Gemengd Nieuws.
BUITENLAND.
Plaatselijke berichten.
dan het gemiddelde, wil nog niet zeggen,
dat de zomer die komt nog natter zal
zijn dan de laatste zomers. Over de mate
van het hoogere bedrag, is niets met ze
kerheid te zeggen; het «te veel" ki n wel
van dien aard zijn, dat alleen meteorolo
gische waarnemingen het aantoonen.
Hoe sterk op sommige plaatsen in
de Zuiderzee het ijs nog is, blijkt wel
uit het volgende, dat gemeld wordt aan
de IV. Ct.:
«Vijf Zuiderzee-stoombooten, voorafge
gaan door een bekende en sterk gebouw
de sleepboot, de Maarten Trompvan de
firma Lenting te Amsterdam hebben Zon
dag beproefd een weg dooi het ijs in de
Zuiderzee naar de Kamper Ketel te banen.
Van dezen tocht rapporteert kapt. Oostin-
ga van de Zuiderzee der Zwolsche nacht-
hootonderneming die Zondagochtend te
7'/, uur Kampen verliet en 's middags
ongeveer 5% uur te Amsterdam behou
den aankwam, dat hij, op korten afstand
van den vuurtoren op den hoek van het
IJ, een der vijf stoomers heeft ontmoet
geheel gezonken, zoodat nog slechts mast
en schoorsteen zichtbaar waren. Van de
opvarenden en van de overige vier boo
ten had hij verder niéts vernomen. Hij
meeDt daarvan de .oorzaak hierin te moe
ten zoeken, dat hij zooveel mogelijk langs
den Zuidwal koers hield door hel gedu
rig voet dikke ijs, terwijl bovenbedoel
de stoomers dezerzijds koers hielden langs
de Noord.
Een nader bericht bevestigde het onge
luk, aan de Stad Kampen van de Zwol
sche raderstoomboot-maatschappij over
komen, dat het schip door het schuiven
van liet ijs een lek bekwam en gezon
ken is. Overigens is niets bekend.
Nader wordt gemeld dat de vijf ver
miste stoomschepen, met de ijsmassa naar
de Gouwzee afgedreven, aldaar in het ijs
beklemd zitten.
De opvarenden der Stad Kampen zijn
gered."
Voor eenigen tijd heeft de Raad der
gemeente Ede, op verzoek van dien van
Wageningen de concessie voor den stoom
tram Wageningen Ede, zonder eenige
belangrijke wijziging in de voorwaarden,
met "100 jaren verlengd, welke veilenging
de Raad van Wageningen noodzakelijk
achtte bij hare onderhandelingen met de
Exploitatie-Maatschappij over de overname
van genoemde lijn.
Een aantal ingezetenen van Bennekom
(gem. Ede) hebben zich daarna per mis
sive tot Ged. Staten gewend, met ver
zoek, te trachten dal alsnog in de con
cessie-voorwaarden zou woiden opgeno
men eene beleie regeling van het goede
renvervoer aldaar, zoo mogelijk door het
aanleggen van eene losplaats, enz.
Ged. Staten hebben thans reeds eenige
malen bij den Raad er op aangedrongen,
op het eerstgenomen besluit terug te ko
men, doch de Raad, overwegende dat
Wageningen op dat besluit voor een deel
hare onderhandelingen met den Staat
heeft gebaseerd en het dus ondoenlijk is,
dat besluit thans in te trekken, is hiertoe
niet genegen. Ged. Staten maken ook
bezwaar tegen het besluit omdat zij hierin
niet zijn gekend en volgens hun oordeel
art. 40 van het reglement op wegen en
voetpaden niet is in acht genomen, 't welk
zegt, dat het verboden is op wegen spoor
staven te plaatsen zonder toestemming
van Ged. Staten.
De Raad is evenwel van oordeel, dat
aan dit art. geen terugwei kende kracht
kan worden toegezegd, daar de spoorsta
ven reeds jaren in den weg hebben ge
legen, en besloot Zaterdag II. ten tweeden
male, niet terug te komen op het een
maal genomen besluit.
