Gemengd Nieuws. Plaatselijke berichten. Provinciale berichten. volken; 8 zilveren vorken roet halve maantjes, waarvan een gemerkt ft'. S. 5 zilveren lepels met vierkantjes aan den steel; 12 zilveren lepels met halve maan tjes, waarvan twee gemerkt N. S.11 zilveren theelepels; 1 zilveren theeschepje en twee plated lepeltjes, alsmede een witte theedoek, rood en blauw geruit en rood gestreepte rand, in een der hoeken met roode zijde gemerkt 2V. S. S./6. Door den dader is achtergelaten een stuk hoefijzer. Te Goes heeft zich weer een geval van trichinenziekte voorgedaan bij eene vrouw. Zij had van varkensvleesch gege ten, afkomstig uit Biezelinge, dat weke lijks te Goes aan de huizen besteld wordt. Men spreekt van nog meer gevallen van die ziekte daar ter plaatse. De voorman P., in dienst der Staats spoorwegen te Utrecht, is, tijdens het rangeeren van een goederentrein, onder de locomotief geraakt, waardoor hem het rechterbeen ter hoogte van de dij werd afgereden. Kort daarna gaf de on gelukkige den geest. Het is bijna niet te gelooven welk verbazend getal vinken te Rozendaal jaarlijks in de maand October gevangen worden. Men berekent, dat in die ge meente 21 vinkers zijn, die door elkaar dagelijks ieder 25 vinken vangen, het welk gedurende de afgeloopen maand 18.600 bedraagt. De heer M. B. ving zelfs op een dag 511 dezer trek vogeltjes. Te Alkmaar is van gemeentewege, ter herinnering aan de nagedachtenis van de begaafde stadgenoote mevrouw A. L. G. Bosboom-Toussaint, in het huis aan de Mient, waar deze beroemde Neder- landsche schrijfster het levenslicht zag, een gedenksteen geplaatst. Naar het Hbl. verneemt is sinds eenigen tijd bij het ministerie van bin nen!. zaken in bewerking een voorstel tot wijziging der wet op het midd. on derwijs. Hoever die wijziging zich zal uitstrek ken, is ons onbekend, doch, zijn wij goed ingelicht, dan bestaat het plan de staat huishoudkunde en het boekhouden niet meer op te nemen in de lijst der vakken waarin eindexamen dient afgelegd te worden. Ook wordt overwogen, eind-examen niet meer in elke provincie, doch alleen te Amsterdam te doen plaats hebben. Aan den ingenieur A. J. Krieger te Gouda, werd door den minister van Waterstaat concessie verleend voor den aanleg en de exploitatie eener spoorweg verbinding EdeLunterenBarneveld VoorlhuizenNijkerk. Gisterenavond vond men in de St. Pietersteeg te Amsterdam een dertigjarige vrouw dood in haar bed, in haar bloed badend. Men kon zich den schrik van de zuster begrijpen, toen zij de overledene eten kwam brengen. De 30-jarige vrouw woonde alleen in kommervolle omstan digheden en is vermoedelijk in eene bloedspuwing gestikt. Uit Neerbosch wordt gemeld «De vorige week is een van de weezen naar Transvaal vertrokken als machinist; een ander vertrok naar Paramaribo, waar hij een plaats bekwam als meesterknecht aan de Zendingdrukkerij van de Broeder gemeente. Een 35-tal weezen houden in Amerika verblijf, waar allen in goede maatschap pelijke betrekkingen zijn geplaatst." In den Rijn te Eist (Utrecht) is een snoekbaars gevangen. Zooals men weet, richten deze, zeer zeldzaam voor komende dieren, groote verwoestingen onder de visschen aan. Het gevangen exemplaar zal naar het Aquarium te Amsterdam woiden gezonden. Een treurige gebeurtenis heeft de stad Doornik in opschudding gebracht. Een 19-jarig jongeling trouwde voor zes weken met een meisje van nauwelijks 17 jaren. Het huwelijk was niet gelukkig en gedurig werd er getwist. Dezer dagen zag men de jonge vrouw in de grootste opgewondenheid hare woning verlaten, op eenigen afstand gevolgd door hare moeder. Zij liep naar de Schelde en sprong er in. Toen zij na eenige oogen- blikken opgohaald werd, stierf zij in de armen der moeder. Uit Arnhem wordt aan de N. R. Cl. gemeld Dinsdagochtend omstreeks 8'/3 uur werd door de geheele stad een slag waar genomen, die de hu:zen op hunne grond vesten deed schudden