Gemengd Nieuws.
BUITENLAND.
Plaatselijke berichten.
Provinciale berichten.
officier van justitie werd als eerste ge
tuige gehoord mej. Pols, dochter van
mevr. P. Deze noemt bekl., die bij haar
moeder in dienst was, niet bijzonder
ontwikkeld van vermogens, o.a. ook blijk
baar uit hare dikwijls vreemde houding
(b.v. het niet komen bij herhaald roepen),
geeft vervolgens beschrijving der woning,
en doet eindelijk mededeelingen omtrent
den brand, die in den avond van 21 Dec.
jl. plotseling uitbrak op den zolder, en
waaromtrent later bekl., zonder er naar
gevraagd te zijn, gezegd heeft: ik heb
het heusch niet aangestoken.
Bekl., naar een en ander gevraagd,
zegt tot haar elfde jaar de school be
zocht te hebben en goed te kunnen
lezen en schrijven; later heeft zij de
cathechisatie-lessen bij ds. Nahuijs ge
volgd naar haar eigen verklaring heeft
zij goed hare verstandelijke vermogens.
Uit hare verdere bekentenissen bleek,
dat zij wist dat de huisknecht een spaar
potje bewaarde; dat zij dit den avond
van 21 Dec., ten 5 ure van boven is
gaan halen zonder licht; dat zij ten 7 ure
weer naar boven is gegaan met een bla
ker met kaars, die zij aangestoken heeft
met lucifers, uit de keuken gehaald; dat
zij daarop een gordijn voor een kast
heeft in brand gestoken, rneenende dat
daardoor ook de bewaarplaats van 't geld
vernield zou worden, en men dus tot de
veronderstelling zou komen, dat het geld
mede verbrand was. Het tweede misdrijf
moest dus strekken om het eerste te
bedekken. Een paar weken van te
voren was zij, boven zijnde en daai na
snuffelende, tot de wetenschap gekomen,
dat er geld verborgen was in een kastje.
Met die wetenschap, alsmede met deze,
dat hare moeder geld schuldig was aan
den kruidenier, is zij blijven rondloopen
tot 21 Dec., den dag waarop zij hare
misdrijven beging. Over de gevolgen van
den brand schijnt zij niet ernstig te
hebben nagedacht.
Als tweede getuige trad op Versteeg,
huisknecht bij mevr. Pols, die met zjjne
vrouw daar inwonend is; deze gaf
evenals later zijne vrouw omtrent
bekl. te kennen, dat zij stil is en terug
houdend, soms wonderlijk, wel niet bij
zonder ontwikkeld, maar toch in 't bezit
harer verstandelijke vermogens. Dat bekl.
met de plaats van zijn spaarpot bekend
was, wist hij niet; vergoeding voor't hem
ontvreemde (f37) heeft hij niet gehad,
wel voor 't van hem verbrande van de
assurantie-maatschappij. Verdere mede
deelingen van deze getuige (en volgende)
loopen over inrichting der woning, het
ontstaan van den brand, enz.
Volgens verklaring van bekl. heeft zij
van 't geld f25 gegeven aan hare moe
der, en het overige aan menschen, die
geld van haar moesten hebben, wat, voor
zooverre het laatste betreft, ten deele
door die personen bevestigd wordt. Uit
het verhoor bleek echter niet duidelijk
waar het geheele bedrag van f37 geble
ven is, ook niet of hare moeder werke
lijk iets er van ontvangen heeft. Bekl.,
nadat zij het gordijn had vlarn doen vat
ten, naar beneden gegaan en daar rustig
gaan zitten naaien.
