IS rill
UTRECHT eis
Mieil
HET BOOTHUIS.
K PV. (Tr
itst
'ae-
U At
it in four
in;
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG:
VERSCHIJNT WOENSDAG EN
Een volksbelang.
enz enz. tiJ(!en voorbij,
BINNENLAND.
Feuilleton.
'rcr"tsprijs:
lost door het geheele Rijk,
Dii' gs ..3 C e li t.
Bil Vrijdag.
Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort.
slechts de halve be- leveren bij den gemeente-ontvanger,
«■«rtei-y Het 's verboden dit kerjteeken aan an-
-t ^vooreen deren aftegeven of in gebruik te geven,
(wiï f' J'U a'[nede verboden is aan een
niet beeft aangegeven als
jfflte, zijne honden van joo-
!tv'Z-^lljk ,l? ^oor-
p zienyaa^]%i' d
aam dei..
_«?Eea
abonnementsprijs:
Per 3 maanden ƒ1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukkeu en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
4- 1
Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoo
Op de begrooting voor Binnenland-
sclie Zaken is uitgetrokken een post
van f 7500, als jaarwedden voor drie
landbouwleeraars.
Bij de beraadslaging over dat artikel
werd door den heer Schepel het vol
gende gezegd:
«Mijnheer de Voorzitter, het doet
mij genoegen dat deze Minister ten
opzichte van de reizende landbouw
leeraars den weg volgt van zijn ambts
voorganger, rnaar Zijne Excellentie
beweegt zich daarop naar mijne mee
ning te bedaard.
«Ook weer bij de landbouw-enquète
is het gebleken, dat onze landbouw
verzwakt. Daardoor houdt de produc
tiviteit van onzen bodem op verre
na geen gelijken tred met de toene
ming der bevolking. Het tekort neemt
steeds toehoe langer zoo meer moet
Nederland bij den vreemde koopen
wat het noodig heeft.
»'t Is een gewigjitig Staatsbelang
daarin verandering te brengen.
«Het voorgestelde middel kan daar
toe bijdragen en daarom moet de Re
geering trachten bet zoo spoedig als
mogelijk is in zijn geheelen omvang
toepassen.
«Hoe verschillend over het bezit
en het gebruik van den bodem, over
landnationalisatie en dergelijke dingen
gedacht moge worden, allen zijn het
er over eens, dat de cultuur van den
grond moet zijn in bekwame handen.
«Vele Staten hebben dal sedert lang
begrepen en op dat gebied veel .meer
gedaan dan bij ons.
«Mocht de Minister meenen dat bij
thans wegens gebrek aan geschikt
personeel niet verder kan gaan, dan
maak ik mij sterk en ben ik bereid den te voeden Het is geenszins een
Men verzoekt
het bericht voorkomende
ranten. als zoude Hare MajesteiTfte
in in de afgeloopen week in eene arreslê-
de zijn uitgereden, op eene dwaling moet
berusten.
Immers Hare Majesteit heeft het paleis
nog niet anders dan in een -gesloten rij
tuig verlaten. Van het uitrijden in eene
arieslede kan uit den aard der zaak ge-
trende den zwaren rouw geen sprake
Utr. dgbl.
•>s|. ;s bepaalu, dat per-
Zijne Excellentie aan zijn Departement
te overtuigen dat bij zich vergist.
«In dat geval hoop ik dat de Mi-
nisier zal kunnen goedvinden bij sup
plementaire begrooting de benoeming
van meer, hetzij vaste of tijdelijke,
leeraren aan de Slaten-Generaal voor
te stellen."
De Minister van Binnenlandsche
Zaken antwoordde hierop, dat bet hem
aangenaam zal zijn van de ervaring
van den heer Schepel gebruik te kun
nen maken; dat evenwel tot dusver
het vinden van geschikte personen
niet zoo heel gemakkelijk was geweest,
dat in elk geval eerst dan tot uit
breiding van het personeel overge
gaan, en een nieuw voorstel daartoe
bij de Kamer ingediend kan worden,
als de meerdere behoeften zal zijn
gebleken.
Er is in de redeneering van den
geaehten Afgevaardigde uit Appinga-
dam iets, dat ons vreemd toeschijnt.