en waarbij in ver schillende woningen de deuren openvlo gen en de glasruiten rinkelden als bij het hevigst onweder. Velen dachten aan een ongeluk zooals van Antwerpen en, hoe wel het bij nader ondeizoek niet zóó erg was, haddden evenwel, door de gevaarlijke omgeving van de plaats waar het onheil was voorgevallen de gevolgen verschrikke lijk kunnen zijn. Op ongeveer 10 minuten buiten de stad had zich in het artillerie park, aan de overzijde van de bekende buitenplaats «Sonsbeek" gelegen, een sol daat van het korps rijdende aitillerie, door een granaalschol van het leven be roofd. Daarbij was een geheel uitgeruste munitie-voorwagen in de lucht gevlogen; deze wagen was, behalve met tal van andere kleine voorwerpen, bepakt met 17 granaten, 17 granaat-kartetsen, 2 kartetsen en 38 kardoezen, elk gevuld met 1.6 kilogram buskruit. Van dezen wagen was niets overgebleven dan enkele stukjes verbrand hout. Van een viertal andere wagens waren gedeeltelijk de raderen afgeslagen en min of meer ver nield. Van een steener, gebouw, op een af stand van een 25 lal pas staande, er, gevuld mei duizende infanterie-patronen, waren de dakpannen allen vernield, terwijl op verschillende plaatsen, vermoedelijk door granaatscherven, stukken steen wa ren weggeslagen. Het is een wonder, dat dit gebouw gespaard is geblevende ramp was bij eene ontploffing niet te voorzien geweest. Van eene in de nabij heid gelegen uitspanning waren van een der zijramen alle glasruiten verdwenen. De overblijfselen van het deei lijk vermink te lijk werden over het geheele park ge vonden, zelfs op afstanden van meer dan 100 pas. Rechts van het kanon bevonden zich de beide beenen, links het hoofd met een gedeelte van een schouder en een arm; aan de achter zijde der patro nen-bewaarplaats een gedeelte van den rug. Aan den ingang van het park be vindt zich een wachthuis, waarin een korporaal en 3 man waren, terwijl één man buiten op post stond. Gelukkig zijn deze allen ongedeerd gebleven. Woensdagavond II. hield de heer W. J. Roos, Evangelist te Amsterdam, in het gebouw Volksheil een voordracht over de Middernachtzending. Deze tak der inwendige zending, zoo deelde de geachte spreker mede, was niet gegroeid aan een Hollandschen boom. De Middernachtzending is afkomstig uit het Noorden. De heer Roosmalen Nep- veu had haar bet eerst te Kopenhagen leeren kennen en toen pogingen in het werk gesteld, om haar ook in Nederland en meer in 't bijzonder te Amsterdam in te voeren. Aanvankelijk scheen het bij een plan te zullen blijven, althans men vond te Amsterdam de gewenschte medewerking niet. Kort daarop begonnen echter twee jonge mannen, de heeren Veldhuizen en Van der Sleur, den arbeid der Midder- nachtzerrding te Haarlem, om die weldra te Amsterdam voort te zetten. Zij ont vangen van alle kanten steun en bijstand. Velen boden zich als medearbeiders aan en thans werkt de Middernachtzending niet alleen in de beide reeds genoemde steden, maar ook te Rotterdam, te Utrecht en te 's Gravenhage en dat met grooten zegen. Terwijl de Christelijke liefde zich tot voor korten tijd bijna uitsluitend bezig hield met de redding en oprichting der gevallen vrouw, tracht de Middernacht zending de mannen te bereiken, die de plaatsen van ontucht bezoeken. Zij tracht hen te waarschuwen, hen te wijzen op de zonde tegen God en menschen, die zij willen plegen, en hen te bewegen tot berouw en bekeering. De zendelingen, die geheel belan geloos hun werk verrichten plaatsen zich daar toe bij groepen van twee of drie voor de deur der verdachte huizen. Zij reiken aan hen, die ze willen betreden, blaadjes uit en trachten naar aanleiding van den inhoud een gesprek met hen aan te knoopen. Menigmaal gelukt het hun op deze wijze een verdoolde terecht te brengen. Spr. verhaalde hiervan ver scheidene treffende voorbeelden. Het was natuurlijk, dat de zendelingen bij hun arbeid veel tegenwerking onder vonden