Plaatselijke berichten.
schillende garnizoenen, op daartoe door
directeuren van postkantoren te doene
aanvraag, hulp kan worden verleend voor
den dienst der posterijen.
Eigen HulpTe Charlois is een
Vereeniging van landbouwers en vee
houders gesticht, die zich ten doel stelt,
voor gezamenlijke rekening aankoopen te
doen van lijnkoeken, legpoters, zaaigia-
nen, meststoffen enz. en dit op de voor-
deeligste wijze te exploiteeren. Enkele
dier artikelen zullen gekocht worden on
der de controle van het Rijks-proefstation
te Wageningen.
Tot Notabelen bij de Herv. ge
meente alhier, zijn Zaterdag j.l. herko
zen de heeren J. C. Leinweber, Jhr.
Mr. A. M. C. Sandberg en C. Prins, ge
kozen de heer A. M. Slothouwer.
Tot rector aan het Gymnasium te
Gouda is benoemd, onze geachte stadge
noot, Dr. A. van IJzendijk, conrector aan
het gymnasium alhier.
Gisterenmorgen zijn door B. en W.
uitgeloot de aandeelen no. 32, 40 en 57
a f 1000 in de geldleemng van 30 Juni
1884 en de aandeelen no. 13,75,80,179
17 en 255 a f500 in de geldleening van
7 September 1887.
De vereeniging «Amersfooi tsche
vrijwillige brandweer heeft in eene Vrij
dagavond gehouden buitengewone alge-
meene vergadering besloten, maandelijk-
sche bijeenkomsten van de leden te hou
den.
De bij het 1. regiment veld-artille-
rie overgeplaatste kapitein S. O. van der
Straaten, is Vrijdag j.l. alhier aangeko
men en heeft het kommando over de 5.
batterij van den op non-activiteit ge
stelden kapitein Verweij overgenomen.
De 1. luitenant J. H. van Asch van
Wijck, die bij de 5. batterij van het 1.
regiment veld-artillerie is ingedeeld, is
Maandag in het garnizoen alhier aange
komen.
De cursus aan de rijschool is den
1. dezer aangevangen voor officieren en
onderofficieren der bereden wapenen.
Deze cursus wordt gevolgd door de 1.
luitenants P. E. H. V. L. baron van Boe-
cop en W. C. Völcker, van het 1. regi
ment huzaren; J. M. baron van Boecop
en jhr. J. L. Mock, van het 2. regiment
huzaren; de 1. luitenant H. E. Ort en
de 2. luitenant E. C. K. Völcker, van
het 3. regiment huzaren, en de 1. luite
nants C. E. Baud, H, B. Schreuder, II.
C. M. E. H. van Soetermeer Vos en J.
H. C. Sluiter, respectievelijk van het 1.,
2., 3. regiment veld-artillerie en het corps
rijdende artillerie.
Vrijdag is ten behoeve van de troe
pen-ménages alhier aanbesteed de leve
ring over het tijdvak van 1 Januari tot
30 Juni 1890, van: vleesch en vet, aan
genomen door gebrs. van Gelder alhier,
voor f0.65 per kilo, spek, aangenomen
door G. J. Meerstap J. W. Gzn., te Zul-
fen, voor f0 601 per kilo, gedurende het
jaar 1890; zoul, aangenomen door wed.
M. Kool, te Amersfoort, voor f 0.13 per
kilo; steenkolen, aangenomen door J. van
de Brug, te Amersfoort, voor fl.10 per
100 kilo; turf, aangenomen door den
zelfde, voor f0.65 per 100 stuks. Onder
gewoon voorbehoud is de levering aan
genoemde aannemers gegund.
Zondag herdacht de adjudant-on
derofficier C. J. W. Valken, van het de-
pót-escadron van het 1. regiment huza
ren, den dag waarop hij voor 25 jaren
tot onderofficier werd aangesteld. Reeds
vroeg op den dag stroomden den jubi
laris van alle zijden gelukwenschen toe.