Zou, indien de toestand van onzen
landbouw een bloeiende kon genoemd
worden, de onevenredigheid tusschen
bevolkingscijfer en productie van den
bodem voor goed ophouden Maar
de laatste beeft toch zekere grenzen,
terwijl het nog niet mogelijk is te
bepalen, waar die van de volkstoe
neming zijn gelegen. Industriëele sta
ten zijn het dichtst bevolkt; daar
wordt evenwel een belangrijk deel
van den bodem aan de cultuur ont
trokken, door het bouwen van fabrie
ken en woningen en bet aanleggen
van verkeerswegen hoe zou men dan
kunnen vergen dat die verminderde
grondoppervlakte in staat was, om
ook bij toepassing van bet beste land-
bouwstelsel, die grootere massa mon-
bewijs van achteruitgang, als men ver
plicht is een groot deel van de be-
noodigde voedingsmiddelen van elders
te laten komende zaak is maar, te
zorgen dat men dien aanvoer betalen
kan. Dat hangt alweer af van den
omvang der nijverheid en van de ge
legenheid om haar producten te gelde
te maken. Ons Nederland beeft die
gelegenheid in zijn koloniën en kan
die nog veel uitbreiden in landen
waar ook de voortbrengselen van den
arbeid van andere Europeesche volken
in trek zijn. Dat onze landgenooten
daartoe het noodige doen, zullen wij
volstrekt niet beweren.
Voor bet overige geven wij den
Spreker gaarne toe, dat een meer
intensieve cultuur van onzen niet
overrijken bodem zeer gewenscht is.
Wij zeggenniet overrijk, daarbij
lettende niet op het productief ver
mogen van enkele streken, maar'ge-
middeld genomen, dus de zandgron
den en de niet of maar voor een
klein deel in bebouwing genomen
woeste gronden medegerekend.
Dat we behoefte hebben aan man
nen, die de landbouwers komen voor
lichten omtrent de beste wijze om
van de door ben gebruikte gronden
bet meeste voordeel te trekken, is
boven twijfel verheven. En daarbij
willen we nog gaarne erkennen, dat
het hier geldt een Staatsbelang, waar
voor bet Rijk zich uitgaven moet
willen opleggen uit de algemeene kas.
Maar nu komen we tot een cirkel-
redeneering. Waarom dan niet meer
landbouwleeraars aangesteld, die
wèl te vinden zijn, zegt de heer Sche
pel. Wel, omdat zich de behoefte
niet duidelijk genoeg uitspreekt.
P<=. .wr-rtfan h
stond" hem eene slrai i
geëvenredigd is aan j.
door wordt teweeggebi t n
nul; en voor al die nullen wordt t
zoo veel verzwaard.
-fr
Prof. Verdam komt in den Volkss'
manak van »'t Nut" op tegen het ot.
Hollandsche woord «voorradig." dat zui
ver Duitsch is, terwijl onze taal er de
goed Nederlandsche uitdrukking «voor
handen" voor bezit.
.f atst I" denzelfden almanak wordt van 17
In de eerste plaats Zv -,e departementen van »'t Nut" medegedeeld
bouwers niet genoegzaaRJANO'S upwV boeken zij«voorradig" heb-
ontwikkeld om te weteh A;M. Tna.
nieuwe, 't welk men hun aanpiijsv,-
in menig opzicht te verkiezen is boven
de tot dusverre gebruikelijke metho
des, die goede resultaten hebben op
geleverd toen alle omstandigheden
gunstig waren, doch falen nu de strijd
om te concurreeren scherper is ge
worden, terwijl bet ook niet te ont
kennen is dat men voorheen, door er
maar op los te «telen," de produc
tiviteit van aen grond allesbehalve
verhoogd heeft. En, al begrepen zij
't wèl, dan hadden ze dikwijls nog
geen geld om de aangeprezen verbe
teringen in te voeren. Het gemis van
welvaart in den boerenstand maakt
dus, dat men geen wandelleeraars in
genoegzamen getale verlangt; het niet
voldoende verstrekken van practisch
vakonderricht, gevolg van het niet
aanwezig zijn van leeraars, is een der
oorzaken waardoor bet gemis van
welvaart niet wordt weggenomen.
Men ziet het, zoo komen we niet
verder.