van een zeker deel van het publiek, maar vooral van de houders der verdachte huizen, die door de Middernachtzending in hun afschuwelijke «broodwinning" be langrijk werden benadeeld. Beleedigingen, scheldwoorden, plagerijen van allerlei aard hadden de zendelingen te verduren. Zelfs ernstige mishandelingen waren niet zeldzaam. Wel werd dus de geloofsmoed dezer jonge mannen op een zware proef gesteld, en alleen zij, die zelf van harte geloofden in den Heere Jezus Christus konden op den duur dezen zwaren arbeid der reddende liefde volhouden. Spr. betreurde het overigens dat bijna alleen jonge mannen, en dat nog wel grootendeels uit den minder aanzienlijken stand, zich voor dat werk hadden aan gemeld. Bij alle waardeering van den arbeid der tegenwoordige zendelingen, zou hij toch gaarnejzien, dat ook mannen van meerderen leeftijd er. ervaring, wier naam en positie hun grooteren invloed verzekerden, zich met het werk der Mid dernachtzending bezig hielden. Dan zou den de uitkomsten nog geheel anders zijn. Toch had men niet te klagen. liet werk der Middernachtzending werd ken nelijk gezegend. Niet alleen mocht men velen terughouden van den verkeerden weg, maar reeds waren ten gevolge van de volhoudende pogingen der zendelingen ettelijke slechte huizen gedwongen om voorgoed te sluiten, bij gebrek aan be- Alleen de heeren Veldhuizen en van der Sleurs, die zich geheel aan deze arbeid wijdeo, ontvangen bezoldiging. zoekers. Niet lang geleden had een makelaar aan het bestuur der Midder nachtzending drie naast elkander gelegen bordeelen te koop aangeboden, die door toedoen der zendelingen geheel waren verloopen. Spr. wekte eindelijk alle aanwezigen op, om den arbeid der Middernachtzen ding te steunen door hunne sympathie en bovenal door hun gebed. De heer Roos werd door een talrijk gehoor de zaal was stampvol en men had zelfs een aantal personen wegens plaatsgebrek moeten afwijzen met aandacht gevolgd. Ds. Wartena dankte den spreker namens de vergadering voor zijn be langrijke voordracht en sloot de bijeen komst met dankzegging aan God. In eene zitting die de gemeente raad gister hield, was in de eerste plaats aan de orde van behandeling de missive der Kamer van Koophandel en Fabrieken, waarin aan den Raad onder steuning wordt verzocht van het adres door die Kamer aan den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid inge zonden, inhoudende het verzoek om, met terugkoming op het besluit tot plaatsing van het vereenigd post- en telegraafkantoor in de Ulrechtschestraat, dat alsnog in het midden der stad te doen vestigen. Een langdurig debat ging het besluit der vergadering, om het adres te ondersteu nen, dat rnet 8 tegen 4 stemmen geno men werd, vooraf. De meerderheid van het dagelijksch bestuur had daartoe het voorstel gedaan, op grond dat zij meende, dat eene plaatsing in de Utrechlschestraat den handel groot ongerief zou berokkenen, die groot belang heeft bij 't spcedig ont vangen van telegrammen, aangeteekende brieven, enz. en h. i. eene zoo gunstig mogelijke gelegenheid moet hebben om binnen den koristen tijd het kantoor tot verzending van brieven, postwissels, enz. te bereiken. De Voorzitter, die de minderheid in het dagelijksch bestuur had uitgemaakt, toonde zich eenigszins gevoelig over de uitdrukkingen in het adres der kamer, dal de belangen van den handel door de voorgenomen plaatsing zouden worden «gekrenkt" en bij voortduring «tegenge- weikt." De handelaren hadden volgens hem, altijd personen beschikbaar, die voor hen de noodige verrichtingen ten post- en telegraafkantore bewerkstel ligden, terwijl particulieren, meestal zelf hen betreffende zaken moeten af doen, zoodat zij zich meer dan han delaren ten post- en telegraafkantore in peisoon moesten vervoegen. Bovendien was z. i. de aanwezigheid van het post kantoor in de nabijheid van de spoor wegstations voor den handel van belang, aangezien die eene latere