ÜIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT EN GELDERLAND.
HET BOOTHUIS.
Officiëele Publicatiën.
No. 22.
Woensdag 18 Maart 1891.
Twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
BINNENLAND.
BUITENLAND.
F euille ton.
IMERSFflOHTSCHÏ COURANT.
VOOR
abonnementsprijs:
Per 3 maanden I.Franco per post door het geheele Kijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten iutezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever 6. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentie ni
Van 1 6 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
De BURGEMEESTER en WETHOU
DERS van AMERSFOORT,
Gelet op art. 18 der wet van den 4.
December 1872 (Staatsblad No. 134),
Brengen ter algemeene kennis, dat
eiken Maandag, 's namiddags te n
ure voor eenieder de gelegenheid tot
Kostelooze Iiiëntiug wordt gegeven
in de daartoe bestemde localiteit, gelegen
aan de Preedestraat, Wijk F, No. 133.
Amersfoort, den 16. Maart 1891.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester
T. A. J. VAN ASCH VAN WIJCK.
De Secretaris,
W. L. SCHELTUS.
De BURGEMEESTER van Amersfoort,
Gezien een nader bericht van den
luitenant-Kolonel, commandant van het
5e bataljon van het 5. regiment Infante
rie te Utrecht, d.d. 11 Maart 1.1. no. 42;
Brengt ter kennis van de ingezetenen,
dat instede van op den 17, 18, 19 en 20
Maart eerstkomende, zooals in de dezer
zijds gedane kennisgeving van den 3.
Maart jongstleden is vermeld, door ge
noemd bataljon op Woensdag, Don
derdag, Vrijdag, en Zaterdag, den
1, 2, 3, en 4, April aanstaande
id de legerplaats, bij Zeist oefeningen in
het gevechtschieten worden gehouden,
op de wijze als iu de vorenbedoelde ken
nisgeving is omschreven.
Amersfoort, den 16. Maart 1891.
De Burgemeester voornoemd,
T. A. J. VAN ASCH VAN WIJCK.
Het is thans nagenoeg zeker, zegt
het Vad. dat de Koningin en de Koningin
regentes op het einde van Mei eenige
dagen in Amsterdam zullen vertoeven.
Feestelijkheden zullen er niet plaats
hebben.
Dat de jeugdige Koningin alleen bij
het eeiste officieel diner aanzat vindt
volgens de Haagsche kroniek der N. Gr.
Cr. zijne veiklaring hierin, dat H. M. na
het gastmaal onrustig sliep en geagiteerd
was. De jonge vorstin schijnt van een
zenuwachtig en leeder gestel te zijn en
daarom is het hoogst prijzenswaardig dat
de koningin-regentes in de eerste plaats
aan haar plichten als moeder denkende
het lieve kind alle aanleiding tot op
winding bespaart.
Z. D. H. de erfprins van Walderk-
Pyrmont heeft Maandagmiddag ten 5 u.
15 m. de residentie verlaten, zich naar
Bentheim begevende. Den prins werd
uitgeleide gedaan door graaf Dumonceau,
adj. van H. M., den minister van buiten-
landsche zaken. jhr. Hansen, den Duit-
schen gezant, baron Saurma, en diens
gezantschaps-secretaris, graaf v. Bulow.
De aanstaande aftreding, op eigen
verlangen, van den directeur van het Ka
binet des Konings, jhr. mr. Alewijn,kan
als zeker beschouwd worden. Als zijn op
volger zou bestemd zijn de oudste referen
daris bij het Kabinet, jhr. mr. P. A. Ge
vers Deijnoot.
Men verneemt, dat de naar aanlei
ding van het voorgevallene in de Twee
de Kanier benoemde commissie van ge
neraals tot het instellen van een onder
zoek naar den toestand aan de Kon. mil.
academie te Breda, in haar rapport aan
den minister van oorlog omtrent de huis
houdelijke aangelegenheden en de sani
taire behandeling aan de academie, een
indruk heeft neergelegd tegenovergesteld
aan de mededeelingen, die tot de enquê
te aanleiding gaven.
Naar aan het Haarl. D. wordt
medegedeeld, heeft de min. van binnenl.
zaken besloten, dit jaar weer twintig
beurzen beschikbaar te stellen voor iedere
rijkskweekschool voor onderwijzers, en
ook weer, evenals vroeger plaats had,
slechts één toelatings-exarnen te laten
afnemen.
De oproeping van sollicitanten zal
plaats hebben in de maand April.
De minister van Oorlog heeft be
paald, dat de vrijwillige werving, die bij
sommige korpsen voor de tamboers en
hoornblazers tijdelijk was gesloten voor
alle korpsen weder open te stellen.