Wil de Regeering iets doen van
blijvenden aard, ofschoon van minder
snelle werking dan sommigen verlan
gen, dan moet een aanvang gemaakt
worden bij bet begin. Zij zorge eerst,
dat de landbouwerskinderen voldoende
worden onderwezen, op de lagere
school. Invoering dus van wettelijken
leerplicht, met vrijlating, voor allen
in dezelfde gemeente gelijk, gedurende
de drukste weken, doch het een en
ander zoo geregeld dat het tot een
bevredigend eindresultaat voert. Dan
zullen over een tiental jaren de jon
gelui in staat zijn, de lessen van de
leeraars in de theorie en de praktijk
er uee.bn den Apo-
wijs verkhjg&,
■fllrchters
snapt er niet veel v
niet heen. Met een go>
bevolking zal dat andei
men zal met aandrang om
vragendie betrekking zal een vi
bare, een zeer dankbare worden
personen van aanleg en geschiktl.
zullen zich in toenemend getal op een
zoo nuttigen werkkring voorbereiden.
Dan behoeft geen Minister meer te
zoeken, en in twijfel te verkeeren of
hetgeen hij heeft gevonden wel van
eenig nut zal zijn.
Bij den buitengewonen toevoer van
brieven en andere stukken voor den
Nieuwjaarsdag is vertraging in de be
stelling onvermijdelijk.
Door vroegtijdige ter postbezorging
kan daaraan echter worden te gemoel
gekomen.
Bij wijze van proef zullen dit jaar de
brieven, welke men op den Nieuwjaars
dag wenscht besteld te zien, reeds van
heden 27 December af ter post kunnen
worden bezorgd.
Opdat die brieven in bet oog vallen,
moet daarover op de adreszijde op in liet
oog vallende wijze met inkt een kruis
zijn getrokken.
De bedoelde wijze van verzending, te
rekenen van beden, ook wat het aan
gewezen merk op de adreszijde betreft,
gelieve bet publiek mede toe te passen
op de gediukte nieuv/jaarswenscben en
kaartjes.
Op de bestelling dier stukken op 1
Januari, althans voor zooveel zij bestemd
zijn voor de groote plaatsen, mag echter
niet worden gerekend.
(Staats-Ci.)
18) «Zijt gij te Wolchester bekend?"
«Zeer goed. De familie mijner moeder
woont aldaar."
«Waarlijk."
Toen hij dit zeide scheen zijne gestalte
*"rober in een te krimpen en op zijn gelaat
vertoonde zich eene uitdrukking van de
grootste smart en deed de fierheid, die
er anders op lag, geheel verdwijnen.
«Dan zult gij misschien te een of ande
ren tijd wel eens te Wolchester komen."
«Dat is zeer waarschijnlijk ten min
ste, zoo ik van daar eene uitnoodiging
ontvang. Mag ik u dan een bezoek brengen,
u eene boodschap van uwe dochter be
zorgen?"
«Neen, neen. Gij hebt mij beloofd haar
niet te zullen spreken, mijnheer."
Mr. Delancy verzocht hem zich te herin
neren dat hij niets van dien aard gezegd
had, doch Mr Judge scheen hem niet te
verstaan. Andere gedachten hielden hem
bezig, terwijl de minuten voortspoedden,
en brachten hem geheel in verwarring;
want hij bracht zijne vermagerde handen
aan zijn hoofd als wilde hij zich nog iets
te binnen breogen, dat hij belangrijk ge
noeg oordeelde nog te zeggen, voor hij
vertrok.
«Nu ga ik heen. Misschien heb ik ge
legenheid u na eenige weken te schrijven.
Wilt gij mij die vrijheid veroorloven
«O, gewis."
«ik weet het niet, maar het zou moge
lijk kunnen zijn. Laat eens zien wat
nog meer?"
Hij kon niets meer bedenken; daarop
naderde hij onzen held en reikte hem de
hand.
«Ik dank u voor de goedheid en hulp,
die gij mij bewezen hebt ofschoon ik
natuurlijk in een dergelijk geval hetzelfde
zou gedaan hebben."
Met deze zonderlinge wijze van zijn
dank te betuigen, nam Mr. Judge zijn
afscheid.