Ten 12 uur vereenigden de onderofficie
ren van het depót-escadron zich, en bo
den Valken, met hunnen feestgroet, een
over dien Just, de zoon uit den eersten
echt. Toen wij het hotel naderden, maakte
ik hem hierop opmerkzaam.
O! riep Barnabé uit, die jongen is
even braaf als de anderenen zoo hij
vertrokken is, dan was het geenszins
omdat hij geen genoegen schiep in het
huiselijk leven, integendeel. Zijn pleeg
moeder is zoo goed voor hem geweest!
Hij houdt dan ook van haar evenveel
alsof zij zijn eigen moeder was. Hij is
innig gehecht aan zijn goeden vader en
zijn klein broertje en zusje zoodat men
geen onderscheid kan maken tusschen
hem en hen allen, zoo zelfs dat, zoo de
grafzerk op het kerkhof er niet was, men
zou wanen dat Jan Michaud nooit eene
andere echtgenoote heeft gehad dan Mag-
dalena.
Maar, vroeg ik, waarom moest Just
dan vertrekken?
Wat zal ik u daarvan zeggen de
eerzucht, de liefde! Hij denkt, geloof ik,
nog eens kapitein, kolonel te wórden-
en wat niet meer! Dat is nog eene
andere geschiedenis... maar ik zie daar
dat de waard mij roept... Ik heb mij te
veel opgehouden... Tot wederziens, mijn
heer en tot uw dienst!
En zonder zich verder uit te lalen,
snelde Barnabé met haastige schreden
van mij weg.
keurigen stoel aan als bewijs van hunne
hoogachting. De adjudant Valken dankte
de onderofficieren, waarna men recht ge
zellig en kameraadschappelijk de gebeur
tenis feestelijk vierde.
Men verzoekt ons medetedeelen dat
de berichten in de Amersfoortsche Courant,
het Utrechtsche-Dagblad en deUtrechtsche
Courant, omtrent het in de Singelgracht
werpen van een polderwerker in den
avond van II. Donderdag zeer overdreven
en niet juist zijn medegedeeld.
Zekere R. v. d. B. alhier wonende is
volgens zijne eigene verklaring in dien
bewusten avond met eenige militairen
aan het drinken geweest, en aan den
Zuidsingel ter hoogte van de Kleine
St. Jansstraat, terwijl hij met die mili
tairen tusschen de boomen stond te
praten, door de gladheid en het hellen
der straat maar ook doordat hij onder
den invloed van sterken drank verkeerde,
in de Singelgracht gevallen en slechts tot
aan zijn middel nat geworden, terwijl
hij overigens geen letsel had bekomen.
Dat hij te voren duchtig was mishan
deld is mede bepaald bezijden de waar
heid. Terstond was de politie wel tegen
woordig, doch behoefde geen namen
van militairen op te nemen daar haar
een en ander door den bedoelden v. d. B.
persoonlijk weid medegedeeld.
Gisteren morgen ten omstreeks
8% uur is in perceel C 97 aan de Kamp
straat alhier, zeer waarschijnlijk door
sl»chte inrichting van den schoorsteen
een brand ontstaan in een aangebouwd
kamertje.
De brand die door het spoedig oplre-
aen der brandweer tot een binnenbrand
bleef beperkt had een dreigend aanzien,
zóódat de brandweer tot het leggen der
slangen van een nevenstaand perceel ge
bruik moest maken. Er is nog al brand
en waterschade aangericht, doch perceel
en inboedel waren verzekerd.
Twee spuiten, waarbij die van de vrij
willige brandweer, waren aanwezig en
hebben gewerkt, terwijl de orde door
politie werd gehandhaafd.
Aan J. Stork is vergunning verleend
tot verkoop van sterken drank in het
klein in het perceel aan den hoek van
de Vijverstraat, wijk F. no. 321 en aan
wed. E. Ruiter in het perceel aan den
Amersfoortschen Berg, wijk G. no. 156.