De Minister van Oorlog heeft goed
gevonden te bepalen dat. teneinde de lo-
telingen der lichting van 1891, die zich
in den dienst der militie wensclren te doen
vervangen door een ri>ililieplichlige der
lichting 1884, daartoe in de gelegenheid
te stellen. Zonder hen te verplichten tij
delijk zelven in werkelijken dienst te tre
den, ligt het in 's Ministers voornemen,
aan zoodanige lotelingen op hun verzoek
een verlof van hoogstens zes weken te
doen verleenen, indien geen onvoorziene
omstandigheden, die opnieuw tot eene
verlenging van den diensttijd voor laatst
genoemde lichting leiden, zich tegen eene
regeling als vorenbedoeld verzetten.
Tot bevordering van het met die ver
loven beoogde doel, en tevens om aan
medeplichtigen der lichting 1884, hel
aangaan van eene voorloopige verbintenis
tot plaatsvervanging met meerbedoelde
lotelingen gemakkelijk te maken, zijn de
korps-commandanten doorhem gemachtigd
aan ieder militie-plichtige van laatstge
noemde lichting, die daarvoor naar hunne
meening in aanmerking komt, op zijn
aanvrage eene schriftelijke verklaring af
te geven, inhoudende dat zijn tot op de
dagteekening dier verklaring gehouden
gedrag van dien aard is geweest, dat henr
deswege hij zijn ontslag uit den dienst
het bewijs van goed gedrag niet gewei
gerd zal worden.
Degenen, die hij de enquête te
's Gravenlrage, ten aanzien der spoorwe
gen en stoom-en paardentramwegen, ge
houden van 2 Jan. tot en met 2 Febr.
1891, als getuigen of deskundigen zijn
gehoord, kunnen kosteloos een exemplaar
bekomen van het verslag der aldaar ge
houden verhooren, mits zij zich te dien
einde schriftelijk aanmelden aan het adres
Staatscommissie van arbeids-enquète,
eerste afdeeling,
's-Gravenhage,
met duidelijke opgave van naam, woon
plaats, straat en nummer hunner woning.
In een der Friesche nieuwsbladen
komt eene advertentie voor van den heer
ór. Aeneae, te 's-Gravenhage, waarin deze
heer zich, op uitnoodiging, beschikbaar
stelt voor de kiesvereenigingen in de drie
Noordelijke provinciën, tot het houden
eener openbare bespreking, welke ten
doel heeft aan de kiezers in die gewesten
duidelijk te maken, dat, bij de aanneming
van de ingediende legerwet, de ingezete
nen uit het Noorden des lands niet gebaat
zijn en de meerdere kosten van het leger,
bij de nievwe organisatie, onder de on
nutte uitgaven te rangschikken zijn.
Men schrijft aan de Stand, uit
Harderwijk, dal, terwijl de berichten,
dat het koloniaal werfdepot zou worden
opgeheven, onjuist bleken, thans inkrim
ping van genoemd depot tot 2 compag-
niën toch aanstaande schijnt te zijn. De
1. luitenant Oudslroorn, die naar Indië
vertrekt, zal niet door een ander officier
worden vervangen. In dit geval zullen
dan ook nog een paar officieren en ver
scheidene onderofficieren op verplaatsing
wachten.
De Nederlandsche Politiebond zal
zijn zesde algemeene vergadering Vrijdag
10 April houden te Leeuwarden.
Het Hoofdbestuur van den Bond
van Nederl. Onderw. verzoekt alle on
derwijzeressen en onderwijzers zonder be
trekking, hun naam en adres per brief
kaart op te zenden aan Th. M. Ketelaar,
v. Oldenbarneveldstr. 39, Amsterdam.
Het Hoofdbestuur is namelijk overtuigd,
dat bij een richtige uitvoering der Wet
op het L. O. blijken zou, dal voor al die
personen nog betrekkingen te over zijn,
ja, dat er zelfs een tekort aan personeel
zou blijken te bestaan. Van welken in
vloed dit onderwijzers-tekort op de sa
larissen zou zijn, is bij de tegenwoordi
ge toestanden gemakkelijk na te gaan.
't Hoofdbestuur is dan ook voornemens
een adres aan de Regeering te richten,
met verzoek, de termijnen voor de vol
komen uitvoering der Wet te verkorten
en wenscht er daartoe juist op te wijzen,
dat nog zoovele» zonder betrekking rond
loopen, zoodat in de eerste behoeften
aan personeel zeker onrniddelijk zou kun
nen worden voorzien.