Met belangstelling wordt de afloop dezer
quaestie tegemoet gezien.
De voorzitter der Tweede Kamer is
voornemens aan de centrale afdeeling
voor te stellen, daags na de bijeenkomst
der Kamer in de afdeelingen te doen on
derzoeken o. a. de navolgende wetsont
werpen
gevoeld door het voorstel tot scheiding
en deed die beleediging hare tante eene
gehechtheid verbergen, die zij toch bezat.
Dit spoorde Anna aan tot spreken. Het
was reeds dicht bij twaalven en zij kende
dit uurtje aan het zonnelicht op den muur.
«Tante, gij meent dat ik u veronacht
zaam door het gedane voorstel in over
weging te nemen dat ik ondenkbaar
ben voor het geen gij voor mij gedaan
hebt."
«Kind," was het scherpe antwoord, nik
denk niet eens aan u."
Anna zweeg en ijveriger dan te voren
bewogen zich hare vingeren, even ijverig
als die harer tante en in het vertrek deed
zich alleen het getik der klossen hooren.
Tante Mary was door de woorden harer
nicht in hare overpeinzing gestoord over
het nachtelijk bezoek, waarvan hare nicht
niets wist, en na weinige minuten deed
zij Anna door eene vraag opschrikken.
«Hoe, zeidet gij, dat de broeder van
Lady Burlinson heet?"
«Day."
«Dokter Day, niet waar? geneesheer
te Londen?"
»Ja."
't Is niet waarschijnlijk, maar men kan
niet te voorzichtig zijn," zeide zij in zich
zeiven, en zette op hetzelfde oogenblik
haar kussen terzjjde, nam haar hoed en
Vaststelling van bepalingen ter uitvoe
ring van art. 187 der Grondwet.
Verlenging van den diensttijd voor de
ingelijfden bij de militie te land der lich
tingen van 1885 en van 1886 en voor de
ingelijfden bij de zeemilitie der lichting
van 1887.
Wijziging der wet van 1 Juni 1865
regelende het geneeskundig staatstoezicht.
Onder leiding van Mr. E. E. van
Raalte werd Zaterdag te Amsterdam de
aangekondigde algemeene vergadering
gehouden van de «Liberale Linie."
Met 26 tegen 10 stemmen werd aan
genomen de volgende motie van het be
stuur
«De «Liberale Unie", zich vereenigende
met de strekking van het uitgebrachte
praeadvies van meening dat de in
grijpende wetswijziging van het achtste
Hoofdstuk der Grondwet den wetgever
de verplichting oplegt, verbetering te
brengen in de inrichting onzer strijd
krachten, en dat daarbij toepassing be
hoort te erlangen het beginsel van per
soonlijken dienstplicht, spreekt den wensch
uit, dat thans op den grondslag van het
ontvangen wetsontwerp een regeling van
dit onderwerp lot stand korrie."
Aan het Instituut voor de Marine
te Willemsoord kunnen ditjaar 20 jonge
lieden geplaatst woiden als adelborsten
voor deu zeedienst, en 4 als adspirant-ad-
ministrateur bij de zeemacht.
Uit Parijs wordt gemeld
De daling der Fransche rente wordt
toegeschreven aan een artikel in de
Kölnische Zcitung. Daarin werden naar
aanleiding van het bekende optreden van
Deroulède, de Fransche regeering en de
verstandige elementen der Fransche natie
aan de plichten der gastvrijheid herin
nerd, met de verzekering dat door eene
beleediging van den Keizer of zijne moe
der de geheele Duitsche natie zich be-
leedigd zou gevoelen.