In eene breede toelichting van zijn re
quisitoir (met aanhaling van juris-pru-
dentie der rechtbank te Amsterdam, om
trent brandgevaar voor belendende huizen)
sprak het O. M. zijn leedwezen uit, dat
eerst in Februari opdracht is kunnen
gegeven worden tot onderzoek, wijl daar
door eenige dubia zijn moeten overblij
ven, en wees op de bekentenissen van
bekl. en verklaringen van getuigen, waar
door de beide feiten, diefstal en brand
stichting, z. i. als bewezen zijn te be
schouwen. De door bekl. afgedragen gel
den zijn mede sterk bewijs voor hare
schuld, en voor haren toeleg. Na nog er
op gewezen te hebben, dat bekl. zegt
den diefstal gepleegd te hebben in het
belang harer moeder, en hierin eenige
reden van clementie kan gelegen zijn,
toonde Sp. aan, dat de wet voor de twee
misdrijven, als hier bedreven, achtereen
volgend gepleegd, het een dienende om
het ander te bedekken, eischt als maxima
van straffen; 12jaren voor brandstichting
en 4 jaar voor diefstal. Als de eisch
nu luidt beneden de helft daarvan, zal
zeker niet gezegd kunnen worden, dat
van de zijde van 't O. M. een te hooge
eisch wordt gesteld. Deze luidde: gevan
genisstraf voor den tijd van vijf jaren.
Woensdag werd voor het gerechts
hof te Amsterdam de zaak tegen Chris
tina Goedvolk, wegens diefstal tot 2 jaar
gevangenisstraf veroordeeld, in hooger
beroep behandeld.
Mr. Jolles, advocaat-generaal, trad voor
het O. M. op. Sp. wenschte met een
enkel woord terug te komen op hetgeen
door mr. Van Lenuep, volgens de ver
slagen der dagbladen, voor de rechtbank
aldaar was aangevoerd. Noch aan gemis
aan hulp, noch aan een indiscretie van
een politie-beambte was het toch, vol
gens mr. Jolles, te wijten, dat de bekl.
in haar tegenwoordigen beklagenswaar-
digen toestand verkeerde. Immers, kort
na haar ontslag uit de gevangenis te
Gorinchem waar zij 12 jaar door
bracht werd zij geplaats in het ge
sticht, Beth-Paleth, te Nieuwer-Amstel.
Zij vertoefde daar onder den naam van
de weduwe De Graaf, en werd van ver
pleegde tot dienstbode bevorderd. Nie
mand, behalve het bestuur van het ge
sticht, wist dat zy de weduwe van Jut
was. Haar gedrag was aanvankelijk bevre
digend, maar het liet spoedig te wenschen
over: zij oefende slechten invloed uit op
jeugdige verpleegden, en bracht die o.a.
in aanraking met eene kaartlegster. Zij
werd deswege vermaand, en vertrok uit
het gesticht, zonder het hoofd in den
schoot te willen leggen. Eenigen tijd
later verdween een minderjarig meisje
uit de inrichting. De commissaris van
politie te N.-Amstel verzocht een collega
te Amsterdam, de ontvluchte te doen
opsporen, en voegde ter toelichting er
bij, dat het meisje zich denkelijk bij
Christina Goedvolk zou bevinden. De
politie te Amsterdam zond daarop een
tweetal rechercheurs af, ten einde de
verblijfplaats van de laatste op te spo
ren. De verblijfplaats was in de Eerste
Leliedwarsstraat No. 5. De rechercheurs
begaven zich daarheen en wonnen eenige
informatiën in. Aan eenige onbeschei
denheid maakten zij zich daar niet schul
dig. Maar toch raakte het in de buurt
bekend, dat de weduwe De Graaf de
vrouw van Jut was.
Tot bespreking van het vonnis des eer
sten rechters overgaande, betoogde mr.
Jolles, dat bekl.'s bewering, als zou zij
gestolen hebben om in de gevangenis te
komen, niets juist kon zijn, omdat zij,
door een winkelbediende van den bazaar
naar de herkomst der ontvreemde para-
pluies gevraagd, gezegd had, die bij Van
Eden in de Molsteeg te hebben gekocht.
Requisitoir; bevestiging van het vonnis
der rechtbank.