Te Venlo zijn valsche tweemark
stukken in omloop en in de nabijheid
van die gemeenten heeft men een bank
biljet van f lOO in ontvangst genomen,
dat insgelijks valsch was.
Jonkvrouwe Clara Maria van Sminïa
onlangs te Oenkerk overleden, heeft aan
het Frie6ch Genootschap van geschied-,
oudheid- en taalkunde vermaakt hare
kostbare verzameling Friesche gouden en
zilveren munten en penningen. Het ge
nootschap heeft besloten, dat deze ver
zameling eene op zichzelve staande plaats
in de verzameling des Genootschaps zal
innemen.
Door eenige arbeiders te Buinen is
bij het delven van keien een merkwaar
dig overblijfsel van oud Germaanschen
oorsprong gevonden, nl. eene sooit graf
kelder, welke uit eene geregelde opstape
ling van keien bestond. Aan de beide
einden waren zware keien, ter grootte
van 200 halve kilo gewicht, terwijl klei
nere keien als zijmuren opgestapeld wa
ren. Een harde leemlaag maakte den
vloer uit. Het geheel had eene lengte
van 4V, en eene breedte van l'/2 meter.
Overblijfselen van ascli waren niet aan
wezig. Op ongeveer vier nieter daarvan
vond men twee urnen, gevuld met asch
en houtskool, waarvan eene vrij gaaf
bewaard gebleven is.
Omtrent de laatste levensuren van dr.
Windthorst verneemt men het volgende:
Vrijdagavond tegen middernacht bleek
ook de linkerlong aangetast te zijn en er
was toen geen hoop op behoud meer.
De zieke lag met luide stem te ijlen en
zijne gedachten waren met staatkundige
aangelegenheden bezig. Hij sprak over
Frankrijk en Rusland, over de schoolwet
de intrekking der Jezuïetenwet. Daarna
scheen hij zich voor te stellen aan een
feestmaal te zijn en een toost uittebren-
gen op den Keizer en de Keizerin. Na
een «leve de Keizer" uitgeroepen te heb
ben viel liij in slaapdaaruit ontwakende
gaf hij weldra (Zaterdag morgen te 8'',
uur) den geest. Zijne dochter was hem
komen verplegen zijne echtgenoote moest
te Hannover blijven. De zieke had blijk
baar het gevoel, dat dit zijn sterfbed
zou zijn; althans hij droeg aan zijne doch
ter zijn laatste groeten op aan haar, die
hem altijd eene trouwe levensgezellin ge
weest was. Het lijk zal naar Hannover
overgebracht, doch wellicht in het fami
liegraf te Osnabriick bijgezet worden.
De Koning van België heeft bepaald
dat alle afstammelingen in de mannelijke
41) «Gij wilt niet, meent gij
«Wel nu dan, ik wil niet," zeide An.
na met een glimlach. «Nogmaals, goeden
dag."
En Anna vervolgde haren weg, dank
baar ontslagen te zijn van het gezelschap
der huishoudster en de bedienden bekla
gende, over welke deze op Thirby Cross
gesteld was. Anna zag niet achter zich
om, terwijl zij zich voortspoedde, anders
zou zij het gezien hebben, hoe Mrs. Hol
mes haar nastaarde, tot eene kromming
in den weg haar aan haar oog onttrok
en hoe zij toen hare handen wrong en
ze hartstochtelijk opstak, tot groote ver
bazing aan Griffin, den portier, die het
hek geopend hebbende, nu tot haar dienst
was.
«Scheelt er iets aan, Mrs. Holmes?"
vraagde hij.
«Wat gaat u dat aan vraagde zij
op hare beurt op zulk een scherpen toon
dat Griffin er van schrikte.
«O, niets juffrouw, ik bedoelde er geen
kwaad mede. Daar komt mynheer."
De huishoudster en de pastoor gingen
een weinig achterwaarts, toen een lichte
chais, door een vurige menie getrokken
aan het hek stil hield en Mr. Aynard er
uit stapte.
Mr. Aynard knikte de huishoudster toe,
toen deze hem beleefd groette en legde
zijne handen op den disselboom, terwijl
hij vervolgens opzag legen degene, die
in de gig was blijven zitten, en niemand
anders was dan Edmund Delancy van
Prospect Terrace, No u, te Ilpham.
«Het spijt mij dat gij niet bij mij blijft
dineeren, Ned, ik heb u zooveel te loo-
nen en nog zooveel met u te bespre
ken."
«Op een anderen tijd, Hugh," antwoord
de onze held; «want ik heb zelf tehuis
nog zoo veel te doen. Ik heb nog niet
eens den tijd gehad mijne koffers uit te
pakken en mijne zaken te regelen. Wat
zal mijne hospita wel van mijn moeten
denken, als ik altijd zoo ongeregeld te
huis kom."
