Gemengd Nieuws.
Officieele Publicatiën.
BUITENLAND.
Plaatselijke berichten.
Provinciale berichten.
en eene hoeveelheid ondergoed. Al deze
diefstallen werden door de bekl. erkend.
Zij nam al die zoo heterogene voorwer
pen, waarbij verscheidene waaraan zij
klaarblijkelijk niets had, weg, om te be
waren en sleepte ze, gelijk de voorzitter
zich uitdrukte, mede van den eenen dienst
naar den anderen. Na het hooren van 4
bestolen dames als getuigen, requireerde
het O. M., waargenomen door den sub
stituut-officier baron de Koek, 1 jaar ge
vangenisstraf.
Uitspraak Woensdag 5 Februari.
Te Zall-Bommel stond eergisteren
voor het kantongerecht terecht de bur
gemeester van Hurwenen, de heer mr.
I. de Groot Schimmel, metterwoon ge
vestigd te Zalt-Bomme). Hem is ten laste
gelegd, dat hij geweigerd heeft bij de
volkstelling aan liet gemeentebestuur van
Zalt-Bommel de inlichtingen te verstrek
ken, bedoeld in de telkaarten, door te
weigeren de betrekkelijke telkaarten in
te vullen. De toediacht der zaak is deze.
De burgemeester van Hurwenen, die den
oudejaarsnacht nóch in den kring zijner
gemeentenaren, nóch in de plaats zijner
inwoning aanwezig was, maar dien nacht
met een gedeelte van zijn gezin te Gorssel
doorbracht, was den 2. Januari jl. in
zijne woonplaats teruggekeerd, op welken
dag de telkaarten aan zijne woning ter
invulling zijn bezorgd. Niettegenstaande
herhaald aanzoek is de burgemeester
blijven weigeren de telkaarten in te vul
len, zoodat den 7. Jan. jl. de dagteeke-
ning der laatste weigering, hem door de
volkstellers is medegedeeld, dat die wei
gering bij proces-verbaal zou worden
geconstateerd, hetgeen dan ook is geschied.
De advocaat en procureur te Tiel. mr. P.
Rink, stond de bekl. ter zijde.
Het O. M., bij monde van mr. G. van
Tricht, keurde de handelwijze van den
burgemeester ten zeerste af en eischle
zijne veroordeeling tot betaling eener
geldboete van vijf-en-zeventig gulden.
Een zeer talrijk publiek was ter te
rechtzitting tegenwoordig.
De bekende tabaksmaatschappij
Arendsburg zal over 1889 een klein di-
videndje aan aandeelhouders uitkeeren.
't Is maar 145 pCt.
Voor rekening van jhr. mr. K. A.
Godin de Beaufort, den tegenwoordigen
minister van financiën, worden thans bij
Maarsbergen belangrijke uitgestrektheden
woeste gronden ontgonnen. Velen, die
anders inet moeite den winter door kwa
men, verdienen nu een goed stuk brood.
Men schrijft het volgende aan de
Amst. Ct.:
laatsten tijd bij velschillendeJmilitaire
korpsen hier te lande in de óf door den
sergeant-majoor óf door den fourier ge
voerde kompagnies-administratiën aan het
licht zijn gekomen, doen denken aan eene
controle van de zijde der kompagnies-
kommandanten, welke veel te wenschen
overlaat, of wel aan een blind vertrouwen
dat deze officieren in hunne onderge
schikten stellen. Zoo is te Utrecht, naar
aanleiding van de desertie van den ser
geant-majoor G. van het korps genietroe
pen, door een uit officieren van het gar
nizoen aldaar samengestelden raad van
informatie, een onderzoek ingesteld naar
het door den sergeant-majoor gehouden
beheer zijner kompagnie, hetwelk aan het
licht heeft gebracht, dat bedoelde militair,
behalve aan het door hem medenemen
van de aan de kompagnie toebehoorende
f200, zich nog bovendien heeft schuldig
gemaakt aan het verduisteren van gelden,
toekomende aan het weduwen- en wee-
zenfonds en die door de onderofficieren
zijner compagnie waren gecontribueei d
aan hel in rekening brengen en in ont
vangst nemen van gelden, voor gedane
reparatiën aan kleedingstukken van man
schappen, maar welke reparatiën niet ten
uitvoer zijn gebracht; aan het verduiste
ren van een bedrag, hetwelk aan eenige
manschappen zijner kompagnie ten goede
behoorde te komen, wegens betoonde
hulp bij een brand.
