NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND. Magdalene's led. No. 15. Woensdag 19 Februari 1890. Negentiende jaargang. abonnementsprijs: VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. advertentien: 19 Februari. BINNENLAND. FEUILLETON. iMÏRSFORRTSCRI COURANT. VOOR Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk, Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort. Van 1 6 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend; Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Wijze: Wien Neêrlandsch bloed. Ons edel dundoek wappert weèr, Van torenspits en kluis, O mag dat zijn nog menig keer, Tot vreugd van 's Koningshuis. Nu onze grijze Vorst verjaart, Viert Neèrlands Volk weèr feest. God lof! Hij bleef voor ons gespaard, Al was men soms bevreesd. Want nu de dood zijn sikkel zwaait, En ongedacht dan treft, Wat dierbaar is wordt weggemaaid, Geen rang of stand ontheft. Bleef het geliefde Koningshuis, Verschoond door 'tflikrend zwaard, Bevrijd van rampen, smart en kruis, Voor volk en land gespaard. Wiens hart dan voor Oranje gloeit, Hetzij van groot en kleèn, En 't Neèrlands bloed door de ad ren vloeit, Die kan niet zwijgen neen. Maar juicht van vreugd do Koning Iccv', Regeere Hij nog lang, Dat God Hem Zijnen zegen geev', Herhaald ons blij gezang. Maar ook voor onze Koningin, Weerklinke steeds de beè, En ga alzoo den Hemel in. Om vrijheid, voorspoed, vreè. En Wilhelmina 'l lieve kind, Vergeten wij ook niet, Voor haar door allen zoo bemind, Past ook een Jubellied. Viert blij dan het verjaringsfeest, Van den beminden Vorst, Deez' dag die zij ons goed geweest, 't Oranje siert de borst. Ons hart klopt nu met nieuwen moed, Gestemd door 't feestgedruisch, 't Wilhelmus en 't Wien Neèrlands bloed, Weèrgalm' in hof en huis. Bescherm, O God, bewaak dat land, Die grond ons zooveel waard, Eendracht maakt macht, versterk de band), Aan 't plekje op deez' aard! Oranje en Nederland blijf een, De vlag met 'I rood, wit, blauw, Verkondigt, wij zijn lot gemeen; Tot in den dood getrouw. De Steeg. A. J. G. A. (W. v. Rheden.) Ter gelegenheid van 's Konings verjaardag zal er ten hove op 't Loo een kinderpartij gegeven worden. Het lieve lingsspel van onze beminde prinses Wil helmina, zijnde een groot sneeuwbombar- dement, rnet carricatuurpoppen enz. zal daarbij onder meer andere spelen plaats vinden. Op last van 11. M. de Koningin is de leiding daarvan opgedragen aan den heer M. P. Okhuysen te Rotterdam. De ziekenoppasser Hemmes, die verleden jaar op het Loo bij Z. M. den Koning dienst deed, ontving thans namens H. M. de Koningin als souvenir een fraai gouden horloge met ketting. Hel ministerie. Naar het Hdbl ver noemt, zal baron Mackay, Minister van Binnenlandsche Zaken, thans de porte feuille van Koloniën overnemen en hij in tij li tegenwoordige fuucue vei vangen worden door Jhr. Mr. A. F. de Savorriin Lohman, lid der Tweede Kamer voor Goes. De N. Rott. Ct. schijnt alles behalve ingenomen met het bericht uit den Haag. Men leest toch Ook ons werd Zaterdagavond bij ge- ruchte gemeld, dat de heer De Savoinin Lohman de portefeuille van binnenland sche zaken zou aanvaarden, terwijl de heer Mackay zich zou belasten met die van koloniën. Ons kwam deze oplossing der crisis zóó onwaarschijnlijk voor, dat wij het voor een der praatjes meenden te moeten houden, die in dagen van crisis legio plegen te zijn. Uit nadere berichten evenwel blijkt ons dat het meer dan een lus gerucht is, en dat zeer waarschijnlijk het departe ment van binnenlandsche zaken (met de uitvoering der nieuwe schoolwet) aan den heer Lohman (van de Vrije Universiteit) zal worden opgedragen, en het beleid van de koloniën zal overgaan in de hark den van den