Na gedurende zeven maanden geen
openbare vergaderingen gehouden te heb
ben, vergaderde Zaterdagavond, ten 9
ure de kamer van koophandel en fabrie
ken naar aanleiding eener missive van
de leden J. Ger. Kleber en H. C. van
Dam, die, vernomen hebbende dat door
de administratie der posterijen een pand
was aangekocht om ingericht te worden
tot post- en telegraafkantoor, nagenoeg
aan het uiteinde der gemeente gelegen,
en dit zeer ongerieflijk achtende voor
handeldrijvenden en neringdoenden, den
voorzitter lot het beleggen eener verga
dering hadden uitgenoodigd, vermits zij
vermeenen dat moet worden getracht
door een adres der Kamer, dat wellicht
door adressen van ingezetenen zal wor
den gevolgd, het departement te doen
terugkomen op zijn voornemen om daar
ter plaatse het post- en telegraafkantoor
te vestigen. Uit de toelichting van den
heer Kleber, die hulde bracht aan den
voorzitter voor de met spoed belegde ver
gadering, bleek, dat tot gemeld doel
voorloopig waren aangekocht de percee-
len aan de Utrechtschestraat, wijk E. nos.
15 en 16, in eigendom toebehoorende
aan den heer H. J. v. d. Kuhlen. Naar
zijne meening zal de vestiging van het
post- en telegraafkantoor in die bijna
aan het uiteinde der stad gelegen per-
ceelen voor zeer vele ingezetenen een
groot ongerief veroorzaken. Er is wel
op gewezen, dat de gemeente langzamer
hand in de richting van de voormalige
Utrechtsche poort zich uitbreidt, en dat
het postkantoor alzoo na verloop van tijd
in het midden der gemeente zal geves
tigd zijn, maar eene uitbreiding op zoo-
Den volgenden Zondag kwam Magda-
lena, zóoals zij mij gezegd had, met haar
man en haar kinderen in het park wan
delen. Dat is zoo de gewoonte van de
dorpelingen daar. Er waren dan ook een
groot aantal bij de bronnen. Maar wat
stak de familie Michaud gunstig af bij de
overige landbewoners, bij die wonderlijk
getooide dorpelingen, die in alles een eeuw
ten achter schenen.
Te midden van die menschenmassa,
waarbij het ook niet aan dronkelui ont
brak, stond daar onze schrijnwerker bijna
alléén, als het beeld van den dorpsarbei
der van onzen tijd, die op den schoonen
zomerdag fier daarheen wandelt met de
bewijzen van zijn voorspoed en geluk, in
't zweet van zijn aanschijn, door een voor
beeldig gedrag, verworven.
Wat keek men hem dan ook aan, wat
nam men hem op, hem, zijn vrouw en
hunne kinderen.