Het is niet zonder belangstelling, dat
de uitspraak c. a. in zake deze aangele
genheid door den krijgsraad te Arnhem
door velen wordt tegemoet gezien."
In de Amst. Ct. kom onderstaand
lezenswaardig schrijven voor:
Wij, Nederlanders, hebben in den laat
sten tijd zoo dikwijls hooren verkondigen,
dat wij in gevaar verkeeren, dat wij zeke
re «Schadenfreude in ons voelen opkomen,
wanneer wij hooren, dat niet alleen wij
in gevaar zijn, doch dat ook anderen
grooter en machtiger dan wij in dezelfde
positie verkeeren. Niet minder dan Frank
rijk is in gevaar! En niemand minder dan
kolonel Stoffel van het Fransche leger durft
dit te beweren, en zijn woorden worden
van zooveel belang geacht, dat Fransche
bladen gansche bladzijden uit de door hem
geschreven brochure overdrukken.
De oorlog van 1870 was geëindigd,
Duitschland had eenige milliards geeischt
en twee provinciën. Had Frankrijk niets
verloren dan die twee enkele provinciën,
dan zou het slechts aangetast zijn in zijn
eigenliefde; doch het afstaan van Elzas-
Lotbaringen heeft andere gevolgenhet
ontneemt Frankrijk de veiligheid. Ooste
lijk Frankrijk ligt geheel open voor de
Duitschers; Parijs is in twaalf dagmar-
schen bereikbaar en er bestaat geen en
kel natuurlijk verdedigingsmiddel om.een
leger tegen te houden. Bij een eventu-
eelen oorlog met Duitschland zal de eer
ste groote veldslag aan de grenzen worden
geleverd en men zal moeten erkennen dat
er geen vergelijking bestaat tusschen de
gevaren, welke beide naties dan loopen.
Verliezen de Franschen den slag, dan is
het Duitsche leger in minder dan veer
tien dagen onder de muren van Parijs;
behalen de Franschen de overwinning, dan
zullen zij minstens veertig dagreizen noo-
dig hebben om Berlijn te bereiken en dan
nog genoodzaakt zijn de lines aan den
Rijn en de Elbe te doorbreken, in welken
tijd de Duitschers gelegenheid hebben
hun krachten te verzamelen. Frankrijk,
dat in 1870 beschermd werd door den
Rijn en de Vogezen, ligt thans aan hel
Oosten voor iederen inval bloot. Na het
einde van den oorlog heeft von Molkte
verklaard, dat men vijftig jaar het geweer
in den arm moest houden. Kolonel Stof
fel beweert, dat von Molkte door dit ge
zegde een bewijs geeft, zeer slecht op de
hoogte te zijn van den deerniswaardigen
toestand, waarin Frankrijk is gebracht.
Waarom heeft Bismarck toegestaan,
dat men Frankrijk verminkte, hij die heeft
beweerd, dat men zich er steeds over zal
berouwen, wanneer men een vijandig
land gaat verminken. Aan de in 1870
aangenomen politiek is Europa den ge
spannen toestand schuldig. Frankrijk zoekt
voor eigen veiligheid steun bij Rusland
en om tegelijkertijd het hoofd te kunnen
bieden aan beide rijken tegelijk, heeft
Duitschland telkens de uitgave voor de
oorlogsbegrooting moeten vermeerderen.