De verdediger, mr. Van Lennep, hand
haafde met eenige aanvulling hetgeen hij
voor de rechtbank had gezegd, en con
stateerde dat zijne lezing feitelijk geheel
in overeenstemming was met die van het
O. M. Er bleek nl. in elk geval, dat door
eene handeling van de politie, al geschied
de die handeling zonder kwaad opzet, in
de buurt bekend was geworden wie wed.
de Graaf was. Dat heeft pl. voor de
rechtbank gezegd, en dat herhaalde hij
voor het hof. Er was bij hem niet de
minste bedoeling om op de politie eenige
blaam te werpen, maar slechts om te
verklaren hoe de vrouw tot den diefstal
was gekomen.
Wat nu betreft hare bewering, dat zij
de parapluies gekocht had, moest men
betoogde pl., in het oog houden, dat zij
de parapluies voor de oogen van den
winkelbediende had weggenomen, maar
voor haar metgezel niet wilde weten, dat
zij ze gestolen had. Vandaar haar looche
ning. Pl. vroeg geen clementie voor zijne
cliënte, maar waarheid en recht.
De minister van buitenlandsche
zaken, Jhr. C. Hartsen, is hersteld en
heeft zijne werkzaamheden aan het depar
tement hervat.
Naar de N. R. Ct. verneemt is de
minister van oorlog, de kolonel Bergan-
sius, bevorderd tot generaal-majoor.
De luitenant-generaal J. M. van der
Star, chef van den generalen staf, zal
weldra den militairen dienst met pensioen
verlaten.
Als zijn opvolger wordt genoemd de
generaal-Majoor Schneider, inspecteur van
het wapen der artillerie, wien gelijktijdig
de rang van luitenant-generaal zou wor
den toegekend.
De gemeenteraad van Venloo heeft
met algemeene stemmen eene nieuwe
verordening vastgesteld tegen de in den
laatster, lijd zoo vermeerderde huizen
van ontucht. Er is bepaald, dat in die
gemeente het houden van dergelijke hui
zen verboden is; dat alle verdachte hui
zen elk oogenblik voor de politie geopend
moeten worden, en elke overtreding ge
straft wordt met eene boete, hoogstens
van f25 of 6 dagen hechtenis.
Na Tonkin is het thans Dahomey, dat
Frankrijk's aandacht trekt, waar thans
de Franschen bewijzen afleggen van hun
vaardigheid in het exploiteerer. van ko
loniën, met zulk slecht succes. Het laat
ste bericht dat uit die streken wordt
overgebracht, luidt: Onze troepen die te
Porto-Novo gecantonneerd lagen, werden
des morgens van 20 April gewaarscuuwd,
dat de vijand in de richting dezer plaats
opmarcheerde.
Zij zijn hem oogenblikkelijk tegenge
gaan en hebben hem op twee mijlen van
Porto-Novo gevonden.
Na een gevecht van twee uren heeft
de vijand zich teruggetrokken met 600
dooden. Wij hadden een vijftig gewon
den, alle inlanders, en 4 dooden."
Geen fatjes, die bewoners van Daho
mey. Zij weten raak te slaan, al moesten
ook zij met zware verliezen terugtrekken.
Men dacht met een handjevol inlanders
die barbaren eens op hun plaats te zet
ten en men komt tot de ontdekking, dat
na nog een zulk een overwinning bijna
het geheele leger in de pan gehakt zal
zijn.
nik denk," schrijft Francis Magnard,
«dat men ditmaal gewaarschuwd is door
de ondervinding en dat men niet meer
een «Tonkin" begint. Er is een conflict
tusschen Dahomey en Frankrijk, ot liever
tusschen Dahomey en eenige Franschen.
Natuurlijk heeft Dahomey ongelijk en ik
begrijp zeer goed, dat men een lesje
moet geven aan dat zwarte koninkje, dat
baas wil zijn in zijn eigen huis. Dat
maakt een gedeelte uit der wetten voor
beschaafde natiën, gelijk het duel bij de
elegante lieden."
En een uitstekend middel wordt aan
de hand gedaan, om koning Bateldin te
straQen, met wat de Engelschen als een
Aprilgrap in 1868 uithaalden met koning
Theodorus van Abessiniëzij hebben hem
in zijn hoofdstad opgesloten en het leven
zoo benauwd gemaakt, dat hij zich heeft
doodgeschoten.