heer Mackay. Zondag is in alle roomsch-kalho- lieke kerken afgekondigd eene pauselijke dispensatie van het opvolgen der voor schriften op de vasten, in de landen waar de influenza heeft geheerscht. In «Arti" te Amsterdam zijn een 9-tal doeken, meerendeels van groote af meting, van Jozeph Israëls tentoongesteld. De naam van den Haagschen meester is voldoende aanbeveling, om kenners en kunstvereerders naar de tentoonstelling te lokken. De doeken stellen, behalve een tweetal portretten en een aquarel (biddende jood), tafereelen voor uit het leven der Sche- veningers. Vooral het «Boerengezin aan tafel", waar allen om den dampenden schotel, het een voudig maal uitmakende.zijn gezeten maakt bij al zijn eenvoud een vriendelijken in druk, door het zonnetje dat door de kleine vensterruiten naar binnen dringt. Even zoo is «Verkwikking" hoogst natuurlijk met de oude visschersvrouw, in een kop warme koffie blazende, terwijl «Avond stond", met den zonnegloed op den achtergrond en den weg door het duin, van kalmte en rust spreekt. De «Nettenboetsters", «Zandschipper", kleine, doch bezienswaardige verzameling. Het rijwiel, rover-bicyclette Diana, van den luitenant-ingenieur Daum, dezen zomer na den kamptijd weggenomen uit eene bergplaats in de legerplaats bij Soesterberg, is door het personeel van den heer J. Deumer-Cramer, leverancier van dat wiel, vermoedelijk teruggevonden. Tien gulden belooning was uitgeloofd voor eenige aanwijzing van het gestolene: nu vernam een der bedienden van ge noemde firma, dat een smid te Eemnes- Binnen zich sinds eenigen tijd op een rover bewoog, en hij meende bij nadere beschouwing daarin eene Diana te her kennen, hoewel hij geen fabrieksmerk kon vinden. Genoemde firma zond toen een der bedienden, speciaal belast met den arbeid aan rijwielen, ter plaatse, en niet- tegenstaande vermoedelijk het fabrieks merk Diirkopf's Diana en de firma-naam Deumer-Cramer uit de email zijn gekrabd en die plaatsen met vuurlak zijn bestre ken, werd hij door zijne bijzondere be kendheid met de constructie van dat fabrikaat overtuigd, dat het eene Diana was. Hij begaf zich naar den burgemees ter, en deelde hem het een en ander mede; een onderzoek in loco werd inge steld en genoemd wiel in beslag genomen, De bezitter van het wiel verklaart het gekocht te hebben van een hem onbekend heer voor f80, en kan als eenige aan wijzing bijbrengen, dat bij meent gehoord te hebben, dat hij te Amersfoort woont. Met behulp van den smid, die zich het signalement herinnert van dengene, van wien hij het wiel kocht, werden te Amers foort reeds onderzoekingen ingesteld, doch vruchteloos. Wij twijfelen echter niet. zegt het Utr. Dgbl. of het zal der politie gelukken, ook dezen vlughandigen Diana- dief op te sporen, even als zulks het geval was met den sluwen oplichter, die dezen zomer bij de firma Deumer-Cramer op zulk eene behendige wijze eene Diana- rover bicyclette wist rnede te nemen, zonder betaling. Zaterdagochtend ontdekte eene vrouw, wonende in eene gang aan de Bergstraat te Deventer, bij hare tehuis komst dat het bed, waarop haar jongste kind, een knaapje van 10 maanden, lag, gedeeltelijk in brand stond. Bijgestaan ernstige brandwonden aan de beenen bekomen had, uit zijn gevaarleken toe- stand verlost .terwijl de brand met eenige emmers water werd gebluscht. Het kind werd ter verpleging in het ziekenhuis opgenomen. Het 3-jarig zoontje van de vrouw, dat zij aileen met haar jongste kind had achtergelaten, stichtte den brand, door een stuk papier aan de kachel aan te steken en het vervolgens in hei bed van zijn broertje te werpen. Een onzer Veluwsche correspon denten schrijft ons: «Het overlijden van prof. Buys Ballot is hier door velen met