De kleine jongen zoowel als Jeannette
waren gekleed en stapten daar voort
zooals Barnabé het uitdrukte als no
tariskinderen. De kamezool van meester
Jan Michaud behoefde slechts een paar
duim langer te zijn om een overjas te
worden geheeten. En Magdalenahoewel
altijd gekleed, of althans zoo goed als ge
kleed in de dracht van «er boerinnetje
danige schaal, die eene vestiging op de
voorgenomen plaats zou rechtvaardigen,
ziet spreker nog niet in 't verschiet. Bo
vendien wonen verreweg de meeste be
langhebbenden bij deze zaak in de oude
stad, en zij, die minder dan handel- en
neringdoenden met post- en telegraaf
kantoor te maken hebben, buiten de voor
malige Utrechtsche poort. Hij gelooft
daarom, dat wanneer intijds een adres
tot de regeeiing wordt gericht, zij wel
licht de bezwaren genoegzaam gewich
tig zal oordeelen om af te zien van de
voorloopig gesloten koopovereenkomst,
vooral omdat er andere geschikte per-
ceelen genoeg in het centrum der stad
te vinden zijn. De zienswijze der Kamer
is wel niet gevraagd maar hij acht haar
ten volle gerechtigd in deze hare mee
ning uit te spreken Hel gevoelen van
den heer Kleber vond steun bij den heer
S. H. van Gelder, wien het wenschelijk
voorkwam, den minister Opmerkzaam te
maken op de bezwaren, die voor handel
en nijverheid uit de plaatsing van het
post- en telegraafkantoor in voormelde
perceelen zullen voortvloeien. Wanneer
inen inzage neemt van de plattegrond-
teekening der kom van de gemeente, en
de voorgestelde plaats beschouwt, dan
springt het ongerief, dat de handel zal
ondervinden, terstond in 't oog, want,
hoezeer uitbreiding der gemeente in de
genoemde richting is te verwachten, de
handel zal wel gevestigd blijven waar hij
thans gevestigd is. En hoezeer hij betwij
felt, dat het zenden van een adres veel
zal baten, omdat, wanneer hij goed is
ingelicht, de koop reeds is gesloten, waar
door het moeielijk zal zijn om op de
zaak terug te komen, wenscht hij het
denkbeeld om zich te adresseeren toch
te ondersteunen, ook omdat moeilijkheid
nog niet onmogelijkheid in zich sluit.
Wanneer de Kamer tot het indienen van
een adres besluit, dan zou hij willen
voorstellen, daarvan afschrift te zenden
aan den gemeenteraad, met verzoek, dat
te willen ondersteunen of te dezer zake
zelfstandig tot den minister zich te wen
den, omdat in het bijzonder wel de han
del, maar in het algemeen alle ingezetenen
bij de zaak belang hebben.
De voorzitter, de heer D. P. Hamers,
is ook van het groot belang, dat de han
del bij deze zaak heeft, overtuigd, en
daarom zou hij in de voorgenomen plaat
sing van een vereenigd post- en telegraaf
kantoor zóóver, van het midden der ge
meente verwijderd, groot bezwaar vinden
voor handel en nijverheid. Hij is vroegei
geraadpleegd over geschikte perceelen
en heeft er dan ook enkele aangegeven,
en nimmer heeft hij kunnen denken, dat
men zóóver uit het midden der stad ge
legen perceelen zou aankoopen, zoodat
de aanwijzing van .de hiervoren genoemde
panden hem heeft veirast. Hij kan daar
om zich vereenigen met het denkbeeld
van de heeren Van Dam en Kleber, om
zich tot den minister te wenden, met
het veizoek, terug te komen op het
waarschijnlijk nog niet bekrachtigd be
sluit, en lot voorschreven doel een per
ceel aan te koopen, meer midden in de
gemeente gelegen, ter bevordering der
belangen van handel en nijverheid. Met
het denkbeeld van den heer Van Gelder
om ondersteuning te vragen aan den ge
meenteraad, kan hij niet meegaan, om
dat de raad, die geroepen is voor de be
langen van alle ingezetenen op le komen
zal worden betrokken in eene zaak, waar
mede de eene helft der inwoners hare
tevredenheid en de wederhelft hare onte
vredenheid zal betuigen. Bovendien, de
zaak vereischt spoed en de raad vergadert
niet elk oogenblik, terwijl men het gevaar
beloopt, dat, wanneer de raad de zaak
van geen groot belang achtende, onder
steuning weigert, het adres der Kamer
kracht verliest. Daarom wenscht hij, dat
de Kamer, opkomende voor de belangen
van handel en nijverheid, in deze geen
ondersteuning vraagt van den raad, die
volkomen bevoegd is uit eigen hoofde tot
het zenden van een adres over te gaan.
De heeren Kleber en Van Dam kunnen
der Vogeezen, was zij waarlijk schoon in
haar Zondagspakje. Niets opzichtigs, niets
gemaakts, haar kleeding was veeleer
stemmig. Maar toch droeg zij een gouden
ketting en een parasol. Ik hoorde dan
ook eer, paar leelijke boerenmeiden ver
ontwaardigd spreken over die buitenspo
rige weelde.
