NIS U WE
Nieuws- en Advertentieblad
DE ERFGOEDBEZITTER,
UTRECHT EN GELDERLAND.
No. 81.
Woensdag 9 October 1889.
Achttiende jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
BINNENLAND.
Feuilleton.
IMERSFOORTSCIE COURANT.
VOOR
abonnementsprijs:
Per 3 maanden ƒ1.Franco per post door het geheele Kijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
Van 1 6 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Z. M. de Koning heeft den Ftan-
schen dichter Francois Coppée benoemd
tol officier der Orde v3ii de eikenkroon.
Het voorstel van den heer Bahl-
mann ter voorziening in den kwijnenden
toestand van sommige takken van land
bouw, moet bij het onderzoek in de af-
deelingen der Tweede Kamer door de
leden der rechterzijde niet ongunstig zijn
ontvangen, althans wat betreft de helling
van invoerrecht op tarwe.
De landbouwvereeniging te Veen-
dam heeft met 9 tegen 8 stemmen be
sloten, het voorstel van den heer Bahl-
mann tot heffing van invoerrechten op
granen te steunen. Er zal daartoe aan
het hoofdbestuur van den veen-kolouialen
landbouwbond een schrijven worden ge
richt, met verzoek ook de andere afdee-
Iingen van den bond te liooren, en, bijal
dien de meerderheid der afdeelingen hier
vóór is, een adres aan de Tweede Kamer,
van den geheelen landbouwbond uitgaande,
op te zenden.
Aan de Eerste Kamer der Staten-
Generaal is liet navolgende adres gericht
Geven met verscliuldigden eerbied te
kennen, ondergetcekenden, hoofdbestuur
ders van volksonderwijs, vereeniging tot
bevordering van volksonderwijs en het
schoolbezoek in Nederland, erkend bij
kon. besl. van 15 Mei 1880
dat zij bij adres van '17 Juni 1884
zich gewend hebben tot de Tweede Ka
mer der Staten-Generaal, ten einde ern
stige bezwaren in te brengen tegen het
wetsontwerp, houdende wijzigingen in de
wet van 17 Aug. 1878, S. 127 regelende
het lager onderwijs
dat wel is waar, bij de behandeiing
van het wetsontwerp in de 2e Kamer,
verschillende niet onbelangrijke wijzigin
gen daarin zijn gebracht; maar dat de
hoofdbezwaren daarentegen geenszins zijn
weggenomen; dat toch:
1. de opleiding van onderwijzers dooi
de invoering van het premiestelsel in den
grond bedorven wordt, wat des te erger
is omdat dit stelsel zelfs op de normaal
lessen zal worden toegepast;
2. het peil van het openbaar onderwijs
noodwendig zal worden verlaagd, door
vermindering van het verplicht aantal
onderwijzers;
3. de prikkel voor de gemeenten om,
in het belang van het onderwijs de school
naar vroeger terecht gestelde eischen in
te richten, door de financieele regeling,
zoo al niet aanstonds, dan toch in de
toekomst, aanmerkelijk verzwakt wordt;
om niet te zeggen dat er in dit wets
ontwerp voor de gemeenten een prikkel
ligt om op bovengenoemde eischen zoo
veel oiogelijk af te dingen
4. eerlijke concurrentie van de openbare
met de bijzondere school onmogelijk
wordt gemaakt, door aan de eerste school-
geldhefïing op te leggen en de laatste
daarin gehepl vrij te laten; een stelsel,
dat door den minister Heemskerk in 1886
bij de toenmalige grondwetsherziening
«monstrum" werd genoemd;
5. niet alleen het eenig afdoend middel
tegen schoolverzuim: de leerplicht,in dit
wetsontwerp wordt gemist; maar zelfs
door de bepaling der verplichte school
geldheffing, het schoolverzuim wordt in
de hand gewelkt; en eindelijk:
6. thans aan de besturen der bijzon
dere scholen een recht op eene bijdrage
uit 'srijks schatkist wordt toegekend,
zonder wettelijken waarborg, dat aan
deze scholen voldoend onderwijs zal ge
geven worden en die bijdrage zelfs moet
worden betaald, ook als is het bedrag
van de bezoldiging der onderwijzers min
der dan de bijdrage zelve.
Redenen waarom ondergeteekenden
liet tot star.d komen van deze wet, als
nadeelig voor de volksontwikkeling in het
algemeen en voor het openbaar lager
ondersvijs in het bijzonder, ten diepst
zouden betreuren, en dus uwe vergadering
verzoeken aan het wetsontwerp uwe
goedkeuring tc verleenen.
't Welk doende enz.