Fransche dagbladen beweren datBou-
langer niet te Brussel is gekomen om er
eenige dagen door te brengen, maar wel
om er zich te vestigen, wijl hij ernstige
voorvallen verwacht en hij noodig heeft,
zich dichter bij Frankrijk te bevinden,
daar de briefwisseling met het eiland
Jersey te moeielijk is. Overigens is zijn
verblijf te Brussel met de grootste ge
heimzinnigheid omringd. De reporters der
dagbladen loeren onophoudelijk op de
poort van het hotel, zonder iets te ont
dekken. Wat zij vertellen zijn meestal
vruchten van hunne verbeelding. De da
me, die Boulangei vergezelt, schijnt ziek
te zijn.
Het Berliner Tageblatt bericht, dat
graaf Munster Woensdag in een lang
durig ondeihoud met den Minister Ribot,
dezen te kennen gegeven heeft dut de
huidige poging van Duitschlarid om op
vriendschappelijken voet met Frankrijk
te komen, wel eens de laatste zou kun
nen wezen. Dit blad, dat reeds sedert
jaren op verschillende wijzen er> zonder
ophouden eene verzoening met Frankrijk
bepleit heeft, zegt heden: «tloe dreigend
de «Marseillaise" ook over de Vogesen
weerklinken moge, met gelijk zelfbewust
zijn als vóór 20 jaren zingen wij«Fest
steht und treu die Wacht am Rhein I"
Er heerscht groote gisting onder de
mijnwerkers in de steenkolenmijnen in
het noorden van Engeland. De vaste werk
lui in ééne der mijnen van den markies
van Landsdowne hebben onlangs den
arbeid gestaakt om liooger loon en min
der werkuren te bekomen. Daar hun
eisch niet werd ingewilligd, zij ook niet
verkozen weer aan den arbeid te gaan,
maar wel de huisjes willen blijven be
wonen, die de markies voor hen heeft
laten bouwen en niet verkozen die te
verlaten, zijn in de vorige week eenige
gezinnen met behulp van den sterken
arm der wet op straat gezet en zou deze
doek van den muur waarna zij hare lin
ten onder haar kin vaststrikte of liever
rukte.
«Gaat gij uit?" vraagde Anna.
«Ja, een oogenblik, ik moet naar de
markt."
Op hetzelfde oogenblik verliet zij het
huis en met snellen tred, als door de dui
velin der achterdocht voortgezweepl,snelde
zij voort. Met groote stappen ging zij
over het voetpad en zag er in het volle
daglicht, waarin wij haar thans voor de
eerste maal ontmoetten, nog norscher en
onvrouwelijker uit dan ooit. De rij hutten
van het Blackwater had zij welhaast be
reikt; en daar de bewoners dier buurt
nooit schijnen te werken en alleen over
hunne armoede nadenken, zoo lagen er
ook nu eenige mannen met hunne pijpen
in den mond, die de armoede er niet uit
kon verdrijven, en nog meer vrouwen en
kinderen over hunne onderdeuren of uit
hunne ramen, toen zij voorbijkwam.
Zij waren allen beleefd, een paar zelfs
zagen haar met zekeren eerbied aan, als
eene vrouw die dag en nacht arbeidt en
geen ledigheid kent; als eene vrouw, die
men nog nimmer op dat uur van den dag
op straat gezien had.
«Goeden morgen juffrouw," hoorde
men meer dan eens, doch Mary vertaar-
dige zich bijna niet dien groet te beant
week daarmede worden voortgegaan.
Duizenden mijnwerkers in de buuit slaak
ten nu uit sympathie hun werk.
Generaal Booth maakt op het oogen
blik een reis door het noorden. Te Stock
holm werd de rtfime Emanuel-kerk hem
afgestaan om zijne maatschappelijke plan
nen uiteen te zetten. Prinsen van den
bloede, ministers, leden van den adel en
geleerden waren onder zijn gehoor. De
belangstelling schijnt zeer groot geweest
te zijn. Maandag kwam Booth te Berlijn
aan, waar hij in de vereenigingszaal van
het Heilsleger een voordracht hield.