Zoo moeten ook de Franschen hande
len met koning Bateldin. Zijn dorp ver
branden, als 't kan hem onttronen en dan
loopen als een haas om uit 't vervloekte
land te komen en nooit weer trachten
den Franschen invloed te herstellen.
Wanneer aanstaanden Woensdag
het Bataljon Infanterie aan het station
van de lijn NijmegenAmersfoort is aan
gekomen, zal het zich eerst bezighouden
met het afladen der bagage. Omstreeks
tien uur wordt het namens de Burgerij
welkom geheeten door het comité, be
staande uit de Heeren Dr. H. F. Jonk
man, J. Sinnige, A. M. Tromp van Holst,
A. M. Kollewijn Nz., H. W. van Esveld,
J. J. Berends, P. J. Hamers, A. Herschel, Bz.,
Mr. J. Heyligers, J. van der Horst, P.
Methorst, G. Prins en G. J. Slothouwer.
Onmiddellijk daarop wordt het Bataljon
door hel comité met de muziek van het
lste Regiment Huzaren langs de Utrecht-
sche straat en de Langestraat naar Den
Hof geleid, waar het door het Gemeente
bestuur wordt verwelkomd. De tocht door
de stad wordt daarna hervat om bij de
kazerne aan den Leusderweg te eindigen.
Als het Bataljon daar is aangekomen
worden de onderofficieren, korporaals en
manschappen namens de Burgerij onthaald
op broodjes met kaas en koffie, terwijl,
ook namens de Burgerij, voor het geheele
garnizoen bons worden aangeboden aan
de onderofficieren voor wijn en sigaren,
en aan de korporaals en soldaten voor
bier en sigaren, in de cantjnes te ver
krijgen.
Vanwege de Burgerij wordt op Den
Hof muziek gemaakt van halftwee tot
drie uur door het Amersfoortsch fanfare
gezelschap Caecilia, en van zes tot zeven
uur door de muziek der Huzaren, welke
laatste zich ook van wege de Burgerij
van kwartier voor negen tot halftien zal
laten hooren bij het vuurwerk, dat van
wege de gemeente zal worden ontstoken
op een terreiD aan de Korte Bergstraat.
Naar wij vernemen, werd in eene
dezer dagen ten stadhuize alhier gehou
den vergadering van de commissie, die
in dit district is belast geweest met de
herziening van de belastbare opbrengst
der onbebouwde eigendommen, en welke
wei kzaambeden thans zijn geëindigd, aan
den voorzitter dier commissie, den heer
J. B. de Beaufort, te Woudenberg, door
de leden dier commissie eene bijzondere
hulde gebracht door het aanbieden van
een aandenken in den vorm van een
prachtwerk: «Leschefs-d'oeuvreduLuxem
bourg."
De aanbieding had plaats bij monde
van het oudste lid der commissie, den
heer W. Beukers te Bunschoten, die
in eene passende toespraak hulde bracht
aan de wijze, waarop de heer de Beaufort
steeds gemeend had zijn taak als voorzit
ter te moeten opvatten en die zooveel
had bijgedragen tot het welslagen van dezen
omvangrijken arbeid, waaraan bovendien
eigenaardige moeielijkheden verbonden
waren. Utr. Ct.
Ter gisteren gehouden veemarkt
waren ongeveer 125 runderen aangevoerd.
Vette koeien golden 1160 a f270; guste
koeien f140 a f190; Kalfkoeien f155
a f250; Kalfvaarzen f 140 a f220; Pin
ken f50 a f 100; Pinkstieren f55 a f90;
guste vaarzen f115 A f145.
Voor den aanvoer en verkoop van het
grootst aantal runderen ter markt van
den 18 April, is de premie van f 10 toe
gekend aan H. Overgoor, te Amersfoort,
en die van f5 voor het daaropvolgend
grootst aantal aan J. van den Hengel,
te Stoutenburg. Voor den aankoop van
het grootst aantal vee op die markt is de
premie van f10 toegekend aan Jan van
Herwaarden, te Soest, en die van f5 voor
het daaropvolgend grootst aantal aan G.