De hoofdbestuurders van de Vereeniging
Volksonderwijs" enz
D. de Groot, l. Voorzitter.
D. André de la Porte, Secretaris.
Amsterdam, 2 October 1889.
De aandeelhouders der Hollandsche
IJzeren Spoorwegmaatschappij zijn tegen
28 October a.s. opgeroepen tot eene bui
tengewone algemeene vergadering, om
de overeenkomst te behandelen door de
directie met den Staat aangegaan, in
verband met de regelingen door de re
geering getroffen omtrent de overneming
van het bedrijf der Nederlandsche Rijn
spoorwegmaatschappij en omtrent de ver
vanging van het bestaande contract met
de Maatschappij tot exploitatie van staats
spoorwegen door een ander.
De H, IJ. S. M. behoudt volgens deze
overeenkomst de exploitatie der staats-
lijnen, die zij nu heeft, en verkrijgt die
van de Staatslijnen Dordrecht Kesteren
en StavorenLeeuwarden en van de nog
in aanleg zijnde lijn van Schiedam naar
den Hoek van Holland.
Gemeenschappelijk worden, wat het
binnenlandsch verkeer betreft, de spoor
weg van Amersfoort over Utrecht en
Gouda naar Rotterdam, en de twee ver-
bindingstakken, welke van Eist naar
Arnhem en Nijmegen loopen. En wat de
verbindingen met het buitenland aan
gaat, zullen door treinen van beide maat
schappijen bereden worden: de staatslijn
van Rotterdam langs Dordrecht, Zeven
bergen, Rozendaal naar de Belgische
grens, die van Arnhem naar Emmerik
en van Nijmegen naar Venloo (Duitsche
grens)voorts de lijnen Nijmegen-Kleef
en Zevenaar-Winterswijh, thans door
de Hollandsche Maatschappij geëxploi
teerd. Eindelijk worden de lijnen Almeloo-
Salzbergen en HengelooCronau, als
verbindingen met Noord-Duitschland, ge
meenschappelijk.
Terwijl de Exploitatie-Maatschappij
voor het gebruik der staatslijnen, die
haar worden toegewezen, een vast be
drag van f3.400,000 'sjaars betaalt, is
dat bedrag voor de H. IJ. S. M. op
f550,000 'sjaars bepaald; elk zal verder
flOOO moeten uitkeeren voor eiken
kilometer, die later haar wordt over
gegeven.
Men schrijft uit Rotterdam van
Maandag
«Tijdens de werkstaking werd meer
malen de wensch uitgesproken, dat van
gemeentewege zouden worden opgelicht
een tweetal lokalen, één te Fijenoord en
één aan het Willemsplein, tot aanwer
ving en uitbetaling van werkvolk.
In eene Zaterdagavond gehouden ver
gadering der Smedenvereeniging St. Eloy
is besloten, zich tot den Gemeenteraad
te wenden, met het verzoek tot oprich
ting dier lokalen.
Nu is dit theoretisch een heel mooi
plan, maar er rijst ernstige twijfel of
liet wel practisch uitvoerbaar zal zijn.
Niet de oprichting der localen die ge
bouwen kunnen spoedig genoeg gesticht
worden, maar de vraag is, is het moge
lijk den ploegbaas en het werkvolk te
gelasten zich bij nacht ofontijden het
werk van de booten begint en eindigt op
zeer ongeregelde tijden te verzamelen
in die localen, welke dan zeer dikwijls
15, 20 of meer minuten verwijderd zullen
zijn van de ligplaats der stoomboot,
waaraan het werk moet worden of is
verricht.
Indien deze maatregel in practijk vol
doen zou, dan moeten er meer dan twee
localen worden opgericht en daartegen
bestaan wederom andere bezwaren.
Omtrent de meermalen gesignaleerde
werkstaking der bakkersknechts valt
thans het volgende te vermelden
Zondag werd door hen een bijeen
komst gehouden in liet Verkooplokaal.
Daar werd besloten, niet tot werkstaking
over te gaan, dan nadat eerst met de
patroons is onderhandeld,
Eene commissie, daartoe benoemd,
zal zich trachten met de patroons te
verstaan.
In eene nader uit te schiijven bijeen
komst zal die commissie verslag uitbren
gen van de door haar gevoerde onder
handelingen.
Mocht het dan blijken, dat de patroons
weigeren zullen, om aan de eischen en
grieven te voldoen, dan zal het voorstel
tot werkstaking in behandeling worden
genomen.
Er worden onder de schutters aange
troffen, wien het leventje der laatste
dagen zoo goed bevallen is, dat eenige
hunner zich Vrijdag aangeboden hebben
om nog langer dienst te blijven doen.
Zij willen zelfs voor den geheelen winter
teekenen, mits tegen behoorlijk daggeld.