Dat is toch wat al te ergzei de
een. Dat is beleedigend voor de arme
menschen
Zelfs, voegde de andere er bij, die
een aardig sommetle geld bezat, zelfs
voor personen die nog bemiddelden zijn
dan die Michauds!
In veler oog las men een gelijken geest
van afkeuring, van zucht tot belaslering.
Niet dat de inwoners van Vittel nu zoo
veel slechter zijn, dan andere dorpbewo
ners, maar het staat nu eenmaal, heiaas!
vast, dat altijd de luiaards en sleutel aars
naijverig zijn op hen die medegaan met
hun tijd en zich verheden door den ar
beid.
Ik sprak lang en breed met Michaud
en nam de gewoonte aan van tijd tot
tijd in zijn werkplaats een sigaar te ko
men rooken. Magdalena stond mij dit toe.
Zij betoonde zich dankbaar voor de be
langstelling die ik haar lieven Jan be
wees. De kinderen begonnen zich met mij
re huis te gevoelen. Ik gaf hun een paar
zich vereenigen met het denkbeeld van
den heer Van Gelder, eerstgenoemde op
grond van de omstandigheid, dat alle in
gezetenen belang hebben bij eene plaat
sing van het post- en telegraafkantoor
in het midden der gemeente, en laatsge-
noemde omdat hetgeen de Kamer vraagt
zoo billijk mogelijk is, zoodat gerust de
steun van den raad kan worden ingeroe
pen. Weigert de raad dien steun te ver-
leenen, welnu, dan hebben wij de over
tuiging de middelen te hebben aangegre
pen, die ons ten dienste staan. Een voor
stel van den heer Kleber: 1. dat de Ka
mer zich wendde tot den minister van
waterstaat, enz. niet verzoek dat op het
besluit tot vestiging van het post- en te
legraafkantoor op de ontworpen plaats
worde teruggekomen, en 2. van dat adres
afschrift te zenden aan den gemeenteraad,
met verzoek om zijne medewerking in
deze te veileenen, werd hierna zonder
hoofdelijke omvraag aangenomen. Nadat
de ingekomen stukken waren medegedeeld
werd de vergadering gesloten.
ülr. DU.
De rechtbank te Utrecht deed
Maandag uitspraak o. m. in de navol
gende zaken
W. H. te Woudenberg, bekl. van mis
handeling van een ambtenaar gedurende
de rechtmatige uitoefening zijner bedie
ning te Schei penzeel, veroordeeld tot I
maand gevangenisstraf; D. R., W. II.,
A. O., H. V., H. V. en A. G., allen te
Scherpenzeel, bekl. van wederspannigheid,
met vereenigde krachten, tegen ambte
naren, veroordeeld de 1. bekl. tot 1
maand en de overige bekl. tot 14 dagen
gevangenisstrafA. v. E. te Hoeve-
laaen, bekl. van zware mishandeling van
A. van den Bieze, veroordeeld tot 6
maanden gevangenisstraf; E. S. te
Nijkerk, bekl. van mishandeling van een
ambtenaar gedurende de rechtmatige
uitoefening zijner bediening, veroordeeld
tot 8 dagen gevangenisstraf.
Nog behandelde de rechtbank de zaak
tegen P. V., 26 jaien, werkman, geboren
en wonende te Amersfooit, thans te
Utrecht in verzekerde bewaring. Bekl.
was verduistering, twee misdrijven van
oplichting en poging tot oplichting ten
laste gelegd, ten nadeele en ten name
van zijn zwager. Een elftal getuigen
waren in deze zaak gedagvaard; het
eerst werd niet onder eede gehooid de
zwager van bekl., de winkelier L. van
Eijkelenburg, wonende te Amersfoort.