Voorburg, te Hoogland.
Lijst der brieven, geadresseerd aan
onbekenden verzonden van het Postkan
toor te Amersfoort, over de 1 helft der
maand April '90.
1. A. J. Nieuwenkamp. Alkmaar.
2. A. W. Hardenberg, Amersfoort.
3. Mej. M. C. Snijders,
4. J. B. Taas, Amsterdam.
5. Rigard, Delft.
6. A. B. v. Meester, Wamel.
7. E. van Aalten, Zwolle.
8. H. de Kruif, 11
Briefkaart.
1. E. v. d. Brink, H
Voor Duitschland,
1. Mej. M. Kreuzer, Schwarszwald.
Renswoude. Woensdag werd in de
Koetslaan voor het huis «Renswoude"
vanwege de afdeeling Renswoude van het
genootschap voor landbouw en kruid
kunde in de provincie Utrecht eene keu
ring van mannelijke fokdieren gehouden.
De keurings-commissie bestond uit de
heeren Albert van Dijk, van Bunnik, G.
van Eek, van Zeist, en N. Vroege, van
Harmeien.
Alvorens de mededingers met hun uit
spraak in kennis werden gesteld, sprak
de voorzitter der afdeeling, mr. M. J. L.
baron Taets van Amerongen van Rens
woude, de aanwezigen recht hartelijk toe.
Allereerst bedankte hij heeren keurmees
ters voor de welwillendheid, dat zij deze
taak op zich hadden willen nemen voorts
wenschte hij uit naam van het bestuur
den bekroonden geluk, en sprak de hoop
uit, dat ook deze keuring zou mogen
medewerken, om de landbouwers in deze
streken aan te sporen tot verbetering
van den veestapel. «Het fokken toch van
goed vee," zoo zeide hij, «is van het
grootste belang voor de landbouwers;
daar toch zit voor hen het meeste voor
deel in." De woorden van den voorzitter
werden door fanfares van de muziek van
de Renswoudsche kapel begroet. De uit
slag der keuring werd bekend gemaakt
door voorlezing van het daarvan opge
maakt procesverbaal door den secretaris
der afdeeling de heer J. K. baron Taets
van Amerongen tot Renswoude en daar
uit bleek dat hij als volgt was: voor
stieren, eerste prijs f 20 de heer W. van
Maaneu, tweede prijs f 15, mej. de wed.
J. Veldhuizen, derde prijs f10 de heer
N. Woudenberg, vierde prijs f5 de heer
P. Wolleswinkelvoor springbeeren, eer
ste prijs niet toegekend, tweede prijs f 5
de heer J. Vlastuin; voor rammen in-
landsch ras, eerste prijs f5 de heer J.
Pater, tweede prijs f2.50 de heer A.
Veldhuizen. Alle genoemden zijn onder
Renswoude woonachtig. Springbeeren en
rammen, vreemd ras, werden evenmin
als bokken aangevoerd.
Nog werden bestuursprijzen toegekend
voor hengsten, eerste prijs aan den heer
J. van der Vliert, onder Woudenberg,
voor een lichtbruinen hengst en een
tweede prijs aan den heer Andries van
deri Broek te Ederveen onder Ede, voor
een zwarten hengst. De laatste meende
voor die bekroning te moeten bedanken
zijn inziens was zijn hengst beter dan
die van den heer van der Vliert. De prij
zen voor stieren en hengsten zullen uit
gereikt worden op den 1 September 1890
en wel eerst dan, wanneer het bestuur
de overtuiging zal hebben, dal de be
kroonde voorwerpen tot op genoemde
tijdstippen binnen de afdeelingen Rens
woude zijn gestationeerd geweest. Over
eenkomstig aan de door het hoofdbestuur
gemaakte bepalingen, zullen de bekroonde
stieren in geen andere afdeelingen meer
naar een prijs mogen mededingen, en
zullen de stieienhouders zich moeten on
derwerpen aan het besluit van het be
stuur dezer afdeeling, waarbij zal worden
bepaald hoe hoog het dekgeld zal mogen
zijn.