Naar ik verneem moet er reeds voor
een groot bedrag zijn geteekend op de
lijsten, rondgezonden door de commissie,
die bijdragen verzamelt om de politie en
schutterij een stoffelijk blijk van erkente
lijkheid te geven. Bijna alle cargadoors
hebben reeds geteekend."
Ook te Groningen bestaat eene ver
eeniging, welke zich ten doel stelt flinke
en oppassende werklieden eigenaar van
een huis te maken. Tot dat einde wor
den door «Werkmanssteun" ruime,
gezonde woningen met een bleekveld ge
bouwd, die alleen verhuurd worden aan
degelijke werklieden, onder voorwaarde
dat de huurder na 20 jaar of vroeger
eigenaar wordt, naar gelang hij in staat
is meer dan zijn huur af te doen. Het
bestuur dezer vereeniging heeft 7 Oct.
weder aanbesteed het bouwen van 49
woningen op een terrein buiten de voor
malige Apoort. Veler, vinden hierdoor
gedurende den a.s. winter werk, wat
tevens in de bedoeling dier instelling ligt.
Het nieuwe rechtsgebouw te Zut-
fen is gister plechtig geopend in tegen
woordigheid van de ministers van justitie
en van binnenlandsche zaken (de heer
Mackay was vroeger rechter in deze recht
bank), den secretaris van justitie, den
referendaris Carrière en den ingenieur-
architect W. C. Metzelaar, ontwerper van
het nieuwe gebouw. De minister van
justitie droeg het gebouw aan de recht
bank over in eene rede, waarin hij den
wensch uitsprak, dat de rechterlijke amb
tenaren, aan de Zutfensche rechtbank
verbonden, ten bate eener goede reclits-
bedeeling mochten werkzaam zijn, en al
dus den uitstekenden naam handhaven
die de Nederlandsche magislrateur om
haar ijver en trouwe plichtsbetrachting
geniet.
De matroos 1. kl. L. J. Rossel,
die aan boord van de stoomkanonneer-
boot «Geep" te Rotterdam de wacht had,
hoorde des nachts te 4 uur een plomp
in het water. Den schildwacht missende,
begreep hij terstond wat er gebeurd was,
en sprong in hetzelfde oogenblik over
boord in de richting van waar het geluid
kwam. De stroom had reeds den dren
keling gegrepen, die verloren kon geacht
worden, toen zijn redder hem bereikte,
en hem behouden aan wal bracht.
In de buitengewone algemeene ver
gadering van deelhebbers der Nederl.
Rhijn-Spoorweg-Maatschappij j.l. Zater
dag te Utrecht gehouden, tot behandeling
van de door de directie met de Staat
aangegane ontwerp-overeenkomsten tot
overdracht van het geheele bedrijf der
maatschappij aan den Staat werd aange
nomen met 855 tegen 6 stemmen.
EEN VERHAAL
door
GIJ8TAAF IÏIEKITZ.
33) En ik die nog lang met mijnen
armen vader onder deze teleurstelling
zal gebukt gaan, ik zou in deze gemoeds
stemming aan een huwelijk denken mij
kunnen verloven? Ik zou mij zelve diep
verachten, als ik tot zulk eene daad in
staat ware?"
«Wees bedaard, mijn kind," smeekte
Serena's vader. «Wij bezitten in Hans
nog een trouwe oprechten vriend, dien
wij des te meer leeren waardeeren, naar
mate wij de onwaarde van anderen leeren
kennen. Wat Hans wel van die geschie
denis zal zeggen? Is 't niet van daag zijn
dag dut hij met Willner hier komt om
muziek te maken
De lof, welke ten tweeden male aan
zijn gehaten neef werd toegezwaaid, werk
te op Edgard als of hij eene bittere pil
geslikt had, en hij verwijderde zich drif
tig.
Hans werd nu werkelijk een tweeden
David, die niet alleen door zijn vioolspel,
inaar ook door zijne troostende woorden,
de gebroken harten van zijn oom en
Serena opbeurde. De laatste vooral was
na liet ontmaskeren van den valschen
Jozef zeer terneergeslagen. Zij schaamde
zich nu over hare lichlgeloovigheid, en
over de zustei liefde die zij eenen bedrie
ger had geschonken. Des te hooger steeg
de man die zoo oprecht was, haar neef
Hans in hare achting en liefde. De liefde
jegens den vermeenden broeder had zij
als een plicht der natuur beschouwd
de liefde tot haar neef was echter op
eene steeds klimmende innige toegene
genheid gegrond.
Maar Serena nam zich wel in acht om
vooralsnog door daden deze steeds toe
nemende neiging te verraden, hoewelzij
zich zelve blozend moest 'bekennen, dat
Hans met dezelfde gevoelens voor haar
scheen bezield.