Aangaande de revolutie in Chili (Zuid-
Amerika) meldt het laatste bericht, dat
de telegraphische gemeenschap tusschen
Iquique en de Vereenigde Staten, niet
tegenstaande de stad zich waarschijnlijk
in handen der opstandelingen bevindt,
weder hersteld is. De dienst is echter
beperkt en de burgers mogen niets sei
nen, wat de goedkeuring der regeering
niet heeft verkregen. Voorts zijn uit
Chili te Lissabon telegrammen ontvan
gen loopende tot 11 Februari. Toen
woedde de burgerkrijg heviger dan ooit.
Balmaceda had zijn leger opgevoerd tot
30.000 man, deels door gedwongen in
lijving van vreemdelingen bij het leger,
hetgeen leeds één protest heeft uitgelokt
vanwege de regeering van Bolivia. Bal
maceda zond den nieuw benoemden ge
zant in Duitschland Godoy, instructiën,
om, daarheen op weg zijnde, te Buenos-
Ayres met de Argentijnsche Regeering
te onderhandelen, over het aankoopen
van wapenen en krijgsvoorraad, alsook
van den pas afgeloopen, in Engeland ge
bouwden. kruiser, genaamd «25 Mei".
Het is echter hoogst twijfelachtig, of
de Argentijnsche regeeiing daarin zal
toestemmen. Pellegrini schijnt integendeel
besloten te zijn onzijdig te blijven, en
zendt troepen naar de grenzen om de
neutraliteit te handhaven. De opvarenden
van drie Chileensche oorlogsschepen te
Montevideo besloten eveneens onzijdig te
blijven. De bankiers Edwards Matie
Co. hebben hunne instellingen te Valpa
raiso en Santiago gesloten, omdat Bal
maceda zich in hunne zaken heeft geméngd
hetgeen onttrekking van deposito's bij
andere banken veroorzaakte.
Dientengevolge zouden deze gesloten
moeten zijn hadde Balmaceda haar niet
een gioot gedeelte overgedragen van de
uitgifte van 12 millioen dollar biljetten.
Daardoor werd de schatkist uitgeput, doch
Balmaceda schijnt met het uitgeven van
papieren geld vuurt te willen gaan Te.
Santiago en Valparaiso wordt de ellende
onder de bevolking verontrustend. Balma
ceda beval zijne kusttroepen hun intrek
te nemen in de woningen der burgers,
opdat de bombardeerende schepen der
muiters die huizen zullen verniel en en
zoodoende de aanhangers van den presi
dent getroffen worden. De opstandelingen
hebben den gegijzelden bisschop van Se
rena losgelaten.
De 1 Luitenant C. C. J. J. Pfenni-
ger van het 5 Regiment Infanterie is bij
koninklijk besluit van 17 Februari jl. No.
10 benoemd tot kapitein bij het 1 Regi
ment Infanterie.
Het aantal arbeidskaarten, bedoeld
in artikel 10 der wet van den 5en Mei
1889 (Staatsblad no. 48), in '1890 door
den burgemeester dezer gemeente uitge
reikt, bedraagt 166, en het aantal geldige
ai beidskaarten einde 1890 in omloop 198,
als: 16 voor jongens en 5 voor meisjes
tusschen 12 en 13 jaar; 40 voor jongens
en 6 voor meisjes tusschen 13 en 14
jaar; 48 voor jongens en 9 voor meisjes
tusschen 14 en 15 jaar en 62 voor jon
gens en 12 voor meisjes tusschen 15 en
16 jaar. Het aantal fabrikanten en werk
bazen, die met beschermde personen wer
ken, en dus zijn voorzien van eene door
of namens den burgemeester in 1890 ge
waarmerkte arbeidslijst, overeenkomstig
woorden, zelfs verbeeldde zich eene dier
buurvrouwen dat zij haai met een blik
vol minachting aanzag.
«Een kale trolsche nuf," voegde zij er
bij, toen Mary Judge ver genoeg was om
het niet te hooren; «zij denkt boven ons
verheven te zijn, omdat zij meer te doen
heeft dan wij zij geeft zich den tijd niet
iemand te groeten. Ik zou wel eens willen
weten wie zij toch is, daar zij zich zoo
geheel afgezonderd houdt en toch in ons
midden leeft."