Duitschland zal steeds in gevaar verkee
ren, zoolang het Rusland en Frankrijk
tegen zich heeft; het laatste land gevoelt
zich ongerust door het verlies zijner vei
ligheid en geheel Europa zal lijden onder
de drukkende oorlogskosten.
Hoe is dit alles te herstellen? De schrij
ver komt tot een eigenaardige conclusie,
die, wanneer ze niet door zulk een er
varen en ernstig man als kolonel Stoffel
was uitgesproken, den meeslen als een
aardigheidje in de ooren zou klinken.
Frankrijk kan niets doen, zoolang het een
geladen pistool zich op hel hart ziet ge
richt. Zoolang het zich bedreigd ziet, zal
het zich in verbinding stellen met alle
vijanden van Duitschland en voornamelijk
met Rusland, niet uit symphatie voorde
Slaven, maar door het natuurlijk gevoel,
dat de vijanden van éen volk tot elkaar
brengt. Duitschland moet de vriendschaps
hand uitsteken en beginnen met Elzass-
l'ranYr'ij£°zijn"Féfiigfief<£v— ne.9
daarvoor zou Duitschland kunnen vragen
een of- en defensief verbond met de Re
publiek, niet voor korten lijd, doch voor
een termijn zoo lang mogelijk. En om
te bewijzen, dat men aan de ernst van
dat verbond niet twijfelde, zou men al
de versterkte plaatsen aan den Rtfn in
open steden kunnen veranderen. Twee
groote volkeren, beiden sterk door hun
genie, door hun beschaving en door hun
legers, kunnen een bijna zekeren waar
borg geven voor den Europeeschen vrede.
Doch de Duitschers, meent kolonel
Stoffel, schijnen geen begrip te hebben
van het gevaar, dat de beschaafde landen
in Europa loopen. Dat gevaar komt uil
het Oosten, langzaam maar zeker. Men
behoeft den toestand van Europa niet
door en door te hebben bestudeerd, of
men begrijpt, dat Rusland zich op een
goeden dag zal meester maken van de
Donau-provincign. Is die dag eenmaal
gekomen, dan zal het Europa in de macht
hebben van de Oostzee tot den Archipel,
zelf beschermd door twee zeeën. Door
talrijke zeelieden op de eilanden van den
Archipel te plaatsen, zullen ook dra de
kusten der Adriatische zee en Triest zijn
veroverd. Hoe zullen dan de Westersche,
elkaar vjjandige volkeren weerstand kun
nen bieden aan het Slavische ras? Het
zal een strijd zijn vun de beschaving
tegen de barbaarschheid en het oogenblik
zal misschien voor Europa eens komen,
waarop de profetie van Napoleon den
Eersten wordt bewaarheid«Republiek
of Kozak." Het verbond tusschen
Duitschland en Frankrijk zou dit gevaar
kunnen afwenden; door zijn kracht zou
het Oostenrijk, Italië en Turkije bescher
men, en in het verbond opnemen. Dan
zou men verkrijgen de Ligue der Euro-
peesche Staten, die steeds gereed zouden
staan om Rusland het veroveren der
Donau-provinciën te beletten.
Het adres van ingezetenen van
Amersfoort aan het gemeentebestuur,
verzoekende afschaffing van de Kermis
is door 298 personen onderleekend.
Naar wij vernemen zal Dr. J. Th.
de Visser, van Rotterdam, den 19den
Febr. a. s. eene lezing houden in liet
gebouw «Volksheil"
Het «Hoofdkwartier" van het Leger
des Heils heeft tot het bestuur van het
gebouw «Volksheil" het verzoek gericht
om de bovenzaal voor eenigen tijd aan
het leger te verhuren.
Het bestuur heeft echter om verschil
lende redenen dit verzoek geweigerd.
De Eerste Kamer heeft gisteren
de begrooting van den Minister van Ko
loniën verworpeu met 20 tegen 19
stemmen.