Scheen want meer nog dan zij be
dwong hij zich, zijne vurige liefde te
kennen te geven.
«Maar Hans" zei zijn oom op zekeren
dag, «hoe hebt gij toch kunnen zwijgen,
toen de valsche Jozef er zich op beroemde
dat hij Serena eens als driejarig kind uit
de beek had gehaald, en haar het leven
had gered, daar gij toch de redder ge
weest zijt?"
Die gebeurtenis was al zoolang gele
den," antwoordde Hans verlegen, «dat
eene zwakheid van geheugen hier te
verontschuldigen was. Ook bekende de
valsche Jozef mij later zelf, dat hij meer
om u niet legen te spreken zich als de
redder had opgeworpen."
Terwijl hij zoo sprak, rusten de oogen
van Serena met een wonderbaren gloed
op Hans en eene diepe ontroering stond
op haar gelaat te lezen. Zij reikte hem
hare hand, en voegde er bewogen bij
«Wat het driejarige onverstandige kind
niet gedaan heeft, zal het volwassen
meisje nu doen: «Ik dank u Deze drie
laatste woorden deden Hans meer genoe
gen dan een groote omhaal van woorden.
«Ik zie niet in," sprak de oude baron,
«waarom Hans niet bij ons zijn intrek
neemt, maar wekelijks driemaal den ver
ren weg van Rochnits hierheen aflegt.
We hebben toch plaats genoeg in onze
woning en kunnen dan meer met elkan
der praten, wandelen en muziek maken.
Wij hebben toch meer recht op onzen
neef dan zijn vriend Audigast.
Hoe gaarne had Hans aan den wensch
van zijn oom voldaan. Maar hij bedacht,
dat hij in den dagelijkschen omgang met
Serena op den duur zijne liefde voor haar
bezwaarlijk zou kunnen verbergen,en hij
gaf dus voor dat Audigast hem onmo
gelijk op zijn landgoed missen kon. Een
onverwacht voorval zou den wensch van
zijn oom in de hand werken en zijne be
denkingen uit den weg ruimen.
Op zekeren dag dat Hans en Willner
op het jachtslot Wildingen verwacht wer
den, begon de lucht te betrekken en
voorspelde een zwaar onweder. Het hel
der blauw van den hemel veranderde in
zwarte donderwolken, waarde zonnestra
len niet doorheen konden dringen, en het
daglicht werd in schemeravond herscha
pen.
«Nu de lucht er zoo dreigend uitziet,
zullen onze beide muzikanten zich zeker
niet op weg begeven," sprak de baron
tot Serena, die met klimmende bezorgd
heid naar de lucht keek. «Hoe prettig
zou 't zijn, als Hans bij ons inwoonde
Hij' moet een groot uur heen en terug
loopen, en daarom begrijp ik niet waar
om hij zoo eigenzinnigisen mijn verzoek
om bij ons zijn intrek te nemen, allijd
afslaat. Evenmin maakt hij en Willner
gebruik van de rijpaarden die mijnheer
van Audigast hun heeft aangeboden."
Binnen korten tijd bad het naderende
onweder zich als een lijkkleed over hel
uitspansel uitgespreid, waaronder de na
tuur in onheilspellende rust gedompeld
lag. Geen luchtje woei er, geen blad
bewoog zich. De bloemen bogen vrees
achtig bare kopjes, en enkele vogels die
pijlsnel de benauwde lucht doorsneden,
zochten elders eene schuilplaats. Een dof
gerommel, gelijk aan de branding der
zee, verving de diepe stilte. Een plotse
linge windvlaag deed de vensters schud
den, en dreigde ze te verbrijzelen. Een
oogenblik slechts trok de storm voorbij,
orn na weinige minuten zijn aanval met
verdubbelde woede te hernieuwen. Deu
ren vielen kletterend toe, dakpannen
stortten naar beneden hooi, stroo, bla
deren en groen werden hoog in de lucht
opgestuwd, en een dichte stofwolk nood
zaakte de menschen die nog op bet veld
bezig waren, onder het dak hunner wo
ningen eene schuilplaats te zoeken.
De wind veranderde in een huilenden
slorm, de storm in een loeiende orkaan,
die de huizen van hun dak beroofde,
schuren omversrneed, inuren deed instor
ten, en de sterkste boomen uit den grond
rukte en ter aarde velde. Daarbij viel
geen droppel regen, maar de felle blik
semstralen drongen door hetstikdonkere
duister, zonder dat men een donderslag
vernam. Het oproer in de natuur was
zóó vreeselijk, dat Serena's vader door
een doodelijken angst bevangen werdt