Mary Judge echter sloeg op niets acht
en stapte door tot zij in de High street
gekomen was, sloeg toen rechtsom in de
richting van Markham's Hotel, dat zij ein
delijk bereikte, de trappen zonder aarzelen
opliep, als eerie vrouw, d e haar besluit
genomen heeft en wier tijd kostbaar
was.
«Kan ik dokter Day spreken?" vroeg
zij aan den eersten lakei, dien zij tegen
kwam, en onder een ongeduldig kloppen
tegen een beschot herhaalde zij de vraag.
«Is hij te huis?"
«Ja, hij is te huis, geloof ik. Wie moet
ik zeggen dat er is
Zij bracht haar vinger aan haren mond
om een oogenblik na te denken.
«Dat is hetzelfde. Zeg hem dat het
eene zeer belangrijke zaak geldt."
De bediende vertrok, denkende dat Zy
art. 11 der voornoemde wet, beloopt 79,
terwijl in het geheel 141 zoodanige fa
brikanten en werkbazen in deze gemeente
worden aangetroffen. Dagelijks, van af 1
Mei 1890, werden de fabi ieken en wei k-
plaatsen achtereenvolgens geïnspecteerd.
Het getal weezen ten laste van het
burger'weeshuis was op 1 Januari 1890
12 jongens en meisjes, van welke er in
den loop des jaars 5 het huis verlieten.
Daarentegen zijn er 4 in opgenomen, zoo
dat er op 1 Januari 1891 ten laste van
het gesticht werden verpleegd 26 weezen
waarvan een buiten het gesticht.
(Utr. Dgbl.)
Aar, een particulier schrijven uit New-
York ontleent «het vaderland" het bericht,
dat een honderdtal Amerikaansche pre
dikanten voornemens zijn dezen zomer
Leiden te bezoeken, om aldaar in de
Pieterskerk een gedenkteeken te plaatsen
voor Robinson.
Aan de Tijd kwam dezer dagen een
vermakelijk staaltje ter oore, waaruit
blijkt, dat bij sommige meubelfabrikan
ten zelfs de eisch, dat zij geen totaal
onbekenden zijn op het gebied der ge
schiedenis, voor zoover die met de stijlen
aanrakingspunten heeft, wel wal kras is.
Een meubelfabrikant geen baasje,
maar een baas! van een onzer groot
ste steden, bij een klant ontboden en
door dezen gevraagd, hoe hij het best
zijn huis zou meubelen, kreeg ten ant
woord
«Wel, u kunt 't krijgen zooals u wilt:
Louis XIV, veertiende eeuw, Louis XV,
vijftiende eeuw, precies zooals u maar
verkiestTableau!
Gelukkig voor die meubelfabrikant, dat
er geen stijl-Heinrich von Reuss bestaat,
want hij zou raar nebben staan kijken,
zoo zijn klant hem een toekomst-ameu-
blernent-Heinrich von Reus XXIV, vier-
en-twintigste eeuw, had besteld I!
Gedurende den winter zijn aan de
Texelsche kust nog niet zooveel wilde
zwanen gezien als in de afgeloopen week
het geval was. Een jager telde eenmaal
een troep bij elkaar van 148 zwanen.
De schuwe vogels weten zich echter zorg
vuldig buiten het bei eik der geweren te
houden.
Een ongehuwd man had een kosthuis
betrokken te Jubbega Schnrega. Steeds
betaalde hij geregeld zijn kostgeld, tot
hij voor eenigen tijd door ziekte daartoe
niet meer in staat was. Zijn kostbaas
had geen zin om hem langer te onder
houden. Hij legde zijn commensaal in een
kiniwagen en vervoerde hem op dietwijze
naar het een paar uur verder gelegen
Wijnjeterp, waar de man eigenlijk thuis
behoorde Niemand wilde zich daar over
den armen zieke ontfermen.