leedwezen verno men, want hij was hier in de streek be kend en geacht. Op een uur afstand van Epe ligt, als een oase in de woestijn, het landgoed De Delleverscheiden honderden bunders groot en het eigendom van den professor, waar hij in de zomermaanden geruimen tijd met zijne familie kwam vertoeven. De boeren, die anders alles wat theorie en wetenschap is, met een schuin oog aanzien, stelden zijn weer voorspellingen op hoogen prijs, want zij wisten bij ondervinding, dat zij er op rekenen konden. Als dus het hooi op het land stond of er rogge moest ingehaald worden, waarbij het een voordeel is te weten, welk weer men te wachten heeft, werd er geïnformeerd wat de professor er van zei, en als hij een spoedigen re gen voorspelde .zorgden de boeren dat zij bijtijds hun vrachtje binnen hadden. Een tijd lang zond liet meteorologisch insti tuut te Utrecht geregeld iederen dag een telegram naar Epe, waar liet tegen de kerkdeur werd opgehangen, zoodat men wist, welke „verwachting" men omtrent het weer te koesteren haddaar de kos ten te hoog liepen, is dit later gestaakt. Een sterk bewijs, hoe juist die voor spellingen doorgaans uitkwamen, werd mij door den opzichter van De Delle ver teld. Het was weer in den tijd, dat de familie naar buiten zou gaan, en er was een briefkaart gekomen, dat de koffers, meubelen enz. met een wagen van het station moesten gehaald worden. Juist was de opzichter bezig, de paarden voor den wagen te spannen, toen de telegraaf bode een dépêche uit Utrecht bracht, luidende «Dekkleeden meenemen,er komt ^n3LDScgRzisfit^„Ai^j>WM,^d|fztjii weerkennis laat voorstaan, keek eens naar de lucht, haalde zijn schouders op en zeide tegen zijne vrouw: «Noe h'èt de prefester het toch mis, der zit gien drup régen an de lucht. De dekkleejen za'k maar stillegies op zolder loaten," Zijn vrouw, die meer fidutie in het telegram had, drong er echter op, aan, dat hij wel de kleeden zou meenemen«en, me neer, wil ie wel geleuven," aldus eindigde mijn zegsman, «ik was nog lang niet in het Heerder darp of het règende zoo, dat partiedewèges (op sommige plaatsen) de peerden rejaal deur 't water liepen." (Ochtendbode.) Naar uit vertrouwbare bron kan worden medegedeeld, is aan het depar tement van marine tot dusver geen be richt ontvangen, hetwelk bevestigen zou de extra-tijding van de Heldersche Cou rant, dat een oproer is uitgebarsten aan boord van Zr. Ms. schroefstoomschip «Tromp" te Parimaribo. Zelfs is nog geen bericht ingekomen van de aankomst van «de Tromp" te Pa rimaribo, waarheen het schip na op 14 Januari la Plata te hebben verlaten, bestemd was. Men twijfelt er ook aan, of «de Tromp" reeds in de wateren van Suriname kan zijn binnengeloopen. door Cli. DESL YS. (Naar het Fransch.) 33) Ik ben wat jong, antwoordde deze, en Epinal is nog al ver van Vittel. Neen, ik heb iemand beters voor te stellen.... een buurman.... Hij kon die zaak waardig lijk vervullen. Wie dan? Labarthe. Mijn man? vroeg Louise. Mijn schoonbroeder? voegde Del- phine er bij. Hij heeft reeds procuratie van Just, voegde Raynal er bij, ik hoop dat hij zich ook zal willen belasten met de beharti ging van de belangen van Pieter en Jean- nette. Ik zal hem er toe overhalen, ant woordde mevrouw Labarthe. Hij komt mij bij mijn vader afhalen. Tot hoe laat blijft gij hier, mijnheer Raynal? Tot van avond. Welnu, tot van avond dan, Magda- lena I tot van avond, kindertjesIk hoop u een voogd medetebrengen die een tweede vader voor u zal zijn. En Louise vertrok met Delpliine. Een poos later trad de vrederechter binnen. Terwijl deze de wettelijke formaliteiten vervulde, had Raynal een lang geheim onderhoud met Magdalena. Het werd afgebroken door de terug komst van mevrouw