege
laten en reeds in het bezit der onderwijs
akte zijn, tjjdelijk worden belast met de
taak van den om eene of andere reden
afwezigen onderwijzer.
Aan bijzondere kweekscholen kan eene
Rijks-bijdrage verleend worden, en boven
dien «aan normaallessen en hoofden van
scholen" voor elk der door hen opgeleide
personen die de akte behalen.
In de apenbare school toegelaten kin
deren zijn verplicht om in elke klasse
aan het onderwijs in al de daar onder
wezen vakken deel te nemen, behalve de
gymnastiek. De ouders hebben dus niet
het recht hunne kinderen slechts een deel
van het onderwijs te doen hijwonen.
Aan de goedkeuring van Ged Staten
zijn thans ook onderworpen de bepalin
gen der gemeentelijke verordeningen om
trent den leeftijd waarop de kinderen aan
de openbare school worden toegelaten of
ontslagen, en de besluiten ever het ont
slag van onderwijzers buiten bun vet-
zoek.
Art. 24 regelt opnieuw het getal on
derwijzers die aan de openbare school,
behalve het hoofd, moeten aanwezig zijn.
Van 1 op 45 leerlingen wordt de ver
houding gebracht tot 1 op 55.
De vergelijkende examens voor de be
noeming van schoolhoofden woi den afge
schaft. Alleen wanneer burgemeester en
wethouders omtrent de voordracht van ten
minste drie bevoegden niet tot overeen
stemming kunnen geraken met den districts
schoolopziener, of, bij aanmelding van
meer dan zes, beide partijen het wen-
schelijk achten, eischt de wet «een ver
gelijkend onderzoek naar de geschiktheid
der candidaten" (am. Van der Ivaay).
Ontslagen kan het hoofd cener open
bare school, door den gemeenteraad,
worden op voorstel zoowel van burg. en
welh. als van den districts-schoolopziener.
Tot dusver alleen op voorstel van den
laatste. Zooals boven is gezegd, behoeft
EEN YERHAAL
DOOR
CtSTAAF ÏKIERITZ.
32) Wat mij in den nieuwen Jozef niet
beviel, was dat hij te overdreven was,
en als een tooneelspeler zijn ingestu
deerde rol opzeide. Serena scheen ook
onraad gemerkt te hebben, want zij werd
onrustig, stil en teruggetrokken, vermeed
-et met haar gewaanden broeder alleen
zijn, en verloor haar geheele opge-
uimdheid. Hoe echter vroeg ik mij
likwijls af kon dan de nieuwe Jozef
die kleinigheden uit den kindertijd van
mijn zoontje weten? Onlangs kwam het
ichter ter sprake, hoe Serena als drieja
rig kind in de I eek gevallen was. Dade-
j 'ijk verhaalde de nieuwe Jozef dat hij haar
was nagesprongen, haar gered had, en
ilat zij toen beiden omdat ze doornat
waren in bed waren gestopt, op kamille
'ergast, en dat zij geducht hadden moe-
1 en zweeten."
«Daar is geen woord van waar," zei
Edgard. 't Was immers Hans die destijds
Serena uit de beek haalde. Hij was toen
voor korten tijd met zijn vader op Dur-
renstein gelogeerd."
«Ik zelf," antwoordde de baron, «ge
loofde altijd dat Jozef Serena's redder
was. Dus is het HansMij heeft hij ook
een grooten dienst bewezen toen ik eens
zwaar over een stuk ijzer gevallen was.
Ja Hans, zooals die is had ik mij altijd
mijn zoon voorgesteld, als hij eens als
een volwassen man zou zijn teruggekeerd.
De nieuwe Jozef gelijkt hem in geenen
deele, en daarom geloof ik gaarne dat hij
een bedrieger is."
De lof die zijn neef werd toegezwaaid,
bracht Edgard uit zijn humeur. Met een
gefronst voorhoofd vroeg hij haastig
«Waar is Serena?" «In het park," ant
woordde zijn oom.
Edgard snelde er heen, om juist ter
rechter tijd Serena van een razende te
bevrijden, zooals dit hierboven reeds is
beschreven. Toen Edgard met Serena het
slot binnentraden, beval hij de bedienden
dat zij den heer Beaujeu, die geen edel
man, maar een bedrieger was, niet neder
op het slot of in de omstreken daarvan
zouden laten, maar hem op zijne verant
woording eerst duchtig afrossen en hierop
gevangen nemen. Tegelijkertijd duidde hij
hem de plaats aan, waar hij Beaujeu
bedwelmd op den grond had laten liggen.
