NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT en GELDERLAND.
Magdatena's Eed.
No. 16.
Zaterdag 22 Februari 1890.
Negentiende jaargang.
verschijnt woensdag en zaterdag.
Gelijke arbeidstoestanden.
FEUILLETON.
AMERSFOOHTSCHE COURANT.
VOOR
abonnementsprijs:
Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort.
ADVERTENTIE Ni
Van 1 6 regels 0,40; iedere regel meer 5 Cent.
Advertenticn t>iern.aal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignotten naar plaatsruimte.
Het ideaal van de eerste Fransche
republiek, en laat ons er bij voe
gen, van alle republieken die na haar
hel levenslicht aanschouwden, zal
dan nu van een anderen kant dan
gemeenlijk verwacht is, tot werke
lijkheid worden, en haar leus: «Vrij
heid, gelijkheid en broederschap" als
motto gelden bij alle staatkundige
en maatschappelijke verhoudingen in
ons werelddeel. Heerlijk vooruitzicht
Met de vrijheid, dit weet men,
vlotte het niet al te best, en nooit
geraakte zij meer in de klem; dan
toen een ruwe menigte zich van het
gezag had meester gemaak en allen,
die de heerschende denkbeelden niet
toojuiohton, voor /aanwip hp.t. /Avijgen
oplegde. Ook de broederschap heeft
het in dat tijdperk hard te verant
woorden gehad, zooals zij lot dusver
een al te bescheiden plaats in onze
wederzijdsche betrekkingen inneemt.
Men heeft daarom meermalen be
proefd, over den boeg der gelijkheid
te wendende Republiek schafte de
adellijke titels af, maakte van al de
mannelijke ingezetenen van den Staat
«burgers", en dat was ten minste
al een belangrijke schrede in de goede
richting. Heel veel verder hebben we
het tot nog toe niet gebracht, en op
dien eersten stap is men ook alweer
teruggekomen.
Wij miskennen geenszins het vele
goede, dat de omwenteling van 1789
aan de beschaafde wereld heeft ge
bracht, en doen niets af aan haar on
verbiddelijke noodzakelijkheidmaar
men moet de verwachtingen aan
gaande haar gevolgen niet buiten de
grenzen der mogelijkheid uitstrekken.
De slagbocmen, die de ontwikkeling
op staatkundig en maatschappelijk
gebied in den weg stonden, haalde
zij ornverhaar voornaamste verdienste
is geweest, dat zij voortaan dergelijke
gewelddadige omkeeringen onnoodig
maakte. Het socialisme ontkent dat;
het zou gaarne een nieuwe poging
aanwenden, om te verkrijgen wat de
massa, ten tijde dat zij meesteres
was van den toestand, zich niet heeft
kunnen verzekeren, namelijk de ge
lijkheid niet slechts voor de wet,
maar ten aanzien van rang en stoffe
lijk bezit.
Dat deze gelijkheid iets onbereik
baars is, dat zij, al werd zij voor
een korten tijd, door geweld natuur
lijk, verkregen, zeer spoedig weer
/ou worden verbroken, dat dus de
geheele quaestie eigenlijk een andere
vorm is van den strijd om het «mijn
en dijn", is dikwijls genoeg aangetoond.
Niettemin blijft de gelijkheidsdroom
in liet hoofd onzer tijdgenooten rond
dwalen zij geeft het aanzijn aan
allerlei theorieën op sociaal gebied;
zii vervult de harten van aden, wien
het lot minder gunstig is geweest,
met verwachtingen, zij spiegelt hun
voorstellingen voor den geest, waar
van het contrast met de werkelijkheid
een gevoel van ontevredenheid ver
wekt, dat op het levensgeluk een
verderfelijken invloed uitoefent.
Lotsverbetering in het algemeen
is een hoogst hegeerlijke zaak, dat
zal door niemand worden ontkend.
Voor te langen en dikwijls ook veel
te zwaren arbeid wordt niet zelden
een te gering loon betaald, te gering
vooral wanneer men minder let op
de économische waarde van dien ar
beid, dan wel op de behoeften, die
van zijn vruchten moeten worden be
vredigd. Als nu, zoo wordt gerede
neerd, over de geheele wereld een
niet te overschrijden maximum van
werktijd en een niet te verlagen
minimum van werkloon werd vast
gesteld, dan waren wij klaar.