buslichting ver oorloofde en de oorzaak zou zijn van eene vroegere bestelling, doordien de distributie van de ontvangen brieven eer der kon aanvangen dan thans, nu de be stellers den weg van 't station naar de stad en omgekeerd moeten maken. De heer v. d. Wall Bake, die tegen 't voor stel tot ondersteuning stemde, deed dit op grond van de omstandigheid dat hij vermoedt, dat wanneer de Minister met dit verzoek wordt lastig gevalllen, de bestaande, ongewenschte, toestand zal worden bestendigd; iets wat de heer Croockewit niet toegaf, omdat de hoofd gedachte in deze is de vestiging van een vereenigd post- en telegraafkantoor. Het slot was. zooals we hiervoren meld den, dat de Raad besloot het adres te ondersteunen. Met een voorstel van B. en W. om den heer S. Knoppers een bediag van f200 als schadevergoeding te betalen voor den afstand van grond ter verbreeding van den ingang der Korte Bergstraat aan de zijde van den Naarder- straatweg tot 6.90 M., uitloopende op 6 M., alsmede voor de verbintenis van ge noemden heer Knoppers om het huis dat hij voornemens is te bouwen 0.70 M. uit den verbreeden weg te plaatsen, ver- eenigde de Raad zich niet. In overeen stemming met het gevoelen der commissie van fabricage was hij van meening, dat eene vergoeding van flOO, die de heer Knoppers geweigerd had te accepteeien, voldoende was, terwijl de heer Bake meende, dat B. W. bevoegd waren, over eenkomstig de bepalingen der bouwver ordening, in deze aanwijzing der richting waarin de bouw moet gest bieden, te doen. Het voorstel van B. en W. viel met 10 tegen 2 stemmen, die van den heer Celosse en den Voorzitter. Het derde punt der agenda: ontwerp besluit tot af- en overschrijving van pos ten op de begrooting voor 1888 der schutterij, werd z.h.o. aangenomen. Ten slotte werd het door dr. A. van Ysendijk gevraagd ontslag als conrector van het gymnasium eervol verleend. De rechtbank te Utrecht behandelde Donderdag o. m. de volgende strafzaken G. J. v. L., 41 jaar, klompenmaker, geboren te Arnhem en wonende te Amers foort, had zich te verantwoorden wegens mishandeling van den 68-jariger. zadel maker W. van Eeden, die hij in den avond van 1 Jsept. in het Plantsoen te Amersfoort, na eenige onaangenaam heden met elkander te hebben gehad, doordien van Eeden tengevolge der duis ternis tegen bekl.'s moeder liep, aan greep, op den grond wierp, en hem daarna eenige klappen toediende. Bekl. ontkende Van Eeden te hebben geslagen, doch laatstgenoemde bleef bij zijne bewering, die door meerdere ge tuigen werd gestaafd. Het O. M., waargenomen door mr. N. de Ridder, subst.-offic. van justitie, achtte het aan bekl. ten laste gelegde bewezen en vor derde zijne veroordeeling tot 3 weken gevangenisstraf. J. d. G. 39 jaar, vischventer, geboren en wonende te Amersfoort, wegens be- leediging van een ambtenaar, was niet verschenen hij bevond zich op den 10 Sept., 's morgens om half elf ure, in de Langstiaat aldaar met zijn broeder, welke in die straat vischventte. Daar dit bij politie-verordening was verboden, ge lastte de agent H. H. Enklaar hem zich van daar te verwijderen en met zijne koopwaar naar de markt te gaan. J. d. G., een doorloopende dronkaard, werd daarover driftig en schold daarop den ambtenaar op eene zeer onbetame lijke wijze, die den bekl. verbaliseerde. Eene geldboete van f 15, subs. 14 dagen hechtenis werd tegen bekl. gevorderd. De hoofdagent van politie de Jager deed eergisterenavond een goeden vangst door een man aan te houden, die door de rechtbank te Alkmaar wegens dief stal tot 2 jaren gevangenisstraf was ver oordeeld en tot het ondergaan dier straf in het laatste Politeblad stond gesigna leerd. Hij werd gisteren door een rijks veldwachter, op bevel van den Commis- saiis van politie, naar de gevangenis te Utrecht overgebracht. Gisterenmiddag ten 4.55 had de trein die in de richting Zwolle vertrok een klein oponthoud, doordat een bij de Eerabrug zwaaiend schip, door 't breken van een der trossen met den boegspriet door een venster van een coupé drong, zonder persoonlijke ongelukken te heb ben veroorzaakt. Alleen de glasruit en de coupé is inwendig beschadigd. Bij koninklijk besluit is benoemd tot notaris te Woudenberg H. A. N. van YVarmelo, cand.