De muziek van de Renswoudsche ka
pel luisterde, onder leiding van den heer
J. L. baron Taets van Amerongen tot
Renswoude, het geheel niet weinig op.
Ten zeerste trok de aandacht een stier
van mr. M. J. L. baron Taets van Ame
rongen van Renswoude, die evenwel riiet
ter mededinging was aangebracht. Al
vorens men scheidde herhaalde de voor
zitter nogmaals zijn gelukwenschen en
drong opnieuw aan op medewerking tot
verbetering van den veestapel en zeide,
dat het hem aangenaam zoude zijn, in
dien men het volgende jaar eene keuring
mocht houden, allen wederom bijeen te
zien. Met een «tot weerziens in 1891"
ging men daarop, or.der de lonen der
muziek uiteen.
Invloed der muziek op den bloeds
omloop. Dat dfe muziek op den bloeds
omloop van den mensch grooten invloed
kan uitoefenen, is meermalen geconsta
teerd. Van bijzonder belang zijn de
onderzoekingen van den geleerde Dr.
Dogiel op dit gebied, waaruit is geble
ken, dat de muziek op het bloedstelsel
der dieren geheel dezelfde uitweiking
heeft als bij den mensch, daar zij de
hartkloppingen doet versnellen eu wijzi
gingen te weeg brengt in de bloeddruk-
king en de ademhaling.
Daar deze verschijnselen als teekenen
van verhoogde levenswerkzaamheid kun
nen opgevat worden, verkrijgt het gezang
der vogels in den paartijd ook een hoo-
gere beteekenis, daar het den bloeds
omloop versnelt, de vroolijkheid van het
dier doet toenemen en tot bedrijvigheid
opwekt, die tot het bouwen van een
nest gevorderd wordt. Vooral bij de
wevervogels kan men opmerken hoe zij
den vlijtigen arbeid met lustig gezang
afwisselen.
Zoodra de vogel een draad vastgemaakt
heeft, houdt hij even op, om een paar
heldere tonen te laten hooren, waarna
hij weder met den bouw van zijn kunstig
nest voortgaat.
Verder maakt dr. Dogiel gewag van
een zieke, die aan nerveus asthma leed
en telkens bij het hooren van muziek
eene merkelijke verlichting zijner pijn
gevoelde.
Van den anderen kant mag hier echter
de vraag gesteld worden, of de muziek
op den bloedsomloop ook niet in sommige
gevallen nadeelig kan werken. Er zijn
gevallen voorgekomen van kinderen, die
veel moe-ten zingen, vooral herhaalde
oefeningen, en daardoor ziek werden.
Op grond daarvan kan men constateeren,
dat de muziek op denvblo"dsomloop bij
kinderen, die toch reeds met leerstof
overladen worden, op den duur lang
zaam, maar zeker schadelijk werkt.
Den 15en Juli a.s. zal het Leger des
Heils, in het Kristallen Paleis te Londen,
zijn 25-jarig jubileum vieren.
Stanley te Brussel, Stanley zal niet
te klagen hebben over de ontvangst, die
hem te Brussel is ten deel gevallen. De
eene uitnoodiging volgt de andere op,
het eene feest is nog niet afgeloopen of
het andere begint weer. Eergisterenavond
werd te zijner eer eene garden-partij te
Laeken gehouden, waaraan 3000 genoo-
digden uit de hoogste kringen deelnamen.
Gisterenavond bood de vereeniging van
ingenieurs hem een feest aan in het
Beursgebouw, waaraan ook de koning en
de koninklijke familie deel namen. Van
weerszijden werden wenscher, geuit en
toasten gehouden met betrekking tot den
bloei der Belgische Congo-vereeniging en
den Congo-spoorweg.
Een adres, van 40,000 handteekeningen
voorzien, werd den koning overhandigd.
Daarin wordt Z. M. dank betuigd voor
de Afrikaansche onderneming.
De Koning herinnerde er aan, dat Stanley
in 1879 vertrok om de eerste grondsla
gen der onderneming in Afrika te leggen.