Dan zou de werkloosheid sterk ver
minderen, of, indien daarenboven
aller recht op arbeid wettelijk werd
erkend, geheel verdwijnen; dan zou
veler armoede plaats maken voor
welvaart; dan zou ieder tijd genoeg
beschikbaar houden om zorg te dra
gen voor zijn eigen geestesontwikke
ling en voor de opvoeding van zijn
gezin. En dit programma behoeft
geen utopie te blijven; indien alle
arbeiders slechts willen, en alleen op
deze voorwaarden hun krachten wil
len dienstbaar maken aan de voort
brenging, dan is het pleit beslecht. Het
komt er dus op aan, de handen in
een te slaan, en den tegenstand van
hen, die belang hebben hij de be
stendiging der tegenwoordige ver
houdingen, tot toegeven te dwingen.
Verwacht de een dit resultaat van
de samenwerking der mingegoede
maatschappelijke groepen, anderen
zijn van oordeel dat het doel alleen
bereikt kan worden door tusschen-
komst van het Staatsgezag. Om de
Regeeringen in die lichting te drij
ven, wordt het algemeen stemrecht
verlangd,_ als het middel om door de
overmacht van tiet getai niruup
selen van liet Staatssocialisme te doen
zegevieren. Doch dit is niet genoeg
Zal de beweging inderdaad tot de
uilkomst leiden, die men wenscht,
dan moet allerwege dezelfde grond
slag van arbeidsregeling worden aan
genomen, opdat geen verschil in ar
beidsvoorwaarden de productie in
het eer.e land bezwarender maken
dan in hel andere, wat ten gevolge
zou hebben dat die Staat, waar de
belangen der arbeidersklassen het
meest worden behartigd, de concur
rentie op de wereldmarkt zou zien
afgesloten,
Het is onbetwistbaar, dat het Staats
socialisme, gelijk het in Duitschland
aan het opkomen is, zonder internati
onale arbeidsregeling spoedig aan liet
eind van zijn streven zou zijn; im
mers, beperking van werkuren met
daaraan onafscheidelijk verbonden
loonregeling verhoogt dearbeidskosten
en derhalve ook de prijzen der pro
ducten. Duitschlands Keizer heeft dit
zeer goed ingezien de industrieële be
langen van Duitschland vorderen dat,
zelfs met behoud van het protectio
nistisch stelsel, de concurrentie der
overige staten de nijverheid des Rijks
niet zal beperken tot de behoeften PUVNTTTlVn A "NTTV
binnen de eigen nQ ,tr...nrT J-'-Ls .L/iA.iN LJ.
renzen. De drang,
om de regelingen, welke men daar
wenscht, algemeen, internationaal tp
maken, vloeit hoofdzakelijk, zoo niet
uitsluitend, voort uit het bewustzijn,
dat zonder die voor alle volken gel
dende regeling aan verdere uitbrei
ding van het debiet der Duitsche
fabrieken en werkplaatsen niet kan
gedacht worden.
Dat is, naar het ons voorkomt, de
économische zijde van het vraagstuk,
door het persoonlijk initiatief van den
Keizer thans aan de orde gesteld.
Zij die het edelmoedig denkbeeld, dat
er aan ten grondslag ligt, toejuichen
niet alleen maar ook voor practische
toepassing vatbaar achten, schijnen
niet voldoende rekening te houden
met de omstandigheid, waarop alle
O mil;,!,Hncmmortin.
breuk hebben geleden, namelijk uo
moreele ongelijkheid, hier van de
individuen, ginds van de volken. On
ze begrippen van de roeping dei-
staatsmachten zijn niet dezelfde als
die, welke in Duitschland worden ge
huldigd wij wenschen haar te beper
ken tot liet noodzakelijke, onze buren
hebben er geen bezwaar tegen, deze
zoo ver mogelijk uit te breiden. Ginds
wacht men alles van hoogerhand,
wij zijn meer geneigd onze eigen
krachten te beproeven. En al vorde
ren wij niet zoo snel als aan veler
ongeduld wenschelijk voorkomt, liet
zal nog zeer de vraag zijn welke voor
uitgang duurzamer vruchten zal op
leveren.
Op dit principieël verschil wensch-
ten wij even de aandacht te vestigen,
tevens tot toelichting van onze mee
ning dat tusschen het iormuleeren
en de vervulling der Keizerlijke wen
schen nog een lange, moeielijke weg
list.
