MIIUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT en GELDERLAND. HET BOOTHUIS. No. 21. Zaterdag 14 Maart 2391. Twintigste jaargang. abonnementsprijs: VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. advertentien: De tariefs-quaestie. BINNENLAND. Feuilleton. V AMEBSFOOBTSCIE CODBANT. VOOR Per 3 maanden 1Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezendeu uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. Van 1 6 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentien viert?.aal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. De Haagsche Kamer van Koop handel wil trachten een «nationale beweging uit te lokken." Men zal dat misschien niet zoo heel erg ge makkelijk vinden: hetNederlandsche volk is niel bijzonder bewegelijk, en het kost niet geringe inspanning, het voor een of andere zaak in geestdrift te doen geraken. Doch laat ons niet twisten over woorden als hetgeen gezegde Kamer wil wezenlijk goed is en nuttig voor de landskinderen, dan zal de belang stelling niet uitblijven. liet geldt na tuurlijk de quaestie der tarieven van invoer, waarover het laatste woord nog lang niet gezegd is Wij, en de Engelschen, en tot op zekere hoogte de Belgen, zijn nog de eenige natiën in Europa die het vaandel van den vrijhandel doen wapperenal de an dere plengen steeds meerdere offers op het altaar van den Moloch onzer dagen, het protectionisme. Wij, kooplui in merg en been, waren van oordeel dat de anderen gauw genoeg zouden hebben van hun zoogenaamd beschermend stelsel, wan neer slechts de nadeelen zich krach tig zouden doen gevoelen. Dit laatste is sinds lang het geval; de prijzen der meest onmisbare levensbehoeften zijn door de invoerrechten op bui- tenlandsche waren, die de concur rentie van de markt dreef, verbazend gestegen, zoodat voor het levenson derhoud veel meer noodig is dan hot geval zou zijn wanneer het reeds voor meer dan honderd jaar door Franklin veroordeeld en sedert op den achtergrond geraakte systeem niel opnieuw voor den dag ware gehaald. Maar de Regeeringen laten ze niet los; niet, omdat zij werkelijk over tuigd zijn dat landbouw en nijverheid te gronde zouden gaan indien die kunstmatige verhooging van de prij zen der uit den vreemde aangevoerde artikelen achterwege bleef, doch al leen omdat de schatkist, zonder die hellingen, die een indirecte belasting vormen waarin hij vaak het meest bijdraagt wiens linanciëele krachten het geringst zijn, onmogelijk zou kun nen- voorzien in de immer stijgende uitgaven, door de militaire toerustin gen gevorderd. In plaas dat, naar vroegere ver wachting, het vrije handelsverkeer ontheven zou worden van belemme ringen, is in den laatsten lijd de druk nog zwaarder geworden; en waar bestaande handelsverdragen de Regee ringen dwongen met zekere gematigd heid te werk te gaan, heeft men die eenvoudig opgezegd ten einde de vrije hand te verkrijgen, dat wil zeggen in de gelegenheid te komen de scheidsmuren nog hooger optetrekken, wanneer de noodzakelijkheid uit een linancië. 1 oogpunt blijkt. Op die manier is het niet te vei- wondcren, dat het stelsel van den vrijen handel aanhangers verliest. Gewoonlijk ziet men alleen wat vlak in de nabijheid ligtrneer verwijderde voor- of nadeelen vallen niet onder het bereik van het waarnemingsver mogen. Belanghebbenden bij de pro ductie letten wel op de mededinging van liet buitenland, maar vergeten daarbij, dat zij op hun beurt ook consumenten zijn. Hoe dit wezen moge, men durft de toekomst niet meer afwachten. Ondanks vele teekenen. dat in de protectionistische landen de overtui ging van de voortreffelijkheid van hel thans heerschende