Deze verklaarde, dat hij zijn zwager op
Woensdag 18 Sept. met een honden
wagen, waarop zich kool en uien be
vonden, had uitgestuurd, ten einde die
voor hem te verkoopen aan deze opdracht
werd door bekl. voldaan, doch het geld,
omstreeks f4, weid aan getuige niet af
gedragen en de hondenkar, die bekl. in
Hilversum had achtergelaten, kreeg get.
later door bemiddeling van een derde
persoon tegen vergoeding terug. Op den
19 Sep, had bekl. zich bij den landbou
wer H. Deugd te Hilversum vervoegd,
en deze drie manden met peren op naam
van zijn zwager doen afgeven, terwijl
op 26 Sept. bekl. zich naar den bakker
W. F. Stoové te Amersfoort begaf, die
hij trachtte te bewegen hem f7,50 ter
leen te geven, waaraan deze ter elfder
ure niet voldeed, waarna bekl. ten slotte
nog van W. De Vries te Amersfoort
een som van f 6 ter leen vroeg, onder
voorwendsel, dat zijn zwager een onge
luk aan de hondenkar had bekomen,
terwijl deze zich met negotie op weg
naar Utrecht bevond. Voor het ter leen
vragen dezer gelden had get. Eijkelen
burg aan bekl. hoegenaamd geen last
verstrekt. Bekl. erkende de groenten
voor zijn zwager te hebben verkocht
hij had de gelden ten eigen bate aange
wend en was daarvoor naar Amsterdam
gereisd, ten einde een meisje, dat hij
kende, een bezoek te brengen. Ook de
peren had hij bij Deugd ontvangen en
te gelde gemaakt; dat hij die op naam
van zijn zwager had besteld, zooals door
een getuige werd verklaard, was volgens
geschenkjes en zoo werden wij goede
vrienden.
Eindelijk brak het uur van vertrek
aan. Toen de diligence het huis van
den schrijnwerker voorbijreed, stond het
geheele huisgezin op den drempel. Mi
chaud groette mij met de hand; zijn
vrouw met een vriendelijken glimlach
de kleine Piet wuifde met zijn hoedje en
Jeannette gaf mij met de toppen van
haar vingertjes een kushandje als af
scheidsgroet.
Gewoonlijk kan men niet nalaten, wan
neer men eenmaal te Vittel is geweest,
er het volgende jaar terug te keei en, zoo
niet uit noodzakelijkheid, dan toch uil
dankbaarheid.
Het volgend jaar, op hetzelfde tijdstip,
bevond ik mij dus weder in het rijtuig
en slak ik mijn hoofd buiten het portier
om in 't voorbijrijden mijne goede vrien
den te groeten.
De werkplaats was gesloten en in het
huis was het stil, ja het scheen verlaten.
Een donker voorgevoel beklemde mijn
borst.
Aan het hotel afgestapt, haastte ik mij
naar Barnabé le vragen
Wat is er van de Michauds gewor
den
O, mynheer, antwoordde hij mij in
bekl. onwaar. Uit de verklaringen
van get. Stoové en de Vries bleek, dat
bekl. op naam van zijn zwager geld had
te leen gevraagd eerstgenoemde weigerde
hetzelve te geven, ofschoon hij op het
punt was het geld aan bekl. te over
handigen; toen get. van zijn knecht ver
nam, dat bekl. een wagen met groenten
van zijn zwager had verduisterd, deed
hij het niet: laatstgenoemde had bekl.
het geld ter hand gesteld. Bekl. er
kende ook deze misdrijven. De ambte
naar van het O. M. mr. N. de Ridder,
subst.-offic. van justitie, achtte de poging
tot oplichting niet bewezen, zoodat bekl.
daarvan zal moeten worden vrijgespro
ken. Wat de andere ten laste gelegde
punten betreft, deze waren sllen bewe
zen en door bekl. bekend; het O. M.