Bij koninklijk besluit hebben o. a.
de volgende benoemingen en bevorderin
gen plaats gehad in de Orde van den
Nederlandscben Leeuw.
Benoemd tot ridder-grootkruis der orde
Z. K. H. Prins Hendrik van Pruisen en
ZEx. de heer S. J. P. Kruger, presi
dent der Zuid-Afrikaansche Republiek.
Tot commandeur der orde; mr. -PI.
baron Mackay, minister van Binnenland
zaken.
Tot ridder der Orde Jhr. mr. J. H.
Hora Siccarna, referendaris, chef der te
afdeeling.
Aan de St.-Ct. zijn ontleend o. m.
de volgende koninklijke besluiten;
Op hun verzoek eervol ontslag verleend
aan dr. J. J. Kreenen, als inspect, van
het lager onderw. in de 3. inspectie;
gef"1O.Ae.M?pBï al? Jietla.-
mel dankbetuiging voor de door hen ge
durende vele jaren bew. diensten.
Voor den feestmaaltijd, eergister
ten paleize op het Loo door Zijne Majesteit
den Koning gegeven ter gelegenheid van
Hdz. 73sten geboortedag, waren een 45tal
genoodigen aanwezig.
Door Zijne Majesteit werden persoon
lijk ontvangen, behalve de deken van het
diplomatieke corps en de voorzitter van
den rninisteraad, de minister van buiten-
landsche zaken, die de gezanten der
Vereenigde Staten van Noord Amerika,
België, Groot-Briltannië, Oostenrijk.Hon
garije, Spanje en Japan aan Zijne Majes
teit heeft voorgesteld.
Zijne Majesteit, gekleed als admiraal,
klein unifoim, was bij deze ontvangst
buitengewoon spraakzaam en opgewekt.
Zijne als altijd heldere, krachtige stem
getuigde gelukkig van Zijnen welstand.
Toch zou de deelneming aan bet feest
maal zelf en toespraken van alle genoo-
digden Z. \1. te zeer hebben vermoeid.
Nadat de overige genoodigden door de
grootmeesleresse van het Hof, mevrouw
Hartsen, waren ontvangen, trad Hare
Majesteit de Koningin, die een rose zijden
kleed droeg en de diamanten kroon op het
hoofd, met H. K. H. Piinses Wilhelmina
binnen, om de gasten allerminzaamst te
DOOR
CIi. DESITS.
(Naar het Fransch.)
34) Ze zijn reeds een heel eind gekomen.
Eerst door de arrondissementen Neufcha-
teau, Mirecourt en Epinal, toen die van
Reiniremont en St. Die, al die schoone
stadjes in de hooge Vogeezen. Daarop zijn
ze de bergen ingegaan en thans zijn zij
te Gerardiner.
Men behoeft die gewesten niet te verla
ten om schoone natuurgezichten en prach
tige tafercelen te genieten. Hoeaanlokke-
hoe schilderachtig zijn niet die bosschen,
dalen en meren, dat hooge land dat den
Elzas van Lotharingen scheidt. Gerardiner
is het Interlaken van die streek. De
vonkelende watervallen zijn omgeven door
prachtige bosschen van dennen en beuken,
op verschillende hoogten met vergezichten
als op de Alpen. Slechts enkele bergtop
pen zijn kaal, maar welke heerlijke pano
rama's geniet men daarl
Er bevindt zich meer dan één Rigiin
de Vogeezen. Bij elke schrede ontmoet
men stroomen, rotsen, watervallen. Het
is in die oorden wellicht minder groolsch
dan in Zwitserland, rnaar toch omgeeft
u in die boschrijke streek eene eigen
aardige bekoorlijkheid, eene liefelijke poë
zie. Men moet haar aanstonds lief krijgen.
Niets evenaart de friscliheid van die
groene velden, waarop groote stukken
linnen, die in elke boerderij geweven
worden, liggen te bleeken. Vooral wordt
de linnenweverij gedreven te Gerardiner,
een eenvoudig dorpje maar uitgestrekter,
meer bevolkt en rijker dan menige stad.
De vreemde kramers en kermisgasten
laten dan ook niet na de groote najaars-
markt te bezoeken.
