NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT EN GELDERLAND.
No. 83.
Woensdag 15 October 1890.
Negentiende jaargang.
abonnementsprijs:
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
advertentien:
BINNENLAND.
F euille ton.
AMEHSFOOBTSCHE COURANT.
VOOR
Per 3 maanden 1Franco per post door het geheele Kijk.
.Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken cn berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort.
Van 16 regels f 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
De Staats-Ct. bevat het volgende
bericht omtrent den toestand van Z. M.
den Koning:
Sedert veertien dagen hebben zich bij
Zijne Majesteit den Koning opnieuw de
verschijnselen der vroegere ziekte voorge
daan. Wel blijven de lichaamskrachten
voldoende, maar sedert dien tijd is er
eene zoodanige vermoeidheid der hersenen
ontstaan, dat Z. M. buiten staat is zich
met ernstige aangelegenheden bezig te
houden.
Het Loo, 13 October 1890.
Dr. Rosenstein.
Dr. vlnkhuyzen.
J. Vlaanderen.
In de zitting van den Raad van
Tucht Zaterdag jl. vergaderd in het Pa
leis van Justitie te Amsterdam, is kapitein
Visman, gezagvoerder van het stoomschip
«Prins Frederik", dat ten gevolge der
aanvaring met de «Marppeza" op 25 Juni
II. in de golf van Biscaye is gezonken,
van alle schuld daaraan vrijgesproken.
De Haagsche afdeeling van de ver-
eeniging Maatschappelijk belang heeft
besloten zich tot de Tweede Kamer te
wenden met verzoek om wijziging van de
coöperatiewet in dien zin, dat het mis
bruik, hetwelk vereenigingen als Eigen
hulp thans daarvan geacht worden te
maken, worde gekeerd en het op zich
zelf goede beginsel der coöperatie in ge
zonden zin worde toegepast.
Als middel van afweer voor den win
kelstand werd aanbevolen het zooveel
mogelijk a contant te verkoopen, opdat
er rouleerend kapitaal zij.
fee officieren van den generaal staf
zullen voortaan zonder uitzondering
elk jaar of aan de najaars- óf aan de
fortmanoeuvres moeten deelnemen.
Eenige ingezetenen van Breukeleo
hebben een vereeniging gevormd ter be
vordering van contante betaling. Een der
artikelen van de statuten luidt aldus:
«De leien verbinden zich, waar hetdoen-
lijk is, alles contant te betalen, dewijl
een winkelier, of wie ook, zijn leveran
cier niet kan voldoen met veel hoofden en
posten in het boek, dewijl week- en maand
boekjes noodeloozen omslag en overbodig
werk leveren en daarenboven contante
betaling menigeen in staat stelt, zij het
dan weinig toch goedkooper werk of
goedkooper waar te leveren."
De premie van f 250, gesteld op
het vinden der in het kanaal bij Houtrijk
en Polanen vermiste torpedo, verlokt
vele particulieren het kanaal met verschil
lende werktuigen te doorzoeken; tot nu
toe is echter dit zoeken te vergeefs, zoo
dat het zeer waarschijnlijk is, dat de
torpedo door den sterken stroom in het
hoofdkanaal is gedreven. Thans zijn van
wege de marine versperringsnetten ver
vaardigd, die dienen moeten voor hel
geval, dat er weder een torpedo zoek raakt,
bij hetinschiethoofd hetkanaai af te sluiten.
-Aan het kerkbestuur der Ned. her
vormde gemeente te Lent is door wijlen
den heer G. A. A. C. Valkis f2000 ver
maakt.
De heer W. van Oosterwijk Bruyn,
bestuurder van «Veldwijk" en voorzitter
van het Ned. Jongelingsverbond, is, naar
de Stand, bericht, door een ziekte aan
getast, die zijne verpleging in het bui
tenland noodzakelijk maakt. Alle arbeid
is hem onmogelijk en de toestand is nog
steeds zorgelijk.
De eerste Zuiderzeeharing (ruim 400
stuks) werd 10 Oct. te Enkhuizen aan
gebracht.
Door adv.-gen. Van Maanen werd
heden voor den Hoogen Raad conclusie
genomen in de bekende zaak van den
drukker te Utrecht, die door het Hof te
Amsterdam was veroordeeld wegens ver
spreiding van strooibiljetten bij gemeen
teraadsverkiezingen te Utrecht, met het
doel om kiezers te misleiden. Erkennende
dat het hier geldt eene Tjuaestio juris,
kon adv.-gen. zich niet met het aange
voerde cassatiemiddel vereenigen. Art 127
strafwetboek, straf bedreigende tegen
hem, die eenige bedriegelijke handeling
pleegt, waardoor een ander dan de door
den kiezer bedoelde persoon wordt aan
gewezen, gaf in zijne bewoordingen geen
aanleiding om aan te nemen, dat de aan
wijzing niet door den kiezer zeiven kan
geschieden. Het aitikel heeft geen be
perkend, maar een algemeen karakter en
bepaalt niet op welke wijze de aanwij
zing moet geschieden. De lijdende vorm
der redactie deed z. i. ook niets af.