stelsel sterk aan het wankelen geraakt, ziet men toch maar de Regeeringen onder goed keuring van de Farlementen de duim schroeven nog sterker aandraaien het oogenblik van de kentering schijnt nog niet nabij. Zal men toch nog blijven wachten op betere tijden, terwijl onze handelaars en importeurs overal stijftoegedrukte deuren ont moeten Dat wil de Haagsche Kamer van Koophandel opnieuw onderzocht heb ben. En indien haar wenschen zich niet verder uitstrekten, dan zouden wij gaarne met haar medegaan. Maar zij is op het resultaat van liet onderzoek reeds in zooverre vooruitgeloopen, dat zij beslist par tij trekt voor beschermende rechten, terwijl onzes inziens alleen een her ziening van de cijfers van het tarief in verband met de sinds de vast stelling (in 1850) veranderde omstan digheden in aanmerking kan komen. Volgens een gezonde opvatting hebben de invoerrechten alleen de strekking, den buitenjandschen pro ducent, die profiteert van de verkeers middelen zonder zijn kosten aange legd, en voor welker rentelast en on derhoud de binnenlandsche mededin ger in de belastingen wordt aange slagen, mede daarin te doen bijdragen. De eerste moot niet bevoorrecht worden boven den laatste Nu is se dert 40 jaren in die lasten, wat hun verdeeling en hun bedrag betreft, nogal eenige wijziging gekomen; en de vraag is geenszins overbodig, of de posten van liet tarief nog aan dit beginsel beantwoorden. Deze zullen wellicht eenige verandering hebben te ondergaan, mede in verband met liet gebruik dat van de invoerartike len wordt gemaakt. Daarentegen een algemeene verkooping van het tarief, hetzij als maatregel van weerwraak tegenover de Staten die afgeweken zijn van de gunstige bepalingen onder welke vroeger de handelsbetrekkingen waren geregeld, zooals de circulaire van de Haagsche Kamer wil, hetzij om de schatkist te stijven en alzoo de Re geering de gelegenheid te openen orn zonder nadere wijziging van het belas tingstelsel eenige van de schadelijk ste accijnsen af te schaffen, gelijk door een geniatigd-pretectionistische richting ten onzent wordt aanbevo len, zouden we niet in het belang van ons volk achten. Hoe men het zou willen keeren of wenden, de schade zou altijd neerkomen op de minder gegoeden, daar zij, door ver hoogde prijzen van benoodigdheden, gedrongen zouden worden tot liet op brengen eener indirecte, en omgekeerd- progressieve belasting. Wij zeggen omgekeerd, omdat de talrijke gezin nen er natuurlijk het meest bij be- trokken werden. Waar veel brood wordt gegeten doet zich het bezwa rende van graanrechten het meest gevoelen. Er is nog één punt waarop we even de aandacht wenschen te (richten. Het is nu ongeveer vijftien jaar ge leden, dat we voor Indië de dilleren- tiëeleinvoerrechten hebben afgeschaft. Europa zeilde toen nog in den vollen breeden stroom van den vrijhandel, en eer was te verwachten dat men successievelijk de laatste muurtjes en schuttinkjes van de bescherming zou weghalen, dan zc opnieuw te zien opknappen en met tal van meerdere en veel hoogere te zien bevestigen tot een formeel afsluitsysteem. In- tusschen, het is geschied. En nu kan de vraag rijzen of het wellicht tijd is de volken, die ons de deur ver sporren bij hun grenzen, ook uit te noodigen eventjes te blijven staan als zij Indië willen binnenstappen. In de eerste plaats zou dit moeten geschieden ten opzichte van goederen, die ir. ons land in zeer voldoende hoeveelheid worden vervaardigd, en waarbij men wel kan verwachten dat de onderlinge concurrentie der bin nenlandsche fabrikanten sterk genoeg is om den prijs waarvoor zij aan de inlanders worden afgeleverd niet hooger dan tot het tegenwoordig peil op te voeren. Over deze belangrijke vraag beslis sen wij niet, maar achten wij een onderzoek gewenscht. Zij is de moeite waard er nader op terug te komen. -In de residentie is aangekomen 'i D. H. de erfvorst van Waldeck-Pyrmon broeder van H. M. de Koningin-Regente: De prins heeft ten paleize zijn intrek gt nomen. Door Z. M. den Duitschen keizei koning van Pruisen is aan den luit.