NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT EN GELDERLAND.
HET BOOTHUIS.
Officiëele Publicatiën.
No. 20.
Woensdag II Maart 1891.
Twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
BINNENLAND.
Feuilleton.
4MÏBSF00BTSCHÏ COVBANT.
VOOR
abonnementsprijs:
Por 3 iixdaiidca 1Franco per post door het geheele Kijk.
Afzondert ij ke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUM'ER, Amersfoort.
advertentie ni
Van 1 6 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Adyertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
De BURGEMEESTER en WETHOU
DERS van AMERSFOORT,
Gelet op art. 6 der wet van den 2 Juni
t875 (Staatsblad No. 95),
Brengen ter kennis van het publiek,
dat een door I. A. de Vries ingediend
verzoek, met bijlagen, om vergunning tot
het oprichten van eene bewaarplaats van
lompen en beenderen in het perceel alhier
gelegen aan de Paternosterstraat, wijk
F, No. '154, bij het kadaster bekend on
der Sectie E, No. 3374, op de Secretarie
der gemeente ter visie ligt, en dat op
Maandag, den 23. Maart aanstaande, des
voormiddags te elf uren. gelegenheid ten
raadhuize wordt gegeven om, ten over
staan van het gemeentebestuur of van
een of meer zijner leden, bezwaren tegen
het oprichten van de inrichting in te
brengen.
Amersfoort, den 11. Maart 1891.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester
T. A. J. VAN ASCH VAN WIJCK.
De Secretaris,
W. L. SCHELTUS.
De BURGEMEESTER en WETHOU
DERS van AMERSFOORT,
Brengen ter kennis van de belangheb
benden, dat de lijsten, aanwijzende de
personen, in deze gemeente bevoegd tot
het kiezen van leden voor de Tweede
kamer der Staten-generaal, de Provinciale
staten en den Gemeenteraad, zijn vast
gesteld, en benevens die, behelzende de
namen der personen, welke ingevolge art..
35 der wet van den 4. Juli 1850 (Staats
blad No. 37) van gemelde lijsten zijn
geschrapt, op heden aan de bergplaats
bij het raadhuis zijn aangeplakt; welke
lijsten met den schattingsstaat en de ver
slagen der betrokken ambtenaren gedu
rende veertien dagen, te rekenen van
heden, alle werkdagen van 's voormiddags
10 tot 1 uur des namiddags, op de se
cretarie dezer gemeeDte voor eenieder ter
inzage liggen.
Amersfoort, den 9. Maart 1891.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester
T. A. J. VAN ASCH VAN WIJCK.
De Secretaris,
W. L SCHELTUS.
Is het Hbl. wel ingelicht, dan heeft
de minister Bergansius, bij het overleg
met de commissie uit de Tweede Kamer
op geen enkel hoofdpunt van zijn wets-
voordracht toegegeven.
De regelings-commissie voor de ten
toonstelling van bloemen en planten, die
de afdeeling Utrecht van het Genootschap
voor landbouw en kruidkunde bij gele
genheid van het 50 jarig bestaar. van het
genootschap zal houden, heeft vanwege
H. M. Koningin Wilhelmina eene belang
rijke gift ontvangen.
De Haagsche kroniekschrijver van
de N. Gron. Ct. deelt mede, dat men
bij de hervatting der zittingen van de
Tweede Kamer eene interpellatie had
verwacht over de zaak Land. Daarvan
is echter, naar verzekerd wordt op ver
langen van den betrokken persoon zelf,
die niet als martelaar wilde besproken
en evenmin door den minister van marine
openlijk beoordeeld wilde zijn omdat hij
dezen de geschiktheid daartoe ontzegt,
afgezien in de stellige overtuiging, dat
het gepleegde onrecht binnen enkele
maanden zal worden hersteld.
Deze schr. deelt voorts nog mede, dat
een openlijke ongeschiktverklaring van
een marine-officier niet zonder voorbeeld
is, zij 't dan al niet in 's lands taadzaal,
dan toch voor het front van de gansche
marine. Jaren geleden werd door een
kommandant, met name Hugenholtz, de
Schr. meent van de «Guinea", een eerste
officier uit een ander werelddeel naar
Europa teruggezonden, met extra gele
genheid, omdat de kommandant hem
eenvoudig onbruikbaar verklaarde. Dit
feil maakte toen niet weinig indruk; en
toch is die destijds als ongeschikt ten
toongestelde officier thans schout bij nacht
en minister van marine. Men moet
het dus met de beoordeeling niet al te
nauw nemen.
Zaterdag vóór Paschen zal te Hee
renveen in het Posthuis een groote ver
gadering gehouden worden van socialisten
waarin drie sprekers het woord zullen
voeren.
