NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT en GELDERLAND. Magéaleita's Eed. binnenland. No. 36. Zaterdag 3 Mei 1890. Negentiende jaargang. abonnementsprijs: VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. In de Venen. FEUILLETON. AMERSFOOKTSCHE COURANT. VOOR Per 3 maaiiden ƒ1.Franco per post door het gcbeele Rijk. Afzondert ij ke Nummers 3 Cent. ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort. ADVERTENTIE Ni Van 16 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Als we voortaan alle jaren in April, die grappen moeten beleven met de arbeiders in de veenkoloniën, waar van het eentoning verhaal de kolom men der dagbladen in de afgeloopen weken vulde, dan kunnen we er nog pleizier van hebben. Gewoonlijk draait het op hetzelfde uithet stellen van eischen door de werklieden, afwij zende beschikking van de verveners. De eersten steken de hoofden bij el kander, houden appèls, redevoe ringen worden ten beste gegeven, onderhandelingen met de bazen aan geknoopt. inmiddels wordt de po- litie-macht versterkt, er rukken zelfs heele cornpagniën infanterie aan om ongeregeldheden te voorkomen, van werken is geen sprake al wordt er ook armoede geleden, eindelijk kiest de cene vervener voor. de an dere na, eieren voor zijn geld, en het werk neemt een aanvang, veel te laat om de wederzijds geleden schade nog te herstellen. Nu is in de veenstreken het zoo genaamde bollejagen al zoo oud als de turfmakerij misschien. Men was daar gewoon eerst aan het werk te gaan nadat er wat ruzie was ge maakt, evenals zekere soort van koop lui het eerst met elkander eens kun nen worden nadat zij elkander zoo'n beetje hebben uitgescholden. Alleen is in de laatste jaren de beweging algemeener, gel ij k tij d i ge r en geregel der geworden. De ouderwetsche bol- lejagers gingen slechts eenige dagen ophol, zwierven wat rond, joegen de kameraden die hier of daar al aan het werk getrokken waren er van daan, namen ze mee op sleeptouw, dron ken een zeker quantum jenever, sloe gen op sommige plaatsen wat ruiten in of een paar stoelen kapot, en daarna was 't ongeveer uit. Er werd eenigszins op gerekend, en menig vervener bood enkele stuivers of cen ten minder voor een dagwerk dan hij van plan was te geven, alleen om den arbeider het pleizier te gun nen dat hij succes had van zijn bolle- jagerij, in dien zin dat hem iets meer werd geboden dan het vooraf opge- gevene, waarmee hij dan genoegen nam in de vaste overtuiging dat hij zich eens bijzonder had uitgesloofd. De tegenwoordige beweging is heel iets anders, zij is (link georganiseerd men kan het haar aanzien dat zij veel ernstiger gemeend is dan wat vroe ger op dit gebied is beproefd. De arbeiders in Friesland hebben nu leeren beseffen dat zij een soort van legermacht vormen, die het in haar hand heeft de turfmakerij, een niet onbelangrijke tak van de vaderland- sche industrie, in stand te houden of te gronde te doen gaan. De vraag, of de werklieden in betere conditie zullen zijn als dit laatste doel be reikt is, wordt niet gesteld, gelijk men in het algemeen bij het voeren van een strijd er niet aan denkt welke gevolgen men zelf zal te duchten hebben ook in het geval eener over winning. Er is nog meer dat de werkstakingen van de laatste dagen onderscheidt van de vroegere opstoo tjes: allen, die aan de eerste hebben deelgenomen, hebben zich door hun kalmte doen kennen, ten minste voor zoover de berichten tot ons zijn gekomen, er heeft weinig drank misbruik plaats gehad en van onge regeldheden heelt men niet gehoord. De vraag moet thans overwogen worden, of men alle jaren voor de zelfde reeks van feiten zal staan, (let is niet moeielijk