-kt lonel van het 2. regiment huzaren F. M.Juckema van Burmania baron Rengei verleend de orde van den Kroon, tweed klasse. De minister van binnenlandsche za ken heeft het volgende scl,rijven gerich aan de commissarissen des Konings i de provinciën Ten behoeve van een onderzoek om trent de organisatie der oCficieele stati stiek in Nederland en omtrent de middt len, die, zoo noodig daarin bestaande ge breken kunnen opheffen, is het van be lang, liet antwoord te kennen op de vol gende vragen: a. Welke statistiek wordt in uwe hu reau's bewerkt'? b. Van waar worden de bouwstoffer voor die statistiek ontvangen? c. Op welke wijze en op welke tijdei wordt die statistiek gepubliceerd? d. Hoeveel personeel is voor de be werking van die statistiek noodig? (aan tal en rang van de daarmede belasti ambtenaren.) c. Hoeveel kost de bewerking diei statistiek aan personeel (bezoldiginger enz.) en aan materieel (tabellen, druk kosten, enz.)? f. Voldoet de tegenwoordige organisa tie? Of beeft zij gebreken? g. Zouden clie gebreken zijn weg t< nemen door liet oprichten van eenecen trale rijksinstelling, die leiding geeft aar alle ambtelijke statistiek voorlichting ver schaft bij de bewerking daar van en daar op toezicht uitoefent? Aangenaam ware het mij, indien door uwe zorg deze zaak nauwkeurig were nagegaan en ik vóór I April e. k. de antwoorden op bovengenoemde vrager inocht ontvangen. Naar gemeld wordt, zullen voor Pa- schen nog eenige Hooge Staats- en Rechts colleges, zoomede militaire autoriteiten, de eer genieten ten Hove aan een gastrnaa te worden genoodigd. 40) nik ga naar Wolchester om mijn vader over zaken te spreken." „Dus niet om daar voor goed te blij ven Anna meende dat Mrs. Holmes dit uit den brief opmaakte, dien zij de vrijheid genomen had heimelijk te lezen, maar antwoordde, «o, neen, niet voor goed." «Gij waart bevreesd dat uwe tante ongerust was zoo gij er den nacht over- bleeft. Gij moet veel van uwe tante hou den, Miss Judge, om u zooveel moeite midden in uwe reis te geven." «Ik heb thans niemand anders te huis om lief te hebben," antwoordde zij met een gesmoorden zucht, daar zij het on- noodig achtte de vrouw, die zich zoo aan haar opdrong met de weinige liefde be kend te maken, die zij hare tante toe droeg. «Woont uw vader te Wolchester?" «Ja, jufvrouw." «En hij is natuurlijk een goed vader voor u Vaders moesten altijd goed en min zaam zijn en waken voor hunne kinderen." «En moeders ook," voegde Anna er met hoogen ernst bij. «Ja, moeders ook, Miss Judge. Eerie moeder, bekleedt altijd eene eerste plaats in het hart der kinderen, ofschoon ik nooit zelve moeder geweest ben en niets van kinderen weet. Uwe moeder dan «Is dood, jufvrouw," zeide Anna op gestrengen toon. «Dood arm schepsel! Dood zeldet gij?" «Ja dood!" Mrs. Holmes wandelde eenigen tijd voort zonder een woord te spreken en Anna wiens hart op eens zoo beklemd geworden was, wierp haar beschuit in de haag. «Gij zijt nog zoo jong en nu reeds moederloos," zeide Mrs. Holmes, plotse ling. Wat moet gij hare zoig gemist heb ben in de jaren uwer kindsheid!" «Neen, ik heb haar nooit gemist," antwoordde Anna. «Zij ging zij stierf te vroeg om baar te hebben kunnen mis sen, en mijn goede vader, was een va der