Thans zijn onmetelijke uitgestrektheden
gronds van buitengewone vruchtbaarheid
en met een uitgebreid riviernet, voor de
beschaving en den handel geopend.
Daarvoor was men Stanley dank schul
dig, de dank van een geheel volk, dat
zooveel belang heeft bij de ontwikkeling
van den Congostaat.
De rede van den Koning werd met veel
belangstelling aangehoord en toen de
Koninklijke familie en Stanley vertrokken,
weiden zij luide toegejuicht.
Stanley wordt heden te Dover verwacht,
waar hem bij het aan wal stappen een
adres zal overhandigd worden.
Een groote brand heeft op de werf
der heeren Rose te Londen gewoed in
een pakhuis van 4 verdiepingen, waar
petroleum was opgestapeld. Honderden
tonnen brandden. Er waren 18 brand
spuiten, die tegen dien geweldigen gloed
niets vermochten. Personen werden niet
gewond.
De beide huizen van het Ameri-
kaansch Congres hebben het wetsontwerp
aangenomen, waarin bepaald wordt, dat
de wereldtentoonstelling te Chicago
zal worden gehouden in 1893, gepaard
met een parade van de vloot voor New-
York, waartoe ook de buitenlandsche ma
rines worden uitgenoodigd.
BURGERLIJKE STANDEN.
Amersfoort.
Geboren: 17 April, Johanna Catrina,
d. van Theodorus van Kalleveen eu Johanna
Margrietha van Keken. Albertha, d. van
Johannes Wegen en Grietje van den Hoorn.
19 April, Cornelia, z. van Jan Schelling en
Heinderientjen van Leeuwen. Johanna,
d. van Cornelis Fontijn en Arnolda Riksen.
20 April, Gerarda, d. van Johannes Stepha-
nus Cornelisse en Gerarda van den Berg.
22 April, Willemina Maria, d. van Petrus
Jacobus Schuuriug en Aradina Maria van
den Hooff. 24 April, Elisabeth, d. van
Jacob Roeland Amse en Heintje Walet.
Ondertrouwd: 17 April, Jacobus van
Dorsen en Susanna Maria Groenink. 18
April, Rijk Pothoven en Teuntje Willemijntje
Schouten. 24 April, Rcinier Heere en
Cornelia Hol. Everardus Langras en
Alijda van Barlingen. Jacob Hendrik
Meijer en Anna Marie van Plateringen.
Overleden: 18 April. Gerrit van Daal
38 j. echtg. van Gijsbertha Frederiks.
Geertje Mater, 52 j. wed. van Aart Hen
driks. 20 April, Jannetje Roersen, 54 j.
echtg. van Barend van Dijkhuizen. 22
April, Heintje Aartsen, 19 j. ongeh.
23 April, Johanna Maria Cornelia van der
Kuhlen, 81 j., wed. van Frans Frederik
Maijwald. Catharina Maria Anselma van
Roosmalen, 55 j. ongeh.
Bunschoten.
Ondertrouwd: Dirk Hooi werf en Eli
sabeth Antonia Evers.
Gehuwd: 12 April, Casper Ruizendaal
en Biethje de Graaf.
Overleden: 19 April, Jan Zwaan geh.
met Petertje Heijnen oud 52 jaren.
Hoogland.
Geboren: 26 April, Hendrika dochter
vau D. van den Heuvel en N. Veldhuizen.
23 April, Evertje, dochter van W. van Kans-
wijk en F. van de Veen.
Ondertrouwd: A. C. Bouwmeester en
R. C. Hartman.
Overleden: 20 April, H. Brundel oud
40 jaren ongeh. 22 April J. van Wijk,
oud 52 jaar echtg. van W. Beijer.
Lensden.
Gehuwd: 24 April, Gerrit Jan van
Roekei, wedr. van Hendrika Zoeten, met
Jaunetje Knip.
Overleden: 23 April, Levenloos aan
gegeven kind mannelijk gesl. van Willem
Sukkel en Aartje van Putten.