stond bij de verschillende punten stil, en
constateerde, dat uit de verklaringen der
getuigen het wettig bewijs voldoende
was verkregen. In aanmerking nemende,
dat bekl. reeds gevangenisstraf wegens
diefstal onderging, vorderde het O. M.
met het oog daarop eene gevangenisstraf
van één jaar Mr. P. G. H. Dop,
ambtshalve toegevoegde verdediger van
bekl., verzocht acte van het niet voor
lezen van het proces-verbaal, waarbij
door bekl.'s zwager van de verduistering
eene aanklacht was ingediend, en drong
bij de rechtbank aan, dat het O. M. wat
het eerste punt betreft, niet ontvankelijk
zou worden verklaardvoor het 2. ten
loste gelegde feit vroeg mr. Dop vernie
tiging van de dagvaarding, terwijl hij
voor het 4. ten laste gelegde feit op
vrijspraak aandrong uit gebrek aan
wettig bewjjs. De aanklacht tegen
bekl. werd hierna nog voorgelezen en
ten slotte had nog re- en dupliek plaats.
Vergadering van den Raad der ge
meente Amersfoort op Vrijdag, den
8. November 1889, des namiddags ten
1'/, ure.
Pnutezi van behandeling;:
1. Missive van de kamer van koophandel
en fabrieken om ondersteuning van
haar verzoek aan den Minister van
Wateistaat enz. ingediend, betrekkelijk
de plaatsing van het post- en telegraaf
kantoor, met voorstel van Burg, en
Weth.
2. Voorstel van Burg. en Weth., ten aan
zien van den aankoop van grond van
den heer S. Knoppers, tot verbreeding
van de korte Bergstraat.
3. Ontwerp-besluit tot af- en overschrij
ving van posten op de begrooting der
schutterij over 1888.
De Directeur van het postkantoor
alhier inaakt bekend, dat van af 10 Oc
tober e. k. het kantoor op Zon- en alge
meen erkende Christelijke feestdagen zal
geopend zijn
's m. van 8.30 tot 10.30
's nam. van 1 tot 2 ure.
De Directeur.
C. SM ITT.
Terhooping van vaste goederen.
Zaterdagavond 2 Nov. in »de Keizerskroon"
te Amersfoort.
Notaris: de heer Mr. J. M. RICHELLE.
1. Een gebouw, stalling, enz. aan 1
den Hoogenweg1
2. Een Heerenhuis annex 't vori- I 0P8e"-
ge perceel met tuin, enz.
3. Een winkelhuisin de Koning
straat f 1000
4. Een woning in de Koningstr. 770
5. na. d. Westsingel. 520
6. in de Bolderstr.
7. daarnaast
f 2700.
t
Jan. Aan de vruchten kent men dan
boom toch maar.
Piel. Dat zeg je zeker met het oog
op de bakkerskwestie in Rotterdam.
J. Juist geraden. Al is er nu eh dan
een hard woordje gevallen, de bakkers
knechts komen langs vreedzamen weg tot
een vergelijk met hunne bazen.
P. En nu wou je zeker zeggen, dat
het niet te pas komt voor knechts om
zich tegen hunne bazen te verbinden.
J. Dat heb je glad mis. Het is waar,
dat de arbeid zoo van hoofd als van
diepe verslagenheid, wat een ongeluk.
Hij is in de gevangenis I
Meester Jan?
Ja. Hij moet terecht staan.
Waarvan beschuldigt men hem?
Van een moord
Jan Michaud! Een moordenaar! Dat
was onmogelijk.
De beschuldiging kon niet anders rus
ten dan op een samenloop van ongehoorde
noodlottige omstandigheden.
Ziehier, zooals meester Jan ze zelf ver
haalde.
Men herinnert zich nog Anselme, den
woekeraar van Vittel. Welnu, eens op
een avond was deze geheimzinnig bij Mi
chaud gekomen om hem eene kleine
eikenhouten kast te bestellen, die met
een geheim slot sluiten moest, een soort
van brandkast.
Wordt vervolgd