Op den eersten Paaschdag wordt al
daar de algemeene jaarlijksche vergade
ring gehouden van den bond voor alge
meen kies- en stemrecht.
De heer F. van der Goes, uit Amster
dam, heeft te kennen gegeven op onder
scheidene plaatsen in het kiesdistrict te
zullen spieken. De heer F. DomelaNieuwen-
huis zal binnenkort verantwoording van
zijn mandaat doen als volksvertegen
woordiger van Scholerland.
Naar gemeld wordt, is het in liet
vervolgaan de postambtenaren ten streng
ste verboden postzegels, welke door het
publiek in gewone- of aangeteekende
brieven als pasmunt of tot overmaking
van kleine bedragen zijn ontvangen, le
gen geld in te wisselen.
Ingevolge daartoe door den chef der
firma Krupp te Essen aan onze regeering
gedane uitnoodiging, zullen weldra eenige
officieren van het Nedei landsche en van
het Indische leger en van de marine naar
Essen vertrekken, om eenige schietproeven
met nieuw geschut bjj genoemde firma
bij te wonen, en tevens een kijkje te
nemen in de uitgebreide werkplaatsen en
terreinen van dien oorlogs-industrieel.
Er is eene nieuwe stoomvaart
maatschappij tot stand gekomen ten doel
hebbende de scheepvaart van Vlissingen
uit te breiden, en door geleidelijke ont
wikkeling de havenwerken aldus dienst
baar te maken aan de scheepvaart onder
Nederlandsche vlag.
Deze maatschappij zal nauw verbondeD
zijn met de stoomvaartmaatschappij Zee
land en stelt zich lot taak het goederen
vervoer van Vlissingen naar buitenland-
sche havens, in de eerste plaats naar
Engelsche havens, te ontwikkelen. De
eerste lijn waarvoor nieuwe stoom
schepen gebouwd worden zal zijn
een dienst tweemaal per week naar en
van Huil.
De maatschappij, die den naam zal
voeren van de Zeeuwsche Stoomvaart
maatschappij, zal staan onder directie
van de heeren Mr. C. Bakker Cz. en
C. L. van Woelderen.
Het bestuur der Hulp-Zendingver-
eeniging te Zwolle, heeft besloten om in
den a. s. zomer en wel op 24 Juni a. s.
en zendingsfeest op groote schaal te or-
ganiseeren, dat in de onmiddellijke nabij
heid van die stad zal gehouden worden.
Te Barneveld hebben de geërfden
van de Gardensche Maalschap groot on
geveer 5000 hectaren, met groote meer
derheid van stemmen besloten tot vrij
willige verdeeling dier gronden in gemeen
schappelijk bezit. Het plan van verdeeling
werd goedgekeuid, zoodat weldra weer
eene groote uitgestrektheid grond in in
dividueel bezit zal overgaan.
Bij den Uitgever J. M. Roldanus Cz.
te Edam wordt een belangrijk werk ter
perse gelegd, dat alom belangstelling
verdient. Het is getiteld: De Militaire
Willemsorde" en zal bevatten al de por
tretten der gedecoreerden, geranschikt
naar de opvolgende oorlogen benevens
photografiën naar de schilderijen geno
men, van die plaatsen waar de Willems
orde verdiend werd. Zooals men weet,
is het verleden jaar 75 jaar geleden ge
weest, dat deze orde werd ingesteld en
zeker zal dus ieder, die belang stelt in
onze krijgsverrichtingen zicli dit album
wenschen aan te schalfen.
Reeds meer dan 40U portretten zijn
den verzamelaar, den heer P. H. IC. van
Schendel te Amsterdam toegezonden het
werk wordt op fijn Chromo-papier gedrukt
en zal in 5 afleveringen of compleet te
verkrijgen zijn, en den prijs van f 15
niet te boven gaan, terwijl een gedeelte
der netto opbrengst zal worden ter be
schikking gesteld van hel hoofdbestuur
der Vereeniging «Moed Beleid en Trouw"
ten bate der gedecoreerden beneden den
officiersrang.
Als blijk van instemming met deze
Uitgave, ontving de heer Roldanus een
zeer vleiend schrijven namens H. M. de
Koningin-Regentes, waarin H. M. berichtte
dat zij op dit album inteekende.
Achter het werk zal een lijst voorin-
teekenaars gevoegd worden in handschrift.
H. M. de Koningin-regentes heeft,
zooals vroeger is aangekondigd, de 50
langst zitting hebbende leden van de
Tweede Kamer der Staten-generaal aan
eenen maaltijd ten Hove vereenigd.