Deze had zich intusschen in zoo verre van
zijn val hersteld dat hij zijn in de nabij
heid vastgebonden paard bestijgen, en het
hazenpad kiezen kon.
Serena had de krankzinnigheid van ha
ren vader met bewonderenswaardig geduld
gedragen zij had zich teruggetrokken van
alle genietingen en genoegens aan haren
stand en rijkdom verbonden; zij had den
omgang met opwekkend en beschaafd ge
zelschap met zekere onverschilligheid lee-
ren missen en van daar dan ook dat haar
bekoorlijk gelaat zelden eenige hartstoch
telijke aandoening had verraden. Nu ech
ter was zij diep getroffen, wierp zich aan
haar vaders borst en weende bitter.
Deze streelde liefkozend het glanzend
bruine haar zijner dochter, en sprak op
vertroostenden toon«Mijn goed, engel
achtig kind, laat ons vereend den harden
slag dragen, opdat hij ons niet te zwaar
valle. We hebben ons aan eenen schoonen
korten droom overgegeven, die in eene
akelige werkelijkheid eindigde. Als wij
hebben gedwaald, dan was bij mij de
kinder- bij* u de broederliefde daarvan de
oorzaak, eii in den regel is de liefde
lichtgeloovig'i Gij kent de slechtheid der
menschen te weinig en mijn geest is nog
uiet helder genoeg om dadelijk het kwnrte
van het goede, den logen van de waarheid
te kunnen onderscheiden."
«Wat zal die ongelukkige geschiedenis
een schandaal maken in den ganschen
omtrek," morde Edgard. «Wat zullen de
lastertongen veel over u te spreken heb
ben, Serena, en de zaak nog veel erger
maken dan zij is. «Ik weet slechts een
middel, om de kwade tongen tot zwijgen
te brengen: en dat is reik mij uw hand
lot eene echtelijke verbintenis, Serena.
Reeds lang bemin ik u, en het zou mij
zeer verwonderen, indien gij mijne stille
genegenheid niet hadt bemerkt. Ik vind
den moed om deze gevoelens luid uil te
spreken, in het zooeven voorgevallene,
waarbij gij door uw schrikkelijken ernst
alle vermoedens van mijn kant uit den
weg hebt geruimd. Gij hebt een bedrieger,
een burger uwe zusterlijke liefde geschon
ken zult gij nu weigeren uw liefde als
bruid te schenken aan eenen edelman en
redder, uw naasten bloedverwant, die
geen vuriger wensch koestert, dan dat
onze eerstheborene eenmaal erfgenaan
van de Durrensteinsche goederen moge
worden! Gij hebt aan mij uwe tijdige
bevrijding te danken uil de handen van
een woesteling. Welnu, bewijs mij dan
uwen dank door mij uw hand te schen
ken."
n„ i- -
zijn, dat Edgard een ongelukkig oogen-
blik voor zijne liefdesverklaring gekozen
had, alsook dat de inkleeding daarvan
zeer weinig geschikt was om een meisjes-
hart zooals dat van Serena te winnen,
[laar tranen hadden plotseling opgehouden
te vloeien, zij had zich van de borst haars
vaders opgericht, en stond met hoog op
geheven hoofd tegenover Edgard. Uit hare
nog betraande oogen schoten vertoornde
blikken op Edgard en met waardigheid
sprak zij: «Als Je minste stalknecht mij
zooals gij bijna in onmacht, in
handen van een razende had aangetroffen,
der.kt gij dan dat hij mij niet de behulp
zame hand zou hebben geboden? Eu ik
zou hem dan ook voor dien enkelen dienst
mijne liefde hebben moeten schenken?
Wanneer de liefde van een vader voor
een wedergevonden zoon, de liefde eener
zuster voor een lang betreurden broeder
ons als eene -misdaad wordt toegerekend,
dan mogen de lastertongen ons vrij be
kladden. «Wij zullen er ons niet over
bekommeren. ïlebt gij, Bertha, uw vader,
uwe moeder, die meer menscbenkennis
bezitten dan wij, u niet evenzeer dooi
dezen bedrieger om den tuin laten lei
den