en eene moeder voor mij, zoo goed en zorgzaam, dat ik haar verlies nimmer gemist heb. Doch spreek hierover niet jufvrouw, verzoek ik u, daar houd ik niet van I" voegde zij er bij op zulk een kor ten en beslissende toon, dat Mrs. Holmes eensklaps staan bleef en Anna Judge al- jeen liet vooitgaan. Doch bijna even spoedig had zij haar weder ingehaald. «Het was niet goed gedaan, vergeef het mij," zeide zij met dien gemaakten glimlach, dien Anna reeds eens had op gemerkt. «Gij moet mij verschoonen, Miss Judge, want ik ben eerie vrouw, die langen tijd in een groot huis was opge sloten, een verlaten huis, en waar mij weinig gelegenheid tot onderhoud over bleef, dan met de bedienden en domme boeren en boerinnen. Ik ben huishoud ster op Thirby .Qv/iss. «Op Thirby Cross?" herbaalde Anna. «Bij Mr. Aynard te Thir by Cross, moest ik liever zeggen het huis is algemeen bekend onder der, naam var. Thirby Cro«s. Ik ben daar acht jaar huishoudster ge weest, en ik verzeker u dat het'een fleu rige, vervelende betrekking is," voegde zij er met eene huivering bij. Anna antwoordde niet, doch zette haar weg nu geruster voort, wetende dat zij in fatsoenlijk gezelschap was, en scheen nu meer gezind om het gesprek voort te zetten om het eentoonige van haren weg daardoor te ver minderen. Maar Mrs. Aynards landgoed en de portiers woniüg vertoonde zich aan haar oog. De wedu we ging voort, met haren blik op den grond geslagen, meer met zich zelve dan met haar gezelschap bezig en denkende, zooals Anna meende, aan haar moeilijk levenslot, waartoe zij acht jaren lang veroordeeld was in een half verlaten huis. Zij bereikten het groote ijzeren hek, waarvan de verf reeds lang verdwenen en geheel door roest vei vangen was. Van het huis zelf was op den weg naar Wol chester niets te zien, zoo ver lag het van den weg af en zoo geheel was het tus- schen olmen-, linden-en lorkenboomen verborgen. Het geheel had meer het voor komen van een woud dan van een land goed en alleen de portierswoning deed zien dat er menschen woonden. Ja, de huishoudster van Thirby Cross had gelijk, het moest eene sombere en vervelende betrekking zijn, meende Anna, want nog nooit had zij iets gezien dat zulk een somberen indruk op haar maakte. De portier, een oud man met een ver brand gelaat en kaal hoofd trok en ruk te aan het hek om het open te krijgen, hetwelk Anna Judge aan de deur harer hut denken deed. «Komt gij niet een oogenblik binnen in de portierswoning?" vraagde Mrs. Holmes. «Dank u, ik moet verder. Ik heb geen tijd meer over." «Ja, dat hebt gij wel; den geheelen avond," was het antwoord." «Ik moet mijn vader voor acht uui spreken, want dan gaat hij weder aar liet werk. Ik heb'het hem mijne tante hooren zeggen." «Gij hadt door zoo even dorst wij zullen u melk geven." «Ik dank u," zeide Anna haastig. «Ik l.eb geen dorst meer." «Wilt gij dan hier een glas melk heb ben, als gij te trotsch zijt orn het huis eens vreemden binnen te gaan," zeide zij toornig. Graffin, hebt gij daar ook melk?" «Ja, jufvrouw. Een oogenblikje slechts De heer, die heden gekomen is, vertrekl dadelijk en wil niet blijven eten. Hij rijdl met de gig naar huis en ik moet dade lijk liet hek openen," zeide Peter. «Krijg dadelijk de melk, zeg ik u. Hel meisje wil niet langer wachten," zeide zij ongeduldig. Een oogenblik slechts, Mrs. Holmes,' was liet antwoord, even ongeduldig als de toon der huishoudster. «Gij weet hoe mijnheer te werk gaat, als hij voor dil oude, roestige hek moet wachten." Goeden dag, Mrs. Holmes," zeide An na. Inderdaad ik kan nu geen melk drin ken." Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1891 | | pagina 1