uit te rekenen, dat zoo'n algemeene werkstaking, al houdt zij slechts een paar weken aan, een zeer dure geschiedenis wordt de arbeiders verdienen niets en moe ten nog van elders ondersteund wor den, voor de verveners gaat de beste werktijd voorbij, terwijl de kosten van vermeerderd politie toezicht en van militair machtsvertoon niet ge ring zijn te noemen. Als er dus een middel kon gevonden worden, om voortaan herhalingen to voorkomen, dan zou daarmee aan de industrie een belangrijke dienst bewezen zijn. Wij gelooven dat zulks in de eer ste en voornaamste plaats van de direct belanghebbenden afhangt. De arbeiders vereenigen zich meer en meeraan den anderen kant moeten ook de eigenaars der Veenderijen zulks doen, met terzijdestelling van alle concurrentie, niet om van hun kant ook pressie uit te oefenen en op die wijze dwang tegenover dwang te plaatsen, maar om vaste regelingen te treffen die voor beide partijen billijk zijn te achten en waarbij beide zich ook kunnen neder- leggen. Dergelijke regelingen moeten niet eenzijdig gemaakt worden door de patroons, maar ontworpen door delegatiën uit beide vereenigingen, om vervolgens in algemeene verga deringen van eigenaars en van arbei ders afzonderlijk, behandeld, desnoods geamendeerd, ten slotte als vrucht van onderling overleg aangenomen te worden. Zij moeten alles tot in bijzonderheden regelendat kan niet geschieden door advocaten en letter kundigen in de Tweede Kamer, die van de veenderij net zooveel afwe ten als schrijver dezer regelen van het gedachtenlezen. Daar moet ook een bepaling in opgenomen worden, volgens welke telkens in het begin des jaars het loon wordt vastgesteld vooralle soorten van werkzaamheden, hetgeen dan ook in gemeenschappe lijk overleg behoort te geschieden, in overeenstemming met de prijzen van de turf. Dan moet er, zoolang de werk zaamheden bij de veenderij duren, een vaste Commissie aanwezig zijn, uit werkgevers en arbeiders bestaande, die onmiddelijk alle klachten over de uitvoering der bestaande regeling in behandeling neemt en uitspraak doet, aan welke partijen in het ge schil zich behooren te onderwerpen. Is dus een arbeider niet tevreden met het loon dat in den aanvang onder medewerking van de door hen gekozen delegeerden is vastgesteld, dan kan hij, bij voorafgaande waar schuwing, den arbeid verlatendoet hij het onverhoeds, dan zou hij aan geklaagd kunnen worden wegens con tractbreuk spoort hij anderen aan met hem den arbeid te laten varen, dan zijn er termen om hem van storing der orde te heschuldigen. Aan den anderen kant kan dan ook geen werkgever willekeurig het loon verlagen, of een werkman, die zijn plicht doet, ontslaan; wenscht hij hem, oen welke reden ook, niet in zijn dienst te houden, dan geeft hij hem een passende tijdruimte om zich van anderen arbeid te voorzien, zorg dragende dat zijn goeden naam geen schade lijdt. Zooals men ziet laten wij liefst het Staatsbestuur er buiten; de mannen van het vak moeten deze dingen re gelen. Alleen zouden we dit nog wen- schen, dat in het Burgelijk Wetboek een paragraaf werd opgenomen, re gelende de wettelijke kracht der ar beidscontracten. Niet de Staat moet die overeenkomsten maken, dat is de zaak der belanghebbenden; maar de Staat heeft te zorgen voor haar rechts geldigheid. In dit opzicht zijn wij nog zeer achterlijk. Wij gelooven, dat men, op deze wijze handelende, de werkstakingen wel zou kunnen voorkomen. Omtrent 's Kor.ings gezondheid ver neemt het Hdbl., dat zich in het begin der vorige week weder eene lichte keel aandoening heeft geopenbaard en dat sedert dien tijd de algemeene toestand iets minder gunstig is gebleven. Z. M. ontvangt intusschen dagelijks achtereen volgens de verschillende heeren der hof houding bij zich. Morgen, Zondag, zal in de kapel van het Koninklijk Paleis Het Loo door den Hofprediker dr. C. E. Van Koetsveld een godsdienstoefening gehouden worden. De luitenant-generaal jhr. A. R. J. Klerck is benoemd tot chef van het Mili taire Huis des Konings. De vice-admiraal jhr. J. H van Capellen en de generaal-majoor C. H. F. graaf Du Monceau zijn op pensioen gesteld. D. o. Z.