Goede raad was nu duur, en de ver
legen kostbaas zag geen anderen uitweg
dan zijn kruiwagen om te keeren en den
last aan den dijk te laten liggen. Eenigen
tijd later werd hij daar dood gevonden.
Naar aanleiding van dit voorval vertrok
ken Maandag van Purmerend de officier
van justitie, de rechter-commissaris en een
beeedigde klerk ter griffi, vergezeld van
de doctoren Rinkes en Kijlstra, naar Wijn
jeterp om een onderzoek ter plaatse in
te stellen.
Een Simson. Een jongman in Canada
wordt genoemd de sterkste man der
wereld. Het is een Canadees van Fran
sche afkomst, Louis Cyr genaamd, ge
boren te St. Jean, twintig mijl van Mon
treal. Ofschoon eerst 27 jaren en nog
geen zes voet lang, weegt hij reeds 84
kilo. Hij ziet er eerder uit als een dik
man, dan als een sterk man, doch zijn
spieren zijn lang niet zacht. Zijn hoofd
haar is lichtblond en gekruld, hij druagt
het lang, «niet", zegt hij, «omdat de
Simson der overlevering het zoo dioeg,
doch omdat lang haar den man iets aan
trekkelijks, iets artistieks geeft." Soms
eene kiespijnlijderes was, en keerde na
weinige minuten terug met hel verzoek
van in de zijkamer te willen gaan. Mary
Judge liep de trappen op, telkens eene
trede overstappende en was bijna den
jongeling, die haar voorging, omgeloopen,
toen deze in tijds nog de deur der zij
kamer bereikt had.
«Deze kamer?" vraagde zij ongeduldig.
«Ja, deze kamer."
Hij opende voor haar de deur eu met
dezelfde vaart trad zij binnen, alwaar zij
een kort en mager man vond zitten met
eenige brieven in de hand. Hij stond be
leefd op, toen zij binnentrad, want in
weerwil dier armoedige kleeding en harde
gelaatstrekken was er toch nog genoeg
in Mary Judge van de fatsoenlijke vrouw
overg-bleven.
«Zijt gij dokter Day?" vraagde zij.
«Ja, mevrouw, ik ben dokter Day."
«Dan behoef ik u niet langer optehou-
den," zeide zij. «Ik vraag u om vergeving
u lastig gevallen te zijn."
De heer boog.
Mary Judge had de deur reeds weder
bereikt toen een tweede gedachte haar
weerhield.
«Kent gij een heer van uw beroep,
Seymour genaamd?"
De aangesprokene wreef zich eenige
malen de kin met de brieven, die hy in
draagt hij het haar tot een knot opge
speld onder den hoed.
Deze man kan kolossaal zware gewich
ten tillen, het zwaarste gewicht dat hij
tilde was 1796,85 kilo. Door een dagblad
reporter geïntereviewd zeide hij
«De eerste vracht, dien ik tilde was
op deze wijze. Een vracht steenen meer
dan 900 kilo was in een gat in den weg
blijven steken en het paard kon er den
wagen niet uit krijgen. Ik was eerst zeven
tien jaar oud, doch een flinke knaap; ik
kroop onder de kar, zette er mijn schouders
onder en tilde den wagen uit de kuil.
Toen heb ik mij geoefend en tilde met
gemak spoedig 1200 kilo."
«Tien jaar geleden schafte ik alle ge
bruik van tabak en sterken drank af, voor
dien tijd deed ik veel aan drinken en
rooken. In die twee jaren heb ik 350
kilo meer leeren tillen. Ik voel mij veel
gezonder sinds ik alle tabak en drank
laat staan. Ik eet 2'/a of 3 kilo vleesch
daags ik eet evenveel als drie hout
hakkers.
«Mijn moeder was zeer sterk. Zij kon
met gemak 40 HL. graan twee verdie
pingen hoog dragen. Zij woog 130 kilo.