De heeren v. d. Feltz, de Meyier, Vos
de Wael en Bahlmann waren wegens
verschillende omstandigheden verhinderd
aan Hr. Ms. uitnoodiging gevolg te geven,
terwij! de Haagsche afgevaardigde, graaf
Schimmelpenninck, in zijne hoedanigheid
van grootmeester van II. M. aangezeten
was.
Bij het binnenkomen werd iederen
gast een plattegrondteekening van de
tafel uitgereikt, op welk plan ieders zit
plaats met een teeken was aangewezen.
De afgevaardigden, allen in ambtscos-
tuum, volgens de voorschriften van den
hofrouw, schaarden zich in een der zalen
van het paleis volgens de tijd dat zij
zitting hadden als lid der Tweede Kamer
zoodat de heer van Kerkwijk, als oudste
lid naar anciënniteit, zich aan het hoofd
van dezen kiing van volksvertegenwoor
digers geplaatst zag.
Kort daarop verscheen H. M. de Ko
ningin-Regentes te midden van Hare
gasten en stelde de voorzitter der Kamer,
jlir. Beelaerts, elk zijner medeleden, ook
wederom naar rang van zitting, aan H. M.
voor. De Regentes wisselde met dezen
of genen een enkel woord.
Na den rondgang ging men aan tafel.
De Koninklijke gastvrouw nam plaats
in het midden van den disrh. Aan hare
rechterhand was gezeten de president der
Tsveede Kamer, de heer Beelaerts; aan
hare linkerhand generaal v. d. Schrieck,
de tweede voorzitter.
Tegenover de koningin werd de eerste
plaats ingenomen door den Zierikzeeschen
afgevaardigde, de heer van Kerkwijk.
II. M. heeft ook met degenen, die aan
tafel in hare nabijheid waren, o. a. de
lib. Viruly en Hafimans, nu en dan een
gesprek aangeknoopt.
De hofdignitarissen waren aan weers
zijden van H. M. geplaatst, terwij! de
verdere rijen aanzittenden naar rechts
en links gevormd werden door de leden
tot aan de beide uiteinden, waar de
adjudanten en kamerheeien van dienst
gezeten waren.
Het uitnemende diner, dat ten 8%
ure eindigde, werd gevolgd door een
samenkomst in een der conversatiezalen,
waar de koffie werd gediend.
H. M. de regentes heeft zich toen op
recht hartelijke en vriendelijke wijze met
elk der aanwezigen onderhouden en zich
tegen negen ure in hare apartementen
teruggetrokken.
39) Hij zou haar geduldig aanhooren
zoo als hij altijd deed, en de zaak in het,
zelfde licht beschouwen als zij deed, niet
door het beneveld vergrootglas der ach
terdocht. Hij zou het begrijpen dat zij,
Anna Judge, meer geld als gezelschaps
juffrouw verdienen zou, en dat zij, door
veel, zeer veel te sparen met eiken dag
het gelukkige oogenblik nader brengen
zou, dat alle zorgen en alle scheiding zou
doen ophouden. Ja, het was veel beter
dat zij hem zelve sprak en, wat zou die
goede oude man groote oogen opzetten
en wat zou dat treurige gelaat verhelde
ren, als hij haar zag van wie hij nog drie
maanden moest gescheiden blijven. Ter
wijl deze gedachte hem nu nog pijnigde
en hij nog dacht aan het afscheid van
den vorigen morgen en den Zondag, dien
zij te zamen hadden doorgebracht, zou
zij daar op eens voor hem staan en zijn
somber pad met een weldadige lichtstraal
beschijnen.
Deze en dergelijke gedachten want
zjj bracht ze onder verschillende vormen
en in een verschillend licht, ofschoon de
zelfde kinderlijke liefde er de grondtoon
van was, de toon, die zoo rechtstreeks
uit hel hart komt deze en dergelijke
gedachten leidden haar bijna den gehee-
len weg langs Thirby Cross het stilzwij
gen op.
Thirby Cross lag op zes mijlen afstands,
en ofschoon de vracht niet zwaar was,
scheen het paard even oud en even lei-
delijk als zijn meester, en evenmin ge
neigd zich te spoeden, als zijn meester
om hem tot spoed aan te zetten. Een
maal op weg zijnde, was Anna Judge
niet meer ongeduldig. Hare gedachten en
hare bezigheden deden haar op geen tijd
letten, zoo min als op den tragen tred
van het paardzij was gelukkig over de
nieuwheid van haren tocht, en, Ts.nte
Judge eenmaal uit haren geest verdreven
zijnde, lag er tusschen haar en het tegen
woordige geen schaduw meer. Zij sloeg
geen acht op de landstreek, die haar om
gaf, zelfs niet toen zij het Backwater ach
ter zich had liggen en akkers en weiden
zich in al hunne schoonheid en bekoor
lijkheid voor haar uitspreidden.