-H. Naar men verneemt, zullen in de 2e helft der maand Augustus op de for ten om Utrecht oefeningen in den ves ting-oorlog worden gehouden. Naar men verzekert zijn nog ver schillende veranderingen in het personeel der staven en corpsen van het leger voor genomen. Thans zal de cavalerie aan de beurt komen. Er is sprake van belangrijke persoons verwisselingen bij den staf van dat wa pen, in verband waarmede het optreden van een nieuwen inspecteur der cavalerie wordt aangekondigd. Achtuurs-arbeidsdag De meeting te 's Gravenhage ten gunste vnn den ar beidsdag van 8 uren is zeer kalm afge loopen. De samenkomst werd geopend met een zangkoor door ongeveer 4000 personen. Van de genoodigde Kamerleden was alleen Heldt tegenwoordig. Van Emmenes en Domela Nieuwenhuis spraken in ievendig toegejuichte redevoe ringen ten gunste van den koi teren ar beidsdag, als zijnde in het belang van de arbeidsnijverheid, de industrie en een middel tot bestrijding van werkeloosheid. Manifestatiën als die telken jare 1 Mei zullen plaats hebben, zouden de regee ringen ten slotte moeten leiden tot in williging van den eisch. Als bewijs van instemming met het gesprokene, werd op gebruikelijke wijze een motie aangenomen voor den acht- uurs-arbeidsdag, ter opheffing der loon- slaverij en in overeenstemming met de besluiten van het congres te Parijs en de wenschen der vereenigde arbeiders. Het eenige voorval na de meeting was dat, de politie in de Veenestraat een grooten troep zingende en joelende socia listen, die in optocht de straat doortrok ken, met den wapenstok heeft moeten uiteendrijven. DOOR C b. DESLYS. (Naar het Fransch.) 54) Hoe lang had hij niet geaarzeld, wat had hij niet moeten lijden alvorens zijne jonge vrouw die hij aanbad aaD de wanhoop, aan de oneer prijstegeven, Neen, hij is geen misdadiger, hij is slechts een rampzalige Hij had gedacht zijn vergrijp tegenover Jan Michaud ten deele te vergoeden, door diens dochter als zijn eigen kind aantenemen. Een woord van zijn schoonvader is voldoende geweest om hem tot zijn plicht terugte- brengen. Het groote zedelijkhe'dsbeginsel dat aan dit proces ten grondslag lag, was de nagedachtenis van Jan Michaud in eere te herstellen. En ik, zoo besloot Raynal, ik,- die de verdediger van den armen Michaud geweest ben, ik verze ker U, dat zoo deze hier had mogen aanwezig zijn, hij U, gesmeekt zou heb ben Labarthe te sparen!.... Maar de procureur-generaal was nog welsprekender. »Ik heb de veroordeeiing van Michaud geëischt, sprak hij, omdat ik meende dat hij schuldig was. Heden heb ik openlijk mijne dwaling willen erkennen en hem zijn eer willen terug geven. Die genoegdoening ben ik aan zijne kinderen, aan zijne weduwe ver schuldigd. Ware de uitspraak der juiy geweest gelijk ik die eischte, en had Magdalena zich ten doel gesteld haar echtgenoot te onttrekken aan een ont- eerende straf, dan reeds zou haar opof fering groot geweest zijn. Maar thans is die tot heldhaftigheid gestegen, want het is alleen geweest voor de eer dat zij met lichaam en ziel heeft gestreden. Nog herinner ik mij haar eed: nGij hebt wel mijn echtgenoot vrijge sproken van schuld, maar gij hebt hem niet voor verdenking gevi ijwaard daarom