-notaris te Loenen. Eergisteren herdacht de heer G. Diependaal, pastoor der Oud-Katholieke Willebrorduskerk, Brouwersgracht te Am sterdam, het feest van zijn vijf-en-twintig jarig priesterschap. Aan belangstelling ontbrak het den waardigen jubilaris niet. Sclierpeuzeel, 7 November. Dezang- vereeniging «Excelsior" die gedurende een jaar niets van zich deed hooren, zal weder optreden onder haren ouden naam en onder de zinspreuk, die in Col. 3 16b te vinden is. Naar alle waai schijnlijkheid zullen de zangoefeningen gehouden wor den in het catechisatie-locaal achter de herv. kerk, wanneer hh. kerkvoogden daartoe vergunning willen geven. Liszt en Darbu Lautar. Toen Franz Liszt, de bekende componist, op het slot Basile Alexaridris te Mercesci als gast was ontvangen, spiak hij den wensch uit, eens Roemeensche zigeunei muziek te wil len hooren. Zijn gastheer haastte zich, aan dien wensch te voldoen. Hij liet zi geuners, uit Jassy komen, onder leiding slaande van Barbu Lautar. Allen droegen een soort kaftan, die door een goidel vastgehouden werd, een kaciula of muts uil schapenvel en als schoeisel sandalen. Toen zij de zaal binnenkwamen, waar een talrijk gezelschap was verzameld, legde ieder de hand op 't hart en maakte een diepe buiging, waarop de gastheer hun een glas champagne aanbood. Dan gaf hij een teeken. Barbu hief den wijs vinger zijner rechterhand omhoog en dra klonk een zeer eigenaardige muziek door de zaal: de klaagtonen eener viool,'t ge gil eener herdersfluit eu de muziek der Cobza. Eerst liet Barbu een nationale marsch spelen, na afloop waarvan de Roemeensche bojaren, die tegenwoordig waren, vol geestdrift goudstukken wier pen in den beker van den ouden bard, die dien beker aan zijn lippen bracht, behendig de wijn uitdronk en de geld stukken in den mond hield, om ze daar na te voorschijn te halen en ze eerbiedig te kussen. Dan volgde een zigeuner-melodie. De geheele melancholie der steppen ademde uit dit stuk plotseling werd het klagende lied afgebroken door een wilden schreeuw; een woest Prestissimo rolde doordezaal alsof gansch een regiment ruiters kwam aangerend. Liszt liet zich geheel door die muziek medesleepen, stil zag hij die muzikale vagebonden aan, waarvan niet een een noot kende en toen eindelijk al de gasten een donderend applaus deden hooren, trad hij op den ouden Batu toe, wierp een goudstuk in diens beker en sprak: «Gij hebt mij thans uw muziek leeren kennen. Wilt gij nu de mijne hoo ren?" De groote virtuoos zette zich aan het klavier; ieder geruisch verstomde; allen spitsten de ooien. Na een kort voorspel improviseerde de meester een Hongaarsche marsch, wiens breede melodie hij op de meest wonderbare wyze met trillers ver sierde. Hij scheen alles om zich te ver geten men voelde hel, dat hij lucht gaf aan het gevoel, dat de zigeuner-muziek bij hem had opgewekt. Snel vlogen de vingers over de toetsen en altijd klonk tusschen de cascaden van tonen de krachtige tonen van de inarsch. De toe- hooideis stonden betooverd zij waagden het bijna niet, te ademen. De oude Barbu staarde met wijd opengespalkte oogen naar den speler en geen noot ontging hem. Toen de storm van toejuiching na af loop der improvisatie geëindigd was, trad de oude Zigeuner met het Champagne glas op den grooten klavierspeler toe, ieikte hem de hand en sprak: «Nu is de beurt aan mij, meester, om u te ver zoeken met mij te diinken!" Terwijl Liszt met hem aanstiet, ant woordde deze«Nu Barbu wat zegt ge van deze melodie?" «Zij is zoo schoon, meester, dat ik, wanneer gij het wilt toestaan, wel eens wilde probeeren haar