Mijn vader woog 110 kilo, maar kon niet
meer tillen dan een ander man. Geen
van mijn broeders is sterker dan een
ander man. Ik licht alles op met mijn
handen, zonder een riem over den schou
der. Ik heb 260 kilo getild met mijn
wijsvinger en met één hand 150 kilo
cement op mijn schouders getild."
Het ideaal van een civiele huwelijks
plechtigheid. Naar aanleiding van
het huwelijk van de kleindochter van
Victor Hugo met den zoon van Daudet,
welk huwelijk alleen burgerlijk gesloten
is, maakt de Gaulois de volgende voor
spelling, hoe in de toekomst de huwe
lijken gesloten worden, waarvan men
zeer zeker zal moeten erkennen dat het
een boel soesali zou besparen.
De trouwzaal ten stadhuize, zeer een
voudig, zonder schilderwerk, blank gewit,
geen ornamenten, geen stoelen. Aan het
einde der zaal het borstbeeld van de re
publiek op een kolom. Loketten evenals
in een station of in een postkantoor.
Boven het eerste leest men «Huwelijken"
boven het tweede «Echtscheidingen";
boven het derde «Overleden". Achter
ieder loket staat een ambtenaar.
Een heer en eene dame komen voor
het eerste loket.
«Is dat hier voor trouw-aangelegen-
heden?" vraagt de heer.
«Is u soms blind?" antwoordt de
ambtenaar.
«Pardon I Ik had het opschrift niet
opgemerkt. Wil u zoo goed zijn om ons
te trouwen?"
«Is zij daar met wie gij trouwen wilt?"
«Ja."
i't Is goed. Uw namen en voornamen?"
«Ik heet
«Och, dat duurt te lang. Heb ge geen
visitekaartje
«Zeker."
De ambtenaar schrijft de namen van
bruid en bruigom over.
«De namen en voornamen van de juf
vrouw?"
De heer trekt eene enveloppe uit zijn
zak. De ambtenaar neemt vervolgens een
kaartje niet ongelijk aan die der spoor
wegen, schrijft daar een paar woorden
op, stempelt het, en terwijl hij het den
heer overgeeft:
«Daar is uw huwelijks-kaartje. Ge zijt
getrouwd I"
«Dank U."
«Pas op, verlies uw kaartje niet. Kos
ten 10 gulden."
Zoo zal gewis de uiterste perfectie van
het huwelijk zijn: de snelheid gepaard
aan den eenvoud. Wij zijn nog zoo ver
niet, maar het zal wel komen.
Wat gaat sneller: een exprestrein of
een wielrijder? Ziehier een vraag, die
iedereen zal beantwoorden ten gunste van
het ijzeren paard, en toch zou hij dan
den wielrijder gedeeltelijk onrechtaandoen,
zegt de Ned. Sport.
de hand had.
«Seymour, Seymour," zeide hij in ge
dachte. «Ik herinner mij dien naam niet."
«Ik dank u," zeide Mary Judge, verliet
de zijkamer en sloot de deur achter zich.
Een kwartier later was zij weder aan
hare woning en worstelde met de deur,
doch deze weerstond al hare pogingen.
«Zij is zeker op slot," zeide zy einde
lijk, hare inspanning stakende en naar
adem hijgende.
Op dit oogenblik kwam een kleine
krullekop naar haar toeloopen, insgelijks
naar zijn adem hijgende ten gevolge van
den haast, waarmede hjj geloopen had
teneinde haar in te halen.
«Als het u belieft, Miss Judge, hier is
de sleutel."
«De sleutel!" riep Mary Judge verbaasd
uit, terwijl zij hem van den kleinen aan
nam.
«Wie gaf u dien, Wim? Waar is
Anna
«Anna heeft hem bij ons gebracht. Zij
wist dat hij bij moeder goed bewaard
was, zeide zij, tot gij terug kwaamt."
«En Anna, is Anna niet aan het
werk? Is zij niet
{Wordt vervolgd.)