De kiezer zelf mag de aanwijzing doen.
Dit bleek ook uit de memorie van toe
lichting der regeering bij dit artikel,
waaruit blijkt, dat het att. beoogde be
driegerijen te straffen tegen argelooze
en onwetende kiezers. De weisuitlegging
van de verdediging in cassatie, kan adv.-
gen. niet aannemen, dat uit een paar op
genoemde gevallen de bedoeling was af
te leiden. De regeering wilde z. i. de be
slissing of er misleiding had beslaan aan
den rechter overlaten en het strijdt tegen
de gewone regelen van wetsinterpretatie
om alleen op grond van voorbeelden een
stelsel op te bouwen. Alleen de stelling
dat er error in persoon moet zijn, kan
in aanmerking komen en nu meende
adv.-gen. dat die wel degelijk had bestaan.
De kiezers wezen, tengevolge van de
handelingen van den requirant, over en
weer een ander aan dan zij bedoeld had
den. De handelingen van den requirant
hebben dus dezelfde gevolgen gehad als
de voorbeelden in de memorie van toel.
der regeering op art. 127 omschreven.
Hij concludeerde dus tot verwerping.
Uitspraak 3 November.
Met de winterdienstregeling op de
Ned. Centraalspoor ingaande 15 Oct. a.s.
is geene verandering in den loop der
treinen gekomen.
Door het Rijnspoorwegpersoneel zal
een adres van dankbetuiging worden ge
zonden aan den directeur-generaal der
Staatsspoorwegmaatschappij voor de hem
aangeboden betrekkingen, waardoor eene
gunstige verandering in de financiëele
positie van genoemd personeel is gebracht.
Donderdag vervoegde zich een per
soon, voorgevende aardappelkoopman te
zijn, bij de weduwe Z. in Klarendal, en
vroeg of zij ook aardappelen te koop had.
Op het bevestigend antwoord der vrouw,
ging hij over tot den koop van honderd
mud, a f 12.per mud, franco slation
Arnhem. De aardappelen werden bezorgd
en toen ze bijna in de waggon waren,
zeide de kooper tot de zoons der weduwe
«Ik ga naar het stations-koffiehuis, kom
daar bij mij, dan zullen wij een glas bier
drinken en afrekenen." Toen zij aldaar
kwamen en naar den koopman vroegen,
kregen zij ten antwoord, dat die er niet
was geweest. Intusschen was de trein
naar Duitschland vertrokken.
Te Vierlingsbeek zijn in den nacht
van 10 op 11 dezer, ten nadeele van een
goud- en zilversmid, ontvreemd drie kas
ten met gouden en zilveren sieraden en
ongeveer f2000 aan geld.
Men meldt uit Amsterdam aan de
N. R. Ct: In de Damstraat had Zater
dagavond omstreeks half tien ure eene
groote Oranje-demonstratie plaats. De
Oranjeklanten dreven eerst een aantal
socialen naar de Kalverstraat, keerden
toen plotseling om, en vielen voor Café
Neuf opnieuw de socialen aan. Na een
hevig gevecht werden de beide reclame-
chassinetten door het volk veroverd. De
colporteur Bos werd, door politie beschermd
naar het bureau gebracht. Duizenden
waren op de been.
De menigte zong voortdurend nationale
en anti socialistische liederen, en maakte
zoo dikwtjls een den socialistische colpor
teurs iets riep, dit onverstaanbaar door
luid getier. De veroverde chassinelten
droegen opschriften tot aanbeveling van
eene brochure van mr. Spin over de hou
ding van minister Lobman in zake de
bestorming der Nieuwe Kerk, en van eene
brochure getiteld: «Het beloofde land
Kana'ar.
Te 10,30 kwam een nieuwe bende
jeugdige oranjeklanten met oranjevlaggen
en fragmenten der veroverde eereteeke-
nen de Damstraat binnen. Op den hoek
der Nes ontstond eene algemeene klop
partij. Burgers, volgens sommigen recher
cheurs, sloegen met de stokken en an
dere verweermiddelen in het rond, bijge
staan door één agent. Alles vluchtte in
de zijstraten. Sedert zijn nog vier agen
ten verschenen Eene groote menigte
wachtte in de Damstraat, op den Dam
enz. de dingen, die komen zouden. Het
gezang der oranjeliederen, en het ge
schreeuw der colporteurs is verstomd. Alles
wandelt kalm, behoudens enkele oploop
jes.