«Ginds beginnen zij het graan reeds
af te snijden," zeide Gravat, die voor een
oogenblik ophield de tallooze vliegen weg
te slaan, die zijn paard om de ooren
gonsden, om met zijn zweep naar de
plaats te wijzen, die hij in het oog had.
sen dat is altijd voor rny, of men den
zomer afsneed. We zullen weer in den
herfst zijn voor wij het weten."
«Daarover bekommer ik mij niet veel."
«Hé?"
«Daarover bekommer ik mij niet veel."
herhaalde Anna, een weinig harder.
«Niet? dat geloof ik wel. De jongelie
den kunnen zich in de korte dagen en
het koude weder wel schikken, terwijl
wij, oude lieden ons dikker moeten klee-
den en om den zomer bidden, om lange
dagen en meer werk."
Zijn blik rustte bijna verwijtend op de
maaiers in de verte, als waren zij de
schuld van den stilstand in zijn beroep,
die aanstaande was, begon toen weder
de vliegen weg te jagen en sprak geen
woord meer voor zij te Thirby Cross
aankwamen en Anna Judge haar kussen
en kant had bijeengepakt.
Thirby Cross was een eenvoudig oud
dorp, met zijne rieten daken, die traps
gewijze boven den weg uitstaken, een
weg met gras begroeid, waar op dien
zomernamiddag een aantal kippen rond
liepen en kakelden en op de wielen van
het naderend rijtuig geen acht schenen
te geven. Een dorp te oud en te stil om
den bewoners in iets belang te doen
stellen en waar op dat oogenblik niet
meer te zien was dan twee kinderen met
kromme beenen, die met hunne schorten
in den mond naar het afstappen van
Anna Judge stonden te kijken. Een derde
inwoner, met een lederen schootsvel voor
en een hamer in de hand stond aan den
ingang zijner smidse 'en riep in de verte
den voerman zijn welkomsgroet toe.
«Hoe is het metje, Richard Gravat?"
«Frisch en gezond, dankje."
«Je zoon is al een half uur lang weg.
Hij zeide dat hij geen oogenblik langer
wilde wachten al had hij veertig vaders,
die even traag waren als hij."
«Ja, zoo is hij," zeide Mr. Gravat na
eerst in gedachten over den zonnigen
weg voor zich uit gezien te hebben.
De beide mannen gingen te zamen
voort toen de voerman op eens aan zijn
reisgezelschap begon te denken.
«Hoe zult gij nu te Wolchester komen
«Loopen natuurlijk," zeide Anna. «Het
is niet meer dan zeven mijlen en daar
ben ik niet bang voor. Wil u zoo goed
zijn mijne tante te zeggen, als gij te huis
komt, zich niet ongerust te maken als
ik niet te huis kom, maar dat ik, zoo
ik eenigszius kan, dezen avond nog terug
keer zoo ik al het zakgeld dat vader
mij gisteren gaf, uitgeef," voegde zij er
in zich zelve bij.
Na niet zonder moeite Gravat dit be
vel duidelijk te hebben gemaakt, zeide
Anna hem goeden morgen en ging op
weg. Het was drie uren, zij zou dus te
half zes te Wolchester kunnen zijn,
zoo zij zich onder weg niet ophield en
goed doorstapte. Haar bleef dus een uur
over om haar vader te spreken, indien
zij met het karretje van den jongen
Gravat wilde terugkeeren, die een man
van de klok was, en om half zeven de
stad verliet, op niemand wachtende, zoo
als zijn vader wel wist. Zij wenschte
dien avond gaarne weder aan het Back-
wator te zijn, opdat Tante Judge haar
niet zou kunnon verwijten, dat zij biijde
geweest was niets te doen gehad te heb
ben.
Anna stapte dan moedig voort en be
gon zich te herinneren toen zij reeds
buiten het dorp was, dat zij sedert haar
ontbijt nog niets gebruikt had, waarop
zij een oogenblik bleef stilstaan om te
overwegen of zij niet het een of ander
koopen zou.
«Dat zal het eerste zijn dat hij mij
vraagt, en dan zal hij zeggen dat ik op
mijne gezondheid geen acht geef en de
geheele week zal hij 't hierover hebben.
Ik zal dus eerst wat beschuit koopen en
een glas rnelk drinken."
Anna Judge keerde weder eenige schre
den terug naar eene woning, die zij reeds