Edmund Delancy volgde den ouden Judge
in de straat, doch zorgde dat deze hem
steeds eenige schreden vooruit was. De
postwagen stond gereed om naar Wol
chester te vertrekken, en daar dit en de
aankomst op Zaterdag avond en eenige
belangrijke voorvallen der week waren,
zoo besloot Delancy op eenen eerbiedigen
afstand het vertrek gade te slaan, te meer
daar Anna Judge daar ook zijn zou, om
van haar vader afscheid te nemen. De
zenuwachtige bezorgdheid van den vader
voor zijne dochter mocht door hem niet
worden geschokt, dacht hij met de hem
eigene edelaardigheid; zijne nabijheid zou
den ouden man in een of ander opzicht
kunnen hinderen. Mr. Judge had tot in
liet overdrevene zijne gedachte op een
punt bepaald, dat punt was zijne dochter,
echter wilde Delancy hem niet laten ver
trekken met de minste vrees voor zijne
dochter. Hij stond dan op omstreeks twin
tig el van de «Zeemeeuw," en zag Mr.
Judge niet moeite naar boven klimmen,
na zich eerst tot op het uiterste oogen-
blik onderhouden te hebben met zijne
dochter en eene lange, magere vrouw
met een bruine japon en kastoren hoed.
Hij zag het hoe Anna Judge die, in weer
wil van haar lengte en vrouwelijk gelaat
nog een kind was, schreide en hoe de
magere vrouw haar tweemaal bij den
arm schudde en haar op de openbare
straat wegens hare zwakheid beknorde.
De vader stond voorover gebogen en deed
zijn best haar tot bedaren te brengen,
tot grooten last van twee mannen, over
welke hij leunde. De postwagen was dien
morgeo vol vsm echtgenooten, die hunne
vrouwen en kinderen bezocht hebbende
recht in hun schik schenen Ilpham en de
hunnen weder te verlaten; twee echter
nog niet zeer lang getrouwd, zaten met
een treurig gelaat naar hunne vrouwen
te stareD, van welke eene haar eersten
zuigeling ophief, als het schoonste ge
zicht in de weinige oogenblikken, ilie het
vertrek voorafgingenechtgenooten met
een stuursch gezicht, die van hunne gade
afscheid hadden genomen, haar den rug
hadden toegekeerd en zich meer bezig
hielden met hun sigaar aan te steken,
dan met hunne gezellinnen op den le
vensweg; en een echtgenoot, gerust sla
pende met den hoed achter op het hoofd
en zijn jaskraag over zijne ooren gesla
gen. Een treffend tooneel voor Ilpham,
een tooneel dat alle bezoekers op de
straten, voor de vensters en aan de deu
ren bracht, nu het weder een gunstige n
keer had genomen; een tooneel, dat ook
de bewoners dier plaats naar buiten riep,
die zich op eene lijn plaatsten en ook
een dertigtal ellendig gekleede mannen
en vrouwen had doen aansnellen, die met
hun bleek vervallen gelaat en holle ooger,
Pownie's laatsten wagen voor Zondag
wilden zien vertrekken.
Een lang aangehouden toon uit den ho
ren van den conducteur, het getrappel
van zestien hoefijzers op den weg, en de
postwagen was op weg naar Wolcligster
onder het gewuif met de hand uit den
wagen en met zakdoeken van de acliter-
blijrende vrouwen en de hoera's der kna
pen, die het rijtuig door de straten volg
den.
Nog eenen blik sloeg Ned Delancy op
Anna Jndge, die daar nog stond te wee-
nen, ondanks de vermaningen barer tanle,
en toen sloeg hij den weg in naar Pros
pect Terrace, verbaasd over de liefde der
dochter tot haren vader.
«Hij schijnt een eigenzinnige, baatzuch
tige, afgunstige, driftige oude gek," zeide
hij, alle mogelijke benamingen op Mr.
Judge toepasselijk, opsommende, «dien
elke verstandige dochter spoedig moede
zou moeten worden. Een leven aan hem
en aan zijne kuren gewijd, zie daar het
levensdoel van dat meisje! Indeidaad ik
benijd den toekomstigen echtgenoot van
Anna Judge niet. zoo zij al ooit huwt.
dat ik niet geloof."
Aan de deur van Prospect Terrace ge
komen, wist hij niet of hij naar binnen
gaan, of Ilpham eens in alle richtingen
doorkruisen zoude, daar het weder er
aanlokkelijk genoeg toe was; eindelijk
echter besloot hij naar zijne kamer te
gaan.
Hij ging naar boven, trad in zijne cel,
waar zijn oog al zeer spoedig op een
brief viel, die op de tafel lag.
«Hoe lang is deze hier geweest? Wit
heeft hem gebracht?" riep hij aan d<
meid, die op hel portaal bezig was.