Omstreeks kwart voor elf uur begon
eene kleine afdeeling politie in de Dam
straat. de oude Hoogstraat en op de om
liggende grachten met den stok te char
geeren op de wel gedunde, maar nog
telkens samenscholende menigte. Intus
schen hoorde men in de verte verspreide
groepen socialisten het vrijheidslied zin
gen.
Ten 11 uur 20 min. seinden de ver
schillende sectiën om sterkere afdeelingen
ter assistentie. Zoodra deze versterking
was aangekomen, werd zonder den stok
te gebruiken voor de circulatie gezorgd.
De menigte was sedert vrij kalm.
De milicien L., van het 1. reg. inf.
te Leeuwarden, die, onlangs van verlof
terugkeerende, in den spoortrein allerlei
vooi den Koning kwetsende liedjes zong
en deswege door eenige burgers werd
aangeklaagd, is door den krijgsraad te
Leeuwarden, wegens opzettelijke beleedi-
ging van den Koning, veroordeeld tot een
jaar gevangenisstraf.
Te Warnsveld is overleden mr. W.
A. Wilbrenninck, oudstrijder van 1830-31.
Te Zalk is overleden Boudewijn van
Gelder, in den ouderdom van 88 jaren.
Hij maakte den Tiendaagschen veldtocht
in 1831 mede en was drager van het
Metalen Kruis.
Als een bijzonderheid verdient ver
melding, dat zich onder de gemeente
Alkemade nog 4 dragers van het metalen-
kruis bevinden, die omstreeks 80 jaar
zijn, en zich in den besten welstand
verheugen.
Naar aanleding van het uitbreken
van mond- en klauwzeer onder het vee
te Vaals zijn de burgemeesters van de
gemeenten langs de grenzen van Duitsch
land, in Gelderland en Limburg uitge-
noodigd, hunne ingezetenen te wijzen op
het gevaar, dat den veestapel dreigt en
de welvaart reeds heeft getrolfen, door
het verbieden van invoer van vee in En
geland, welk gevaar kan worden geweerd,
zoo de veehouders zeiven medewerken
en o.a. aan verkoopers en andere lieden
uit Duitschland en Limburg den toegang
tot liunne stallen, erven enz. verbieden.
Te Barneveld is de besmettelijke
vlekziekte onder de varkens uitgebroken.
Eenige door die ziekte aangetaste dieren
zijn reeds op last van den districts vee
arts onteigend en verbrand.
6) De herbergier van het Zand riep allen tot
zich, die voor de vrijheid van Tyrol wilden
sterven hij had nog eeuige Oostenrijksche
benden bij zich gehouden, en, aan het
hoofd zijner krijgsmacht, wachtte hij op
den berg Isol den aanval der Beierschen
af. Nog eenmaal zegevierde de vaderlands
liefde, onder aanvoering van Hofer en
Specbacker. Maar na den wapenstilstand
van Zuaïm, na den strijd bij Wagram,
deed Oostenrijk afstand van Tyrol. Toen
riep Hofer een grooten krijgsraad bijeen,
op de helling van den Brenner. Daar
werd op den derden Augustus eenparig
besloten dat het beter was te sterven
dan zich te onderwerpen, en den volgen
den dag begon de roemvolle week. Ter
wijl Hofer het Passeyer-Dal in opstand
brengt, posteeren zich de andere hoofden
aanden ingang der bergengte, die zich
van Stielfes naar Mitteveld uitstrekt. De
weg welke naar deze sombere engte
afloopt schijnt in een afgrond een einde
te nemen. Om aan het drama zijn geheel
woest karakter te geven, zullen wij eene
korte voorstelling geven van de plaatsen,
die getuigen "waren van den heldenmoed
der Tyrolers. De weg van Stielfes naar
Mauls loopt in dezelfde richting als de
Eisach; hij wordt doorsneden van stroo
men, welke zich in dezen onstuimigen
vloed ontlasten. Aan den anderen kant
van den weg, verheft zich een berg bijna
loodrecht. Haspinger had al de bruggen
laten barricadeeren; op de helling van
den berg had men reusachtige pijnboo-
men geveld, en deze met zware steen
blokken belast; een kinderhand was vol
doende om het dreigend evenwicht te
verbreken.