Voor de eerste maal zag Magdalena
daar den troep acrobaten terug, die te
Vittel zooveel opzien hadden gebaard,
eenige dagen vóór den moord op Anselme
gepleegd, en welke kunstenaars sedert
verdwenen waren en door de justitie niet
hadden kunnen worden nagespoord.
De troep bestond uit vader, moeder,
een oom die als paljas fungeerde, en drie
kinderen die op eenige toeren waren af
gericht.
De oom zag er uit als een vrijpostige
deugniet. De vader was een «Hercules,'
de moeder behoefde voor haar man niet
onder te d„en. En wat de kindeien be
trof, het waren uiterlijk rechte wilden.
Door ze eenige geschenken te geven
uit haar winkeltje, dal dicht bij hun tent
stond, vond Magdalena gelegenheid hij
hen te komen.
Van nabij gezien, kwamen haar die
kermislui nog ellendiger voor; maar toch
lag er een waas van eenvoudige eerlijk
heid over hen. Zij waren zorgeloos en
vroolijk, als allen die hun beroep uitoefe
nen. Alleen de paljas maakte een niet
ongewoon contrast met degenen, die zich
moeten toeleggen de menigte te doen
lachen: hij was in zijn huiselijk leven
zwaarmoedig en in zijn soort een filo
soof. Hij had zelfs wal gelez.en en strekte
zijn neven en zijn nichtje tot meester,
zoodat, alles te zaam genomen, die jeug
dige kunstenaars niet veel slechter waren
opgevoed dan menig ander kind in het
schoone Frankrijk. Onze Hercules was
zoo onderdanig mogelijk, de slaaf van
ziine vrouw: de vrouw zelve, een goede
vrouw in haar hart. Ze hielden allen veel
van elkander.
Bij haar tweede bezoek, bracht Magda
lena hen hun verblijf te Vittel in her
innering en den moord waarvan zij gewis
hadden hooren spreken.
Wel zeker,.sprak de oom. Hij was
een gierigaard, niet waar? Een rijkaard,
dien men heeft vermoord om hem zijn
geld te ontstelen. Dat zijn van die onge
lukken, die ons althans niet zullen over
komen
De andere deden nog verdere vragen,
en zij hoorden het verhaal van Magdalena
aan met levendige belangstelling, maar
zonder onrust.
Wat is er al dien tijd van u gewor
den? vroeg Magdalena.
O!.... dat is eene ongelukkige ge
schiedenis, antwoordde de paljas, de spre
ker van den troep De eerzucht I De dorst
naar goud en naar verre landen! Wij
maakten ons op naar België en Holland....
ondankbare landen, waar de kunst niet
wordt gewaardeeid. Ge herinnert u toch
Coco, ons geleerd paard?.... Eens op een
dag. een ongeluksdag, brak hij zijn poot
toen hij zijn «saut perilleux" uitvoerde.
We moesten hem afmaken.... en uit nood,
het weinige vleesch, dat hem nog was
overgebleven, als biefstuk opeten.
Arme Coco! zei een van de kinde
ren op. den toon van eene lijkrede.
De beide anderen slaakten een diepen
zucht.
Blijkbaar was het geleerde paard voor
de geheele familie een kameraad, een
vriend geweest.
Wij vervingen hem, vervolgde de oom,
door een marionetten-theater.... en, zooals
ge nu nog ziet, spelen wij „Victor of het
kind in 't bosch," «Genoveva van Bra
bant," en andere treurspelen, zeer geliefd
bij onze voorouders. Maar de klassieke
stukken leveren tegenwoordig niets meer
op. Het moet tegenwoordig maar muziek
van Offenbach zijn.... en niettegenstaande
de kunstenaarswonderen van de familie,
niettegenstaande de geestigheden van
oompje, zijo onze laatste zwerftochten ver
van voordeelig geweest.... Als de fortuin
ons hier in de bergen niet gunstiger is..
dan is het met ons gedaan
Dan zullen wij poppen moeten gaan
verkoopenzei de vrouw.
Die kan men niet eten! besloot de
paljas droevig.
Kom! antwoordde de zorgelooze
Hercules, de goede God die de vogeltjes,
en de kunstenaars te eten geeft, zal daar
voor wel zorgen I
Dit zeggende, begon hij de ballen in
de hoogte te werpen. De oefeningen wer
den begeleid door coupletten uit de liedjes
van Beranger.
Dat maakt je weer vroolijk, sprak 1
de kunstenaar tot zijn kleinen!
Wordt vervolgd).