Gisteren namiddag trachtte hetzes
jarig zoontje van zekeren P. buiten de
kamppoort in een onder een rijdenden
beladen vrachtwagen hangende bak te
klimmen, waarbij het uitgleed met het
gevolg dat een der achterwielen ovei
het rechterarm pje reedzoodat dit lichaams
deel ernstig is gekneusd. Door een heel
kundige is terstond ten zijnen huize hulp
verleend.
VERSLAG van den STAAT der
Amersfoortsche begrafenis
ver e enig ing, uitgebracht ter al-
gemeene vergadering van den 30.
JANUARI 1890.
De Commissie van toezicht kwijt zich
van eene aangename taak U verslag te
doen omtrent de werkzaamheden der
Vereeniging over 1889. Alhoewel in dat
jaar het aantal deelnemers niet toenam,
is het in weerwil van overlijden en ver
trek naar elders van eenige leden, toch
ook niet teruggegaan, en dus staande
gebleven op het hooge cijfer 302.
Vanwege de vereeniging werden ten
getale van 64 begrafenissen uitgevoerd,
die volgenderwijs verdeeld waren:
le klasse 17, waaronder 3 kinderen
2e 4, 1
3e 11, 1
4e 14, 6
5e 17, 4
Naar Utrecht geschiedden in de le
klasse eene begrafenis en evenzoo eene
van Utrecht herwaarts; de eerste moest
overeenkomstig het kenbaar gemaakt ver
langen van de overledene, in allen deele,
ook te Utrecht door onze vereeniging en
met ons personeel worden geregeld. Wel
beraamde maatregelen, door den Direc
teur genomen, gaven hem de zelfvoldoe
ning zijn werk, waaraan eigenaardige
moeilijkheden verbonden waren, volkomen
naar wensch te zien afloopen.
Van de leden kwam geenerlei klacht
bij ons in over het gedrag en de dienst
verrichtingen van hen die aan de veree
niging verbonden zijn. Met den directeur
mogen wij omtrent het personeel in het
algemeen onze tevredenheid betuigen,
zonder evenwel te verbergen dat een der
aansprekers als zoodanig, buiten de ver
eeniging om, op 28 December 1889 deel
nam aan de begrafenis van den heer H.
KL1JN, die, sedert vele jaren lid der ver
eeniging, in den regel de algemeene ver
gaderingen bijwoonde, en zelfs nog op
18 Febr. 1889 voor de begrafenis van
zijne zuster de tusschenkomst der Ver-
Dit feit, lot onze niet geringe verba
zing waargenomen, kortelings nadat des-
wege tot de betrokken personen eene
laatste ernstige waarschuwing gericht was
in de algemeene vergadering van den 31.
Januari 1887, wij betreuren het zeer, en
leidt ons uitteraard tot het besluit den
aansprekers de keus te laten óf de Ver
eeniging alléén te dienen óf haar te ver
laten, eene bepaling waarvan slechts dan
zal kunnen worden afgeweken, wanneer
bijzondere omstandigheden het den direc
teur billijk doen achten onder te stellen
voorwaarden de benoodigde vergunning
ie geven tot deelneming aan begrafenis
sen die niet van deze vereeniging uit
gaan.
Doordien de Directeur een gedeelte der
bij reglement vastgestelde administratie
kosten onverplicht uitkeert ter bestrijding
van noodzakelijke uitgaven, werden wij,
ofschoon geene contributie van de leden
wordt geheven, in staat gesteld voor den
koetsier ten gebruike op den bok een
lange jas aanteschaffen. Tengevolge
daarvan onderging het saldo in kas eenige
vermindering en bedraagt het thans
f21.731/,, waarvan in de Amersfoortsche
spaarbank is belegd f20.