Op den vierden Augustus viel de vijand
den ingang der bergengte aan. Al den
moed der oude Fransche troepen leed
schipbreuk op de volharding der bergbe
woners. Na ontzaglijke verliezen, werden
de Franco-Saksische krijgers op Sterzing
teruggeworpen, en Specbackea en Has
pinger sloegen zich neder op de hoogten
ten zuiden en ten oosten der stad. Maar
daar snelt maarschalk Lefébre toe met
versche troepen het is onmogelijk hem
het hoofd te bieden zoo Hofer niet ver
schijnt. Daar heeft het opperhoofd der
bergbewoners de Jaufen-berg bereikt;
maar in weerwil dier versterking, in
plaats van den vijand het hoofd te bieden,
verlaten de Tyroler benden, als der wor
steling moede, de bruggen van de berg
pas van Slielfes, tot hiertoe zoo moedig
verdedigd. Vier duizend Beierschen trek
ken ze over en wagen zich te midden
der diepste stilte, welke in de bergengte
heerscht; geen weerstand ondervinden
zij van de troepen, die zij achtervolgen,
zij trekken voort als door eene woestenij,
geen enkel soldaat vertoont zich aan hun
oog, die eenzaamheid zelfs jaagt hen schrik
aan. Zij houden stil en luisteren. Op eens
vernemen zij van den top des bergs eene
stem en de woorden worden gehoord:
«Hans, is alles gereed?"
z>Ja 1" weerklonk eene andere stem.
«Nu dan in den naarn des Vaders, des
Zoons en des Heiligen Geestes, laat alles
los
En op hetzelfde oogenblik had er eene
verschrikkelijke losbarsting plaats van
rotsklompen en boomstammen, die met
donderend gekraak op de Briersche neder-
vallen, en al wat zij ontmoeten verplette
ren en in den stroom werpen. Op eens
komen de Tyrolers uit hunne schuilhoe
ken te voorschijn, de hellingen zijn be
dekt met bergbewoners wier kogels die
genen vellen, welk aan de neerploffing
zijn ontkomen. Het tooneel is afgrijslijk,
huiverigwekkend. Langs den weg ziet
men niets dan lijken, die geen mensche-
lijken vorm meer hebben, terwijl de bloe
dige wateren van den stroom de betreu
renswaardige overblijfsels met zich voeren.
De verwarring, de vrees verbreekt alle
banden van krijgstucht. Alles vlucht.
Twee maal loopt de maarschalk Lefébre
gevaar van gevangen te worden genomen,
en het leger der overweldigers houdt
eerst te Inspruck stand, steeds achter
volgd door de onvermoeide Tyrolers.
Op den dertienden Augustus, na een
hevigen slag onder de muren der stad,
maakte Hofer er zich op nieuw van meester
en joeg het verbonden leger op de vlucht.
Men begrijpt met welke een angst
Gustave, die te Mantua in garnizoen lag,
alwaar generaal Bisson het bevel had,
de afwisselende kansen des oorlogs had
gevolgd. Hij had bij herhaling aan Hofer
geschreven: al zijne brieven waren onbe
antwoord gebleven. Nu besloot hij zich
tot Wilhelmine te wenden, wat was er
van haar in die dagen van schrik en ont
steltenis geworden? Na lang wachten
ontving hij een briefje dat hij aan zijne
lippen bracht. Het jonge meisje schreef
hem dat alles wel ging, dat men nog
altijd van hem sprak, dat de kinderen
zijn afzijn betreurden en zij deed als deze
kleinen.
«Maar," liet zij er op volgen, «mijn
oom heeft mij geschreven u te verwach
ten, mijn hart gehoorzaamt hem het
wacht u en zal u steeds blijven wachten.
Dat is mijn eenige troost en mijne eenige
blijdschap, want rondom mij zie ik niets
dan arme weduwen en ongelukkige wee
zen.... Ik weet wel dat gij terug zult
keeren, maar wanneer? Te vergeefs tracht
onze huisvriend Daoray mij tetioosten."
Op het zien var. dezen naam herinnerde
Gustave zich te gelijk den persoon; hel
was die van denzelfden bergbewoner, die
hem bij het verlaten van Inspruck had
aangesproken. Was hij een spion, zoo ja,
kon Gustave hem dan aan Hofer als zoo
danig bekend maken Helaasl de krijgs
eer gebood hem te zwijgen.
Maar de worstelstrijd dien Hofer nog
volhield kon niet lang meer duren, ver
laten als hij was van Oostenrijk. Van
alle kanten snelden vijanden toe. Hij
noodigde zijne makkers uil om naar hunne
haardsteden terug te keeren; maar door
een dwaas of een verrader, Kolk geheeten,
vervoerd, vatte hij de wapenen op, streed
met den heldenmoed der wanhoopver
volgens, de machteloosheid zijner pogin
gen inziende, dankte hij zijne dapperen af.
«Vaarwel," zeide hij tot hen, «laat
ons waken, want eens zullen wij zege
vieren."
Hij verborg zich en een prijs werd
op zijn hoofd gesteld. Bij een steile rots.
in eene diepe spelonk, had hij zich eene
hut gebouwd, waar hij zijne vrouw en