«Op uw verzoek heb ik haar dadelijk,
toen wij van het Boothuis terugkeerden,
doen weten waar gij u bevindt."
«En dat ik ir, goede handen ben."
«Gij hadt in het hol moeten blijven,"
zeide Aynard.
«Ja, zoo de wind niet veranderd en
het getjj uitgebleven was," zeide Delan
cy. «Dat was een heerlijke tocht, met
zulk een heerlijken avond."
«Dat weet ik juist niet," zeide Hugh.
«Wij begonnen elkander daar zoo goed
te verstaan."
«En wij zullen elkander nog beter
leeren verstaan op een anderen tijd. Dat
is eene belofte."
«En gij verbreekt uwe belofte nooit
hebt gij lady Burlinson verleden Zon
dag gezegd."
«Dat heb ik ook gezegd. Maar wat
moet ik met paard en rijtuig doen, dat
gij zoo vriendelijk geweest zijt aan mij
ne zorg toe te vertrouwen?"
«Laat ze maar in de Zeemeeuw be
waren, daar zal ik ze Donderdag laten
afhalen."
«Zeer goed. En nu, vaarwel."
«Nog een oogenblik," zeide Aynard,
voor ik het vergeet eene vraag te doen
aan mijne huishoudster. Wie sprak daar
zoo even met u Mrs. Holmes, toen wij
kwamen aanrijden vraagde hij, eenigs-
zins achterdochtig. «Hoe?" word ik we
der bespied? Kan ik hier dan geen en
kele oogenblik zijn zonder van vreemden
te worden beloerd
«Het was maar een meisje, dat naar
Wolchester wandelde," zeide Mrs. Hol
mes.
«O, dat zeide zij misschien om u te
misleiden," zeide hij, terwijl hij in zijne
verlegenheid zijne nagels afbeet.
«Het was Anna Judge, eene kantwerk
ster van het Backwater, die op weg is
om haar vader te gaan bezoeken."
«Waarheen?" vraagde Delancy, die
zich nu in het gesprek begon te men
gen.
«Haar vader woont te Wolchester ge
loof ik," zeide Mrs. Holmes op onver
schilligen toon.
«Ik ben blijde dat gij het meisjes
kent," zeide Aynard, «door de veiklaring
zijner huishoudster gerust gesteld. «Indien
er spionnen in den omtrek waren, dan
zoudt gij toch zeker hier gebleven zijn,
Delancy
«Ja, indien gij het gewild hadt en ik
u had kunnen helpen om ze te verdrij
ven. Nu, vaarwel, en nogmaals dank voor
uwe gastvrijheid."
De twee mannen zagen elkander aan
en begonnen te lachen. Zij waren nu
op den besten voet, en de trek, dien de
een den anderen gespeeld had had geen
bitterheid in diens hart nagelaten.
«Adieu. Donderdag kom ik te Ilpham."
„Dus niet voor Donderdag?"
„Ik geloof het niet," was het antwoord.
„Ik denk met het volgende getij naar
het hol terug te keeren. Als de wind zoo
blijft kan het gemakkelijk."
„O, ik zou dit niet doen," zeide De
lancy. „Ik zou hier liever wat aan mijne
symphonie werken, zoo ik in uwe plaats
was."
„Misschien dat ik dat doe. Vaarwel,"
Daarop verlieten de beide mannen elkan
der, en Ned Delancy reed naar llpham-
on-the-Cliff, nadenkende over de zonder
linge wijze, waarop zij beiden vrienden
waren geworden en de belangstelling,
die Hugh Aynard bij hem had verwekt.
„Arme kerel, in goede handen had er
iets goeds van hem kunnen worden,"
zeide Delancy in zich zelven„maarzoo
hij in slechte handen vallen mocht, wat
zal dan het gevolg zijn
Hij dacht aan Hugh Aynard, en aan
de slechte handen, waarin hij zou kun
nen vallen, toen hij het dorp Thirby Cross
bereikte en daar dacht hij op eens aan
Anna Judge, die volgens bericht der huis
houdster, op ïeis was naar haren vader
te Wolchester. Haar vader te gaan be
zoeken van wien zij eerst den vorigen
dag afscheid genomen had, vond hij
vreemd van Ilpham naar Wolchester le
loopen hij wist niet dat zij een ge
deelte met het karretje had afgelegd
een afstand van dertien mijlen en dari
kort geleden ziek te zijn geweest, zoo
als hij van haar vader en haar zelve ge
hoord had, vond bij zeer excentriek. De