Aan de beurt van aftreding is de heer
J. C. Leinweber, niet herkiesbaar.
Alvorens dit verslag te eindigen, bren
gen wij U in herinnering een in de jongste
algemeene vergadering ingekomen ant
woord van heeren Burgemeester en Wet-
honders op het dezerzijds gedaan verzoek
betreffende verbetering van de Helling-
straat. In onze toen uitgesproken ver
wachting zijn wij geenszins teleurgesteld.
Het gemeentebestuur heeft zich er niet
toe bepaald deze straat eenvoudig te her
stellen, maar de voorkeur eraan gegeven
de Hellingstraat over hare geheele lengte
te doen beleggen met waalklinkers. Zulk
eene handeling te dezer plaatse onopge
merkt te laten voorbijgaan, zoude ons
niet voegen, veeleer paren wij aan
onzen welmeenenden dank een woord van
hulde voor de onbekrompen wijze waarop
het gemeentebestuur heeft willen voorzien
in de bestrating van deu éénigen toegang
tot de algemeene begraafplaats.
Amersfoort, 27 Januari 1890.
De Commissie van toezicht,
A. M. KOLLEWIJN Nz., Voorz.
J. C. LEINWEBER, Secr.-penn.
Lijst van brieven, geadresseerd aan
onbekenden, verzonden van het postkan
toor te Amersfoort over de 2e helft der
maand Dec. '89.
1. A. Lohman, Hoorn.
2. A. Schut, Oudenborch.
3. D. van Roozeodaal,
Van Woudenberg.
4. A. Leijenhorst, Amersfoort.
5. H. v. Ginkel, Austerlitz.
Duitschland.
1. J. Celitz, Aoran.
333ste STAATSLOTERIJ.
Vijfde klasse. (Derde week.)
Trekking van 29, 30 en 31 Jan.,
(2925 loten.)
Ten kantore van den Collecteur te
Amersfoort zijn aan de navolgende num
mers te beurt gevallen
Prijs van f300
op No. 18307.
Prijzen van flOO
op No. 9457, 13849 en 18377.
Prijzen van f 70
238 264 2920 2948 2977 2997 4006
4091 4092 9019 9435 9443 9528 9556
9573 9600 12614 12622 12657 12704
12710 12782 12784 12787 12790 12817
12826 12834 13805 13806 13818 13820
13868 13876 17123 17148 17207 17218
17238 17254 17255 17258 17705 17717
18047 18051 18052 18057 18309 18358
•18371 en 18398.
Te zamen 56 prijzen.
Zonder prijs zijn uitgetrokken
224 239 241 245 246 267 287 298
2911 2919 2926 2939 2942 2969 2981
2999 4024 4031 4035 4050 4058 4061
4072 9012 9026 9408 9413 9431 9438
9448 9467 9498 9504 9512 9527 9529
9532 9533 9534 9545 9550 9553 9554
9561 9567 9571 9575 9576 9581 9592
9595 9596 9599 10302 103041030610313
12611 12612 12616 12631 12645 12651
12652 12655 12661 12663 12676 12677
12679 12683 12685 12701 12711 12720
12732 12737 12752 12766 12788 12798
12802 12819 12821 12835 12846 12848
13812 13816 13826 13832 13836 13841
13843 13865 13888 13913 13933 17105
17112 17126 17128 17133 17144 17193
17205 17212 17232 17239 17242 17264
17266 17270 17271 17297 17712 17715
17724 17737 18016 18017 18037 18038
18041 18055 18059 18066 18069 18072
18086 18327 18342 18351 18360 en
18374.
Volgende trekkingen geschieden 4—8
Febr.
Behalve prijzen van f 400, f 200, f 100
en f70, zijn nevens de premiën van
f30.000 en f3.000 ingebleven de
hoofdprijzen van 1100.000, en 13 van
f1000.
noemd de Heer G. A. de Haak te Vee
nendaal, eq$ te Veenendaal H. Puijker
thans te Vogelenzang.
Bunschoten. Loop der bevolking
in 1889. levenl. 2 m. 1 vr.