zal ik bewijzen dat hij onschuldig was, dat hij in waarheid een eerlijk man was!" En, mijne heeren, gij weet het, zij heeft rust noch duur gehad voor zij geslaagd is. Is hel niet bewonderenswaardig juist in haar, de vrouw van 't volk, dat fijne, zuivere eergevoel te vinden.... De gedach tenis daaraan mag niet verloren gaun een gedenkteeken moet eene blijvende herinneiing zijn aan Jan Michaud, en ik doe op deze plaats het vooistel eene inschrijving daartoe opentestellen, en ik, die liet eerst Jan Michaud miskend heb, ik wil de eerste zijn om inteschrijven op de lijst van hen, die op zijn graf een gedenkteeken willen doen verrijzen. Die steen zal zijne geschiedenis levendig hou den en zal zijne werking uitoefenen op het volksoordeel, waarvan hij het slacht offer is; die steen zal als 't ware zeggen dat geen mensch strenger zijn moet dan de wet, veeleischender dan de rechters en dat zoo niet altijd een viijspraak ge lijk staat met onschuldigverklaring, ze dan toch eerbied oplegt voor de zaak die bereikt is.... Dit lag mij op 't harte, dit moest ik zeggen ter eere van Jan Michaud.... Zorg dat zijn naam een kost baar erfdeel wordo voor zijn kinderen.... Zij zullen zich herinneren, hun moeder staat mij er borg voor, dat zielenadel eerbied vergt.... Wat Labarthe aangaat, ik heb niets meer aan mijne woorden toetevoegen.... Of heb ik niet het recht verloren mij onmeedoogend te toonen Wat ik wensch, wat ik verlang, is niet dat hij gestraft worde, maar dat her steld worde de eer van Jan Michaud, De opengestelde lijst was terstond ten volle ingeschreven, maar de uitspraak was gestreng. Etienne Labarthe werd tot deportatie veroordeeld. XXXI. BESLUIT. Zes maanden later, op een schoonen herfstochtend, vinden wij kapitein Lam bert in zijn breeden armstoel ïitten, het hoofd op den schouder hangende, den blik ten hemel geslagen. In zijn bevende hand hield hij een brief, dien hij reeds eenige malen had overgelezen. Die brief, gedagteekend uit Brest, was van zijne dochter Louise. Mevrouw Labarthe had verlangd haar man te volgen. Eensklaps treedt Delphine de kamer binnen. In haar blauwe oogen was eene heftige aandoening te lezen, die haar fiisch gelaat kleurde en haar nog liever deed uitzien. Vader, stamelde zij, daar is iemand... Wie herinnert zich onzer nog? vroeg de grijsaard met bitterheid. Toen ontsnapte aan de lippen, maar vooral aan het hart van hetjonge meisje een woord Hij! Een jong officier, in uniform van kapi tein der marine, verscheen in dit oogen- hlik op den drempel. De grijsaard rees ijlings op. Hij fror.ste de wenkbrauwen en riep met smartelijke verwondering uit. Mijnheer Just Michaud! Kapitein, antwoordde deze, terwijl hij op de drie gouden strepen wees van de kepi die hij in de hand hield, ik meende uw woord te hebben dat gij mij den dag, waarop ik met u in rang gelijk zou staan, uw zoon zoudt noemen. Een oogenblik bleef de oud-soldaat roerloos staan. Uw woord, vader, vleide Delphine... en liet mijne.... Hij! riep kapitein Lambert uil, hij, Just Michaud, de schoonbroeder van La barthe Nu gij dien saam uitspreekt, ant woordde de jonge officier, zij het mij veroorloofd u medetedeelen, dat ik, toen ik twee maanden geleden, te Brest aan kwam, het geluk had dien ongelukkige te ontmoeten. Eene zware ziekte, gij weet het zeker, had zijne inscheping ver traagd. Hij werd in het hospitaal ver zorgd door zijne vrouw, wier opofferende liefde ieders bewondering wekte. Zij redde hem hem het leven. Ik schonk hem de hoop weder. Hoe dat? vroeg Delphine. Zeer eenvoudig, antwoordde Just. Hij zou worden overgebracht naar Nieuw

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1890 | | pagina 1