ook te spelen." Liszt glimlachte eenigszins ongelootig, doch hij gaf met een hoofdknikje zijn toestemming. De oude Lautar wendde zich tot zijn orchest, stemde zijn viool, drukte het instrument tegen zijn kin en speelde den Hongaarschen marsch. Geen triller, geen noot, geen enkele versiering werd weggelaten. Noot voor noot gaf Barbu op zijn viool de improvisatie van Liszt terug, onder begeleiding van zijn orchest. Oplettend staarden de spelers hun meester aan; als door instinct volg den zij de geringste nuanceering. Toen eindelijk de laatste toon weggestorven was, sprong Liszt op, sloot den oude stormachtig in de armen en riep uit: «Barbu, ge zijteen kunstenaar door Gods genade I" Dinsdag is te Brixham nabij de plaats waar Willem III aan wal stapte het standbeeld van dezen vorst onthuld. Het beeld, iets meer dan levensgroot, is van wit marmer en rust op een voet stuk van grijs graniet. Het staat vlak voor de haven en maakt een grootschen indruk. Op het voetstuk is een inscriptie ge beiteld, ter herinnering aan Willem van Oranje, die den 5en Nov. 1688 daar landde en het Protestantisme bevrijdde. Daar naast staat te lezen, dat het beeld is opgedragen aan de stad Brixham en dat de eerste steen is gelegd op 5 Nov. 1888 door graaf Bylandt, lord Churston en Charles Atkins. Op de andere zijde is op wensch van den koning der Nederlanden op het voet stuk gebeiteld «Engelands vrijheid door Oranje hersteld Omtrent de onthulling meldt het Hdbl. Om acht uur bulderde een kanonschot door het stille stadje; dit was het sein voor het uitsteken der vlaggen. Brixham, op gewone dagen eene mistige plaatsen een vreedzaam visschersdorp, is, natuur lijk, vol vreemdelingen, die van alle zij den herwaarts stroomden. Het stadje was versierd met vlaggen en groen. Het weer was in den ochtend regenachtig, maar helderde later op. Om één uur ontving de commissie de voor naamste gasten in de Markthal en om halftwee weid de optocht gevormd en begaf men zich naar de kade, waar de onthulling door graaf Bentinck werd ver richt. Baron Gevels vertegenwoordigde den Nederlandschen gezant graaf Bylandt. Vele Amerikaansche zeeofficieren en an dere bezoekers woonden de plechtigheid bij. Graaf Bentinck was door verkoud heid verhinderd het woord te voeren en daarom hield zijn neef een korte toepas selijke toespraak, nadat eerst het Engel- sche volkslied was gespeeld. De predikant Potter zeide graaf Ben tinck dank en gaf een beknopt overzicht van de geschiedenis ter herinnering van welke het gedenkteeken is opgericht. Het Nederlandsche volkslied volgde op de rede van den predikant. Om 2 uur gingen de feestvierenden op nieuw naar de markthal, om deel te ne men aan een dejeuner. Daarbij werd de eerste dronk ingesteld op koningin Vic toria en de tweede op den koning der Nederlanden. Daarna werden nog eenige toasten gehouden. Baron Gevers zeid#, dat de Koning van Nederland groot belang stelde in de oprichting van dat standbeeld, dat een eeuwige band tusschen Nederland en En geland zal vormen. Een fakkeloptocht en verlichting der schepen besloot des avonds het feest. Franssensde meesterknecht op eene l'arijsche drukkerij, die de 500,000 trok bij de tentoonstellingsloterij, had zijn biljet door een leerjongen laten koopen en hem lachend gezeg«Als ik het groote lot trek, krygt ge er 10,000 francs van!" Hij heeft woord gehouden en het buitenkansje komt den armen jongen temeer gelegen Omdat hij onlangs met een arm in eene machine geraakt en voor zijn leven verminkt is. Ontploffingen zijn tegenwoordig aan de orde van den dag. 't Schijnt zoo'n soort manie te worden, wie het onvoorzichtigst met kruit en dynamiet durft omgaan. Thans wordt weer gemeld, dat gisteren morgen een dynamietfabriek te Galda- cano, nabij Bilbao, in de lucht is ge vlogen. Drie personen werden gedood, verscheidene ernstig gewond.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1889 | | pagina 2