Geboren 30 mannenl. 30 vrouwel.
gevestigd 12 5
Te zamen
Overleden 34
vertrokk. 14
42
12
14
48
Verschil 6 minder
op 31 Dec.'88.1192
35
26
9 meer.
1130
op31 Dec.'89. 1186 mann. 1139vrouwl.
Te zamen 2325 zielen.
Een zonderling. In het Duitsche
plaatsje Dexheim is dezer dagen iemand
gestorven, die zich in Spanje een aardig
fortuintje had vergaard.De man leefde
bij uitstek zuinig, kocht des Zondags twee
pond vleesch, sneed dat dadelijk in zeven
stukjes en at iederen dag een stukje
daarvan op. In alle mogelijke hoeken van
zijn huis had hij geld verborgen, doch
niet zoo goed of herhaaldelijk haalden de
dieven het daaruit te voorschijn, tot de
vrek er met tranen in de oogen er ein
delijk toe overging een brandkast te koo-
pen. Ofschoon bij de heerlijkste wijnen
in den kelder had, dronk hij slechts zuren
appelwijn. Kort voor zijn dood vermaakte
hij zijn vermogen van negentig duizend
gulden aan zeven arme bloedverwanten.
Spoorwegen in Transvaal Den 22.
dezer vertrokken per Durban Castle naar
Durban, om van daar naar «de Fonteinen"
nabij Johannesburg te reizen, een Ober
steiger, een Steiger en achttien bergwer
kers, allen Duitschers.
Zij zijn in dienst van de Nederlandsche
Zuid-Afrikaansche spoorwegmaatschappij,
om bij de exploitatie van de eerste op
groote schaal ingerichte steenkolenmijnen
in de Transvaal werkzaam te zijn, onder
leiding van den aldaar reeds bijna een jaar
vertoevenden mijningenieur, den heer L.
Buchner.
In de volgende maand vertrekt, als
boekhouder dier mijn, de heer K. H.
Schadd jr., van Amsterdam, naar dezelfde
plaats.
Omtrent de werken aan den hoofdspoor
weg van genoemde Maatschappij (de lijn,
welke Pretoria met de haven van Lou-
rence Marques moet verbinden) verneemt
de N. R. Ct. in verband met het tele-
graphisch bericht, dat de Portugeesche
spoorweg thans tot de grenzen der Zuid-
Afrikaansche Republiek gereed is, dat
reeds op 1 November jl. de spade in den
grond is gestoken, en dat sedert dien dag
eenige honderden Kaffers werkzaam zijn
aan het maken van de spoorbaan tusschen
de grenzen en de Komatirivier.
Dat baanvak, slechts drie kilometer
lang, zou, wegens de uit zeer harde steen
soort bestaande rotsen, veel oponthoud
kunnen vei oorzaken, wanneer bet begin
der werkzaamheden ware uitgesteld tot
den aanvang van het gunstige jaargetijde
(Mei a. s.)daarom is met de aannemers
Clark en Wirth een contract gesloten
voor het maken van dat baanvak.
Zoo gezondheidsredenen dezen aanne
mers de voortzetting van het werk niet
beletten, zal terstond bij den aanvang van
het werk der heeren van Hattum Co.
(aannemers van 100 kilometers spoorweg)
bet spoor tot aan de Komati-rivier kunnen
gelegd worden.
Het voornemen bestaat in de maand
Maart van Amsterdam al het houtwerk
te zenden voor eene hulpbrug over die
rivier, om, in afwachting van het gereed
komen der steenen landhoofden en pij
lers en van het stellen van den ijzeren
bovenbouw (bij de firma L. J. Enthoven
Co., te 's-Hage, in bewerking), het spoor
op den linkeroever van die rivier te kun
nen doortrekken.
In de maand Maart zullen 100 a 150
man (meest Nederlanders) en 5 a 6000
ton spoorwegmateriaal naar Lourenco
Marques scheep gaan.