Labarthe. Haar echtgenoot vergezelde haar. Het verzoek van Louise moest hem getroffen hebben, want hij zag er aange daan uit. Ik neem de voogdijschap aan, sprak hij. En toen de vrederechter en getuigen na hun taak te hebben verricht, vertrok ken waren, ging hij voort: Mag ik u in mijne nieuwe hoedanig heid vragen welke uwe plannen zijn, Magdalena Zij keerde zich om naar Rayn al, alsof zij dezen verzocht te antwoorden. Juffrouw Michaud, zeide Raynal, heeft besloten door haar arbeid in haar levensonderhoud te voorzien. Welken arbeid vroeg notaris La barthe. Zij is van plan, vervolgde de advo- kaat, snuisterijen en speelgoed te ver- koopen. Te Vittel Neen, zij wil zich nergens vast neer zetten, maar al de kermissen en markten in de Vogeezen bezoeken. Louise viel hem in de rede. Maar zal dat niet erg vermoeiend zijn? merkte zij op, en dan voor eene nog jonge vrouw, alleen.... Ik zal Pieter meenemen, zeide Mag dalena. Maar mevrouw Labarthe bleef bij haar bezwaar volharden. Raynal keek Magdalena vragende aan, om verlof te verzoeken de volle waarheid te zeggen. Delphine leidde de kinderen uit de kamer Gij weet, ging nu de advokaat voort, welk doel juffrouw Michaud beoogt. Te vergeefs heeft zij de omstreken doorloopen nu wil zij met behulp van haar handel, haar onderzoek verder uitstrekken. Hoe riep Labarthe uit, is dat de grond.... Ja! mompelde Magdalena op een toon van sombere wilskracht. Haar besluit, voegde Raynal er bij, is onwrikbaar. Men kan haar daarover niet hard vallen, sprak de notaris. Haar hard vallen! riep zijn jonge vrouw op warmen toon uit, zeg liever dat het bewonderenswaardig, dal het een schoon besluit is! Moed gehouden en vol harding, Magdalena! O, gij zult slagen, want God zal u het loon geven voor uwe opoffering I Labarthe scheen die geestdrift aftekeu ren. Kalmer ging Louise nu voort! Magdalena, men zal u niet langer van uw plan afhouden I Ga, vertrek met Pieter.... Maar wat zullen wij met Jean- nette doen? Zij kan u toch niet verge zellen, zij is nog zoo jong. Ja, zeide de moeder zacht, nog geen tien jaar. En na een oogenblik te hebben stil gezwegen, vervolgde zij Zij heeft reeds enkele maanden in een klooster doorgebracht, daar zal ik haar weder besteden. Mevrouw Labarthe scheen plotseling eene ingeving te krijgen. Sta mij toe, zeide zij, dat ik een oogenblik nret mijn echtgenoot raadpleeg. Zij gingen eenigszins ter zijde en spra ken eenige oogenblikken op zachten toon. De jonge vrouw sprak blijkbaar met groote levendigheid. Hij, eerst verwon derd, scheen te aarzelen. Toen gaf hij zijne toestemming. Gelukkig over die over winning wendde Louise zich haastig tot Magdalena en zeide: Wij hebben geene kinderen, dat is mij eenig verdriet.... Een groot ver driet! Ik zou zoo gaarne moeder willen zijn.... Vertrouw mij uwe Jeannette toe.... Ik zal haar opvoeden en haar liefhebben als mijn eigen kind.... Hoe! riep de arme moeder uit. gij vraagt mij. Ik bid er u om! ging mevrouw Labarthe voort; en zij die van ons beiden het meest verplicht zal zijn, zij die dank baarheid verschuldigd zal wezen, zult gij niet zijn, Magdalena! Hoe oprecht, hoe overredend was Louise toen zij die woorden uitte. Ze hadden het oor van Jeannette ge troffen, die langzamerhand dichter bij was getreden. Met groote oogen keek zij de dame aan en toen viel zij haar moeder om den hals. Gij ziet hel! zeide deze, terwijl zij het .kind aan haar hart drukte. Louise wilde antwoorden, maar Raynal belette 't haar met eene beweging van de hand en sprak nu zelf het kind aan. Jeannette, zeide hij, gij weet dat ik een goede vriend van u ben. Gij hebt mij ook lief, niet waar? Jal was het antwoord.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1890 | | pagina 1