Eenige duizenden Kaffers zullen dan het
grondverzet kunnen doen, terwijl aan de
Europeesche werklieden het ambachts-
werk wordt opgedragen.
Alles wordt in het werk gesteld om
binnen den koristen tijd een exploiteer
baar gedeelte van den met ongeduld ver-
langden spoorweg gereed te maken.
De BURGEMEESTER van AMERS
FOORT
Brengt ter kennis van de ingezetenen
dezer gemeente, dat het door den pro
vincialen Inspecteur van 's rijks directe
belastingen enz. in Noord-Holland en
Utrecht executoor verklaard kohier van
de grondbelasting over het dienstjaar 1890
aan den Ontvanger van 's rijks directe
belastingen alhier is ter hand gesteld, aan
wien ieder verplicht is zijnen aanslag op
den bij de wet bepaalden voet te vol-
doed.
Gedaan en op de daarvoor gebruike
lijke plaatsen aangeplakt te Amersfoort,
den 29. Januari 1890.
De burgemeester voornoemd.
T. A. J. VAN ASCH VAN WIJCK.
De BURGEMEESTER en WETHOU
DERS van AMERSFOORT herinneren de
Hoofden van huisgezinnen en afzonderlijk
levende personen aan hunne verplichting
tot nakoming der bepalingen. 1. van het
koninklijk besluit van den 3. November
1861 (Staatsblad No. 95), betreffende het
doen van aangifte bij het zich vestigen
in of het verlaten van de gemeente,
alsmede ten opzichte van de veranderin
gen ontstaan door het opnemen of daar-
uilgaan van leden des gezins, inwonende
dienst- en werkboden eronder be
grepen; 2. van de gemeente-verordening
d.d. 20 Mei 1862, ten aanzien van de
verhuizingen binnen de gemeen
te; welke aangiften binnen eene maand
ten raadhuize moeten geschieden.
Met het oog op eene behoorlijke bijhou
ding van de bevolkingsregisters achten
Burgemeester en Wethouders het nood
zakelijk dat aan het nakomen van de
hierboven vermelde verplichtingen stipte-
lijk de hand gehouden worde, weshalve zij
de ingezetenen uitnoodigen zich naar de
voorschriften dienaangaande te gedragen
zullende bij niet-voldoening tegen de na-
latigen proces-verbaal worden opgemaakt.
Gedaan te Amersfoort, den 28 Januari
1890.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
De burgemeester,
T. A. J. VAN ASCH VAN WIJCK.
De Secretaris,
W. L. SCHELTUS.
BURGERLIJKE STANDEN.
Amersfoort.
Geborea: 23 Jan., Cornelia Johanna d.
vau Joseph Verstraten en Aaltje Koelekamp.
Hillegonda Hendrika Catrina, d. van Catrina
van Bekkum. 24 Jan., Willem Antonie,
z. van Willem de Gaus en Gerritje van Nus.
26 Jap., Antoon Wilhelmus, z. van Gerrit
Jan Jacob Nieuborg en Dirkje Hendrika
Kamperman. 38 Jan., Tennis Antonie,
z. van Gerrit van Drie en Berendina Bos.
Adrianus, z. van Jan van de Brug en Wil-
lemijntje Stikvoort. 29 Jan., Wijnand, z.
van Hermanus Petrus van Haselen en Johanna
Sand Scholten.
Ondertrouwd: 23 Jau., Gerardus Die
ges en Johanna Hendrika Sprenkeler.
Gehuwd: 29 Jan., Rijndert van Bloemen
dal en Haartje van Boeijen. Jan de Gans
en Aaltje vau Eldert. Arnoldus van Wil-
ligenburg en Johanna Cornelia Withoos.
Cornelis Mulder en Wilhelmina van Keulen,
Emile Sophie Eugène Alexandre d'Hamecourt
en Johanna Aalberlina Versnel. Jacobus